Puzzel van de week KIP IN'T PANNETJE RECEPTIES HET HOGE DUIH DIRCK DIRCKZ POLLE, PELLI EN PINGO «gestipt 2000 m2 SHOW lltaranka Uleubelen PANDA EN DE HOBBELDONKER SCHURKERIJ Goed idee met 15.000 beloond Opnieuw vragen over rijksarchief Eén man beheerst fabricageproces S c hadevergoeding bepleit 15 Ons vervolgverhaal 9 LOOP VRU IN EN UIT BU VRIJDAG 14 JUNI 19 68 Feuilleton doof JAMES. GOLDMAN dooien! Grootste betonfabriek van Europa v.a.5.35 Slachtoffers misdrijven Kees Stip D A T J O W K WALDORF 25) Treinen, noch mensen en ook de stationsklok niet. Hij zag iemand, die vel weg had van een conducteur, als een standbeeld in de wachtkamer staan. „Senor", zei Waldorf en bladerde in het boekje met uitdrukkingen dat hij had gekocht toen hij het hotel verliet, „senor". De conducteur glim lachte geduldig. Het boekje had de eenvoud van een logaritmentafel. „Sorry.ik heb 't zo.moet hier ergens staan". Hij zocht bij de W van wanneer, de T van trein en de V van vervoer. De I van inlich tingen inwinnen leverde niets op. „Ik heb 't.ik heb 't". Het stond bij de S van spoorwegen. „Cuando", vroeg Waldorf, „sale el tren?" „Que tren?" Dat was het toppunt. Een vraag met een vraag beantwoorden. Er stond maar een trein in het station. Zou hij echt gevraagd hebben. „Wel ke trein?" Niet waarschijnlijk. Toch wist je maar nooit. Terwijl hij er naar wees, vroeg Waldorf het op nieuw. De conducteur begon te stralen. „Ah. Este tren. Si". Toen haalde hij zijn schouders op. „Un dia de estos". „Gracias", zei Waldorf dat woord kende hij tenminste en ging terug naar zijn plaats. Het duurde enige tijd voor hij het had gevonden. Un dia de estos: binnenkort. Het rijtuig begon vol te raken; een gezin hier, een echtpaar daar. Zijn bagage, in de vorm van twee grote, onhandige bundels, lag op twee zitplaatsen naast hem. Hij had zijn best gedaan er hanteerbare bun dels van te maken, maar toch had den ze veel weg van de bagage die je, in de dagen dat de landverhuizers uit Oklahoma en Arkansas over de wegen trokken, boven op hun auto's zag. Hij had eerder op de dag een on plezierig ogenblik meegemaakt, toen hij het hotel verliet. Hij was zeer op gewekt Sally zou over tien dagen terug zijn en hij floot toen hij het boekje met uitdrukkingen kocht en verscheidene honderden nuchtere dollars liet omwisselen in verrukke lijke colones. Het akelige ogenblik kwam toen de receptionist vroeg of Senor Appleton een adres voor nagekomen post wil de achterlaten. „Bedankt, maar dat heb ik niet". Toen drong het met een schok tot hem door. Hij ging het onbekende tegemoet. Evenals Columbus ging hij naar een gebied dat niet in kaart was gebracht. Wanneer zeerovers je vroeger de voeten spoelden was dat gemakkelijker dan dit; als je via het uiteinde van de plank overboord stap te wist je tenminste waar je heen ging. Hij stond daar in de mooie hal te denken aan de keren dat hij van huis was weggelopen. Deze keer kwam er nog een sprong over de afgrond bij. Hij wiste zijn leven uit en begon volkomen opnieuw. Evenals Becket, voordat hij de bisschopsmij ter opzette. Maar Becket was een groot man geweest. Hij transpireerde toen hij de taxi bereikte. De afgrond leek onoverkomelijk. Hij zou zich tot zijn dood toe afvragen waar hij de moed vandaan haalde om niet te zeggen, „El Coco Airport, por favor'. De trein reed. Hij verliet San José en reed in de richting van de bergen. De tocht naar Puntarenas komt hemelsbreed neer op zevenenzestig mijl. Ten westen van San José werd niet gevlogen, behalve door vogels. Hij had er navraag naar gedaan. Met de auto of