SCHRIJVENDELEZERSSCHRIJVENDELEZERSSCHRIJVEN DONDERDAG 13 JUNI 1968 15 I er nagedachtenis van Robert Kennedy Kennedy en Kroesjtsjev I er nagedachtenis Geweld Allen schuldig Vredesmars Drie kruisen Memento mori Wel woorden - maar daden? Werklozenopleiding Geschiedenis Strijdtoneel Arm Amerika Bijbels museum Waardering Wij" en wij Haarlemmerhout 3 Radiopredikant 18 Gebed Weer is door laffe moordenaarshand een veelbelovend zoon geveld. Geheel Amerika is diep getroffen, staat machteloos versteld. Rob Kennedy, een idealist, een held, wou strijden tegen al 't geweld. De armoestreken in dit land die voelen alle hoop verstreken; hun hoop, op beter levenskansen zien zij nu in 't nabij verschiet, misschien voor lange tijd verkeken. Reeds driemaal sloeg een moordenaar de hoop voor veel Amerikanen, een kans op enig welvaart in stukken in elkaar. Bij duizenden zijn, vol weemoed, ander het vloeien van bittere tranen, naar Rob Kennedy's laatste rustplaats heengegaan. Zijn lichaam ligt nu roerloos in het kille graf terneer Doch zijn edele ziele is bij de goede Heer. Gods engelen namen zijne ziel met zacht geruis naar betere gewesten, voor eeuwig naar Gods vaderhuis. N. v. d. LENDE, Haarlem Toen Kennedy en Kroestsjev nog leiders waren van machtige landen, stond Kroes tsjev op een gegeven moment aan de grens van een gebied. Kennedy had en nam het recht om te zeggen: terug, Kroes tsjev, anders komen er brokken. Kroes tsjev ging terug. De „vrije" wereld schreeuwde: heb je het al gehoord, Ken nedy heeft Kroesjtsjev weggestuurd. Net of Kroesjtsjev zich zonder meer weg laat sturen door een ander. Maar het werke lijk grootse van deze leiders was, dat ze van elkaar begrepen, waarom de een de ander kon wegsturen. Kennedy liet Kroesjtsjev zijn gezicht. Door houding en gebaar en hoogstwaarschijnlijk door en kele treffende woorden gingen de heren met vriendschappelijke handdruk uiteen. Laten wij, „kleine" leiders van ons ge bied, dit voorbeeld van deze machtheb bers voor ogen houden en het nastreven. Dan moeten ook wij met onze tegenstan ders van gedachten kunnen wisselen en met een handdruk elkaar naar huis kun nen sturen. A. STRAATSMA-ANEMA, Santpoort ADVERTENTIE Ter nagedachtenis aan de oorlogsslacht offers van de Nederlandse Indische ge meenschap willen wij een boek samenstel len dat een waardige plaats kan innemen in ieder gezin uit het voormalige Indië Alle kinderen uit de kampen, de weeskin deren voorop, hebben recht op te weten hoeveel moed hun moeders betoonden om de Jap te negeren, hoe moeilijk het was de ellendige werkelijkheid zo goed moge lijk voor de kinderen te versluieren. En hoe zwaar het was om tenminste de kin deren levend en zo gezond mogelijk over de kamptijd heen te brengen. Hiervoor vragen wij u twee dingen: 1. ook dit doel verder uit te dragen in uw kennissenkring. We zijn dankbaar met ieder blijk van belangstelling, ook als deze niet gepaard gaat met geld. (Stencils be schikbaar bij mevrouw J. H. Helfferich Koch, Stalpertstraat 102, Den Haag, tele foon: 070-240460). 2. uw eigen herinneringen op te halen over uw buurvrouw of uw kamergenote Ook héar opofferingen, over haar moed willen we graag van u horen. Ook over de staaltjes van vindingrijkheid om feesten zoals sinterklaas voor de kinderen waar te maken, ieder jaar opnieuw terwijl er eigenlijk niets meer was om iets feeste lijks te maken. De vorm waarin u het zegt doet er niets toe. Integendeel, het beste Is zo natuurlijk mogelijk te schrijven. Uiteindelijk zullen alle bijdragen in één stijl herschreven moeten worden. Het comité wil ook blijven vasthouden aan het idee van een reünie. Ook terwille van het boek en het monument. Want ons uiteindelijk doel is: HULDE AAN DE OMGEKOMENEN 1 We menen dat zo'n reünie zichzelf moet kunnen bekostigen. Omdat we het centrale punt zijn en omdat we uw aller adressen hebben en hopen te