Gevaar voor neo-isolationisme dreigt bij een zege van Nixon Hoofdarbeiders sociale werkplaats durfden niet te gaan staken Gedachten over de vrachtauto-oorlog Door dr. H. Riemens Soldaat Wally meldt zich Lady Penelope Johnson poseert nu als wijze man Nigerië stelt harde bes tand s- voorwaarden Weinig klachten bij code-commissie reclamewezen Bang in loon te worden gekort 50 ontslagen bij houthandel Britse admiraal Sir Philip Vian overleden WOENSDAG 29 MEI 1968 Overgangsperiode m Ergernis Opportunist Op meer uit Nieuw geluid 101.55 per week (Van onze correspondent) WASHINGTON Kort geleden zei een van de hoogste ambtenaren uit de Amerikaanse regering dat zowel president Kennedy als president John son besloten had tot militaire interventie in Vietnam omdat zij bang waren voor een golf van isolationistische gevoelens in Amerika als Vietnam aan de communisten verloren zou gaan. Als dit waar is, moet men nu zgggen dat beide presidenten in hun opzet geen enkel succes hebben gehad. Want juist de interventie in Vietnam, die leidde tot het zenden van een half miljoen man en het besteden van tegen de dertig miljard per jaar, blijkt te hebben geleid tot een stemming in de Verenigde Staten, die velen neo- isolationistisch noemen. Door Vietnam namelijk is duidelijk ge worden dat Amerika's macht grenzen heeft, dat het morele en politieke leider schap van Amerika in de wereld een om streden zaak is, waarvan senator Eugene McCarthy in navolging van senator Ful- bright nu zegt dat het geboren is uit de „arrogantie van macht". Door Viet nam is de dollar extra in gevaar en sput teren de bondgenoten. En door Vietnam en zijn consequenties neigen vele Ameri kanen nu tot een houding van ergernis over de wereld, waardoor inderdaad een basis gelegd lijkt voor een mogelijk op nieuw omhelzen van een meer of minder isolationistische politiek. Natuurlijk is het onzin om elke vorm van ontnuchtering over het Vietnamese avontuur opeens neo-isolationistisch te noemen. Figuren als Fulbright, McCarthy, Georg Ball en Robert Kennedy zijn diep doordrongen van de noodzaak van een Amerikaanse rol in de wereld en zij zou den de laatsten zijn om te betogen dat de Verenigde Staten zich opnieuw op de vesting Amerika zouden moeten terug trekken en Europa en Azië, waar men teleurstellingen heeft gehad, maar aan hun lot overlaten. Voor hen is Vietnam eerder een nood zakelijke les, die Amerika met zijn offi cieel ongebroken traditie van overwin ningen en successen te leren had om vol wassen te worden. Voor een man als Fulbright bijvoorbeeld betekent Vietnam niet dat Amerika de wereld zijn rug moet toekeren, maar dat het op moet houden met bilaterale machtsspelletjes, waarbij buitenlandse hulp en militaire steun de knikkers zijn. Vandaar dat Fulbright en velen van zijn medestanders bepleiten dat Washington een groter deel van zijn bui tenlands beleid via internationale orga nisaties laat lopen. ism imm-m ■«- Ws «gipwi De onmiskenbare ontnuchtering in re geringskringen over het Vietnam-beleid neemt intussen ook geen direct neo-iso- lationistische trekken aan. Eerder pro beert men de erkenning, dat het Wash ington niet gelukt is zijn zin te krijgen in Vietnam tegen een aanvaardbare prijs, te passen in een filosofie, waarin presi dent Johnson tot ieders verbazing op treedt als de wijze staatsman, die al sinds jaar en dag bezig is Amerika's be moeienis met de op krachten komende wereld zoveel mogelijk te beperken. Sinds de Cubacrisis zijn wij in een overgangsperiode, waarin de macht van de grote twee afbrokkelt, zo luidt de re geringsfilosofie en het is daarom nodig dat Amerika, dat na 1945 gedwongen werd alle machtsvacuüms te vullen, zich beperkt tot de rol van een mentor van al die landen, die in hun verschillende stadia van ontwikkeling zo'n relatie met de Verenigde Staten wensen. Dat deze denkwijze nogal afwijkt van het beleids patroon van president Johnson, waarin het wereldwijde interventionisme van de Truman-doctrine tot ongekende bloei ge komen leek te zijn, geeft inmiddels weer dat ook de regering enige lichten 2ijtr opgegaan. per van de Democraten en dat men daar door steeds meer de handen moet aftrek ken van steuntrekkende bondgenoten. Het neo-isolationisme