SCHRIJVENDELEZERSSCHRIJVENDELEZERSSCHRIJVEN
DONDERDAG 13 JUNI 1968
15
I er nagedachtenis
van Robert Kennedy
Kennedy en Kroesjtsjev
I er nagedachtenis
Geweld
Allen schuldig
Vredesmars
Drie kruisen
Memento mori
Wel woorden - maar daden?
Werklozenopleiding
Geschiedenis
Strijdtoneel
Arm Amerika
Bijbels museum
Waardering
Wij" en wij
Haarlemmerhout 3
Radiopredikant 18
Gebed
Weer is door laffe moordenaarshand
een veelbelovend zoon geveld.
Geheel Amerika is diep getroffen,
staat machteloos versteld.
Rob Kennedy, een idealist, een held,
wou strijden tegen al 't geweld.
De armoestreken in dit land
die voelen alle hoop verstreken;
hun hoop, op beter levenskansen
zien zij nu in 't nabij verschiet,
misschien voor lange tijd verkeken.
Reeds driemaal sloeg een moordenaar
de hoop voor veel Amerikanen,
een kans op enig welvaart
in stukken in elkaar.
Bij duizenden zijn, vol weemoed,
ander het vloeien van bittere tranen,
naar Rob Kennedy's laatste
rustplaats heengegaan.
Zijn lichaam ligt nu roerloos
in het kille graf terneer
Doch zijn edele ziele is bij de goede Heer.
Gods engelen namen zijne ziel
met zacht geruis
naar betere gewesten,
voor eeuwig naar Gods vaderhuis.
N. v. d. LENDE, Haarlem
Toen Kennedy en Kroestsjev nog leiders
waren van machtige landen, stond Kroes
tsjev op een gegeven moment aan de
grens van een gebied. Kennedy had en
nam het recht om te zeggen: terug, Kroes
tsjev, anders komen er brokken. Kroes
tsjev ging terug. De „vrije" wereld
schreeuwde: heb je het al gehoord, Ken
nedy heeft Kroesjtsjev weggestuurd. Net
of Kroesjtsjev zich zonder meer weg laat
sturen door een ander. Maar het werke
lijk grootse van deze leiders was, dat ze
van elkaar begrepen, waarom de een de
ander kon wegsturen. Kennedy liet
Kroesjtsjev zijn gezicht. Door houding en
gebaar en hoogstwaarschijnlijk door en
kele treffende woorden gingen de heren
met vriendschappelijke handdruk uiteen.
Laten wij, „kleine" leiders van ons ge
bied, dit voorbeeld van deze machtheb
bers voor ogen houden en het nastreven.
Dan moeten ook wij met onze tegenstan
ders van gedachten kunnen wisselen en
met een handdruk elkaar naar huis kun
nen sturen.
A. STRAATSMA-ANEMA, Santpoort
ADVERTENTIE
Ter nagedachtenis aan de oorlogsslacht
offers van de Nederlandse Indische ge
meenschap willen wij een boek samenstel
len dat een waardige plaats kan innemen
in ieder gezin uit het voormalige Indië
Alle kinderen uit de kampen, de weeskin
deren voorop, hebben recht op te weten
hoeveel moed hun moeders betoonden om
de Jap te negeren, hoe moeilijk het was
de ellendige werkelijkheid zo goed moge
lijk voor de kinderen te versluieren. En
hoe zwaar het was om tenminste de kin
deren levend en zo gezond mogelijk over
de kamptijd heen te brengen.
Hiervoor vragen wij u twee dingen:
1. ook dit doel verder uit te dragen in
uw kennissenkring. We zijn dankbaar met
ieder blijk van belangstelling, ook als deze
niet gepaard gaat met geld. (Stencils be
schikbaar bij mevrouw J. H. Helfferich
Koch, Stalpertstraat 102, Den Haag, tele
foon: 070-240460).
