Onderweg-diensten in Spaarndam voorzien in een behoefte Voor mensen die op weg zijn naar ontspanning Belangrijke onderwerpen in hervormde synode Niet trots, maar traagheid is de grote zonde HARVEY COX: „LAAT DE BESLISSING NIET AAN DE SLANG Bijbelgenootschap ZATERDAG JUNI 1968 Borden Dankbaar Aanspraak -v Nieuwe theologie Nieuwe aarde Nieuwe kerk (Van onze correspondent) SPAARNDAM De Amerikaanse theoloog Harvey Cox beschouwt het „klaverblad", het verkeersplein, als een van de symbolen voor de moderne samenleving. Het tekent de mens, die altijd onderweg is van het ene punt naar het andere de rusteloze zwerver die ge jaagd op weg is naar een plaats waar hij al een kwar tier eerder had willen aankomen. Het woord „bezin ning" valt bij Cox in dat verband niet, hoewel zijn hele boek „De stad van de mens" één grote poging is om over de plaats ?n de gedragingen van de mens van onze tijd na te denken. Dat „Onderweg-zijn" zijn we trou wens de laatste jaren ook in ander verband tegenge komen. Wijlen bisschop Bekkers lanceerde voor het eerst de omschrijving „Gods volk onderweg" voor de kerk als geheel. En nog simpeler: de „Kerk onderweg", als de plaats waar de mens, die op weg is naar zijn ont spanning, enkele momenten met het evangelie kan worden geconfronteerd. Over dat laatste facet gaat het hier volgende verhaal. Ze zijn er op verschillende plaatsen in ons land telkens op of nabij drukke punten. Het oudste recht heb ben de zondag diensten in het kerkje in het fort Groenekan bij Utrecht. Daarna volgde onder meer in de om geving van Heerenveen de „rotonde- kerk". Het oude kerkje van Terband biedt elke zondagmorgen de mogelijk heid van bezinning aan die mensen, die de rotonde ten noorden van Hee renveen passeren. Sinds een paar jaar is er nu ook een reeks „Onder wegdiensten" in het oude protestant se kerkje van Spaarndam. Deze wor den gehouden gedurende het zomer seizoen. De laatste dienst zal worden gehouden op zondag acht september. Predikanten en andere voorgangers uit de omgeving komen beurtelings een dienst leiden. Het zijn heel een voudige diensten: een korte liturgie, een beknopte preek die er in de eerste plaats op is gericht de bezoekers een gedachte mee te geven, medewerking van een zanger of zangeres, een mu sicus of een koortje. De hele dienst duurt nog geen drie kwartier en wordt vroeg gehouden, des morgens om negen uur al. De vraag rijst wie daarmee nu worden bereikt. Het antwoord van ds. J. Kroon, pre dikant van de Nederlandse Hervorm de gemeente van Spaarndam-Spaarn- woude is rechtuit: „Wij bereiken de mensen op doortocht, die toch bereid zijn vroeg naar de kerk te gaan om dat ze er behoefte aan hebben. Het is duidelijk te merken dat onze onder weg-diensten voorzien in een wens van velen. Want vroeger hadden we in de normale diensten in het kerkje van Spaarndam zo'n twintig, vijfen twintig mensen. Nu komen er nooit minder dan tachtig en zelfs wel hon derdtwintig. Het kerkje zelf kan ongeveer twee honderd mensen bevatten. Dat zegt dus wel iets. Natuurlijk komen hier de belangstellende kerkgangers. Na afloop kunnen ze gratis een kopje koffie drinken in het gemeentezaaltje bij de kerk. Dan spreken we wel eens met de aanwezigen. Daarbij hebben we gemerkt, dat er wel uit Leerdam, uit Hilversum en ook uit het noorden van het land komen". Dan tijst de vraag: welk type men sen komt hier? De lijst van voorgan gers doet vermoeden dat ze overwe gend uit de middenorthodoxe komen. Bij ds. Kroon wekt deze vraag enige weerstand. Hij vertelt wel dat de meesten uit de midden-orthodoxe stammen, maar voegt er aan toe dat hij ook wel lidmaten van de gerefor meerde kerken heeft getroffen. „We zijn hier trouwens niet zo erg streng", voegt hij eraan toe, „en het kan me ook niet zo veel schelen, wat voor etiketje ze me op de jas spelden. Het gaat erom dat de mensen hier komen. Er is duidelijk behoefte aan