in dezë hoek is gefrustreerd imperialisme, daaraan kan geen twijfel zijn en het heeft zijn wor tels dan ook in een al genoemde werevel over het gebrek aan sympathie en steun in de wereld voor Amerika's rol, die na tuurlijk gezien wordt als weldadig en goed bedoeld. Europa met zijn De Gaulle, goudvoorraden en critiek op de Vietnam- politiek lijkt in dit verband de grootste wrevel-verwekker te zijn, groter in elk geval dan Mao Tse-Toeng, Ho Tsji Minh en „hun boze communisten" van wie men nooit iets anders dan tegenstand ver wachtte. Of de ergernis over de wereld zou kun nen leiden tot een fase van semi-isolatio- nistisch beleid is een vraag, die velen in Washington bezighoudt. In regeringskrin gen gelooft men dat zo'n fase het hele precaire machtsevenwicht in de wereld uit balans zou kunnen brengen en de hui dige overgangsperiode uit de hand zou kunnen laten lopen en bezorgde rimpels verschijnen dan ook op de gelaten der machthebbers als het thema wordt aan geraakt. De critici van het buitenlandse beleid van Johnson zijn ook niet opgeto gen over het perspectief van een tijde lijke of gedeeltelijke terugkeer naar ves - tingpolitiek, maar op dit moment lijken zij Amerika's bemoeial-rol in de wereld een nog groter gevaar te vinden. Van de presidentsverkiezingen zal ech ter afhangen welke benadering van het buitenlandse beleid aan het langste eind zal trekken, en alleen in het geval dat de Republikeinen met Nixon of Reagon het Witte Huis binnentrekken, lijkt er direct gevaar te bestaan voor een beleid met isolationistische trekken. De neo-isolationistische stemming die velen hier zorgen baart is te vinden bi, gemiddelde, politiek niet al te bewuste Amerikanen alsook in sommige zakelijke kringen. En omdat dit zo is zijn ook heel wat neo-isolationistische geluiden te beluisteren in de redevoeringen van Amerika's gladste opportunist Richard Nixon, die stralend betoogt dat de we reldwijde rol der Verenigde Staten, die zijn republikeinse partijgenoot John Fos ter Dulles eens voor de natie uitstippelde niet langer mogelijk is door het gestum KAMPALA, (AFP). De Nigeriaanse afvaardiging naar het vredesoverleg met Biafra in de Oegandese hoofdstad Kam pala heeft dinsdag een reeks voorwaar den voor een bestand gesteld die in feite neerkomen op een overgave van Biafra. Volgens de regering in Lagos moeten de „opstandelingen" in Biafra, zodra een bestand van kracht wordt, de wapens neerleggen en officieel verklaren dat zij de afscheiding ongedaan maken. Intussen zou een groep waarnemers van nader overeen te komen samenstelling zich langs de bestandslijn moeten opstellen. Het ge zag over ctë door de opstandelingen be zette gebieden zou moeten worden terug gegeven aan de federale regering. Deze zou dan een commissie onder leiding van een lid van de Ibo-stam het merendeel van de bewoners van Biafra behoort tot deze stam moeten benoemen om de ge noemde gebieden te besturen. Voorts zou den de organisatoren van de opstand am nestie krijgen en de krijgsgevangenen en gijzelaars over en weer moeten worden vrijgelaten. De Nigeriaanse voorwaarden vormen een antwoord op de eis van Biafra, dat er eerst onvoorwaardelijk een bestand moet komen, voordat over een politieke oplossing wordt gepraat. De burgeroor log is nu al elf maanden aan de gang. „Fab One", de bekende roze limou sine van Lady Penelope uit de tele visieserie Thunderbirds", de kost baarste en meest futuristische auto ter wereld, werd tot in details na gemaakt voor gebruik en onthuld op het landgoed van de hertog van Bedford, Woburn Abbey. De „Fab One" weegt meer dan drie ton, is 6.50 meter lang en 2.50 meter breed. Hij heeft een computer, een gesloten televisiecircuit, films en camera en een machinegeweer dat door de grill schiet. De wagen bereikt een snelheid van 240 kilometer per uur en kost 85.000 gulden. AMSTERDAM. In het algemeen is het reclamemakend bedrijfsleven zich be wust van zijn verantwoordelijkheid, schrijft de code-commissie voor het re clamewezen in haar jaarverslag over 1967. De regels van deze commissie, die het pu bliek moeten beschermen tegen mislei ding en de ontwikkeling van de goede smaak in de reclame-uitingen moeten be vorderen, zijn door de