Maar over tien jaar zal ook deze
ruige, wispelturige binnenzee voor
de „grote sportverloren zijn
*1
ZATERDAG 1 JUNI 1968
Erbij
15
(Van een onzer redacteuren)
Langzaam werkt het
Slachtoffers
Spannend avontuur
A f scheid
1
IJSSELMEER: NOG ALTIJD EEN
DORADO VOOR ZEEZEILERS
schip zich door de vaargeul
naar open water. Rustig be
gint de boeg te rijzen en te dalen
op het monotome ritme van de gol
ven van het IJsselmeer. Recht
vooruit ligt Pampus, als een zand
hoop, speels in de weidse water
vlakte neergeworpen door een
reus. Aan bakboord staat het sil
houet van Amsterdam nevelig op
de horizon. Witgekuifde golven
grauw-groen water komen traag
aanrollen van het Buiten-IJ. Aan
de andere kant verliest de dijk van
Zuidelijk Flevoland zich liniaal-
recht in de verte. Zandzuigers zijn,
rook uitbrakend, aan het zwoegen.
Een beetje verloren staat het
Muiderslot in de ruimte, geflan
keerd door de contouren van de
zoutfabriek met zijn lange schoor
steen. De golven klievend, een wit
te schuimstreep trekkend, vervolgt
het jachtje zijn weg naar het witte
vlekje aan de einder, nauwelijks
waarneembaar als de vuurtoren
van Marken Oosthoek. Nog tien
jaar zal de wind het water onge
remd kunnen opstuwen tegen de
Hollandse kusten. Dan is de
Markerwaard klaar en zal de stuur
man die nu nog onbelemmerd zijn
tocht maakt, spijtig afscheid nemen
van zijn IJsselmeer, zijn Zuiderzee.
VAN DE MONDING van de Vecht
tot aan de Afsluitdijk ligt een voor
Nederland uniek gebied voor de water
recreatie: het IJsselmeer. Het aantal
bootbezitters dat elk jaar „zee" kiest,
wordt steeds groter. Juist van deze uit
gestrekte watervlakte gaat een grote
aantrekkingskracht uit. De laatste in
polderingen zullen echter een eind
maken aan vele zee-illusies en 't vaar-
vaargebied drastisch beperken.
DE WATERSPORTER die zijn plas
je wil verruilen voor ruimer en ruiger
water, vindt nu nog op de plaats, waar
hij een „meer" verwacht in werkelijk
heid een binnenzee met alle nukken
en grillen van dien. Als het windstil is
kan men bij wijze van spreken per
kano naar Enkhuizen peddelen. Op
het water zal men echter altijd reke
ning moeten houden met de minst gun
stige weersgesteldheid. Boot en beman
ning moeten hierop berekend zijn. De
oude Zuiderzee heeft weinig van haar
kracht ingeboet: elk jaar vallen er
slachtoffers en wordt de lijst van ver
ongelukte schepen langer. Door de Af
sluitdijk zijn weliswaar de stromingen
verdwenen, maar is het water tevens
zoet geworden. Dit heeft een zeer on
gunstige invloed gehad op de golfslag
Deze is berucht: hoog en kort.
De schipper die zich voor het eerst
op dit water waagt, komt onherroepe
lijk onder de indruk van de ruimte die
hij om zich heen vindt. Is zijn schip
wel in orde? Moet hij geen zeil min
deren? Hoorde hij net geen onregelma
tigheid in het geluid van de motor? En
wat betekenen die donkere wolken aan
de westelijke hemel? Is het inderdaad
Uitdam dat hij aan bakboord ziet lig
gen? Duizenden vragen bestormen hem
op de eerste reis. Ongemerkt legt zijn
schip intussen mijl na mijl af, licht
ziek is moet klampend en glibbe
rend trachten, zeil te minderen of alles
zeevast te sjorren. Motorjachten heb
ben van het slingeren overigens meer
last dan zeilschepen die altijd druk op
hun tuig hebben.
eerstvolgende haven. Ook de veilig
heidsvoorzieningen vereisen meer aan
dacht dan op de beschutte binnenwate
ren.
Een hoofdstuk apart is het zeeman-
belpaard is ook niet ieders werk. En
fin, watersporters hebben nu eenmaal
een bepaalde afwijking en zij zijn daar
gelukkig mee.
JAARLIJKS komen veel jachten op
slingerend en rollend onder de be
schermende kust van Noord-Holland.
HET WEER is altijd een onzekere
factor. Ondanks goede vooruitzichten
van het KNMI kan het plotseling om
slaan.
De golfslag wordt feller, wit schuim
vlekt op het grauwe water. Oliegoed en
zwemvesten komen aan dek. De be
manning voorzover die nog niet zee-
Komt men na zo'n bewogen reis in
een haven, dan voelt men zich plotse
ling beschut tegen het natuurgeweld en
de spanning wijkt. Welk weer het op
het water ook is, elke dag is weer vol
van nieuwe belevenissen.