krijgen, willen wij als comité graag onze werkkracht ervoor in zetten en de initiële kosten eventueel uit het fonds voorschieten. Ons gironummer is: Den Haag 148 22 43. Comité Hulde Omgekomen Vrouwen en Kinderen in de Japanse Kampen. Correspondentie-adres: mevrouw J. MANDERS, Tiggeltse Bergweg 13, Rijsbergen. De schrijver van „Van dag tot dag" heeft heel terecht het onzinnig gebruik van geweld in onze maatschappij veroor deeld, en een waarschuwing gegeven om de handen ineen te slaan, om het voort gaan hiervan stop te zetten. In verband hiermee wil ik wijzen op de zeer slechte invloed van gewelddadige films op men sen met een zwakke mentaliteit, mensen op wie deze films zonder twijfel suggere rend werken. Ik herinner me eens in de krant te hebben gelezen over een moord, gepleegd door een jong persoon, die toe gaf gehandeld te hebben onder invloed van een film over een moord die hij in een bioscoop had gezien. Wordt het nu niet eindelijk eens tijd, dat wij als volk eisen betere, opvoedende films te mogen zien, en voorts een strenge censuur op die films, die geweld kweken? Wijlen mijn man noemde de meeste tegenwoordige films „opvoeding tot de misdaad". Is dat niet een schande, gepleegd tegen de jeugd vooral? Er wordt gezegd ofschoon ik aan de waarheid ervan twijfel dat ge welddadige films het meeste geld opbren gen, en dat zij daarom niet worden ver boden! Nog meer schande voor de produ cers, geld te verdienen, door het volk via de misdaad naar de hel te zenden! Laat de overheid geld beschikbaar stellen om mooie, opvoedende films ook rendabel te maken! Dat zou zeer goed besteed geld zijn en uiteindelijk eindigen in een kalme, minder gewelddadige maatschappij! Mevrouw L. E. LINDEMAN-DAVIES, Haarlem. In mijn hand houd ik een geweer. Mijn vinger spant zich om de trekker. Mijn hart tikt als een wekker Ik sta te beven en wil juist de moed opgeven juist dan, klikt dof een schot Ik hoor een plof en voel me rot. Terwijl mijn doelwit valt heb ik alweer geknald nog een en weer en nog een keer. Dan ben ik moe. Maar op de grond zwaar gewond ligt een mens die krepeert. Dat was mijn wens Ik voel me zeer vereerd mijn plicht is gedaan nu kan ik gaan. De gewonde is Kennedy De dader dat ben ik De dader zijn wij allen Die deze wereld vergallen. R. WITTE, Zandvoort Naar aanleiding van eerdere berichten in uw dagblad betreffende de door ons georganiseerde actie voor het Blauwe Boekje en de daarmee in verband ge brachte anti-Navomars van het Algemeen Nederlands Jeugdverbond, wil ik gaarne nog het volgende ter verduidelijking on der uw aandacht brengen. De actie voor het Blauwe Boekje stond in geen enkel verband met de anti-Navo mars. Het doel van onze actie was namelijk niet een op roep om stelling te nemen tegen een be paalde politieke situatie, maar een poging om de bevolking er van te overtuigen dat de huidige mentaliteit zal moeten veran deren, wil de schreeuwende tegenstelling tussen arm en rijk veranderd kunnen worden. Het is de hoogste tijd dat de men sen er van doordrongen raken dat elk mens, waar ook ter wereld, ongeacht ras, godsdienst, kleur, overtuiging, taal enz, recht heeft op een menselijk bestaan in vrede. Op de vraag hoe wij kunnen mee helpen om dit te bereiken, tracht het Blauwe Boekje een antwoord te geven. En wanneer wij er in zullen slagen de star re, egoïstische standpunten om te buigen pas dan mag gezegd worden dat de we reld een nieuw gezicht kan krijgen. Plaat sen we de vaak ongeïnteresseerde reac ties van een deel van de Haarlemse be volking tijdens onze actie op 1 juni tegen de achtergrond van de gebeurtenissen in de Verenigde Staten in de afgelopen week dan is het ons opnieuw duidelijk gewor den dat er nog ontzettend veel zal moe ten veranderen, óók in ons eigen land, wil de wereld ook in de nabije toekomst leef baar blijven. En het is ieders verantwoordelijkheid daaraan