VS gebruikten
gifgas
POLLE, PELLI EN PINGO
Na zoveel jaren
heeft Lexington opnieuw
'n formidabele sigaret
gemaakt: deze king size
special filter
Mi
Ons vervolgverhaal
Ethel Kennedy
stuurt kleuter
teddybeer
Barricadestrijders
teruggevonden
Rumoer om Duitse
uitgave van
katechismus
PANDA EN DE HOBBELDONKER SCHURKERIJ
mmiai
hiiilii
w-z
7
V
DINSDAG 11 JUNI 1968
F&uületon doof
JAMES GOLDMAN
Vietcong beschuldigt:
eruit!
iiljjjii co
sÉS*-—-
Import^
ctjeyemnger
-
20 stuks
King Size Filters,
ƒ1.50.
D
A
V
Y
J
O
M
K
S
06 politie
weethier
WALDORF
22)
„Minder stof dan men zou verwach
ten", zei ze, en blies er grote vlokken
af. Het boek vroeger was het een
boek geweest maar de band was al
lang geleden vergaan viel open in
bruine, broze stukjes. Het leek wel of
ze met een legpuzzel bezig waren
toen ze de stukjes van de kustlijn in
de goede volgorde aan elkaar pasten.
Tenslotte hadden ze hem klaar.
Waldorf's hand beefde wat toen hij
met een vinger de kustlijn volgde aan
de kant van de Grote Oceaan vanaf
Puerto Soley in het noorden aan de
grens met El Salvador tot aan de Pa
namese grens. Daarna de Atlantische
kust.
Er was geen Puerto Crisco. Ze
raadpleegden steeds oudere boeken,
zoals dat van Mendoza en daarna dat
van Alvarez, en elke keer met het
zelfde resultaat.
Waldorf stond op het punt het op te
geven. Gesteld dat Puerto Crisco zelfs
maar korte tijd had bestaan, dan
moest het ergens op een kaart staan.
En het was niet te vinden.
„Walt". Sally's stem klonk scherp.
„Ik heb de plek gevonden waar het
had kunnen liggen. Hier, kijk maar".
Ze was bezig met de kaart van Al
varez en paste stukjes van de kust
aan de zijde van de Grote Oceaan
aan elkaar. Ze wees naar de belang
rijke havenplaats Puntarenas aan de
Golfo de Nicoya. Aan de overzijde
van de golf eindigde de grillig ge
vormde provincie Guanacaste in een
stomp, breed schiereiland.
Hij volgde haar vinger op zijn weg
landinwaarts over het schiereiland
naar Nicoya zelf en verder pal west
waarts naar de Grote Oceaan. Toen
zag hij het.
Er ontbrak een klein stukje aan de
kaart.
„Het is niet erg hoopgevend".
Ze konden het ontbrekende stukje
niet vinden. Senora Vargas y Navarro
werd er huilerig van, alsof een kind
van haar een ongeluk was overko
men.
„Neem me niet kwalijk", zei ze
snuffend. „Ik weet dat het gek klinkt,
maar deze boeken zijn de enige vrien
den die ik heb". Ze snoot haar neus.
„U vraagt zich misschien af hoe ik
dit baantje houd", voegde ze er aan
toe, en liet het daarbij omdat ze de
verklaring zelf niet meer wist.
Ze vonden het een half uur later in
een vroeg negentiende eeuws over
zicht van meren en rivieren. Iets wat
er uitzag als een riviertje, de Rio
Grande de la Concepción Inmaculada,
sijpelde van de heuvels. En op de
plaats waar het riviertje uitmondde
in de Grote Oceaan lag Puerto Cris
co. Of had het vroeger gelegen.
Hij tilde Senora Vargas y Navarro
op en verpletterde haar bijna in zijn
omarming. Daar ze het scheen te wil
len stonden ze haar toe dat ze hun
een kus ten afscheid gaf. Ze wuifde
hen na in de deuropening Ze zag hen
om de hoek van de gang verdwijnen
en toen zag ze een schaduw zich los
maken uit de duisternis en achter
hen aan gaan. Ze had er geen be
langstelling voor. Ze verkeerde in
het stadium waarin bijna niets haar
interesseerde.
Ze liepen struikelend door het pik
donkere souterrain en zochten de trap
naar de benedenverdieping, toen Sal
ly fluisterend zei: „Vreemd".
„Wat is er vreemd?"
„Het licht is uit. Hoe laat is het?"
Hij keek naar de matte glans van
zijn horloge. „Half twaalf".
„Mooi. Dan hebben ze het gebouw
anderhalf uur geleden gesloten".