de trein duurde het een hele tijd. Hij had het koud. En met reden. De meseta central, de rijke vlakte van San José, lag nu beneden hem. De stad lag daar nu vrijwel zoals hij haar uit het vliegtuig had gezien: keurig, wit en blinkend in het licht van de middagzon. Hij had er geen idee van hoe hoog hij zat. Er groeiden geen bomen op de ber gen, dus ontbrak de boomgrens. Hij hoorde zijn medepassagiers plotse ling druk door elkaar praten. Ze keken allemaal uit de ramen. De trein bereikte het hoogste punt en ge durende een ogenblik kon je bij helder weer en dat was het bei de oceanen zien. De Grote Oceaan vooruit, de Atlantische Oceaan ach ter je. Het uitzicht maakte hem op gewonden en Waldorf vroeg zich af of hij nu hetzelfde gevoel had als de dappere Cortéz. Hij had maar een gedachte toen hij in Puntarenas aankwam: voedsel. Het was vier uur en hij had de af gelopen drie uur doorgebracht met te kijken hoe ieder ander zijn lunch verorberde: kaas, worst, brood, bo nen, kip, vis, bananen, manga's. Het was vreselijk. Op een gegeven ogenblik stond hij bijna op om iets te stelen. Natuurlijk was er geen res tauratie-wagen en natuurlijk had hij vergeten daarnaar te vragen. En iedere halte van de trein, en er waren er duizenden, duurde net lang genoeg om er gek van te worden en wanneer hij tenslotte dacht: Deze keer probeer ik het te kort om uit te stappen en op zoek te gaan, naar voedsel. Het was warm in Pun tarenas. Tegen de tijd dat hij zijn bundels op het perron had, waren zijn kleren vochtig. Hij keek zoekend rond naar kruiers. Hij was drijfnat toen hij zijn bundels het station in had gezeuld. Het gebouw was op ver nuftige wijze zó ontworpen dat het de warmte absorbeerde. Onnodig te zeg gen dat zijn boekje met uitdrukkingen niets te vermelden had over het af geven van bagage. Tenslotte vond hij de lofeettist, kruier, stationschef, be heerder van 't bagage-depot en sta tionsomroeper, die geheel alleen bij een coca-cola automaat stond. Wal dorf deed zijn eerste ervaring op met gebarentaal en merkte dat de resul taten beter waren dan met het boek je en greep deze keer niet mis: hiij had de bladzijde al uren geleden van een ezelsoor voorzien en vroeg, „Dónde hay un buen restau- rante?" Hij kreeg uitgebreid en rad antwoord en begreep er niets van. Het deed er niet toe. Zijn neus had hem de weg gewezen uit het Fon- tainebleau Hotel; zijn neus kon hem ook de weg wijzen naar de lunch en het avondeten. In Puntarenas rook het vies. Hij had gehoord dat het een belangrijke havenstad was, de belangrijkste Cos ta Ricaanse havenstad aan de Grote Oceaan, maar hij zag niet in wat er zo belangrijk aan was. Een tankschip dat er zeewaardig uitzag, lag in de haven te smelten. (Wordt vervolgd) PUZZEL No. 24 Horizontaal: 1. bevel, 4. drank, 7. bra- vourestuk, 9. borstharnas, 11. nieuw, 12. zout water, 13. in plaats van, 15. plaats in Limburg, 17. deel van weefsel, 19. jon gensnaam, 20. berg, 23. voor, 24. handels genoot (afk.), 25. boom, 27. plaats op de Filippijnen, 28. eenh. v. elektrische weer stand, 29. Europeaan, 30. Europeaan, 31. gedicht, 32. Ned. Televisie Stichting, 33. hoofddeksel, 35. vloerbedekking, 37. oe ver, 38. Gr. naam v. Ceres, 40. volgroeid, 42. slede, 43. liefkozing, 44. strik, 46. pers. vnw., 47. deel van een vis, 51. deel van een japon, 53. Eng. voegwoord, 54. begrip, 56. Europeaan, 57. reptiel, 59. rode vloei stof, 61. gemalen eikeschors, 62. visnet. Verticaal: 1. kledingstuk, 2. Fr. pers. vnw., 3. persbureau, 4. lobbes, 5. bijwoord, ADVERTENTIE gebraden halve kip; royaal garnituur, frurtmix 