2. uw eigen herinneringen op te halen
over uw buurvrouw of uw kamergenote
Ook héar opofferingen, over haar moed
willen we graag van u horen. Ook over de
staaltjes van vindingrijkheid om feesten
zoals sinterklaas voor de kinderen waar te
maken, ieder jaar opnieuw terwijl er
eigenlijk niets meer was om iets feeste
lijks te maken.
De vorm waarin u het zegt doet er niets
toe. Integendeel, het beste Is zo natuurlijk
mogelijk te schrijven. Uiteindelijk zullen
alle bijdragen in één stijl herschreven
moeten worden.
Het comité wil ook blijven vasthouden
aan het idee van een reünie. Ook terwille
van het boek en het monument. Want ons
uiteindelijk doel is:
HULDE AAN DE OMGEKOMENEN 1
We menen dat zo'n reünie zichzelf moet
kunnen bekostigen. Omdat we het centrale
punt zijn en omdat we uw aller adressen
hebben en hopen te krijgen, willen wij als
comité graag onze werkkracht ervoor in
zetten en de initiële kosten eventueel uit
het fonds voorschieten.
Ons gironummer is: Den Haag 148 22 43.
Comité Hulde Omgekomen Vrouwen
en Kinderen in de Japanse Kampen.
Correspondentie-adres: mevrouw J.
MANDERS, Tiggeltse Bergweg 13,
Rijsbergen.
De schrijver van „Van dag tot dag"
heeft heel terecht het onzinnig gebruik
van geweld in onze maatschappij veroor
deeld, en een waarschuwing gegeven om
de handen ineen te slaan, om het voort
gaan hiervan stop te zetten. In verband
hiermee wil ik wijzen op de zeer slechte
invloed van gewelddadige films op men
sen met een zwakke mentaliteit, mensen
op wie deze films zonder twijfel suggere
rend werken. Ik herinner me eens in de
krant te hebben gelezen over een moord,
gepleegd door een jong persoon, die toe
gaf gehandeld te hebben onder invloed
van een film over een moord die hij in
een bioscoop had gezien. Wordt het nu
niet eindelijk eens tijd, dat wij als volk
eisen betere, opvoedende films te mogen
zien, en voorts een strenge censuur op die
films, die geweld kweken? Wijlen mijn
man noemde de meeste tegenwoordige
films „opvoeding tot de misdaad". Is dat
niet een schande, gepleegd tegen de jeugd
vooral? Er wordt gezegd ofschoon ik
aan de waarheid ervan twijfel dat ge
welddadige films het meeste geld opbren
gen, en dat zij daarom niet worden ver
boden! Nog meer schande voor de produ
cers, geld te verdienen, door het volk via
de misdaad naar de hel te zenden! Laat
de overheid geld beschikbaar stellen om
mooie, opvoedende films ook rendabel te
maken! Dat zou zeer goed besteed geld
zijn en uiteindelijk eindigen in een kalme,
minder gewelddadige maatschappij!
Mevrouw L. E. LINDEMAN-DAVIES,
Haarlem.
In mijn hand
houd ik een geweer.
Mijn vinger spant
zich om de trekker.
Mijn hart tikt als een wekker
Ik sta te beven
en wil juist de moed opgeven
juist dan, klikt dof
een schot
Ik hoor een plof
en voel me rot.
Terwijl mijn doelwit valt
heb ik alweer geknald
nog een en weer
en nog een keer.
Dan ben ik moe.
Maar op de grond
zwaar gewond
ligt een mens
die krepeert.
Dat was mijn wens
Ik voel me zeer vereerd
mijn plicht is gedaan
nu kan ik gaan.
De gewonde is Kennedy
De dader dat ben ik
De dader zijn wij allen
Die deze wereld vergallen.