deze diensten: vaak bereiken ons mid den in de winter al verzoeken, om er toch alsjeblieft mee door te gaan". Twee jaar geleden is de hervormde kerkeraad van Spaarndam-Spaarn- woude min of meer op goed geluk met deze diensten begonnen. Er was een voudig niet te voorspellen hoe groot de belangstelling zou zijn. Die is dus erg meegevallen. Maar om nog meer mensen te trekken, wil ds. Kroon erg graag veel publiciteit. „We zouden graag wat borden willen plaatsen bij de afrit van de snelweg bij Santpoort. Maar Rijkswaterstaat ketst dat maar steeds af. Er ligt nu al weer een nieuw verzoek van ons bij het ministerie van Verkeer en Water staat. We hebben trouwens op dit ter rein nog al met pech te kampen. In het eerste jaar hadden we zondagsmorgens jongens met borden bij deze snelweg staan om de aandacht op deze diensten te vestigen. De NTS maakte hier op namen van en zou deze in een journaal brengen. Maar op het moment dat dit filmpje zou worden uitgezonden, wa ren er relletjes in Amsterdam en toen verviel deze spot dus. Nu mag een sandwichman overal lo pen waar hem dat niet verboden is. Met deze borden kun je dus wel wat doen. Maar het zou leuker zijn wan neer we daar een vast bord konden hebben. We zouden dan vermoedelijk veel Amsterdammers trekken die op weg zijn naar Zand voort. Het is me niet duidelijk, waarom zo iets hier nu niet mag en allerlei andere reclame op soortgelijke drukke punten wel! Voor allerlei commerciële toestanden is de toestemming te krijgen. Voor de ron- tondediensten bij Heerenveen en voorts soortgelijke diensten in De Bilt zijn oQk aanwijsborden toegestaan waarom dan hier niet?" De ervaringen, die ds. Kroon en zijn kerkeraad met deze diensten hebben opgedaan, zijn voortreffelijk. De men sen zijn zeer dankbaar voor de gele genheid tot kerkgaan die hun hier wordt geboden. Voor de kerkelijke ge meente heeft de overweging gegolden dat men het mooie kerkje van Spaarn dam niet exclusief voor het eigen klei ne groepje mocht bewaren maar dat het de gemeenschap in zo breed mo gelijke zin behoort te dienen. „Talloze mensen, die de hele week tussen vier muren zitten, willen er zondags uit. Dan kan een korte dienst op een vroeg tijdstip nog wel eens boeien. Een normale kerkdienst wordt voor hen eigenlijk te laat gehouden en duurt te lang. Ik noem een enkel voorbeeld: ik sprak eens met een ver zekeraar, die de hele dag bij de tele foon zit. Hij wil er uit, maar wil toch zijn kerkdienst niet missen. Tot dus verre ging hij zondagsmorgens vroeg van huis en luisterde dan onderweg via zijn autoradio naar een dienst. Nu komt hij hier en beleeft de eredienst samen met de gemeente". De, vraag kan rijzen of je bij een zo sterk wisselend publiek de preek niet een bijzonder karakter moet geven. „Je vraagt je zelf inderdaad wel af hoe je die mensen moet aanspreken. Maar dat probleem is er ook wanneer je in een vreemde gemeente preekt. Ook dan heb je vaak moeite met de aanspraak. Maar het is moeilijk al maar te preken over het „onderweg zijn". De recreatie heeft natuurlijk wel een groot aantal facetten, die je zo af en toe in een preek aan de orde kunt stellen. Wat de aanpak betreft: je moet je in elk geval instellen op mensen die verder gaan. Je geeft ze dus zoveel mogelijk een concrete gedachte mee, gaat niet zozeer theologiseren. Ik heb er zelf al eens als gewoon kerkganger gezeten en hoorde toen een goede preek over het thema „Vaderdag", waarvan de mensen die zondag vol waren. De voorganger begon toen te vertellen van de mooie das. die hij die morgen had gekregen en, bouwde daar een goede preek op". Overigens wordt er niet gezocht naar speciale predikanten, die het nu alle maal eens bijzonder zullen zeggen. Het is de vraag, of die komen, maar bo vendien heeft ds. Kroon daar princi piële bezwaren tegen. Dit is een taak voor de gewone predikanten uit de om geving. Die kunnen haar het best ver