Onderweg-diensten in Spaarndam
voorzien in een behoefte
Voor mensen die op weg
zijn naar ontspanning
Belangrijke onderwerpen
in hervormde synode
Niet trots, maar traagheid is de grote zonde
HARVEY COX: „LAAT DE BESLISSING NIET AAN DE SLANG
Bijbelgenootschap
ZATERDAG
JUNI
1968
Borden
Dankbaar
Aanspraak
-v
Nieuwe theologie
Nieuwe aarde
Nieuwe kerk
(Van onze correspondent)
SPAARNDAM De Amerikaanse theoloog Harvey
Cox beschouwt het „klaverblad", het verkeersplein, als
een van de symbolen voor de moderne samenleving.
Het tekent de mens, die altijd onderweg is van het ene
punt naar het andere de rusteloze zwerver die ge
jaagd op weg is naar een plaats waar hij al een kwar
tier eerder had willen aankomen. Het woord „bezin
ning" valt bij Cox in dat verband niet, hoewel zijn hele
boek „De stad van de mens" één grote poging is om
over de plaats ?n de gedragingen van de mens van onze
tijd na te denken. Dat „Onderweg-zijn" zijn we trou
wens de laatste jaren ook in ander verband tegenge
komen. Wijlen bisschop Bekkers lanceerde voor het
eerst de omschrijving „Gods volk onderweg" voor de
kerk als geheel. En nog simpeler: de „Kerk onderweg",
als de plaats waar de mens, die op weg is naar zijn ont
spanning, enkele momenten met het evangelie kan
worden geconfronteerd. Over dat laatste facet gaat het
hier volgende verhaal.
Ze zijn er op verschillende plaatsen
in ons land telkens op of nabij
drukke punten. Het oudste recht heb
ben de zondag diensten in het kerkje
in het fort Groenekan bij Utrecht.
Daarna volgde onder meer in de om
geving van Heerenveen de „rotonde-
kerk". Het oude kerkje van Terband
biedt elke zondagmorgen de mogelijk
heid van bezinning aan die mensen,
die de rotonde ten noorden van Hee
renveen passeren. Sinds een paar
jaar is er nu ook een reeks „Onder
wegdiensten" in het oude protestant
se kerkje van Spaarndam. Deze wor
den gehouden gedurende het zomer
seizoen. De laatste dienst zal worden
gehouden op zondag acht september.
Predikanten en andere voorgangers
uit de omgeving komen beurtelings
een dienst leiden. Het zijn heel een
voudige diensten: een korte liturgie,
een beknopte preek die er in de eerste
plaats op is gericht de bezoekers een
gedachte mee te geven, medewerking
van een zanger of zangeres, een mu
sicus of een koortje. De hele dienst
duurt nog geen drie kwartier en
wordt vroeg gehouden, des morgens
om negen uur al.
De vraag rijst wie daarmee nu
worden bereikt.
Het antwoord van ds. J. Kroon, pre
dikant van de Nederlandse Hervorm
de gemeente van Spaarndam-Spaarn-
woude is rechtuit: „Wij bereiken de
mensen op doortocht, die toch bereid
zijn vroeg naar de kerk te gaan om
dat ze er behoefte aan hebben. Het is
duidelijk te merken dat onze onder
weg-diensten voorzien in een wens
van velen. Want vroeger hadden we in
de normale diensten in het kerkje
van Spaarndam zo'n twintig, vijfen
twintig mensen. Nu komen er nooit
minder dan tachtig en zelfs wel hon
derdtwintig.
Het kerkje zelf kan ongeveer twee
honderd mensen bevatten. Dat zegt
dus wel iets. Natuurlijk komen hier
de belangstellende kerkgangers. Na
afloop kunnen ze gratis een kopje
koffie drinken in het gemeentezaaltje
bij de kerk. Dan spreken we wel eens
met de aanwezigen. Daarbij hebben
we gemerkt, dat er wel uit Leerdam,
uit Hilversum en ook uit het noorden
van het land komen".