R. WITTE, Zandvoort
Naar aanleiding van eerdere berichten
in uw dagblad betreffende de door ons
georganiseerde actie voor het Blauwe
Boekje en de daarmee in verband ge
brachte anti-Navomars van het Algemeen
Nederlands Jeugdverbond, wil ik gaarne
nog het volgende ter verduidelijking on
der uw aandacht brengen. De actie voor
het Blauwe Boekje stond in geen enkel
verband met de anti-Navo mars. Het doel
van onze actie was namelijk niet een op
roep om stelling te nemen tegen een be
paalde politieke situatie, maar een poging
om de bevolking er van te overtuigen dat
de huidige mentaliteit zal moeten veran
deren, wil de schreeuwende tegenstelling
tussen arm en rijk veranderd kunnen
worden. Het is de hoogste tijd dat de men
sen er van doordrongen raken dat elk
mens, waar ook ter wereld, ongeacht ras,
godsdienst, kleur, overtuiging, taal enz,
recht heeft op een menselijk bestaan in
vrede. Op de vraag hoe wij kunnen mee
helpen om dit te bereiken, tracht het
Blauwe Boekje een antwoord te geven. En
wanneer wij er in zullen slagen de star
re, egoïstische standpunten om te buigen
pas dan mag gezegd worden dat de we
reld een nieuw gezicht kan krijgen. Plaat
sen we de vaak ongeïnteresseerde reac
ties van een deel van de Haarlemse be
volking tijdens onze actie op 1 juni tegen
de achtergrond van de gebeurtenissen in
de Verenigde Staten in de afgelopen week
dan is het ons opnieuw duidelijk gewor
den dat er nog ontzettend veel zal moe
ten veranderen, óók in ons eigen land, wil
de wereld ook in de nabije toekomst leef
baar blijven.
En het is ieders verantwoordelijkheid
daaraan mee te werken.
Namens de organisatoren van de actie
„Het Blauwe Boekje",
R. NUMAN, Haarlem.
Naar aanleiding van de moord op Ken
nedy kan men alleen maar vaststellen,
dat de geschiedenis zich herhaalt. Er
staan weer drie kruisen op Golgotha. En
wat doet de wereld, wat doen wij?
Werumeus Buning heeft het al gezegd.
„Er stonden drie kruisen op Golgotha,
en de boer, hij ploegde voort."
Hoera, WIJ leven nog. Laten we ons in
Godsnaam niet afvragen of we langza
merhand niet in een onleefbare wereld le
ven.
R. VAN LING, Santpoort.
Aan de zéér weinigen groten
en aan de zéér velen, die
dénken dat zij groot zijn.
Uit een héél klein, rond gaatje
Komt een klein stukje lood
Eén wijsvinger slechts buigt zich
En de grootheid is dood
Ja, zo'n héél kleine kogel
Vraagt niet: „bént u groot?"
Hij gehoorzaamt de vinger
En brengt grootheid te dood
J. WIELING, Heemstede.
Voor de zoveelste maal is de wereld op
geschrikt door een afschuwelijk misdrijf,
waarbij senator Robert Kennedy is ver
moord. Daarmee is de hoop op een betere
wereld weer vernietigd bij velen in Ame
rika en over de hele wereld. President
Johnson legde een vinger op de wonde
plek, toen hij de bevolking opriep af te
zien van geweld en de strijd tegen de
rechteloosheid aan te binden. Wat zouden
zijn woorden een zucht van verlichting
hebben doen gaan door de wereld als deze
sympathieke woorden vergezeld zouden
gaan van daden en een einde zou worden
gemaakt aan het geweld en rechteloosheid
dat nu al jaren wordt toegepast in Vietnam
waarbij mensen worden vermoord en ste
den vernietigd.
Toen daar vrije verkiezingen zouden
worden gehouden volgens de akkoorden
van Genève was te voorzien dat de links-
georiënteerden de overwinning zouden be
halen. Dit paste echter niet in het politieke
systeem van Amerika en dus moest dat
tegen elke prijs voorkomen worden, het
geen dan geschiedde en nog dagelijks ge
schiedt.
Analoog aan dit systeem heeft, toen se
nator Robert Kennedy de verkiezingen
leek te zullen winnen, een individuele te
genstander, of een werktuig van een wijd
vertakte organisatie, dat moet nog blijken,
eenvoudig de mogelijke president geëlimi
neerd, omdat hij niet paste in zijn (of hun)
systeem. Amerikaanse jongeren, die niet
willen meedoen aan het geweld in Viet
nam en dienstweigeren komen voorlopig
nog achter de tralies. De woorden die pre
sident Johnson sprak zijn waar en het is
de enige mogelijkheid om uit het moeras
te komen. Maar dat juist, uitgerekend hij
die woorden spreekt, verbaast ons en ze
geven ons geen hoop. Het is het aloude
lied: Hoor wel naar mijn woorden, maar
zie niet naar mijn daden.