4.95 geen zaathuurl port-sherry-vermouth 0.90 Vaag de folder menusuggesties diners 15 pers.en meer va. 6.50 HOTEL-CAFE-RESTAURANT 40 meter boven de zee Wijk aan Zee 02517-322 SPECIAUTETTENRESrAURANT Bildendijkstroat hoek Kwakers plein A' DAM-West-020-83176 M 47. De klap die de agent Klabbers van een tweede schurk op zijn helm kreeg, klonk door tot in de slaap kamer van Panda. Tj-tjongemompelde die, langzaam wakker wordend. „Welke klok slaat daar één uur? Of was het geen bel?" Hij luisterde aandachtig en daardoor drong een verward geroep uit de tuin tot hem door. „Er is iets aan de hand!" riep hij, terwijl hij uit zijn bed sprong en de trap afdraafde. „Iemand in nood! Zou het iets te maken hebben met de dief die ze hier hebben gezien? Dan moet ik inspecteur Breuksla ger waarschuwen!" Hij holde naar de woonkamer toe om te zien of de politieman daar nog was. „Hij is er al op af, denk ikzei hij tegen zich zelf. „Die ogen zijn tenminste niet van hem. Dat is het Ichti plirhtli- beeldje, dat zo raar kijkt r WAT IS HET VERSCHRIKKELIJK KOUD VANDAA6Ï MIJN ^JTAART IS HELE MAAL 8EVR0REN ^*WII BEVRIEZEN j 00K VAN ACHTEREN! DAN ZULLEN WE ELKAAR 6AAN ONT DIT <S NIET ALLEEN MAAR 00K NUTTIG NOU IS HET MIJN BEURT' (PPIB 6. plaats in Egypte, 7. vreemde munt, 8. seconde, 9. steen, 10. plaats in België, 11. plant, 14. geprepareerde schapenhuid, 15. lor, 16. boom, 17. spoedig, 18. onverstan dig, 21. plotseling, 22. baardje, 23. soort fijn aardewerk, 26. deel van de vinger, 28. Amer. filmprijs, 33. uitgestotene, 34. on derricht, 36. zoogdier, 37. opening in het ijs, 38. stoot, 39. Europeaan, 41. rookgerei, 43. troep dieren, 45. lange rij, 48. vroegere Spaanse koningin, 49. gevangenis, 50. ge bogen been, 52. gelofte, 54. deel van de hals, 55. ieder, 58. lidwoord, 60. onder officier. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit te zijn. OPLOSSING PUZZEL No. 23 1. kotter, 2. kongsi, 3. tergen, 4. patent, 5. latent, 6. trotse, 7. devoot, 8. tomaat, 9. mistig, 10. retort, 11. peseta, 12. silene, 13. matses, 14. domoor, 15. paraat, 16. gi gant, 17. groots, 18. eskimo, 19. klimop, 20. tamtam, 21. modern, 22. dapper, 23. opname, 24. striem, 25. mineur, 26. poffen, 27. fataal, 28. romaan, 29. rennen, 30. noe mer, 31. domein, 32. menuet, 33. effect, 34. flater, 35. stampt, 36. venter, 37. regent, 38. pagode, 39. leemte, 40. cement, 41. om reis, 42. Teunis, 43. krekel, 44. knekel, 45. kapsel, 46. sleets, 47. edelen, 48. dossen, 49. snufje. De namen der prijswinnaars vindt u elders in dit blad. RHENEN. Sergeant-majoor J. J. Jeu cken, opzichter bij de afdeling vliegtuig radar van het depot Elektronisch Mate rieel van de Koninklijke Luchtmacht, heeft 15.000,- beloning ontvangen voor een tweeledig idee. Dit bedrag is de hoog ste beloning die sinds het ontstaan van de ideeënbusgedachte in de rijksdienst in 1954 ooit aan één persoon is toegekend. De vindingen van de sergeant-majoor hebben betrekking op voorgedrukte be drading in apparatuur van de „Starfigh- ter". Sergeant-majoor Jeucken kwam door zijn hobby voor fotografie, op het idee de voorgedrukte bedrading langs fotografi sche weg en een etsingsprocedé zelf te maken. Dergelijke bedrading is, als zij on klaar is geraakt, moeilijk te herstellen. Het is veel te kostbaar een voorraad er van aan te leggen. Nabestellingen bij de fabrikant hebben een zeer lange levertijd. Om zowel de kostbare voorraadvorming als de lange levertijden te omzeilen dien de de heer Jeucken in 1964 zijn idee in. Tot april 1966 is er mee geëxperimen teerd. Daarna is officieel