meeste reclame mensen in Nederland vorig jaar goed na gekomen. In totaal werden slechts zestien bezwa ren ingediend, waarvan acht ongegrond werden verklaard. Bij de klachten die werden toegewezen ging het vooral om onjuiste interpretaties van uitspraken van de Consumentenbond. (Van onze correspondent) EINDHOVEN. Vijftien hoofdarbei ders van de sociale werkplaats voor ge handicapten in Eindhoven, hebben giste ren uit angst niet gestaakt. Maandag avond hadden zij aangekondigd dinsdag het werk te zullen neerleggen uit pro test tegen de lage lonen die zij ontvangen De 15 hoofdarbeiders gingen gisteren ge woon aan het werk. Zij waren bang in hun loon gekort te worden als zij in sta king zouden gaan. De hoogte van hun loon wordt namelijk mede bepaald door gedrag en ijver. De 15 hoofdarbeiders (onderwijzers, kantoorbedienden, verte genwoordigers), die in de sociale werk plaats zijn te werk gesteld en wier leef tijd varieert van 25 tot 64 jaar, vinden dat zjj een loon ontvangen dat ver bene den de maat ligt. Volgens stakingsleider H. Ruijs een Eindhovense kantoorbediende die na ont slag op een accountantsbureau op de so ciale werkplaats terecht kwam zijn er hoofdarbeiders met kinderen die per week maar net 90,- ontvangen. Gistermiddag verklaarde de heer Ruijs op een pers conferentie dat men al jarenlang ontevre den is over de beloning die precies toe reikend is om niet te verhongeren. Ruijs: „op verhogingen moeten wij ja ren wachten en dan te weten dat velen van ons boeken voor blinden maken in vreemde talen. Dergelijke arbeid dient toch behoorlijk betaald te worden". De 15 hoofdarbeiders zijn er ook niet over te spreken, dat zij vorige week fol ders van de DAF moesten vouwen. Zij vinden dit soort werk beneden hun waar digheid. Een derde grief is, dat zij hun loon via de post ontvangen in enveloppen van de gemeentelijke sociale dienst. De heer Ruijs zei, dat de hoofdarbeiders hun vakbond niet hadden ingeschakeld „om dat niemand op de sociale werkplaats bij een vakbond is aangesloten." „De bonden zijn te duur voor ons; wij kunnen de con tributie niet betalen", aldus de heer Ruijs WIWIflMIWinflflfWtllllflWtllMinWWtWIWWIMIIMWIflMWWIflflWH „Mijnheer, hebt u zich laten in schrijven voor het vervullen van uw dienstplicht? Zo niet, waarom niet?", aldus een briefje dat het bureau voor nationale dienstplicht schreef aan de Australische student Wally Jess, afgaande op de voornaam. Wally is evenwel een welgeschapen jongedame met een in Duitsland waar zij twintig jaar geleden werd geboren gebruikelijke voornaam. LEERDAM De directie van de N.V. Houthandel en Industrie Varsseveld te Leerdam heeft 50 personeelsleden ontslag aangezegd. De directie zegt tot een reor ganisatie genoopt te zijn door „een con centratie van bedrijven, die in de alumi- niumsector van de bouwnijverheid een praktisch alles omvattend pakket van con structies en leveringen verzorgt". Men voert ook aan, dat de vervaardiging van machinaal timmerwerk voor de woning bouw voor de grote overcapaciteit zo wei nig lonend is dat op dit terrein in de na bije toekomst geen mogelijkheden liggen. In anderhalf jaar heeft „Varsseveld" nu reeds 60 werknemers ontslagen. De maatregelen, door Bondsminister Leber genomen om de spoor wegen van zijn land aan nieuwe vracht te helpen, zijn op hun minst opzienbarend. Dat deze bewindsman wil trachten aan de werkelijk ont stellende tekorten van de Bundesbahn iets te doen, wie zal het hem kwalijk nemen? Vergeleken met de Duitse zusteronderneming zijn de Nederlandse Spoorwegen op het gebied van tekorten gelukkig maar heel kleine jongens en toch heeft nooit iemand in ons land er al weer gelukkig over gepeinsd door overdreven protectionistische, het overige vervoer beknottende maatregelen de N.S. aan meer inkomsten te helpen. Minister Leber doet dat wel en niet alleen wordt de Duitse vrachtauto-on derneming daar het slachtoffer van (mèt de Duitse consument die de re kening krijgt van het oneconomische vervoer per rail dat nu ontstaat), maar de maatregel heeft ook vergaande ge volgen voor buitenlandse vrachtrijders die hun weg door de Bondsrepubliek kiezen. wagens worden meegeteld, welke het transitovervoer Nederland-Tsjechoslo- wakije via