mee te werken. Namens de organisatoren van de actie „Het Blauwe Boekje", R. NUMAN, Haarlem. Naar aanleiding van de moord op Ken nedy kan men alleen maar vaststellen, dat de geschiedenis zich herhaalt. Er staan weer drie kruisen op Golgotha. En wat doet de wereld, wat doen wij? Werumeus Buning heeft het al gezegd. „Er stonden drie kruisen op Golgotha, en de boer, hij ploegde voort." Hoera, WIJ leven nog. Laten we ons in Godsnaam niet afvragen of we langza merhand niet in een onleefbare wereld le ven. R. VAN LING, Santpoort. Aan de zéér weinigen groten en aan de zéér velen, die dénken dat zij groot zijn. Uit een héél klein, rond gaatje Komt een klein stukje lood Eén wijsvinger slechts buigt zich En de grootheid is dood Ja, zo'n héél kleine kogel Vraagt niet: „bént u groot?" Hij gehoorzaamt de vinger En brengt grootheid te dood J. WIELING, Heemstede. Voor de zoveelste maal is de wereld op geschrikt door een afschuwelijk misdrijf, waarbij senator Robert Kennedy is ver moord. Daarmee is de hoop op een betere wereld weer vernietigd bij velen in Ame rika en over de hele wereld. President Johnson legde een vinger op de wonde plek, toen hij de bevolking opriep af te zien van geweld en de strijd tegen de rechteloosheid aan te binden. Wat zouden zijn woorden een zucht van verlichting hebben doen gaan door de wereld als deze sympathieke woorden vergezeld zouden gaan van daden en een einde zou worden gemaakt aan het geweld en rechteloosheid dat nu al jaren wordt toegepast in Vietnam waarbij mensen worden vermoord en ste den vernietigd. Toen daar vrije verkiezingen zouden worden gehouden volgens de akkoorden van Genève was te voorzien dat de links- georiënteerden de overwinning zouden be halen. Dit paste echter niet in het politieke systeem van Amerika en dus moest dat tegen elke prijs voorkomen worden, het geen dan geschiedde en nog dagelijks ge schiedt. Analoog aan dit systeem heeft, toen se nator Robert Kennedy de verkiezingen leek te zullen winnen, een individuele te genstander, of een werktuig van een wijd vertakte organisatie, dat moet nog blijken, eenvoudig de mogelijke president geëlimi neerd, omdat hij niet paste in zijn (of hun) systeem. Amerikaanse jongeren, die niet willen meedoen aan het geweld in Viet nam en dienstweigeren komen voorlopig nog achter de tralies. De woorden die pre sident Johnson sprak zijn waar en het is de enige mogelijkheid om uit het moeras te komen. Maar dat juist, uitgerekend hij die woorden spreekt, verbaast ons en ze geven ons geen hoop. Het is het aloude lied: Hoor wel naar mijn woorden, maar zie niet naar mijn daden. J. J. W. HAENEN, Velsen-Noord. Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat het aantal eerstejaars studenten Geschiedenis met 20 °/o gestegen is. Een merkwaardig bericht. Is dan ook het aan tal beschikbare vacatures met 20 geste gen, vraagt men zich af? De Volkskrant van 20 maart 1965 wist te melden dat er historici zonder werk rondliepen! De examencommissie Geschiedenis MO wijzer dan de studenten verzwaart de eisen steeds meer gezien de slechte ar beidsmarkt. Of waren de studenten in 1955 zoveel slimmer dan in 1965 en 1966? De commissie waarschuwt in haar jaar verslag over 1961 tegen deze studie en heeft het over „de steeds krapper wor dende mogelijkheid van een toekomstige plaatsing bij het VHMO." Het percentage geslaagden voor de MO-akte wordt steeds geringer. Let maar eens op de correla tie tussen weinig kandidaten hoog percentage geslaagden en het omgekeerde. Kandi Ge Jaar daten slaagden 1955 65 26 40 1956 74 23 31 1957 96 30 31 1958 87 23 26 1959 144 35 24 1960 172 31 18 1965 176 36 20 1966 134 18 13 1967 nog niet gepubliceerd. Voor welke andere MO-akte slaagt slechts 13 Wie het weet moet maar opstaan en het zeggen! Alles is de schuld van de MO-opleidingen, die zich van niets aantrekken en maar doorgaan met het aanbod