Er zou toch zeker wel een nacht
waker zijn. Op de benedenverdieping
waarschijnlijk. Ze zouden wel het een
en ander moeten uitleggen, maar uit
eindelijk zou hij hen naar buiten la
ten gaan.
Tenslotte vonden ze de trap en gin
gen naar boven. Het was volkomen
stil in de bibliotheek. De grote hal
was donker; de nachthemel was be
wolkt en er kwam dus geen licht van
de sterren door de grote, hoge ra
men naar binnen. Er was ook geen
nachtwaker; ze zagen er tenminste
geen. Ze liepen naar de voordeur in
de hoop dat ze zichzelf konden uitla
ten. Sally hield hem tegen toen ze
het geluid hoorde.
Het was een soort ritselend geluid,
als van een muis achter het behang.
Geschrokken pakte Sally stevig zijn
arm vast. Toen hoorden ze het weer,
wat duidelijker en dichtbij. Waldorf
was misselijk van angst. Hij had er
geen idee van wat hij moest doen.
Zonder er bij na te denken, zonder
een plan bedacht te hebben, ging hij
tussen het geluid en Sally in staan,
haalde lucifers uit zijn zak en streek
er een aan.
Het geluid van het aanstrijken
klonk als een schot en het licht was
verblindend. Minder dan een meter
van hem af zag Waldorf een gezicht.
Een donker gezicht met een bril en
een grote snor; een onbekend gezicht
en toch deed het hem aan iemand
denken. Een sterke, koude hand
greep de lucifer en doofde hem.
„Je bent een slimme schooier, Ap-
pleton".
De stem klonk slechts als een ge
fluister in de duisternis; vastberaden,
autoritair, beslist. Toch herkende
Waldorf hem. Het was de stem van
Wallace Willy.
Waldorf was eerst opgelucht en
toen boos. „Wat heeft het voor zin de
mensen de stuipen op het lijf te ja
gen?" Willy dacht na voordat hij ant
woord gaf. Appleton was een uitge
slapen kerel. De manier waarop hij
zich een dekmantel had verschaft
door overal te informeren naar Puer
to Crisco, was perfect uitgevoerd.
Zelfs nu nog bleef de man geheel in
zijn rol. En het zich laten opsluiten
in de bibliotheek was een schitteren
de zet geweest.
Er waren voor zover Willy wist
twee mogelijkheden. Of Appleton was
hier om met hem in contact te ko
men of hij was hier om met iemand
anders in contact te komen. In beide
gevallen kon dezelfde openingszet ge
bruikt worden.
„Ik dacht", fluisterde Willy, „dat
je misschien met mij in contact wil
de komen".
Waldorf's boosheid veranderde in
medelijden en ergernis Zag de man
dan niet dat hij een meisje bij zich
had? Misschien behoorde hij tot het
slag dat het fijn vond in zijn gevoe
lens gekwetst te worden. Of, lieve
God, hield de man van hem? Hij be
sloot vriendelijk tegen hem te zijn.
„Als ik iets te zeggen had, zou ik
het in het vliegtuig gedaan hebben".
In de duisternis fronste Willy het
voorhoofd. Dat kon betekenen dat hij
een der hunnen was of juist niet; de
ze Appleton was erg sluw.
(Wordt vervolgd
HANOI (AFP) Het persbureau van
het Zuid Vietnamese „Nationale Bevrij
dingsfront" heeft de V.S. ervan beschul
digd op 15 mei gifgas verspreid te hebben
in het gebied van Mo Cay in de Mekong-
delta. Volgens het persbureau is meer dan
tachtig percent van de bevolking vergif
tigd en hebben vijfhonderd personen
bloed opgegeven.
ELIZABETH, NEW JERSEY (AP).
De weduwe van senator Robert F. Ken
nedy, Ethel Kennedy, heeft een teddy
beer gestuurd naar een driejarig meisje
dat net aan de dood ontsnapte toen de
trein die het lichaam van de senator van
New York naar Washington bracht, door
Elizabeth reed.
Het kind, Deborah Ann Kwiatek, was
door haar grootmoeder meegenomen naar
het station. De grootmoeder werd gedood
door een andere trein toen zij op de rails
stonden te wachten, doch zij had kans
gezien haar kleinkind in veiligheid te
brengen. Ook een tweede persoon kwam
bij het ongeluk om het leven.
(Door onze Parijse correspondent)
PARIJS De elf personen, studenten
en jonge arbeiders, die na de nacht op de
barricades van 20 mei in Parijs spoorloos
waren verdwenen, zijn door de Franse
recherche allen teruggevonden.