Duits gebied verzekeren. Wanneer dat zo is, dan schendt hier de Duitse regering nog meer verdrags bepalingen, zoals de conventie van Barcelona die reeds kort na de eerste wereldoorlog werd gesloten, en die de vrijheid van transito waarborgt. niveau met de regering van Bonn dient te worden onderhandeld. Het niveau derhalve van de minister van Buitenlandse Zaken, en, daarboven nog, dat van de voorzitter van de raad van ministers ieder met zijn Duitse „opposite number", dus met Brandt en met Kiesinger. En daarin schuilt het opzienbarende van deze maatregelen. De vrijheid van de weg, die hier wordt aangetast, is één van onze allergrootste, meest we zenlijke vrijheden. Het is de vrijheid die wij ieder jaar ervaren wanneer wij, achter het stuur van auto, brommer of fiets gezeten, met vacantie gaan. Het is een vrijheid die Europa steeds wan neer er geen oorlog woedde, hoog heeft gehouden misschien meer on bewust dan bewust. Wel beperkte men de toelating van de reizigers, of liever men eiste van hen meer en meer pa pieren: paspoorten, visa en, als het ge val ernaar whs, werkvergunningen. Maar voor wie dat had, en wiens auto papieren in orde waren: de weg was vrij! Dat nu is in de Bondsrepubliek niet langer het geval. Teninste niet, wan neer straks de Bondsdag de maatre gelen van minister Leber goedkeurt. Het laatste is nog niet gebeurd, deze minis ter geeft er blijkbaar de voorkeur aan te regeren bij, wat wij zouden noemen, koninklijke besluiten. En óf zijn maat regelen te rijmen zijn met de wet, ja, met de grondwet van Bonn en met het E.E.G.-verdrag, dat lijkt zeer de vraag. Intussen zijn die maatregelen wel in werking getreden, ook voor de Neder landse wegvervoerders. Het bijzonder ongelukkige is nu, dat een Nederland se staatssecretaris van Vervoer en Wa terstaat, met de Bondsminister aan het onderhandelen is geslagen op de grondslag van de maatregelen van die laatste, en aldus meewerkt aan de uit voering van iets dat principieel in druist tegen onze vrijheidsbeginselen die van de vrije weg in dit geval en ook tegen onze belangen, op wat langere termijn bezien. Daardoor heeft de Nederlandse re gering tenzij of totdat staatssecre taris Keyzer wordt gedesavoueerd de maatregelen van Leber als het ware gesanctioneerd en bij voorbaat lijkt nu verder protest van Nederland se kant onvruchtbaar en misschien zelfs inconsequent. De oppositie in de Bondsrepubliek zelf tegen de autocra tische maatregelen van minister Leber en die oppositie schijnt niet gering te zijn is een wapen uit handen geslagen: Nederland berust erin. Het schijnt, dat bij het toelaten van slechts een bepaald aantal Nederland se vrachtauto's op de Duitse wegen die Men ontkomt niet aan de indruk, dat de minister van vervoer van Bonn op nog meer uit is dan alleen het opvoe ren van de inkomsten uit vracht van de Bundesbahn. Het doet mij sterk denken,aan een ervaring die ik eens opdeed met een andere Duitse regering die van Hitier toen ik als jong handelsdiplomatiek ambtenaar te ma ken kreeg met een treinlading kalkoe nen, die uit Litouwen naar Nederland moet komen om hier voor de Kerst te worden vetgemest en vervolgens naar Engeland te worden uitgevoerd. De kalkoenen waren gekomen tot Eydtkunnen, wat het grensstation was, en zij mochten niet verder. Daar ston den zij al dagenlang, en hun voeding kostte veel en was moeilijk te verzor gen. Het heette dat er iets haperde aan de gezondheid van deze dieren, die overigens in het Dritte Reich nergens voet aan de grond zouden zetten. Toen ik nu, voorzien van de nodige gezondheidscertificaten, in aanraking kwam met niemand minder dan het hoofd van de veterinaire dienst van Duitsland, (en hij was een monument van Pruisische hoge bureaucratie) vroeg deze mij: maar waarom willen uw landgenoten toch per se kalkoenen kopen in Litouwen? Polen heeft er ook, en net zulke goede'. Tot goed begrip diene, dat Ribben- trop, de minister van buitenlamdse za ken van het derde rijk, kort te voren een vriendschaps- en handelsverdrag had gesloten met Beek, dictator van het toenmalige Polen, terwijl de rela ties met Litouwen gespannen waren Een geluk bij een ongeluk is intus sen dat de Tweede Kamer in niet on duidelijke termen te