Dan tijst de vraag: welk type men
sen komt hier? De lijst van voorgan
gers doet vermoeden dat ze overwe
gend uit de middenorthodoxe komen.
Bij ds. Kroon wekt deze vraag
enige weerstand. Hij vertelt wel dat
de meesten uit de midden-orthodoxe
stammen, maar voegt er aan toe dat
hij ook wel lidmaten van de gerefor
meerde kerken heeft getroffen.
„We zijn hier trouwens niet zo erg
streng", voegt hij eraan toe, „en het
kan me ook niet zo veel schelen, wat
voor etiketje ze me op de jas spelden.
Het gaat erom dat de mensen hier
komen. Er is duidelijk behoefte aan
deze diensten: vaak bereiken ons mid
den in de winter al verzoeken, om er
toch alsjeblieft mee door te gaan".
Twee jaar geleden is de hervormde
kerkeraad van Spaarndam-Spaarn-
woude min of meer op goed geluk met
deze diensten begonnen. Er was een
voudig niet te voorspellen hoe groot
de belangstelling zou zijn. Die is dus
erg meegevallen. Maar om nog meer
mensen te trekken, wil ds. Kroon erg
graag veel publiciteit.
„We zouden graag wat borden willen
plaatsen bij de afrit van de snelweg
bij Santpoort. Maar Rijkswaterstaat
ketst dat maar steeds af. Er ligt nu al
weer een nieuw verzoek van ons bij
het ministerie van Verkeer en Water
staat. We hebben trouwens op dit ter
rein nog al met pech te kampen. In het
eerste jaar hadden we zondagsmorgens
jongens met borden bij deze snelweg
staan om de aandacht op deze diensten
te vestigen. De NTS maakte hier op
namen van en zou deze in een journaal
brengen. Maar op het moment dat dit
filmpje zou worden uitgezonden, wa
ren er relletjes in Amsterdam en toen
verviel deze spot dus.
Nu mag een sandwichman overal lo
pen waar hem dat niet verboden is.
Met deze borden kun je dus wel wat
doen. Maar het zou leuker zijn wan
neer we daar een vast bord konden
hebben. We zouden dan vermoedelijk
veel Amsterdammers trekken die op
weg zijn naar Zand voort. Het is me
niet duidelijk, waarom zo iets hier nu
niet mag en allerlei andere reclame op
soortgelijke drukke punten wel! Voor
allerlei commerciële toestanden is de
toestemming te krijgen. Voor de ron-
tondediensten bij Heerenveen en
voorts soortgelijke diensten in De Bilt
zijn oQk aanwijsborden toegestaan
waarom dan hier niet?"
De ervaringen, die ds. Kroon en zijn
kerkeraad met deze diensten hebben
opgedaan, zijn voortreffelijk. De men
sen zijn zeer dankbaar voor de gele
genheid tot kerkgaan die hun hier
wordt geboden. Voor de kerkelijke ge
meente heeft de overweging gegolden
dat men het mooie kerkje van Spaarn
dam niet exclusief voor het eigen klei
ne groepje mocht bewaren maar dat
het de gemeenschap in zo breed mo
gelijke zin behoort te dienen.
„Talloze mensen, die de hele week
tussen vier muren zitten, willen er
zondags uit. Dan kan een korte dienst
op een vroeg tijdstip nog wel eens
boeien. Een normale kerkdienst wordt
voor hen eigenlijk te laat gehouden
en duurt te lang. Ik noem een enkel
voorbeeld: ik sprak eens met een ver
zekeraar, die de hele dag bij de tele
foon zit. Hij wil er uit, maar wil toch
zijn kerkdienst niet missen. Tot dus
verre ging hij zondagsmorgens vroeg
van huis en luisterde dan onderweg
via zijn autoradio naar een dienst. Nu
komt hij hier en beleeft de eredienst
samen met de gemeente".