vullen. En de kosten? Dat blijkt geen enkel probleem op te leveren. Tijdens de dienst is er één collecte voor alle ker kelijke doeleinden waarvoor altijd wordt gecollecteerd. Bij de uitgang wordt er gecollecteerd om de kosten van deze diensten te dekken. Er wordt niet bijzonder de aandacht op geves tigd, maar toch komen de uitgaven er Stil ligt het kerkje van Spaarndam in het hart van het dorp eens een bedrijvige vissersplaats, nog vroeger in zijn geschiedenis een vrijhaven voor de Hanzeschepen. ruimschoots uit. Ds. Kroon acht dat juist. Waarom zou men de diensten van de kerk gratis moeten genieten, wanneer men voor allerlei andere hulp vanzelfsprekend betaalt? Zo staat het met onderwegdiensten in Spaarndam; zij vormen een stuk dienst van de kerk aan de mens die ontspanning zoekt. DEN HAAG. In de zomerverga dering van de Generale Synode der Nederlandse Hervormde Kerk, die van maandag tot en met woensdag op het pastoraal centrum Hydepark te Drie- (Van een medewerker) HAARLEM De mens als zondaar wordt door de godsdienstige schrijvers in de regel afgeschilderd als de opstandige, trotse rebel, die de hemel bestormt en niet geleerd heeft tevreden te zijn met zijn lot. Op grond van het paradijsverhaal over Adam en Eva en de slang wordt de trots van de mens als zijn grote zonde getekend. De grote zwakheid van de mens is echter niet zijn trots, maar zijn traagheid, niet zijn pogen om meer te zijn dan een mens, maar zijn onwil om alles te zijn, waarvoor hij als mens geschapen werd. Zijn morele aftakeling komt maar ten dele voort uit zijn onwil om berouw te hebben over het kwaad, dat men in het verleden heeft ge daan. Het komt nog meer voort uit de onwil om de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor wat hij in de toekomst zal doen. De mens heeft zich evenals Adam en Eva te veel en te lang door de slang laten zeggen wat hij moest doen. Hij moet zich bekeren van deze traag heid en laksheid ten aanzien van de politieke en sociale vraagstukken in de samenleving en tot daden overgaan, desnoods revolutionaire daden. Dit is de kern van de boodschap in het nieuwe boek: „Laat de Beslissing niet aan de Slang" van de Amerikaanse theoloog dr. Harvey Cox, wiens boek „De Stad van de Mens" enkele jaren geleden een bestseller is geworden in ons land, zodat er al gesproken werd over coxianen en anti-coxianen. Deze nieuwe publikatie is een wat wild, maar meeslepend boek met een rebelse boodschap. Dr. Cox legt de zweep over het gezapige christendom en roept op tot christelijk-revolutionair handelen. Adolf Eichmann, een figuur uit onze geschiede nis, niet uit een drama, is de volmaakte verper soonlijking van de twintigste-eeuwse zondaar, aldus Cox: „Een zouteloze zak, schuldig aan misdaden die zo monstrueus zijn, dat zij de verbeelding te boven gaan. Veel mensen hebben tijdens het pro ces opgemerkt dat hij hun een onaangenaam ge voel gaf, doordat hij er zo gewoon uitzag, precies als een van ons. Deze menselijke nul, die kennelijk niet in staat was tot een zondeval als die van Luci fer, was de mens die de volkenmoord beging, een voudig door te doen wat hem bevolen werd en te zorgen dat de treinen op tijd liepen zonder er zelf zijn handen aan vuil te maken". De recente geschiedenis heeft echter ook een nieuw soort heiligen voortgebracht, mensen van vlees-en-bloed, wier leven in fel contrast staat met de „bleke, zichzelf vernederende heiligen uit de religieuze grootwarenhuizen". Figuren als Dorothy Day, die zich vereenzelvigde met de armen en af stand deed van geld en eigendom. De Duitse theo loog Bonhöffer, die deelnam aan een complot om Hitier te doden, gevangen genomen en opgehangen werd. Camillo Torres, de Columbiaanse priester, die zijn mede-christenen opriep tot revolutionaire actie in Latijns Amerika en neergeschoten werd in een treffen tussen politie en guerrilla's. Martin Luther King, voorvechter