FILATELIE de pyp«, m 23 m W. W w w w t. m m^m i m TREKPUZZEL 4 HAZENKETTINC 'cO cd I ZATERDAG 15 JUNI 1968 Erbij ■Ut W W V if B. Dukel Filarski Mr. E. Spanjaard Dit diertje BELGIË. Met toeslag ten bate van de slachtoffers van de rampen waar door België in de laatste jaren werd getroffen zal 24 juni een serie van drie worden uitgegeven: 10 5 fr. ontplof fing 12 5 fr. brand en 13 5 fr. windhoos. De zegels van 10 en 12 fr. beelden wij af. Dezelfde dag zullen twee postzegels, beide in de waarde 2 fr., verschijnen als propaganda voor het toerisme. De ene zegel geeft een gezicht op het domein van Bokrijk en de andere zegel op de badinrichting „Pouhon" van Spa. TSAAD. Schilderijen van Henri Rousseau (1844-1010) zijn gereprodu ceerd op twee uitgegeven luchtpostze gels: 100 fr. „De slangenbezweerster" en 130 fr. „De oorlog". LIECHTENSTEIN, de zilveren brui loft van vorst Franz Josef II en vorstin Gina zal op 29 augustus postaal wor- den gevierd met een postzegel van 75 rp., waarop de wapens van de huizen Liechtenstein en Wliczek voorkomen- laf beelding). SJARJAH. Voor de Arabische moe derdag 1968 is een serie van acht in omloop gebracht: 10 dh. „De ochtend wandeling" van Gainsborough. 20 dh. „De familiebijeenkomst" van Antoine Le Nain 30 dh. „De hangmat" van Courbet 40 dh. Het familieconcert" van Nicolas Tournier, 1 rl. „De mar kiezin van la Forte Imbault" van Jean Marc Nattier. 2 ris. „Mevrouw Drou- ais" van Frangois Hubert Drouais 3 ris. Portret van de Elisabeth de Beau- harnais" van Nicolas de Largilliere en 4 ris. „Portret van mevrouw Sériziat" van J. L. David. VERENIGDE STATEN. De honderd- vijftigste geboortedag van Lucy Stone (1818-1893)strijdster voor de vrou wenrechten, zal op 13 augustus wor den herdacht met een postzegel van 50 cents die haar portret draagt (af beelding). RWANDA. Als propaganda voor de Olympische Spelen 1968 in Mexico is een serie van tien uitgekomen, waarop sport- en Mexicaanse motieven voorko men: 20. 40. 60. 80 c„ 8. 10. 12. 18, 20 en 30 fr. De frankenwaarden zijn sa men in een blok gedrukt. INDONESIË heeft een serie van drie gewijd aan de padvinderij: 5 en 0.50 rp. padvinder met houweel 10 en 1 rp. hoornblazende padvinder en 30 en 3 rp padvinders voor tent (afbeeldingAl le zegels met bergen op de achter grond. In het jeugdtoernooi om de damtitel van Kennemerland 1968 deed zich het volgend eindspel voor. UITSLAG OPLOSSERS WEDSTRIJD 1 JUNI No 1. Zwart: 10, 12, 13, 14, 19, 20, 21, 22, 26, 29 Wit: 30, 31, 32, 37, 40, 41, 43, 45, 50. Wit: 30-24 32-27 37x19 43-39 40-34 45x5 en wint. No II. Zwart: 3 6, 9, 12 14, 18, 19, 20, 23, 24, 29, 30, 36. Wit: 11, 15, 27, 28, 32, 37, 38, 39, 40, 43. 47, 49, 50. Wit: 49-44 28-22 47-41 39-34 40-35 44-40 35-30 15x4 50x8 en 4x31x42, 20, :n 3 naar veld 17. Dan na 23-29 17-11. No III. Zwart: 10, 11, 17, 19, 23, 25, 29, 5. Wit: 22. 28, 30, 32, 34, 45. 