Eretentoonstelling in Stuttgart, later ook in Amsterdam te zien ciaa k cl a E m m Seral Marcelis begint - na vier jaar Kleinkunst-Akademie, - cabaretcarrière trJfPp~4 16 ZATERDAG 1 JUNI 1968 Erbij I iy*. MASSA GILDE MOEILIJKHEDEN *r - fRp' -V- V Jut.», e t JL. 1..--. t 4* 1 STIJL f (Van onze correspondent in Bonn) STUTTGART De Duitsers zijn nu weer trots op hun „Bauhaus". Ze zijn het op alles wat tijdens de Republiek van Weimar en de Hitler-lijd door henzelf te gronde werd gericht. Hun goede wil tonen ze graag door middel van uitbundig eerbetoon. Het slechte geweten met betrekking tot het befaamde „Bauhaus probeerde men al kort na afloop van de oorlog te sussen. In 1950 reisde een tentoonstelling „Maler am Bauhaus" door het land, later verschenen een aantal studies over de gedenkwaardige jaren in Weimar en Dessau. In 1964 was een poging tot documentatie in de Göppinger Galerie" in Frankfurt te zien. De tentoonstelling die nu in Stuttgart in de gebouwen van de „Württembergische Kunstverein" opge bouwd is, betekent min of meer een definitieve uitbeelding van wat het Bauhaus was en wat het voor de ontwikkeling van de moderne vormgeving in de ruimste zin van het woord betekende. Aan de voorbereiding van de tentoonstelling werd meer dan een jaar gewerkt. Ze werd geopend in tegen woordigheid van bijna alle nog levende Bauhaus-grootheden, onder wie natuurlijk Walter Gropius zelf, die op 18 mei zyn 85ste verjaardag vierde. DUITS TRIBUUT AAN HET BAUHAUS :.-P:.<J U' Üffï i pijl DE UITVOERIGE CATALOGUS, waarin geen Bauhaus-steen over het hoofd is gezien, is aan Gropius opge dragen. Tot eind juli is de tentoonstel ling in Stuttgart, daarna gaat ze naar Londen, Amsterdam, Parijs, de Ver enigde Staten en waarschijnlijk naar Tokio. Het „Staatliche Bauhaus" werd in april 1919 in Weimar geopend. Het stond onder leiding van de toen over dertig jaar oude, veelbelovende archi tect Walter Gropius. De ideeën, die Gropius met de vroeger kunstacade mie van Weimar had, die hij in „Bau haus" omdoopte, waren nieuw en vooruitstrevend. Ze waren overigens niet van Duitse, maar van Engelse oorsprong. Het was de Engelsman Wil liam Morris (1834-1896) geweest, wiens esthetische ziel pijnlijk getrof fen was door de wanprodukten, die de pas opgekomen machinale industrie voortbracht. Hij propageerde als reac tie op deze lelijkheid, die vooral op viel door gebrek aan oorspronkelijk heid en eerlijkheid, een terugkeer tot het oude ambacht, een ambacht, dat voorwerpen voortbracht die verant woord van lijn zouden zijn en voort gekomen uit de inspiratie van hoog staande kunstenaars. DEZE zogenoemde „Arts and crafts movement" bracht inderdaad een her leving van het artistieke „ambacht". Morris kon echter hoewel hij zich socialist noemde met deze in zuiver handwerk voortgebrachte produkten nooit concurreren tegen de gehate in dustriële produkten. Zij zouden de grote massa dus nooit bereiken. Mor ris stelde zich overigens tegen de ma chine te weer, over de „massa" dacht hij minder na. Hoewel Morris dus de pionier was van een nieuwe en moderne esthetiek, hadden zijn volgelingen, die dezelfde principes wilden toepassen op machi naal vervaardigde voorwerpen een Stoelen, van links naar rechts: Breuer (1925), Dieckmann (1925), Breuer (1926), Breuer (1922). veel belangrijker rol in wat komen ging. Het opvallende daarbij was, dat de Britten hun rol in de moderne ont wikkeling moesten prijsgeven aan de Duitsers, toen het erom ging volmon dig „ja" tegen de machine te zeggen. DE DUITSER Hermann Muthesius, die aan de ambassade in Londen ver bonden was, bracht de vlam van de „Modern movement" over naar zijn land. Hij werd de leider van de „Neue Sachlichkeit". Hij sprak van een „Ma- schinenstil". In 1899-1900 produceer den de „Deutsche Werkstatten" pre fabricated huizen van twee woonka mers, een slaapkamer en een keuken voor vierhonderd gulden. Een paar jaar later werden op een tentoonstel ling de eerste machinaal gefabriceerde meubelen uit de „Werkstatten" ge toond. Daarna kwam de produktie van standaardonderdelen, het zogenoemde „Typenmöbel". IN DEZE ontwikkeling valt de op richting van het Bauhaus in Dessau. Walter Gropius had aan de ene kant