J. J. W. HAENEN, Velsen-Noord.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
meldt dat het aantal eerstejaars studenten
Geschiedenis met 20 °/o gestegen is. Een
merkwaardig bericht. Is dan ook het aan
tal beschikbare vacatures met 20 geste
gen, vraagt men zich af? De Volkskrant
van 20 maart 1965 wist te melden dat
er historici zonder werk rondliepen! De
examencommissie Geschiedenis MO
wijzer dan de studenten verzwaart de
eisen steeds meer gezien de slechte ar
beidsmarkt. Of waren de studenten in
1955 zoveel slimmer dan in 1965 en 1966?
De commissie waarschuwt in haar jaar
verslag over 1961 tegen deze studie en
heeft het over „de steeds krapper wor
dende mogelijkheid van een toekomstige
plaatsing bij het VHMO." Het percentage
geslaagden voor de MO-akte wordt steeds
geringer. Let maar eens op de correla
tie tussen weinig kandidaten hoog
percentage geslaagden en het omgekeerde.
Kandi
Ge
Jaar
daten
slaagden
1955
65
26
40
1956
74
23
31
1957
96
30
31
1958
87
23
26
1959
144
35
24
1960
172
31
18
1965
176
36
20
1966
134
18
13
1967
nog niet gepubliceerd.
Voor welke andere MO-akte slaagt
slechts 13 Wie het weet moet maar
opstaan en het zeggen! Alles is de schuld
van de MO-opleidingen, die zich van
niets aantrekken en maar doorgaan met
het aanbod op te drijven. Wie geschiede
nis wil studeren wéét wat haar/hem te
wachten staat. Het zal moeilijk zijn om
te slagen en nog moeilijker om aan het
werk te komen. Mijn gegevens ontleende
ik aan de jaarverslagen van de examen
commissie Geschiedenis MO, ter inzage
via het CBS, Den Haag. Verdere gege
vens vindt u in het lerarenblad Bona
ventura van 26 november 1965, dat over
de werkloze historici opmerkt: „dit aan
tal is thans nog zeer beperkt". Let op
het woordje „thans".
A. P. BRANDES,
Leraar Geschiedenis,
Haarlem.
fan allen die mij lief zijn, ook van
goede kennissen en vrienden, kreeg ik de
raad: „Stop met die mens, je gaat er zelf
aan ten gronde". Dit is wel de „uiterste"
raadgeving, welke wij mensen elkaar
kunnen geven. We hebben onze medemen
sen en die medemensen hebben ons! Als
we dat laatste wat meer voor ogen hou
den, dan beginnen we de strijd met ons
zelf en niet met- en tegen onze medemens.
Die strijd met onszelf is zwaar, zo zwaar
dat we er menigmaal aan ten onder gaan.
Met allen die ons lief zijn gaat het nog
wel, want daar willen we ons wel voor in
zetten, daar hebben we veel voor over.