van geweldloze actie voor negers en armen, die vermoord werd. Deze voorbeelden leren, volgens dr. Cox, dat onderwer ping, passiviteit niet langer het- wezen uitmaken van heiligheid, maar dat protest, twijfel, verzet en zelfs ongehoorzaamheid ook uitingen kunnen zijn van gehoorzaamheid aan het evangelie. De zonde van Adam en Eva was in eerste aanleg niet, dat zij van de verboden vrucht aten, maar dat zij zich door één van de dieren, de slang, lieten zeggen wat te doen, zo redeneert dr. Cox. Aan de fatale beet in de appel ging geen trots, maar twij fel aan zichzelf, afhankelijkheid en aarzelende be zorgdheid over wat er zou gebeuren vooraf. Adam en Eva zijn de bijbelse „elckerlycs". Hun zonde is onze zonde. Die zonde is niet, dat wij als Pro metheus het vuur uit de hemel stelen om zo de mensheid een weldaad te bewijzen. Zo heldnaftig zijn we niet. Wij verknoeien onze bestemming door ons door een slang te laten gezeggen, wat wij moe ten doen. Adam is de elckerlyc, die eerst niet mens wil zijn en het dan later niet meer kan. Maar dat verandert bij de komst van de tweede Adam, Christus. Daar verscheen een mens, die mens wilde zijn en het ook was. In hem wordt de volledige menselijke verantwoordelijkheid weer opgenomen. „Wij moeten in onze dagen voorzichtig zijn met al onze nadruk te leggen op de dienende rol van de kerk, opdat wij niet de indruk wekken, dat het evangelie de mens roept tot slaafse onderdanig heid. Dat is niet zo. Het roept hem op tot volwas sen rentmeesterschap, oorspronkelijkheid, vinding rijkheid, heerschappij over de wereld. Laat niet een slang zeggen wat ons te doen staat". „de impuls" van hoop In de volgende hoofdstukken laat dr. Cox dan zien, wat dit alles betekent voor de theologie, voor de kerk als instituut en vooral voor haar leden ten aanzien van het politieke en sociale leven. Als twee denkers, die de theologie na de „dood van god" nieuw bloed kunnen geven, noemt hij de Franse, rooms-katholieke filosoof, theoloog pater Teilhard de Chardin en de Duitse communistische filosoof Ernst Bloch, beiden „intellectuele vage bonden", die niet tot de theologische club behoren. Teilhard ontdekte in de evolutie de zich steeds meer verdiepende vermenselijking van de mens en een vermenselijking van het heelal. Bloch hield zich bezig met de mens als belofte. De gedachten- wereld van Teilhard was het adembenemende grote heelal en het opduiken van het verschijnsel mens daarin, het punt, waarop de kosmos begint te den ken en het stuur in handen neemt. Het denken van Bloch concentreert zich op de menselijke geschie denis, een mensheid die op reis gestuurd is en voorttrekt door de tijd, gedreven door de hoop, die door de joodse profeten is gewekt, maar door de christenen al te veel uit het oog is verloren. De geschiedenis van de mens voltrekt zich in het denken, van beiden onder en toekomstverwachting. De oude theologie schijnt de dodenwacht te heb ben betrokken bij de god, die is. Er kan nu wel licht meer ruimte komen voor de theologie van de god, die zal zijn, die komende is, de god van de toekomst. Naast de theologie over god, die geweest is, kan een theologie komen van de god, die komt. Zij kan de gelovigen de weg wijzen, hoe zij hun rol als voorhoede van de mensheid kan vervullen om een nieuwe wereld van gerechtigheid en vrede te bouwen. „Om een dode god hoeft niemand een traan te laten. Een god, die dood kan gaan, ver dient geen tranen. Laten wij er ons liever over verheugen, dat wij weer bevrijd van een nacht merrie, nu de taak op ons kunnen nemen om ge stalte te geven aan een toekomst, die niet mo gelijk gemaakt wordt door iets dat „is", maar door „hij die komt", aldus dr. Cox. Dr. Cox ziet twee schisma's in de kerk: het eerste schisma, dat tussen het christendom en Israel is het ernstigste en het meest verwoestende. Het heeft het zicht op de joodse jezus verduisterd en de hoop