De, vraag kan rijzen of je bij een zo
sterk wisselend publiek de preek niet
een bijzonder karakter moet geven.
„Je vraagt je zelf inderdaad wel af
hoe je die mensen moet aanspreken.
Maar dat probleem is er ook wanneer
je in een vreemde gemeente preekt.
Ook dan heb je vaak moeite met de
aanspraak. Maar het is moeilijk al
maar te preken over het „onderweg
zijn".
De recreatie heeft natuurlijk wel
een groot aantal facetten, die je zo af
en toe in een preek aan de orde kunt
stellen. Wat de aanpak betreft: je moet
je in elk geval instellen op mensen die
verder gaan. Je geeft ze dus zoveel
mogelijk een concrete gedachte mee,
gaat niet zozeer theologiseren. Ik heb
er zelf al eens als gewoon kerkganger
gezeten en hoorde toen een goede
preek over het thema „Vaderdag",
waarvan de mensen die zondag vol
waren. De voorganger begon toen te
vertellen van de mooie das. die hij die
morgen had gekregen en, bouwde daar
een goede preek op".
Overigens wordt er niet gezocht naar
speciale predikanten, die het nu alle
maal eens bijzonder zullen zeggen. Het
is de vraag, of die komen, maar bo
vendien heeft ds. Kroon daar princi
piële bezwaren tegen. Dit is een taak
voor de gewone predikanten uit de om
geving. Die kunnen haar het best ver
vullen.
En de kosten? Dat blijkt geen enkel
probleem op te leveren. Tijdens de
dienst is er één collecte voor alle ker
kelijke doeleinden waarvoor altijd
wordt gecollecteerd. Bij de uitgang
wordt er gecollecteerd om de kosten
van deze diensten te dekken. Er wordt
niet bijzonder de aandacht op geves
tigd, maar toch komen de uitgaven er
Stil ligt het kerkje van Spaarndam
in het hart van het dorp eens
een bedrijvige vissersplaats, nog
vroeger in zijn geschiedenis een
vrijhaven voor de Hanzeschepen.
ruimschoots uit. Ds. Kroon acht dat
juist. Waarom zou men de diensten
van de kerk gratis moeten genieten,
wanneer men voor allerlei andere
hulp vanzelfsprekend betaalt?
Zo staat het met onderwegdiensten
in Spaarndam; zij vormen een stuk
dienst van de kerk aan de mens die
ontspanning zoekt.
DEN HAAG. In de zomerverga
dering van de Generale Synode der
Nederlandse Hervormde Kerk, die van
maandag tot en met woensdag op het
pastoraal centrum Hydepark te Drie-
(Van een medewerker)
HAARLEM De mens als zondaar wordt
door de godsdienstige schrijvers in de regel
afgeschilderd als de opstandige, trotse rebel,
die de hemel bestormt en niet geleerd heeft
tevreden te zijn met zijn lot. Op grond van het
paradijsverhaal over Adam en Eva en de
slang wordt de trots van de mens als zijn
grote zonde getekend. De grote zwakheid van
de mens is echter niet zijn trots, maar zijn
traagheid, niet zijn pogen om meer te zijn
dan een mens, maar zijn onwil om alles te
zijn, waarvoor hij als mens geschapen werd.
Zijn morele aftakeling komt maar ten dele
voort uit zijn onwil om berouw te hebben over
het kwaad, dat men in het verleden heeft ge
daan. Het komt nog meer voort uit de onwil
om de verantwoordelijkheid op zich te nemen
voor wat hij in de toekomst zal doen. De mens
heeft zich evenals Adam en Eva te veel en te
lang door de slang laten zeggen wat hij moest
doen. Hij moet zich bekeren van deze traag
heid en laksheid ten aanzien van de politieke
en sociale vraagstukken in de samenleving en
tot daden overgaan, desnoods revolutionaire
daden.