Maar die ander, die medemens, voor
wie we geen genegenheid gevoelen, inte
gendeel, tegen wie we wrevel en soms
zelfs „haat" hebben; die ontlopen we lie
ver, al kan dat eigenlijk niet (woont ook
in je buurt, of moet er door je werk mee
omgaan). Wat zullen we doen, hoogmoe
dig aan ,die mens" voorbijgaan ook al wil
die mens erkenning, ook van jou, juist
van jou Zullen we het strijdtoneel
maar verlaten en de mensen elkander het
maar in het groot laten uitvechten, bloe
dig en gruwelijk! Dan kunnen we immers
lekker schreeuwen en de leiders van zo'n
strijd uitjouwen. Dan kunnen we heerlijk
onszelf overschreeuwen, zodat we „de
stem" niet horen, dat wij ook schuld heb
ben aan die oorlog en niet zo'n beetje
ook! Wegkruipen voor onszelf in de mas
sa, betogingen organiseren, in kudden ach
ter de „vreedzame" leiders lopen. Maar
dan zijn we er allerminst. Dan demon
streren we juist onze zwakheid, ons niet
bereid zijn voor de strijd met onszelf. We
weten best hoe „klein" we zijn om die
strijd met onszelf te beginnen, ten gunste
van de ander. We weten ook in de meeste
gevallen dat we niet zullen overwinnen,
en we willen dat niet toegeven. We krui
pen liever achter de ruggen van de lei
ders, die schreeuwen van de andere
leiders dat ze moordenaars zijn! Maar
wij allen in de gewone maatschappij moor
den veel meer; niet altijd dodelijk, maar
we laten onze medemens een heel langza
me dood sterven, waarvoor we niet ver
oordeeld worden, maar we zijn het wel,
en al kan de wet ons niet veroordelen, we
moeten onszelf veroordelen. Dan pas be
gint de strijd met jezelf en win je die,
dan kan niemand je meer ontnemen wat
je dan gewonnen hebt!
A. STRAATSMA-ANEMA, Santpoort.
O, God, redt dit zo rijke land
van zijn ondergang,
laat de onderlinge liefde zegevieren
in deze wereld vol van haat,
die mensen maakt tot dieren.
O, God laat toch uw heilig licht
weer stralen in die harten,
die nu in blinde duisternis
vol haat uw boosheid tarten.
God laat dit volk weer tot u keren,
met heel hun ziel en zinnen,
want met het geloof in U alleen
Slechts zal Amerika overwinnen!
Het bloed van Bobby Kennedy
zal God gebruiken om Amerika, en de
gehele wereld te redden van
haar zelfvernietiging.
Moge Bobby Kennedy rusten in vrede.
Het zij zo.
MEVROUW BOK-DE VROOMEN,
Haarlem
Wanneer u in de hoofdstad komt, hetzij
een dagje of in de vakantietijd met een
groep, met een schoolklas of anderszins,
trek dan een uurtje uit voor een bezoek
aan het Bijbels Museum met een unieke
verzameling bijbelse modellen en maquet
tes en allerlei archeologische vondsten:
het prachtige tabernakel-model en van
de Tempel van Herodes, de nauwkeurig
weergeven Tempelberg te Jeruzalem
en vele details van Israëls eredienst.
Tevens Egyptische en Palestijnse oud
heden: mummies, aardewerk, kleitablet
ten; sieraden en afgietsels van beroemde
inscripties: steen van Rosette, van Siloam
en Mesa. Voor een bezoek in groepsver
band bijtijds een afspraak maken bij het
correspondentieadresStadhouderskade
137, Amsterdam-8, telefoon 020 - 72 64 10.
Ingang: Hemonylaan tegenover huisnum
mer 19; geopend iedere werkdag van
10.00 - 12.00 en van 14.00-17.00 uur. Op
donderdag en op zon- en feestdagen ge
sloten.
ADVERTENTIE
de pijp met
de 5 pluspunten:
lichtgewicht
droogrokend
verwisselbare kop
moderne vormgeving
en de prijs 9.75
VOOR DE HANDEL: B. D. LEEFSMA N V
KERKSTRAAT 25. AMSTERDAM, TEL. 23 27 27
Ik wil mijn waardering uitspreken voor
de heldere en nuchtere zienswijze zoals in
uw rubriek Van Dag Tot Dag de laatste
dagen wordt weergegeven.
Het spijt mij dat deze artikelen slechts
door Haarlemmers worden gelezen, en
niet de hele Nederlandse natie bereiken.
Ook mij verwonderde het halsstarrig zwij
gen van Kennedy's vermoedelijke moor
denaar.
Ik betwijfel zelfs dat dit de beweegre
den van Sirhan is, omdat bijvoorbeeld
Nixon veel meer dan Kennedy zich „schul
dig" maakte aan een pro-Israelisch stand
punt. De (te) begrijpelijke verklaring
„Arabisch" „fanatisme" wordt maar al
te graag geslikt.