van Israel op een aarde, waarop vrede en gerechtigheid zouden heersen. Het tweede schisma in de kerk is gelegen in haar falen om voedsel te geven aan hoop voor deze wereld, zodat zij ge scheiden is geraakt van praktisch alle bewegingen, die zich wijden aan sociale verbetering en mense lijke rechtvaardigheid. Het boeiendste aspect van de tweede helft van deze eeuw is wellicht, dat zij zich zo bezig houdt met de toekomst. De theologie zal ook een „theo logie van de toekomst" moeten worden. En daar naast een „theologie van de secularisatie", die dr. Cox positief waardeert, omdat daarin de wereld aan de mens gegeven wordt en de mens terug gebracht wordt naar zijn opdracht om mens te worden en de aarde te vernieuwen. Daartoe is een gesprek tussen christendom en marxisme nodig, waarvoor de tijd nu rijp is en dat hier en daar ai begonnen is. Dr. Cox citeert de uitspraak van Teilhard: „Naar mijn mening zal de wereld niet eerder tot de hemelse beloften van het christendom bekeerd worden dan nadat eerst het christendom bekeerd is tot de beloften van de aarde". Het wordt volgens Cox tijd dat er definitief een einde komt aan de uitputtingsoorlog, die nu al tientallen jaren wordt gevoerd tussen christendom en marxisme. Er is, zo zegt dr. Cox, een nieuw tijdperk aan gebroken, het tijdperk, waarin de wereld een wereldstad wordt tevens het na-christelijke tijd perk. In dit tijdperk heeft de kerk geleerd, dat Christus niet alleen-heer is van de kerk maar ook van de wereld en dat hij zijn navolgers wil leren om als gelovige, mondelinge en verantwoordelijke mensen te leven in dit na-christelijke t.ijdoerk. Als voorbeeld noemt hij onder meer de „New Breed", het „nieuwe slag", in de Amerikaanse kerken, predikanten en gemeenteleden, die tot sociaal- politieke actie overgaan voor de vrede tegen de armoede en rassenwaan. De hervorming van de zestiende eeuw was vooral een hervorming van de kerk. Er zal zich nu een nieuwe hervorming moe ten voltrekken, die zich richt op de wereld. De kerk zal onder meer deze drie dingen moeten nastreven: zij zal in de eerste plaats in de wereld aanwezig, present moeten zijn, niet heersend en los. Zij zal in de tweede plaats een zekere terug houdendheid met woorden moeten betrachten de mensen buiten de kerk zien de kerk veel te veel als een instituut, waar maar wordt gepraat en ge predikt. In de derde plaats zal de kerk een poli tiek apostolaat moeten beoefenen. Voor de ver vulling van haar roeping in de wereld vormt de gescheidenheid van de kerk een ernstige belem mering. „De twistgesprekken tussen katholieken en protestanten zijn voor de zending in de mo derne metropool even relevant als de hoekse en kabeljauwse twisten en de slag bij Kortrijk". „Wat wij nodig hebben is een soort oecumene van „on deren af", waarbij mensen in hun eigen plaatse lijke gemeenten samenwerken in zaken waar christenen samen voor komen te staan, met afzien van kerkelijke afkomst. Dr. Cox pleit voor de vor ming van gemeenten-ad-hoc, die zich richten op bepaalde actuele problemen in kerk en samen leving. „Wij hebben mobiele gemeenten nodig: ge meenten die door leken worden geleid met de hulp van theologisch onderlegde personen-gemeenten, die nieuwe vormen ontwerpen van samenwerken en bidden-vormen, die nog ongehoord zijn in ons ten ondergang gedoemde confessionele christen dom. In een „manifesto", dat in 1965 gepubliceerd Werd m „Renewal", beveelt Stephen Rose aan, dat de verschillende kerkgenootschappen zichzelf in de toekomst veel meer moeten gaan zien als de research- en planbureaus in dienst van de totale oecumenische kerk". De kerk van de toekomst duikt, volgens dr. Cox op aan de randen van de bestaande kerken Er zullen veel mensen toe behoren, die buiten de kerken staan en ook velen, die daar binnen wer ken. De kerk van de toekomst zal bepaalde, her vormde structuren van de huidige kerk vertonen, maar