AAN DE uitrusting van een jacht,
dat op het IJsselmeer vaart, worden
hoge eisen gesteld. De krachten die
op het schip werken, zijn groot. Als
er iets kapot gaat moet een noodre-
paratie vaak uitkomst bieden tot de
schap van de bemanning. Koude, uitge
putte, zeezieke mensen aan boord kun
nen een groter gevaar vormen dan een
slecht schip. Een bakje troost en goed
eten aan boord verrichten vaak wonde
ren. De bereiding ervan onder het
varen is een van die zaken die bij de
walkennissen gewoonlijk de reactie op
roepen: Wat is daar nou aan? Maar
wat in de kleine, vaak onooglijke kom-
buisjes van de jachtjes door de „kok"
wordt gebrouwen grenst soms aan het
ongelooflijke. Koffiezetten op een hob-
het IJsselmeer in moeilijkheden omdat
de bemanning onbekwaam is. Eige
naars worden dan op hoge kosten ge
jaagd, als gevolg van de gepeperde
berg- en beheerlonen. Dat kan niet de
bedoeling zijn van een vakantietocht.
De mate van risico hebben schipper en
bemanning zelf in de hand. Wil men
het open water vermijden, dan is er
de vaarweg „om de Oost": over de
rustiger randmeren, beschermd achter
de dijk. De illusie van het „op zee
zijn" is dan echter weg.
DE OUDE Zuiderzeestadjes hebben
alle hun eigen bekoring. In de gouden
eeuw vertrokken van hier grote han
delsvloten naar Oost- en West-Indië, de
Oostzee en de Levant. Ook de haring
visserij bracht welvaart. Maar na de
bloeitijd kwam het verval. Grote hui
zen staarden over lege havens, waar
bij uitzondering nog eens een schip
kwam lossen. Maar de vissers bleven,
tot de komst van de Afsluitdijk. De
vloten krompen in en verdwenen gro
tendeels.
Het dode water kwam echter in onze
tijd opnieuw tot leven. Kleurige scheep
jes met witte zeilen en ronkende moto
ren ontdekten het IJsselmeer. Steeds
meer jachtjes verschenen in de oude
havens, die weldra te klein bleken. Het
water bracht nieuwe welvaart.
De Westelijke kant van het IJssel
meer is voor de watersporter verre
weg het aantrekkelijkst. Zwervend van
haven naar haven doet men steeds
nieuwe ervaringen op. De vuurtoren
van Marken is het eerste markante
punt dat de schipper waarneemt. De
rode pannendaken van de havenbuurt
die net boven de dijk uitsteken en de
vele schapen die op het vlakke land
grazen, doen denken aan een Oudhol
lands schilderstukje. Marken is de
eerste „vreemde" haven, die de „zee
zeiler" van Muiden uit aandoet. Zo
dicht bij huis, heeft men het idee
in het buitenland te zijn. In kleurige
klederdracht flaneert de bevolking
langs de hooggebouwde houten huisjes.
MARKEN leidt 's zomers zijn eigen
leven. Toeristenboten varen af en aan,
stromen vakantiegangers komen zich
enkele uren vergapen aan zoveel bij
zonders. 's Avonds wordt de haven,
waar de botters lang geleden verdwe
nen zijn, weer stil. De palingboer slijt
dan zijn laatste bosjes „gladjanussen"
ver beneden de prijs, aan een enkel
jachtje, dat langs de kade ligt. Hij is
„los" en het verdiende geld rinkelt in.
zijn wijde broek als hij naar moeder
de vrouw terugkeert.
Volendam, aan de andere kant van
de Gouwzee, is nog een echte vissers
haven. Bij het binnenlopen van een
jachtje laat „Japie" de havenmeester
zijn langgerekte roep over het water
horen om de schipper zijn plaats te
wijzen, 's Ochtends in alle vroegte
wordt de bemanning van de plezier-
scheepjes daar gewekt door het getjok
van de motoren der uitvarende vissers
schepen. Andere leuke plaatsjes in de
buurt, ook over water bereikbaar, zijn
Monnikendam en Edam.
VEEL ZAL ER in de komende jaren
op het IJsselmeer veranderen. Waar na
nog jachten hun kielzog trekken op de
eindeloos lijkende watervlakte, zullen
over tien jaar autowegen het nieuwe
land doorsnijden. Het Flevomeer werd
Zuiderzee. Zuiderzee werd IJsselmeer
en IJsselmeer wordt land. Wat blijft is
de herinnering aan lucht, wolken en
water en ruimteeen steeds
schaarser wordend artikel in dit landje
van ons
Kan men bij windstil weer het
IJsselmeer bij wijze van spreken
met de kano bevaren, bij woelig
water en een fikse bries moeten
bemanning en schip volkomen
zeewaardig zijn om de zaak in
de hand te kunnen houden.
XA-