Dit is de kern van de boodschap in het nieuwe
boek: „Laat de Beslissing niet aan de Slang" van
de Amerikaanse theoloog dr. Harvey Cox, wiens
boek „De Stad van de Mens" enkele jaren geleden
een bestseller is geworden in ons land, zodat er al
gesproken werd over coxianen en anti-coxianen.
Deze nieuwe publikatie is een wat wild, maar
meeslepend boek met een rebelse boodschap. Dr.
Cox legt de zweep over het gezapige christendom
en roept op tot christelijk-revolutionair handelen.
Adolf Eichmann, een figuur uit onze geschiede
nis, niet uit een drama, is de volmaakte verper
soonlijking van de twintigste-eeuwse zondaar, aldus
Cox: „Een zouteloze zak, schuldig aan misdaden
die zo monstrueus zijn, dat zij de verbeelding te
boven gaan. Veel mensen hebben tijdens het pro
ces opgemerkt dat hij hun een onaangenaam ge
voel gaf, doordat hij er zo gewoon uitzag, precies
als een van ons. Deze menselijke nul, die kennelijk
niet in staat was tot een zondeval als die van Luci
fer, was de mens die de volkenmoord beging, een
voudig door te doen wat hem bevolen werd en te
zorgen dat de treinen op tijd liepen zonder er zelf
zijn handen aan vuil te maken".
De recente geschiedenis heeft echter ook een
nieuw soort heiligen voortgebracht, mensen van
vlees-en-bloed, wier leven in fel contrast staat met
de „bleke, zichzelf vernederende heiligen uit de
religieuze grootwarenhuizen". Figuren als Dorothy
Day, die zich vereenzelvigde met de armen en af
stand deed van geld en eigendom. De Duitse theo
loog Bonhöffer, die deelnam aan een complot om
Hitier te doden, gevangen genomen en opgehangen
werd. Camillo Torres, de Columbiaanse priester,
die zijn mede-christenen opriep tot revolutionaire
actie in Latijns Amerika en neergeschoten werd in
een treffen tussen politie en guerrilla's. Martin
Luther King, voorvechter van geweldloze actie
voor negers en armen, die vermoord werd. Deze
voorbeelden leren, volgens dr. Cox, dat onderwer
ping, passiviteit niet langer het- wezen uitmaken
van heiligheid, maar dat protest, twijfel, verzet
en zelfs ongehoorzaamheid ook uitingen kunnen
zijn van gehoorzaamheid aan het evangelie.
De zonde van Adam en Eva was in eerste aanleg
niet, dat zij van de verboden vrucht aten, maar
dat zij zich door één van de dieren, de slang, lieten
zeggen wat te doen, zo redeneert dr. Cox. Aan de
fatale beet in de appel ging geen trots, maar twij
fel aan zichzelf, afhankelijkheid en aarzelende be
zorgdheid over wat er zou gebeuren vooraf. Adam
en Eva zijn de bijbelse „elckerlycs". Hun zonde is
onze zonde. Die zonde is niet, dat wij als Pro
metheus het vuur uit de hemel stelen om zo de
mensheid een weldaad te bewijzen. Zo heldnaftig
zijn we niet. Wij verknoeien onze bestemming door
ons door een slang te laten gezeggen, wat wij moe
ten doen. Adam is de elckerlyc, die eerst niet mens
wil zijn en het dan later niet meer kan. Maar dat
verandert bij de komst van de tweede Adam,
Christus. Daar verscheen een mens, die mens wilde
zijn en het ook was. In hem wordt de volledige
menselijke verantwoordelijkheid weer opgenomen.