iets van de middeleeuwse dromer, die Morris was. Hij wilde een gemeen schap van kunstenaars, leraren en handwerkers, die gezamenlijk een eindprodukt schiepen, zoals de (onbe kend gebleven) bouwers van de grote kathedralen dat deden. Aan de andere kant was hij, toen hij in 1919 in Wei- mar zijn „Bauhaus" kon openen, een kind van zijn tijd, die als soldaat de oorlog had meegemaakt, in het na oorlogse Berlijn deel van de Novem- bergruppe uitmaakte en zich identifi ceerde met het expressionisme. In zijn Bauhaus wilde Gropius architecten, beeldhouwers en schilders, terugbren gen tot het handwerk. Er is geen wezenlijk verschil tussen de kunstenaar en de handwerker, al dus Gropius in zijn manifest uit die dagen. „Laten wij daarom een nieuw gilde van handwerkers vormen zonder de aanmatiging van de klassenschei ding, die een hoogmoedige muur tus sen handwerkers en kunstenaars wilde oprichten". Zijn woorden trokken honderden jonge, in de oorlog gedesillusioneerde, mannen aan. Ze kwamen op een schoen en een slof en doken onder in de gemeenschap van het Bauhaus, die geen rangen en standen, geen leraren en leerlingen kende. Deze woorden gaven echter ook de burgers van Wei- mar te denken. Zij vonden ze „com munistisch" en toen in 1924 de conser vatieven de socialistische meerderheid Hangend: lamp van Marianne Brandt. in Weimar verdrongen, moest ook het Bauhaus, nauwelijks vijf jaar na zijn oprichting, uit Weimar verdwijnen. EEN JAAR later kon het na moei zame onderhandelingen in Dessau wor den heropend. Hier ontstond het voor I nlhiWIJ «3 die dagen modernistische gebouw, dat later als het „Bauhaus" bekend zou blijven. Gropius ontwierp het, overi gens was het een ware gemeenschaps- produktie, een zichtbaar bewijs van de theorieën van de Bauhaus-leider. Ook hier ontstonden moeilijkheden. De hospita's in de stad wilden geen Bau- hausstudenten", die op klompen liepen of in vreemde kielen gekleed waren. Opnieuw keerden de domheid en het conservatisme zich tegen de hemelbe stormers van het Bauhaus. In augustus 1932 Kreeg de nazi-par tij de meerderheid in de landdag van de provincie Anhalt en in de stadraad van Dessau. Het met zoveel enthou siasme opgebouwde moest worden ge sloten. Walter Gropius was al in maart 1928 afgetreden onder de druk van de politieke problemen. Zijn opvolger Hannes Meyer verwierf weinig sympa thie bij de regenten. Bij de komst van de nazi's stond Mies van der Rohe aan het hoofd van het instituut. Hij verhuisde met zijn staf en zijn leer lingen naar Berlijn en huurde daar een leegstaande telefoonfabriek. Op 11 april 1933 bezette de Gestapo de school en ging er op zoek naar bewijzen voor communistische activiteiten. Na ver geefse pogingen om de school te red den, gaf ook Van der Rohe de strijd op. Het was toen juli 1933. EEN GROOT aantal geniale kunste naars ging verloren voor een land. dat ze niet verdiende. De schilder Paul Klee ging naar Zwitserland, Wassily Kandinsky naar Parijs. Gropius, die aanvankelijk naar Engeland was ge gaan, reisde door naar de Verenigde Staten, waar hij met Bauhaus-collega Marcel Breuer een architectenbureau opende. Mies van der Rohe bleef tot 1937 in Duitsland, ging dan eveneens naar de VS. Een van de drijvende krachten van het Bauhaus, de Hon gaarse schilder, beeldhouwer en kun stenaar van de fotomontage Moholy- Nagy opende in Chicago een „New Bauhaus", dat in de Verenigde Staten grote invloed had. Het was onvermijdelijk dat het Bauhaus in de korte periode van zijn bestaan voor krachtige invloeden van buitenaf openstond. Gropius wilde geen dictator, maar een coördinator zijn. Aan de expressionistische periode kwam een eind bij de komst van een lid van Nederlandse „Stijl"-groep, Theo van Doesburg. Hij had grote in vloed op de overgang van expressio- Bauhaus. Gerrit Rietvelds beroemde stoel uit 1917 droeg niet weinig bij tot de ont wikkeling van een man als Marcel Breuer. Toen Rietvelds stoel in het Eentree van de Bauhaustentoon- stelling met vergrote schets van Oskar Schlemmer. Rechts: geo metrische decoratievoorwerpen. tijdschrift „De Stijl" in 1922 werd af gebeeld, maakte ze grote indruk op Breuer. De klaarheid van lijn, die Rietveld met hout had bereikt, pro