op te drijven. Wie geschiede nis wil studeren wéét wat haar/hem te wachten staat. Het zal moeilijk zijn om te slagen en nog moeilijker om aan het werk te komen. Mijn gegevens ontleende ik aan de jaarverslagen van de examen commissie Geschiedenis MO, ter inzage via het CBS, Den Haag. Verdere gege vens vindt u in het lerarenblad Bona ventura van 26 november 1965, dat over de werkloze historici opmerkt: „dit aan tal is thans nog zeer beperkt". Let op het woordje „thans". A. P. BRANDES, Leraar Geschiedenis, Haarlem. fan allen die mij lief zijn, ook van goede kennissen en vrienden, kreeg ik de raad: „Stop met die mens, je gaat er zelf aan ten gronde". Dit is wel de „uiterste" raadgeving, welke wij mensen elkaar kunnen geven. We hebben onze medemen sen en die medemensen hebben ons! Als we dat laatste wat meer voor ogen hou den, dan beginnen we de strijd met ons zelf en niet met- en tegen onze medemens. Die strijd met onszelf is zwaar, zo zwaar dat we er menigmaal aan ten onder gaan. Met allen die ons lief zijn gaat het nog wel, want daar willen we ons wel voor in zetten, daar hebben we veel voor over. Maar die ander, die medemens, voor wie we geen genegenheid gevoelen, inte gendeel, tegen wie we wrevel en soms zelfs „haat" hebben; die ontlopen we lie ver, al kan dat eigenlijk niet (woont ook in je buurt, of moet er door je werk mee omgaan). Wat zullen we doen, hoogmoe dig aan ,die mens" voorbijgaan ook al wil die mens erkenning, ook van jou, juist van jou Zullen we het strijdtoneel maar verlaten en de mensen elkander het maar in het groot laten uitvechten, bloe dig en gruwelijk! Dan kunnen we immers lekker schreeuwen en de leiders van zo'n strijd uitjouwen. Dan kunnen we heerlijk onszelf overschreeuwen, zodat we „de stem" niet horen, dat wij ook schuld heb ben aan die oorlog en niet zo'n beetje ook! Wegkruipen voor onszelf in de mas sa, betogingen organiseren, in kudden ach ter de „vreedzame" leiders lopen. Maar dan zijn we er allerminst. Dan demon streren we juist onze zwakheid, ons niet bereid zijn voor de strijd met onszelf. We weten best hoe „klein" we zijn om die strijd met onszelf te beginnen, ten gunste van de ander. We weten ook in de meeste gevallen dat we niet zullen overwinnen, en we willen dat niet toegeven. We krui pen liever achter de ruggen van de lei ders, die schreeuwen van de andere leiders dat ze moordenaars zijn! Maar wij allen in de gewone maatschappij moor den veel meer; niet altijd dodelijk, maar we laten onze medemens een heel langza me dood sterven, waarvoor we niet ver oordeeld worden, maar we zijn het wel, en al kan de wet ons niet veroordelen, we moeten onszelf veroordelen. Dan pas be gint de strijd met jezelf en win je die, dan kan niemand je meer ontnemen wat je dan gewonnen hebt! A. STRAATSMA-ANEMA, Santpoort. O, God, redt dit zo rijke land van zijn ondergang, laat de onderlinge liefde zegevieren in deze wereld vol van haat, die mensen maakt tot dieren. O, God laat toch uw heilig licht weer stralen in die harten, die nu in blinde duisternis vol haat uw boosheid tarten. God laat dit volk weer tot u keren, met heel hun ziel en zinnen, want met het geloof in U alleen Slechts zal Amerika overwinnen! Het bloed van Bobby Kennedy zal God gebruiken om Amerika, en de gehele wereld te redden van haar zelfvernietiging. Moge Bobby Kennedy rusten in vrede. Het zij zo. MEVROUW BOK-DE VROOMEN, Haarlem Wanneer u in de hoofdstad komt, hetzij een dagje of in de vakantietijd met een groep, met een schoolklas of anderszins, trek dan een uurtje uit voor een bezoek aan het Bijbels Museum met een unieke verzameling bijbelse modellen en maquet tes en allerlei archeologische vondsten: het prachtige tabernakel-model en van de Tempel van Herodes, de nauwkeurig weergeven Tempelberg te Jeruzalem en vele details van Israëls eredienst. Tevens Egyptische en Palestijnse oud heden: mummies, aardewerk, kleitablet ten; sieraden en afgietsels van beroemde inscripties: steen van Rosette, van Siloam en Mesa. Voor een bezoek in groepsver band bijtijds een afspraak maken bij het correspondentieadresStadhouderskade 137, Amsterdam-8, telefoon 020 - 72 64 10. Ingang: Hemonylaan tegenover huisnum mer 19; geopend iedere werkdag van 10.00 - 12.00 en van 14.00-17.00 uur. Op donderdag en op zon- en feestdagen ge sloten. ADVERTENTIE de pijp met de 5 pluspunten: lichtgewicht droogrokend verwisselbare kop moderne vormgeving en de prijs 9.75 VOOR DE HANDEL: B. D. LEEFSMA N V KERKSTRAAT 25. AMSTERDAM, TEL. 23 27 27 Ik wil mijn waardering uitspreken voor de heldere en nuchtere zienswijze zoals in uw rubriek Van Dag Tot Dag de laatste dagen wordt weergegeven. Het spijt mij dat deze artikelen slechts door Haarlemmers worden gelezen, en niet de hele Nederlandse natie bereiken. Ook mij verwonderde het halsstarrig zwij gen van Kennedy's vermoedelijke moor denaar. Ik betwijfel zelfs dat dit de beweegre den van Sirhan is, omdat bijvoorbeeld Nixon veel meer dan Kennedy zich „schul dig" maakte aan een pro-Israelisch stand punt. De (te) begrijpelijke verklaring „Arabisch" „fanatisme" wordt maar al te graag geslikt. F. BLITS, Haarlem Haarlem. In deze rubriek wordt bijna wekelijks, voor radio en tv dagelijks, over de bejaar denproblemen gesproken en geschreven.; in het algemeen zeer veel woorden, maar geen daden. Zo ook nu weer met de ver schijning van het nieuwe bejaardenblad „WIJ" dat vol komt te staan met woor den over de belangen en ontspanning der bejaarden. Wij vragen ons af hoeveel men sen trachten een snede brood aan het be- jaardenvraagstuk te verdienen, volgens ons tenminste op iedere AOW'er twee. Maar iets voor hen doen is er niet bij uitgezonderd dan die groepen die het al jaren belangeloos doen. Het is zelfs zo erg dat voor een paar uur per week hulp in de huishouding niemand te vinden is, ook niet tegen redelijke betaling. Voor het besturen van de diverse bejaardenorga nisaties is niemand te krijgen ook niet in de jongere generatie; om maar een voorbeeld te geven de Algemene Bond van Bejaarden afdeling Haarlem (3500 le den) ziet geen kans om maar vijf actieve bestuursleden te krijgen, niettegenstaande de leeftijd voor lidmaatschap op 55 jaar is gesteld. A. WIEGMINK, Haarlem. ADVERTENTIE "standaard v.a. 10.- guilloche 11.- crystal 11.50 marmer 12.50 VOOR DE HANDEL: B. D. LEEFSMA N.V., KERKSTRAAT 25, AMSTERDAM, TEL. 2327 27. Blijkens uw blad van 1 juni geeft de gemeente Haarlem aan de heer De Haas van Dorsser, die in een uitstekend artikel zijn onbehagen uit over wat er met de Hout gebeurt, ten antwoord: „Hou je mond en geloof nu maar wat de deskun digen zeggen". Op 13 december 1967 zond ik aan het gemeentebestuur een brief van de Vere niging tot behoud van Natuurmonumen ten een schrijven waarin deze zegt: „Als Burgemeester en Wethouders van Haarlem bereid zouden zijn een andere commissie van deskundigen te horen zul len wij zeker niet nalaten van natuur beschermingszijde nogmaals aaan te drin gen op matiging. Dat er met de Haar lemmer Hout iets gebeuren moet is on ontkoombaar, doch de manier waarop maakt veel verschil". Hierop ontving ik op 21 december een kaartje dat men er op terug zou komen, doch dit is nooit gebeurd. Blijkbaar voelt men niets voor deskundigen die een andere mening hebben. Aan ons, verontrusten, dringt zich het gevoel op, dat Haarlemse deskundigen verzot zijn op houthakken en niet zullen rusten voor de laatste boom gerooid is. Dit blijkt uit de voortdurende, schoon ietwat verholen, opvoering van het tempo en de omvang. Enige jaren geleden werd gesproken van: „Voorzichtig saneren, waarbij slechts oude en zieke bomen zou den verdwijnen." Als men nu in de Hout gaat kijken, krijgt men de indruk, dat er een stippen- zetter met een grote pot verf op uitge