„Wij moeten in onze dagen voorzichtig zijn met
al onze nadruk te leggen op de dienende rol van
de kerk, opdat wij niet de indruk wekken, dat het
evangelie de mens roept tot slaafse onderdanig
heid. Dat is niet zo. Het roept hem op tot volwas
sen rentmeesterschap, oorspronkelijkheid, vinding
rijkheid, heerschappij over de wereld. Laat niet
een slang zeggen wat ons te doen staat".
„de impuls" van hoop
In de volgende hoofdstukken laat dr. Cox dan
zien, wat dit alles betekent voor de theologie, voor
de kerk als instituut en vooral voor haar leden
ten aanzien van het politieke en sociale leven. Als
twee denkers, die de theologie na de „dood van
god" nieuw bloed kunnen geven, noemt hij de
Franse, rooms-katholieke filosoof, theoloog pater
Teilhard de Chardin en de Duitse communistische
filosoof Ernst Bloch, beiden „intellectuele vage
bonden", die niet tot de theologische club behoren.
Teilhard ontdekte in de evolutie de zich steeds
meer verdiepende vermenselijking van de mens en
een vermenselijking van het heelal. Bloch hield
zich bezig met de mens als belofte. De gedachten-
wereld van Teilhard was het adembenemende grote
heelal en het opduiken van het verschijnsel mens
daarin, het punt, waarop de kosmos begint te den
ken en het stuur in handen neemt. Het denken van
Bloch concentreert zich op de menselijke geschie
denis, een mensheid die op reis gestuurd is en
voorttrekt door de tijd, gedreven door de hoop,
die door de joodse profeten is gewekt, maar door
de christenen al te veel uit het oog is verloren.
De geschiedenis van de mens voltrekt zich in het
denken, van beiden onder
en toekomstverwachting.
De oude theologie schijnt de dodenwacht te heb
ben betrokken bij de god, die is. Er kan nu wel
licht meer ruimte komen voor de theologie van de
god, die zal zijn, die komende is, de god van de
toekomst. Naast de theologie over god, die geweest
is, kan een theologie komen van de god, die komt.
Zij kan de gelovigen de weg wijzen, hoe zij hun
rol als voorhoede van de mensheid kan vervullen
om een nieuwe wereld van gerechtigheid en vrede
te bouwen. „Om een dode god hoeft niemand een
traan te laten. Een god, die dood kan gaan, ver
dient geen tranen. Laten wij er ons liever over
verheugen, dat wij weer bevrijd van een nacht
merrie, nu de taak op ons kunnen nemen om ge
stalte te geven aan een toekomst, die niet mo
gelijk gemaakt wordt door iets dat „is", maar door
„hij die komt", aldus dr. Cox.
Dr. Cox ziet twee schisma's in de kerk: het eerste
schisma, dat tussen het christendom en Israel is
het ernstigste en het meest verwoestende. Het
heeft het zicht op de joodse jezus verduisterd en
de hoop van Israel op een aarde, waarop vrede en
gerechtigheid zouden heersen. Het tweede schisma
in de kerk is gelegen in haar falen om voedsel
te geven aan hoop voor deze wereld, zodat zij ge
scheiden is geraakt van praktisch alle bewegingen,
die zich wijden aan sociale verbetering en mense
lijke rechtvaardigheid.
Het boeiendste aspect van de tweede helft van
deze eeuw is wellicht, dat zij zich zo bezig houdt
met de toekomst. De theologie zal ook een „theo
logie van de toekomst" moeten worden. En daar
naast een „theologie van de secularisatie", die dr.
Cox positief waardeert, omdat daarin de wereld
aan de mens gegeven wordt en de mens terug
gebracht wordt naar zijn opdracht om mens te
worden en de aarde te vernieuwen. Daartoe is een
gesprek tussen christendom en marxisme nodig,
waarvoor de tijd nu rijp is en dat hier en daar ai
begonnen is. Dr. Cox citeert de uitspraak van
Teilhard: „Naar mijn mening zal de wereld niet
eerder tot de hemelse beloften van het christendom
bekeerd worden dan nadat eerst het christendom
bekeerd is tot de beloften van de aarde". Het wordt
volgens Cox tijd dat er definitief een einde komt
aan de uitputtingsoorlog, die nu al tientallen jaren
wordt gevoerd tussen christendom en marxisme.