kennen heeft ge geven, dat over de zaak van de buiten gesloten vrachtauto's op het hoogste Een nieuw geluid in deze onver kwikkelijke zaak kwam hij monde van onze ambassadeur in Bonn, dr. De Beus. Hij wees er onze oosterburen op dat het beginsel, om de Nederlanders te beknotten in hun vervoerdiensten aan derden, rechtlijning doorgevoerd op andere verrichtingen, kon gaan bete kenen, dat de Duitsers per hoofd van de bevolking maar een zekere hoeveel heid staal meer mochten voortbrengen! Een heel andere reactie dan die van de staatssecretaris en zijn ambtenaren die naarstig helpen meetellen om niet te veel Nederlandse vrachtauto's op de Duitse wegen te krijgen. Zoveel is voor ons wel zeker: wan neer Nederland weer, als zo vaak vóór de oorlog, in de schulp kruipt be hept tegenover Duitsland met wat mi nister Beyen eens genoemd heeft „het peulvruchtencomplex" de maatrege len van minister Leber nog héél lang kunnen gelden. Terwijl grote acties, op nationaal en internationaal niveau gevoerd, vóór de rechtbank (de wegvervoerders waren wat dat betreft wel degelijk op de goe de weg!), vóór het hof van de EEG, vóór de commissie van de EEG, vóór de Raad van Europa, vóór het Interna tionale Gerechtshof te 's-Gravenhage, de aandacht van de wereld en vervol gens ook die van de regeerders van Bonn zullen trekken. Mocht dat nóg niet helpen, dan heb ben wij een mooi middel achter de hand, in de geest van ambassadeur De Beus. Onze minister van Economische Zaken stelle dan de invoer van elke Duitse personenauto die nieuw naar Nederland wordt geleverd afhankelijk van de uitvoer van een nieuwe DAF naar de Bondsrepubliek. Totdat bij tijd en wijle de spons vtrnrdt gehaald over al deze oekases die de klok zozeer terugzetten! De directeur van de Eindhovense socia le dienst, de heer P. Adriaans, ging gis termiddag op een drukbezochte en fel be wogen persconferentie die ook door de Eindhovense wethouder van sociale zaken mr. A. Finze, werd bijgewoond, uitvoe rig op de klachten van de 15 hoofdarbei ders in. Hij ontkende dat de situatie zo somber is als zij door de heer Ruijs was geschilderd, maar gaf wel toe dat de be loning van degenen die in de laagste loonklasse vallen erg schraaltjes is. De heer Adriaans zei, dat de uitkeringen, die de hoofdarbeiders ontvangen zijn geba seerd op een ministeriële beschikking. Dui zenden in ons land worden volgens deze regeling beloond. Hij ontkende dat het gros van de hoofdarbeiders minder dan 100,- gulden ontvangt. Voor een enkele vrijgezel kan dit het geval zijn. Het hoofd van de sociale dienst gaf wel toe, dat er een gehuwde is die 101.55 ontvangt per week en een 46-jarige vader van 4 kinderen die het met 127,96 in de week moet doen, in het dure Eindho ven. (Van onze correspondent) LONDEN De Britse admiraal Sir Philip Vian, de commandant van de destroyer „Cossack", die op 16 februari 1940 op opzienbarende wijze Britse zee lieden van het Duitse krijgsgevangen schip „Altmark" bevrijdde, is op 73-jarige leeftijd overleden. De naam van de admiraal zal voor al tijd verbonden blijven met de kreet welke destijds de gehele geallieerde wereld elektrificeerde „The navy is here!" De „Cossack" maakte deel uit van de vierde flottieltje die door hem, toen kolo nel ter zee, werd gecommandeerd. De „Cossack" joeg het Duitse bevoorradings schip, dat onder dekking van de Noorse kust trachtte te ontkomen, de Josingfjord in. Aan boord van de „Altmark" waren Britse zeelieden en marinemannen die op de Zuidatlantische oceaan gevangen wa ren genomen. De bemanning van de „Cossack" brak het verzet op het dek van de „Altmark" en riep naar het ruim waarin zich ge vangenen bevonden: „Kom naar boven, the navy is here!" Sir Philip maakte snel promotie en was een van de leidende Britse marine officieren bij de D-day-operaties. Toen Sir Winston Churchill enkele dagen na de invasie op het Normandische si.and arriveerde, stond admiraal Vian naast veldmaarschalk lord Montgomery. Hij was de eerste die de grote oorlogsleider begroette. Gedurende de laatste jaren was Vian commissaris van een grote bank, maar voor het Britse publiek bleef hij zijn hele leven „Vian van de Cossack".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 15