beerde Breuer te vinden met behulp van stalen buizen. Hij kwam op het idee tijdens een fietstochtje door Des sau en werd geïnspireerd door het fietsstuur. Breuers stoel uit 1925, de eerste stalen stoel, werd een Bauhaus- produkt en is nog steeds een van de bekendste „handelsmerken" van deze al meer dan dertig jaar geleden ter dood gebrachte instelling. Slechts weinig wat tot het heden daagse interieur behoort zou zonder het Bauhaus zijn wat het is. Geen luchtvaartmaatschappij die zichzelf respecteert, of ze heeft de beroemde stoelen van Mies van der Rohe in haar kantoren. Geen student, of op zijn werktafel staat een bureaulamp a la Wagenfeld of Marianne Brandt. En dan zijn er de bestekken, het aarde werk en de weefkunst. Om niet te spreken van de architectuur, die voor een deel nog steeds door mannen als Gropius, Breuer en Van der Rohe wordt bepaald. (Van onze correspondent) ARNHEM „Cabaret is het ge woon. Bij cabaret moet je zelf de figuur maken. Dat is het meest essentiële verschil met toneel. Bij toneel speel je een figuur. Natuur lijk zijn er tal van overeenkomsten. Vooral de laatste tijd is er een ver schuiving merkbaar. Toneelspelers gaan cabaret doen, cabaretiers spe len serieuze rollen in grote stuk ken. O, zo'n serieuze rol ambieer ik ook wel. Maar dan echt drama tisch. Gevoelig, met warmte, van uit jezelf vanuit je eigen overtui ging. Voorlopig eerst het cabaret. Ik heb nog geen baan, maar ik heb de tijd. Ik wil een job waar ik voor voel, geen springplank". SERAL MARCELIS (Josephina Maria) 26 jaar, vastberaden mond en kin, is nog maar net geslaagd aan de Akade mie voor Kleinkunst in Amsterdam. Samen met Matthe Verdaasdonk. Mat the heeft een baan, bij Fiet Koster, Seral nog niet. Ze vindt het geen ramp. „Ik heb enkele potjes op het vuur", zegt ze. Na vier jaar hard werken en stude ren deed ze samen met Matthe eind examen in het Nieuwe De la Mar-thea- ter in Amsterdam. De sfeer van de re censies over haar: „nog niet verfijnd, maar wel talent om op conference achtige wijze het publiek te vermaken". Seral: „ja, dat is wel zo". Seral Marcelis SERAL werd in het Gelderse Braamt, onder de rook van Doetinchem, gebo ren en verhuisde jong naar Wijnber gen. De mulo in Doetinchem, daarna op kantoor. Ze las een artikel over de E.N.S.A. (Eerste Nederlandse Show Akademie) in Den Haag en stond direct in brand. „De directrice was Carla Miiller. Het was jammer dat de school wegens financiële noden tuimelde. Ik nam daarna privéiessen bij Dora Paul sen en Rosy Parrish. Las toen over de Kleinkunst Akademie. Voor een jury met Sonneveld, lbo, Lemaire en Hetty Blok vertoonden we onze kunsten We begonnen met z'n zevenen We haalden het met z'n tweeën". Ze vertelt dat de vier jaar akademie haar flink op weg hebben geholpen. „Het is een fantastische school". Docen ten? Repertoire: Johan Verdoner. Al- bert Mol, Ernst van Altena en Dora Paulsen. Toneel: John Lantdng, Ina van der Molen, Wim van den Heuvel en mevrouw Rejewski. Ballet: Jack Bow en Felix White, klassiek Maria Sylvaine en Spaans van Marino Morijo. Rob van Houten deed wat pantomime. Het programma was overvol, ze kwam weinig toe aan privédingen. DE WERKGROEP van de school, waar ze zat, trad zo af en toe nog wel eens naar buiten. Met Ramses Shaffy deden ze iets voor de BRT in Antwer pen en in Sandbergen speelden ze dik wijls voor de aankomende regisseurs. ,Ook die ervaringen waren belangrijk". „Ik heb geen pretenties, ik ben nog maar pas afgestudeerd, maar mijn ho rizon is toch wel de dramaturgie. Wie ik bewonder? O, eigenlijk iedereen Ik kan van iedereen nog wel wat leren. Met wie ik graag zou samenwerken? Adèle Bloemendaal, Albert Mol. Maar hoe dan ook, ik wil alles wat ik doe goed doen. Cabaret is zo mooi. Je kunt met simpele opmerkingen zo dubbelzin nig zijn, de mensen zo aan 't denken zetten". NA HAAR examen heeft ze alle spanning weggeslapen. „Twee dagen ben ik onder zeil geweest, ik was af geknapt" Seral Marcelis gaat nu weer eens een boek van Hubert Lampo lezen, een Beethoven-symfonie draaien >t een eind wandelen. Ze steekt een van haar vier sigaretten per dag op. De rook kringelt omhoog.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 16