Er is, zo zegt dr. Cox, een nieuw tijdperk aan
gebroken, het tijdperk, waarin de wereld een
wereldstad wordt tevens het na-christelijke tijd
perk. In dit tijdperk heeft de kerk geleerd, dat
Christus niet alleen-heer is van de kerk maar ook
van de wereld en dat hij zijn navolgers wil leren
om als gelovige, mondelinge en verantwoordelijke
mensen te leven in dit na-christelijke t.ijdoerk. Als
voorbeeld noemt hij onder meer de „New Breed",
het „nieuwe slag", in de Amerikaanse kerken,
predikanten en gemeenteleden, die tot sociaal-
politieke actie overgaan voor de vrede tegen
de armoede en rassenwaan. De hervorming van de
zestiende eeuw was vooral een hervorming van de
kerk. Er zal zich nu een nieuwe hervorming moe
ten voltrekken, die zich richt op de wereld.
De kerk zal onder meer deze drie dingen moeten
nastreven: zij zal in de eerste plaats in de wereld
aanwezig, present moeten zijn, niet heersend en
los. Zij zal in de tweede plaats een zekere terug
houdendheid met woorden moeten betrachten de
mensen buiten de kerk zien de kerk veel te veel
als een instituut, waar maar wordt gepraat en ge
predikt. In de derde plaats zal de kerk een poli
tiek apostolaat moeten beoefenen. Voor de ver
vulling van haar roeping in de wereld vormt de
gescheidenheid van de kerk een ernstige belem
mering. „De twistgesprekken tussen katholieken
en protestanten zijn voor de zending in de mo
derne metropool even relevant als de hoekse en
kabeljauwse twisten en de slag bij Kortrijk". „Wat
wij nodig hebben is een soort oecumene van „on
deren af", waarbij mensen in hun eigen plaatse
lijke gemeenten samenwerken in zaken waar
christenen samen voor komen te staan, met afzien
van kerkelijke afkomst. Dr. Cox pleit voor de vor
ming van gemeenten-ad-hoc, die zich richten op
bepaalde actuele problemen in kerk en samen
leving. „Wij hebben mobiele gemeenten nodig: ge
meenten die door leken worden geleid met de hulp
van theologisch onderlegde personen-gemeenten,
die nieuwe vormen ontwerpen van samenwerken
en bidden-vormen, die nog ongehoord zijn in ons
ten ondergang gedoemde confessionele christen
dom. In een „manifesto", dat in 1965 gepubliceerd
Werd m „Renewal", beveelt Stephen Rose aan, dat
de verschillende kerkgenootschappen zichzelf in
de toekomst veel meer moeten gaan zien als de
research- en planbureaus in dienst van de totale
oecumenische kerk".
De kerk van de toekomst duikt, volgens dr. Cox
op aan de randen van de bestaande kerken Er
zullen veel mensen toe behoren, die buiten de
kerken staan en ook velen, die daar binnen wer
ken. De kerk van de toekomst zal bepaalde, her
vormde structuren van de huidige kerk vertonen,
maar ook volkomen nieuwe vormen, die we ons
nu zelfs nog niet kunnen voorstellen. Bij dit alles
moet echter wel bedacht worden, dat de ver
nieuwing tenslotte gods werk is en niet dat van
de mensen, zo waarschuwt Cox. Ook moet bedacht
worden, dat wanneer de christenen zich uitslui
tend concentreren op de vernieuwing van de kerk
die vernieuwing daardoor juist wordt tegenge
werkt, want god wil niet een nieuwe kerk, maar
een nieuwe wereld. „Onze inzet voor een andere
kerk moet pas op het tweede plan komen. In het
brandpunt van onze zorg moet het herstel van de
mens in zijn menselijkheid liggen het herstel van
deze wereld tot een volop menselijke woonplaats.