ook volkomen nieuwe vormen, die we ons nu zelfs nog niet kunnen voorstellen. Bij dit alles moet echter wel bedacht worden, dat de ver nieuwing tenslotte gods werk is en niet dat van de mensen, zo waarschuwt Cox. Ook moet bedacht worden, dat wanneer de christenen zich uitslui tend concentreren op de vernieuwing van de kerk die vernieuwing daardoor juist wordt tegenge werkt, want god wil niet een nieuwe kerk, maar een nieuwe wereld. „Onze inzet voor een andere kerk moet pas op het tweede plan komen. In het brandpunt van onze zorg moet het herstel van de mens in zijn menselijkheid liggen het herstel van deze wereld tot een volop menselijke woonplaats. Wanneer wij onze energie aan deze humaniserende opdracht wijden, zijn wij direct bij gods werk be trokken: hij zal zorgen dat de vernieuwing van het leven van zijn volk voortgang vindt". Harvey Cox: „Laat de beslissing niet aan de slang", uitgeverij Amboboeken, Utrecht, 237 blad zijden. bergen wordt gehouden, zullen een aantal belangrijke zaken aan de orde komen. De synode krijgt enkele rap porten over actuele onderwerpen te behandelen, zoals het rapport „Mens en natuur", een rapport over het amht, en, ter voorbereiding van de komende assemblee van de Wereldraad van Kerken in Uppsala, rapporten over re volutie en gerechtigheid en over vre desvraagstukken. Maandag behandelt de synode onder meer het jaarverslag van de raad voor de zending, waarna prof. dr. A. J. Bronkhorst zal spreken over het r.-k. pastoraal concilie en het door de Ne derlandse Hervormde Kerk ingestelde Rome-beraad. Na enkele kerkordewijzigingen be gint 's avonds de behandeling van een rapport van de raad voor kerk en theologie over mens en natuur. Het gaat in dit rapport over de verant woordelijkheid van de christenen ten opzichte van de schepping. Tegen de achtergrond van het hedendaagse ge bruik van chemische middelen en in secticiden, waardoor het biologisch evenwicht in de natuur wordt ver stoord en diersoorten verdwijnen, stelt het rapport dat de mens als rent meester van Gods schepping een bij zondere verantwoordelijkheid heeft voor de schepping in haar geheel. Dinsdag zal het ministerie van stu dentenpredikanten aan de synode ver slag uitbrengen over haar werk en komt het rapport over het ambt in behandeling. Na vele jaren studie over de vragen rondom het ambt heeft een nieuwe commissie een rapport voor de svnode tot stand gebracht. Prof. dr. H. Berkhof uit Leiden heeft een belang rijk aandeel in deze nieuwe studie ge had. Dinsdagavonds komen het jaar verslag „Kerk en Wereld" en diverse zaken aan de orde. De ochtend van de laatste dag van de zomersynode is gewijd aan de voor bereiding voor Uppsala. In behande ling komen een nota van de raad voor de zaken van kerk en samenleving over revolutie en gerechtigheid en een nota van de commissie internationale zaken van de oecumenische raad van kerken over vredesvraagstukken. Woensdagmiddag staat op de agenda de behandeling van een ontwerp proef bundel met ongeveer 450 nieuwe ge zangen. AMSTERDAM. Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft vorig jaar ruim 313.000 bijbels en bijbelse uitga- venfachtduizend meer dan in 1966(ver- kocht met een gezamenlijke waarde van bijna 1,7 miljoen gulden. Het aan- depl van de twee rijdende bijbelhuizen daarin bedraagt 181.000 gulden. Dit blijkt uit het jaarverslag van het ge nootschap, dat eind vorig jaar 242.736 leden telde. In totaal zijn er in 1967 ruim 335 duizend bijbels en bijbelboeken ge drukt door het genootschap, waarvan 36.000 voor Kameroen. Er is een toe nemende internationale samenwerking voor bijbelvertalingen. Op Europees niveau wordt gedacht aan een Euro pees vertaaldepartement. De vertaai- afdeling van het N.B.G. was vorig jaar behulpzaam bij uitgaven voor ver schillende Afrikaanse landen en Indo nesië. r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 14