Vorige week maakte de studentenfede
ratie hun elf namen bekend waarbij werd
gesuggereerd dat ze vermoedelijk als
slachtoffers van de barbaarse methoden
van de oproerpolitie moesten worden be
schouwd en betreurd.
MÜNSTER (DPA) De „Katholische
Gesellschaft für Kirche und Demokratie"
een kortgeleden in Münster opgerichte or
ganisatie van r.-k. leken, heeft de critiek
van twee Westduitse aartsbisschoppen op
de ongewijzigde uitgave in het Duits van
de omstreden Nederlandse katechismus
voor volwassenen als „ongegrond" van de
hand gewezen en de beide aartsbisschop
pen een „formalistische manier van ar
gumenteren" verweten.
De organisatie zegt ln een brief aan de
aartsbisschoppen van Keulen en Freiburg
dat de Vaticaanse commissie van kardi
nalen ,die een studie heeft gemaakt van de
Nederlandse katechismus, in december
1967 heeft meegedeeld dat deze katechis
mus geen geloofsdwalingen bevat.
Het secretariaat van de Duitse bisschop
penconferentie heeft laten weten dat er
tussen de Nederlandse, Duitse en Romein
se kardinalen overeenstemming bestaat
over een herziening van de Nederlandse
katechismus. Voor negentig percent is deze
katechismus goed. Hier en daar bevat hij
echter formuleringen die verkeerd begre
pen kunnen worden en verder ontbreken
er enkele onderwerpen van de r.-k. ge
loofsleer, aldus het secretariaat. Daarom
had eerst een verbeterde uitgave in het
Duits moeten verschijnen. Kardinaal Döpf-
ner. voorzitter van de Duitse bisschoppen
conferentie, heeft de uitgeverij Herder
misbruik van vertrouwen verweten.
cg*. «*r>6N
44. De duistere figuur hief een knuppel op, en liet
die met kracht neerkomen op het hoofd van agent
Klabbers. Die was daar wel even heel verbaasd van
dat valtte begrijpen. Maar hij herstelde zich snel.
„Dat grapje gaat niet meer op!" gromde hij, terwijl hij
zich omdraaide. „In het politiemuseum was nog een
oude helm, en die heb ik opgezet om.jouw misse
lijke klappen op te vangen. Het is gedaan met je
streken. Nu ga ik jou een dreun op je hoofd verkopen,
als je je niet overgeeft. Handen omhoog!" De schurk
staarde verrast naar de boze politieman, en zette het
toen plotseling op een lopen. „Hals!" riep Klabbers met
dreunende stem. „Staan blijven! Ontsnappen baat
niet!" Maar de ander was al een eind weg.
Nee ZEEROB-JIJ NIÉT! JIJ MOET
ZELFS BLIJVEN y-=— ft C/7y
ZITTEN'
SCHAMEN JUUlEJENlET
ZEEROB ROLSCHAATSEN
ONDER TE BINDEN TER
WIJL HIJ SLAAPT!
ADVERTENTIE
I::::::::::!::::!!:::":::
NIÉTS VAN.
AIS JE LIEGT, KAN JE
DOCHTER JÉ LÉVENSVER-
ZEKERIN6 INNEN, IS
PAT DUIDELIJK?
NAAR be PLAATS
WAAR DE UMGLÜCK-
INSTRUMENTEN VER
BOR6EN 2IJN.
EN JE KRIJ6T ze ALS Je
DE POLITIE ERBUITEN GE
HOUDEN HEBT.,,.
IVAAR BRENG
JE ME HEEN,
URSULA?
!L.
ft
i
1159. „Het dokument", zei de Mar
kies, „ligt onder mijn hoofdkussen. Als
we het daar weghalen kunnen we het on
dertekenen, en dan kan mijn broer de be
tovering ongedaan maken".
,Jn orde", zei de broer. „Fijn voor me
kaar", zei de broer. Maar zó gemakke
lijk was het niet. Want zodra ze het
slaapvertrek van de Markies betraden
zagen ze, dat het hemelbed bezet was.
Eén van de slechteriken, een piraat, had
zich daar ter ruste gelegd. En zijn enor
me hoofd drukte zwaar op het kussen,
waaronder het testament lag.
„Dat is niet best", zei Brammetje fluis
terend. „Als de man een lichte slaper is
wordt hij zo wakker. En als hij een zware
slaper is, wordt het moeilijk het kussen
up te tillen".
„Wat moeten we doen?" vroeg de Mar
kies.
„Dat is nogal duidelijk", zei zijn broer
strak. „Je moet proberen toch dat doku
ment te pakken, want anders blijf je je
hele leven als bedelaar rondlopen. Dat
geef ik je op een briefje. En dat stop
je dan maar onder jóuw kussen".
1