Wanneer wij onze energie aan deze humaniserende
opdracht wijden, zijn wij direct bij gods werk be
trokken: hij zal zorgen dat de vernieuwing van
het leven van zijn volk voortgang vindt".
Harvey Cox: „Laat de beslissing niet aan de
slang", uitgeverij Amboboeken, Utrecht, 237 blad
zijden.
bergen wordt gehouden, zullen een
aantal belangrijke zaken aan de orde
komen. De synode krijgt enkele rap
porten over actuele onderwerpen te
behandelen, zoals het rapport „Mens
en natuur", een rapport over het amht,
en, ter voorbereiding van de komende
assemblee van de Wereldraad van
Kerken in Uppsala, rapporten over re
volutie en gerechtigheid en over vre
desvraagstukken.
Maandag behandelt de synode onder
meer het jaarverslag van de raad voor
de zending, waarna prof. dr. A. J.
Bronkhorst zal spreken over het r.-k.
pastoraal concilie en het door de Ne
derlandse Hervormde Kerk ingestelde
Rome-beraad.
Na enkele kerkordewijzigingen be
gint 's avonds de behandeling van een
rapport van de raad voor kerk en
theologie over mens en natuur. Het
gaat in dit rapport over de verant
woordelijkheid van de christenen ten
opzichte van de schepping. Tegen de
achtergrond van het hedendaagse ge
bruik van chemische middelen en in
secticiden, waardoor het biologisch
evenwicht in de natuur wordt ver
stoord en diersoorten verdwijnen, stelt
het rapport dat de mens als rent
meester van Gods schepping een bij
zondere verantwoordelijkheid heeft
voor de schepping in haar geheel.
Dinsdag zal het ministerie van stu
dentenpredikanten aan de synode ver
slag uitbrengen over haar werk en
komt het rapport over het ambt in
behandeling. Na vele jaren studie over
de vragen rondom het ambt heeft een
nieuwe commissie een rapport voor de
svnode tot stand gebracht. Prof. dr. H.
Berkhof uit Leiden heeft een belang
rijk aandeel in deze nieuwe studie ge
had. Dinsdagavonds komen het jaar
verslag „Kerk en Wereld" en diverse
zaken aan de orde.
De ochtend van de laatste dag van
de zomersynode is gewijd aan de voor
bereiding voor Uppsala. In behande
ling komen een nota van de raad voor
de zaken van kerk en samenleving
over revolutie en gerechtigheid en een
nota van de commissie internationale
zaken van de oecumenische raad van
kerken over vredesvraagstukken.
Woensdagmiddag staat op de agenda
de behandeling van een ontwerp proef
bundel met ongeveer 450 nieuwe ge
zangen.
AMSTERDAM. Het Nederlands
Bijbelgenootschap heeft vorig jaar
ruim 313.000 bijbels en bijbelse uitga-
venfachtduizend meer dan in 1966(ver-
kocht met een gezamenlijke waarde
van bijna 1,7 miljoen gulden. Het aan-
depl van de twee rijdende bijbelhuizen
daarin bedraagt 181.000 gulden. Dit
blijkt uit het jaarverslag van het ge
nootschap, dat eind vorig jaar 242.736
leden telde.
In totaal zijn er in 1967 ruim 335
duizend bijbels en bijbelboeken ge
drukt door het genootschap, waarvan
36.000 voor Kameroen. Er is een toe
nemende internationale samenwerking
voor bijbelvertalingen. Op Europees
niveau wordt gedacht aan een Euro
pees vertaaldepartement. De vertaai-
afdeling van het N.B.G. was vorig jaar
behulpzaam bij uitgaven voor ver
schillende Afrikaanse landen en Indo
nesië.
r