F. BLITS, Haarlem
Haarlem.
In deze rubriek wordt bijna wekelijks,
voor radio en tv dagelijks, over de bejaar
denproblemen gesproken en geschreven.;
in het algemeen zeer veel woorden, maar
geen daden. Zo ook nu weer met de ver
schijning van het nieuwe bejaardenblad
„WIJ" dat vol komt te staan met woor
den over de belangen en ontspanning der
bejaarden. Wij vragen ons af hoeveel men
sen trachten een snede brood aan het be-
jaardenvraagstuk te verdienen, volgens
ons tenminste op iedere AOW'er twee.
Maar iets voor hen doen is er niet bij
uitgezonderd dan die groepen die het al
jaren belangeloos doen. Het is zelfs zo
erg dat voor een paar uur per week hulp
in de huishouding niemand te vinden is,
ook niet tegen redelijke betaling. Voor het
besturen van de diverse bejaardenorga
nisaties is niemand te krijgen ook niet
in de jongere generatie; om maar een
voorbeeld te geven de Algemene Bond
van Bejaarden afdeling Haarlem (3500 le
den) ziet geen kans om maar vijf actieve
bestuursleden te krijgen, niettegenstaande
de leeftijd voor lidmaatschap op 55 jaar
is gesteld.
A. WIEGMINK, Haarlem.
ADVERTENTIE
"standaard
v.a. 10.-
guilloche
11.-
crystal
11.50
marmer
12.50
VOOR DE HANDEL: B. D. LEEFSMA N.V., KERKSTRAAT 25, AMSTERDAM, TEL. 2327 27.
Blijkens uw blad van 1 juni geeft de
gemeente Haarlem aan de heer De Haas
van Dorsser, die in een uitstekend artikel
zijn onbehagen uit over wat er met de
Hout gebeurt, ten antwoord: „Hou je
mond en geloof nu maar wat de deskun
digen zeggen".
Op 13 december 1967 zond ik aan het
gemeentebestuur een brief van de Vere
niging tot behoud van Natuurmonumen
ten een schrijven waarin deze zegt:
„Als Burgemeester en Wethouders van
Haarlem bereid zouden zijn een andere
commissie van deskundigen te horen zul
len wij zeker niet nalaten van natuur
beschermingszijde nogmaals aaan te drin
gen op matiging. Dat er met de Haar
lemmer Hout iets gebeuren moet is on
ontkoombaar, doch de manier waarop
maakt veel verschil".
Hierop ontving ik op 21 december een
kaartje dat men er op terug zou komen,
doch dit is nooit gebeurd. Blijkbaar
voelt men niets voor deskundigen die een
andere mening hebben.
Aan ons, verontrusten, dringt zich het
gevoel op, dat Haarlemse deskundigen
verzot zijn op houthakken en niet zullen
rusten voor de laatste boom gerooid is.
Dit blijkt uit de voortdurende, schoon
ietwat verholen, opvoering van het tempo
en de omvang. Enige jaren geleden werd
gesproken van: „Voorzichtig saneren,
waarbij slechts oude en zieke bomen zou
den verdwijnen."
Als men nu in de Hout gaat kijken,
krijgt men de indruk, dat er een stippen-
zetter met een grote pot verf op uitge
stuurd is met als hoofdopdracht niet met
één druppel verf terug te komen.
Haarlemmers, ga snel eens kijken wat
er in de Hout gebeurt en schrijf dan uw
protest aan de gemeente. Veel tijd is er
niet meer!