toestemming gegeven de op de nieuwe wijze vervaar digde onderdelen in de „Starfighter" te gebruiken. (TTan onze correspondent) DEN HAAG. De Tweede Kamerleden Wiegel, Van Dijk en Vonhoff van de V.V.D. hebben minister Klompé gevraagd een duidelijker antwoord te geven op een reeds eerder gestelde vraag over de af faire-Van der Gouw, namelijk hoe het zit met de door de scheidende rijksarchivaris gesignaleerde wetenschappelijke achter stand van tientallen jaren bij het rijks archief. In een eerder antwoord heeft minister Klompé zich beperkt tot de mededeling dat de taken van de rij ksarcMefdienst door het in werking treden van de nieuwe Ar chiefwet zijn uitgebreid. De vragenstel lers merken nu op dat zij niet is inge gaan op de door dr. Van der Gouw in een interview gesignaleerde situatie bij de rijksarchieven, welke 't gevolg zou zijn van een gebrekkige organisatie bij de rijksarchieven. DEN HAAG Op de Maasvlakte in Rotterdam-Europoort komt een betoncen- trale, welke per dag volautomatisch dui zend kubieke meter beton kan leveren, bestemd voor de bouw van de havenmond Hoek van Holland. De fabricage in deze betonfabriek. de grootste van Europa, wordt door slechts één man gecontroleerd en zo nodig bestuurd langs elektronische weg De fabriek zal totaal twee miljoen ton beton vervaardigen voor de haven werken. Eén man kan in één oogopslag het gehele fabricageproces overzien en beheersen. Elektronische apparatuur regelt het wegen en doceren van cement en andere grond stoffen en meet de voorraad ervan in di verse voorraadbunkers. Om stagnatie van de produktie tot een minimum te beper ken zijn tal van onderdelen zeer snel ver wisselbaar. ADVERTENTIE ROTTERDAM Prof. dr. L. H. C. Hulsman, hoogleraar in het strafrecht aan de Economische Hogeschool in Rotterdam, meent dat er in ons land een overheids- fonds moet komen voor schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven. Dit fonds zou de lasten moeten dragen, die de de linquent niet of niet direct kan opbrengen. Prof. Hulsman zei dit woensdag in een inleiding over „Reclassering en conflict oplossing". Tijdens de jaarvergadering van de Vereniging voor reclasseringsings- instellingen. Evenals andere deskundigen op het terrein van misdaad en straf, is de hoogleraar van mening dat er meer aan dacht moet worden besteed aan de slacht offers (of gedupeerden) van misdadig gedrag. In het buitenland, aldus prof. Hulsman, zijn er reeds dergelijke rege lingen. „De klanken schudden in de lucht zo rijp als jonge kersen, wen een lente wind in 't bosje opgaat en zijn reis begint". Ik vermeld deze kersen om dat het de enige meikersen zijn die Gorter in zijn Mei heeft gedaan. Voor taaichirurgen zijn ze een mooi bewijs dat dichters liegen, want kerseboom gaarden en bosjes vormen een onwaar schijnlijke combinatie. Nu, dat liegen van die dichters is een noodzakelijke eigenschap. Dichters liegen een hoge re waarheid dan de waarheidsonder zoekers op de grond ooit zullen vin den. Maar ik dacht dat ik het over kersen had. Met niemand is het beter kerseneten dan met de speelgenoten van onze jeugd, nu merendeels gezeten, en in een enkel geval helaas reeds gelegen burgers, maar toentertijd een woeste horde met een onbedaarlijke honger in het leven en in kersen. Eenmaal per jaar was de dag dat wij er met de school in een toen al oude autobus op uittrokken om voor onze gespaarde gulden zoveel kersen te eten als wij maar konden. De boer die dit bedacht had was een groot econoom, want de kersen kostten toen, meen ik, een dub beltje per pond, een vooroorlogse