stuurd is met als hoofdopdracht niet met één druppel verf terug te komen. Haarlemmers, ga snel eens kijken wat er in de Hout gebeurt en schrijf dan uw protest aan de gemeente. Veel tijd is er niet meer! G. J. TAMBOER, Haarlem. OPEN BRIEF aan de éne heilige alge mene christelijke kerk t.a.v. de dominees De Jong, Roos. Rijper en Toornvliet, met afschrift aan de heren J. van Delft en K. Duits. Met aandacht geluisterd naar en ge lezen over uw openbare schuldbelijdenis van elkanders fouten. Het heeft allemaal wel even geduurd, en misschien bent u nóg niet aan het eind van „dat Latijn maar met voldoening constateer ik toch, dat het al vrij uitputtend is geweest. In goed Nederlands overgezet zijnde: „Op geruimd staat netjes!" Gelukkig predikt u allen de verticale verzoening, welis waar in blijkbaar gemakkelijke algemene termen, maar laar u toch óók de een wat meer, de ander wat minder de keerzijde van die medaille zien name lijk: „Het nog niet horizontaal bevrijd zijn!" Héérlijk er staat in de bijbel, dat we verlost zijn! Nu nog de bevrijding, het worden wat we zijn! Dat betekent „dank baar leven met de gaven, die je wél hebt gekregen!" Dankbaar voor die van jezelf, maar óók voor die van anderen. Dat is moeilijk soms, maar ook de enige moei lijkheid, die de moeite waard is. Tegen over de diepzwarte achtergrond van het onbekwaam zijn tot enig goed. is elk grijs hoe donker ook een lichtvlek! Dat is genade, Tel uit je winst! Zijn kracht in onze zwakheid volbracht. Zijn genade ons genoeg! En nu maar met die gaven werken, dat licht laten uit stralen; of het nu het licht is van een schemerlampje of van een schijnwerper. Dominees, u doet maar wat u het beste vindt, u kunt nu eenmaal óók niet méér opbrengen dan u krijgt: maar ik dacht, dat 't schijnwerperlicht, dat ds. Toornvliet heeft gekregen, wel de avonddienst en de zender van Bloemendaal waard is. Hoe dan ook. Stel met elkaar die christelijke daad, en wel zo spoedig mogelijk. Duizen den wachten erop! Het is al Pinksteren- zóveel geweest. U allen Gods onmisbare zegen toewensend, verblijft met medele vende groet, H. MULDER, Bloemendaal. In het Evangelisatieblad „Gouden Scho ven" van mei 1968 las ik een brief van de Amerikaanse luitenant Bruce Mere dith in Vietnam aan zijn zusje in de Ver enigde Staten, waarvan ik de inhoud be langrijk, ja zelfs beslissend acht voor deze tijd. De luitenant vertelt dat hij zijn leven dankt aan het bijbeltje in zijn zak waar in een kogel bleef steken bij Psalm 91: „Al vallen er duizend aan uw zijde en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken". Zijn gewonde makker kwam door dit voorval tot be kering. De brief gaat hierna door als volgt: „Sinds die tijd heb ik met de jongens gesproken, samenkomsten gehouden en met hen gebeden. Vijfentwintig van hen hebben Christus aangenomen. Ik zeg je, zus, het gebed is beslissend in deze oor log, niet alleen de geweren, maar vurig, aanhoudend gebed Bid, zus, bid zoals je nog nooit gebeden hebt. Zeg iedereen te bidden. Zeg Amerika op de kieën te gaan. Totdat naties en volken met bloed en tranen betaald heb ben voor het verstoten van God uit hun leven, hun huizen, hun landen, zal deze oorlog niet eindigen! Zeg hen bijbels te sturen, méér bijbels. Een bijbel zal een soldaat het vertrouwen geven dat God bij hem is. Probeer deze brief bij de radio te krijgen, in de kran ten, in alles wat gedrukt wordt. Maak er afschriften van en stuur ze van de oost kust tot de westkust. Zeg, dat het leger bijbels nodig heeft, en gebeden... Zeg hen dus te bidden en jij, ga door met te bidden. En als jullie dingen sturen naar onze jongens, stuur bijbels. Zij wil len God horen spreken". Je liefhebbende broer." (De brief is vertaald uit „Pioneer", een blad van de „Reformed Church in Ame rica".) M. DUBBELAAR-PIET, Driehuis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 15