G. J. TAMBOER, Haarlem.
OPEN BRIEF aan de éne heilige alge
mene christelijke kerk t.a.v. de dominees
De Jong, Roos. Rijper en Toornvliet, met
afschrift aan de heren J. van Delft en
K. Duits.
Met aandacht geluisterd naar en ge
lezen over uw openbare schuldbelijdenis
van elkanders fouten. Het heeft allemaal
wel even geduurd, en misschien bent u
nóg niet aan het eind van „dat Latijn
maar met voldoening constateer ik toch,
dat het al vrij uitputtend is geweest. In
goed Nederlands overgezet zijnde: „Op
geruimd staat netjes!" Gelukkig predikt
u allen de verticale verzoening, welis
waar in blijkbaar gemakkelijke algemene
termen, maar laar u toch óók de een
wat meer, de ander wat minder de
keerzijde van die medaille zien name
lijk: „Het nog niet horizontaal bevrijd
zijn!" Héérlijk er staat in de bijbel, dat
we verlost zijn! Nu nog de bevrijding, het
worden wat we zijn! Dat betekent „dank
baar leven met de gaven, die je wél hebt
gekregen!" Dankbaar voor die van jezelf,
maar óók voor die van anderen. Dat is
moeilijk soms, maar ook de enige moei
lijkheid, die de moeite waard is. Tegen
over de diepzwarte achtergrond van het
onbekwaam zijn tot enig goed. is elk
grijs hoe donker ook een lichtvlek!
Dat is genade, Tel uit je winst! Zijn
kracht in onze zwakheid volbracht. Zijn
genade ons genoeg! En nu maar met
die gaven werken, dat licht laten uit
stralen; of het nu het licht is van een
schemerlampje of van een schijnwerper.
Dominees, u doet maar wat u het beste
vindt, u kunt nu eenmaal óók niet méér
opbrengen dan u krijgt: maar ik dacht,
dat 't schijnwerperlicht, dat ds. Toornvliet
heeft gekregen, wel de avonddienst en
de zender van Bloemendaal waard is. Hoe
dan ook. Stel met elkaar die christelijke
daad, en wel zo spoedig mogelijk. Duizen
den wachten erop! Het is al Pinksteren-
zóveel geweest. U allen Gods onmisbare
zegen toewensend, verblijft met medele
vende groet,
H. MULDER, Bloemendaal.
In het Evangelisatieblad „Gouden Scho
ven" van mei 1968 las ik een brief van
de Amerikaanse luitenant Bruce Mere
dith in Vietnam aan zijn zusje in de Ver
enigde Staten, waarvan ik de inhoud be
langrijk, ja zelfs beslissend acht voor deze
tijd.
De luitenant vertelt dat hij zijn leven
dankt aan het bijbeltje in zijn zak waar
in een kogel bleef steken bij Psalm 91:
„Al vallen er duizend aan uw zijde en
tienduizend aan uw rechterhand, tot u
zal het niet genaken". Zijn gewonde
makker kwam door dit voorval tot be
kering. De brief gaat hierna door als
volgt:
„Sinds die tijd heb ik met de jongens
gesproken, samenkomsten gehouden en
met hen gebeden. Vijfentwintig van hen
hebben Christus aangenomen. Ik zeg je,
zus, het gebed is beslissend in deze oor
log, niet alleen de geweren, maar vurig,
aanhoudend gebed
Bid, zus, bid zoals je nog nooit gebeden
hebt. Zeg iedereen te bidden. Zeg Amerika
op de kieën te gaan. Totdat naties en
volken met bloed en tranen betaald heb
ben voor het verstoten van God uit hun
leven, hun huizen, hun landen, zal deze
oorlog niet eindigen!
Zeg hen bijbels te sturen, méér bijbels.
Een bijbel zal een soldaat het vertrouwen
geven dat God bij hem is. Probeer deze
brief bij de radio te krijgen, in de kran
ten, in alles wat gedrukt wordt. Maak er
afschriften van en stuur ze van de oost
kust tot de westkust. Zeg, dat het leger
bijbels nodig heeft, en gebeden...
Zeg hen dus te bidden en jij, ga door
met te bidden. En als jullie dingen sturen
naar onze jongens, stuur bijbels. Zij wil
len God horen spreken".
Je liefhebbende broer."
(De brief is vertaald uit „Pioneer", een
blad van de „Reformed Church in Ame
rica".)
M. DUBBELAAR-PIET,
Driehuis.