prijs waarvan men zich nu afvraagt voor welke oorlog dat geweest kan zijn. De grote attractie van het uitstapje be stond echter uit het feit dat ieder de kersen die hij at zelf mocht plukken. Zoals altijd wanneer wij natuurproduk- ten van de natuur zelf betrekken, gaf dit het gevoel dat door slechtliegende dichters wordt omschreven als het zich laven aan de borst van moeder aarde. De vergelijking gaat even mank als de meesten van ons aan het eind van de dag die wij zo gretig plukten, want tegen de bomen stonden ladders opgesteld die minder bestemd schenen om er in te klimmen dan om er uit te vallen. Versierd met bulten als ker sen, de kersen als bulten in onze maag kwamen wij doodmoe en doodziek te rug, maar de pijn is vergeten en wat overblijft is de herinnering aan kers rode dubbele oorbellen, bevend gelegd om een muiszacht meisjesoor tussen haren van vlas of engelenhaar met het voltage van schrikdraad. Het laatste is het geworden, maar ik kan tegen een schokje, en mijn vrouw ook. Toch kwam de schok nog aardig aan, toen wij, verlokt door de herhaalde aansporing „kersen eten", stopten bij een rijk met oorbellen be laden kersentuin. De kersen die de man in het stalletje verkocht lagen niet in manden, maar in houten kist jes, en ze kwamen uit Italië. Evenals de man zagen ze een beetje blauw van de kou, en toen ik hem vroeg of wij zelf niet mochten plukken van dat rode rode daar boven zijn hoofd, bekeek hij mij als een aap die hem het eerst geboorterecht kwam verkopen. „Ge kunt niet in den boom", zei hij, „er zijn geen ladders". Waarom er geen ladders waren? Er waren geen pluk kers. Wat moest er dan met die Be- tuwse meikersen? Die moesten wach ten tot ze verrot naar beneden melen. Het begon te regenen. Onder een paraplu van vaderlandse kersen aten wij buitenlandse. Dat is welvaart: men verdorst niet langer naast een bron, men verdrinkt er. Toen de importeur uit zijn stalletje stapte om het zeil te spannen kreeg hij een kers op zijn neus. Op dat mo ment speet het ons dat hij geen kokos noten verkocht. ADVERTENTIE ANCGANG 39, HAARLEM TEL. 16340 *Vandoog kijkavtmd van, 19.90 tot 22.00 uur KOM MEE MArY 'NORDEfDiT WORDT CO/ WG HEBBEN EEN STUNT WAAROP WEINKb TIJD i V DAT JUFFIE NIET66- K REKEND HEEFTfJ DAT IS EEN HANDELS- GEHEIM, LIEFJE. TOT ZO.' IK GELOOF DATJE WOORD GEHOUDEN HEBT.,,GEEN BOOT TE ZIEN AAN DE HORIZON. WAAR HES JE HET INSTRUMENTEN- PANEEL VERBORGEN, URSULA Samuft 1162. De slechterikken begroetten de komst van hun leider en de twee gevan genen met vreugde. „Mannen"zei de piraat dreunend. Die twee drongen binnen en probeerden iets te stelen. Wat, weet ik niet. Maar het zijn onze vijanden, want ze zien er fatsoen lijk uit. Wat zullen we met hen doen?" „Zeg jij het maar", riepen ze allemaal. „Kielhalen", riep de piraat, maar een man, die als gevangene verkleed was, wees hem erop. dat dit moeilijk ging, daar een kasteel doorgaans niet over een kiel beschikte. Dan van de plank af", riep de piraat. Niet iedereen begreep, wat hij bedoelde, maar het werd gauw duidelijk, dat hij de oude zeeroversstraf op het oog had. Boven op de transen werd een plank uitgelegd en vastgebonden, waarop Bram en de Markies, samen door een touw ver bonden en zwaar geblinddoekt, moesten plaatsnemen. „En nu lopen", riep de piraat. „Telkens zwaai ik mijn zwaard wat dichterbij en wie dan nog niet ver genoeg is, wordt door het staal geraakt." „Maar als we doorlopen, vallen we er af", riep de Markies. „Dat is de bedoeling ook", schaterde de zeerover.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 15