45-40 32-27 34x5 en daarna een stille •v,° tempo 5-10. De vraagstukken van de heer Polman trekken grote belangstelling. In No I vergoedt de eindstand alles. No II was moeilijk en voor velen een struikelblok. No III was leuk omdat zwart twee stukken meer had. Er kwamen goede oplossingen binnen van P. J. Smit, A. J. Prins, L. Kok en J. de Niet, allen uit IJmuiden; H. G. Teu- nisse, A. D. J. Boerstoel, Cor v. d. Linden, A. van Bolhuis en P. Hollenberg, allen uit Haarlem; C. Hovius uit Overveen; V J. van Petegem uit Zandvoort; F. Linde man uit Apeldoorn. De door de heer A. Douma uitgeloofde boeken werden gewonnen door P. J. Smit, Grahamstraat 96, IJmuiden; F. Lindeman, Brinklaan 178, Apeldoorn;A. van Bolhuis, Kritzingerstraat 41, Haarlem; C. Hovius, Leendert Meesstraat 98. Overveen. Zwart: 8, 10, 11, 12, 16, 17, 18, 23, 29. Wit: 21, 26, 27, 34, 38, 42, 47. 49. C. HOVIUS (Overveen) Zwart: 8, 9, 15, 16, 18, 26, 36. Wit: 21, 26, 34 35, 38, 43, 44, 47. De heer Hovius onze dank voor de pro blemen, en de heren bestuurders voor het beschikbaar stellen van de prijzen. Wij wensen de oplossers een genoeglijke wed strijd. Oplossingen één week na het verschij nen dezer rubriek te zenden aan het adres van de damredacteur B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125. (Uitslag oplosserswedstrijd zie onder aan eerste kolom.) >ocxyv*)cwooonooooooooooooooooc)oooooooooooooooooooooooooo Zwart: vier stukken op 15, 20, 25, 42. Wit: dam op 5, stukken op 24, 29, 34. Wit aan zet kan wel met 34-30 25x23 het stuk op 42 winnen doch de overblij vende stand van twee stukken tegen wit- dam is remise. In de partij werd het spel remise. Er is één leerzame winst aanwezig, door eerst met de dam naar 5-46 te spelen. Indien zwart nu 42-48 speelt wint 29-23 48x32 en 46x19. Op 42-27 volgt 34-30 25x23 46x25 en na 47x20 winst. Na 5-46 moet zwart dus als enige 25-30 34x14 en na 42-47 46-32 47-36 24-19 moet nog nauw keurig worden gespeeld om tot een over machtwinst te komen. Voor de oplosprobleemwedstrijden be staat in onze rubrieken de grootste be langstelling onder de liefhebbers van ons mooie spel. En daar voor nadere kennis making met het damspel zo'n oplosser wel eens naar een damclub toegaat, is het voor ons leuk te kunnen mededelen dat er twee damclubs in Kennemerland een damboek als prijs voor een oploswed strijd beschikbaar stellen. Wij plaatsen vijf problemen van de heer C. Hovius te Overveen. Onder de goede oplossers wor den twee fraaie damboeken verloot. Eerste prijs. „Weten en Kunnen", be schikbaar gesteld door de damclub KNC te Haarlem-Noord. Tweede prijs. „Modern openingspel", beschikbaar gesteld door DCIJ. De deelnemers moeten uiterlijk één week na het verschijnen dezer rubriek de oplossingen inzenden aan het adres van de damredacteur. De vraagstukken zijn niet moeilijk en dus verwachten wij vele deelnemers. Hieronder het eerste probleem. 000000O00000O000Q000CX3000000000000CXX50000000000000O000OC Om het spel te bespoedigen wor den vaak door spelleider of tegenspeler slagen opgeëist. Als regel geeft dat weinig moeilijkheden, maar er zijn toch situaties waarin de gang van zaken niet geheel duidelijk is en tot discussies aanleiding geeft. Eén der belangrijkste knelpunten is bijvoorbeeld, of degeen die „opeist" wel weet dat er nog één of meer troeven in het spel zitten. Wat dit betreft heeft de bridgewet dan ook diverse maatregelen getroffen om degeen die niet opeist te beschermen waarbij zelfs aangenomen wordt, dat degeen die „eist" zich zou kunnen vergissen. Zie bijvoorbeeld: A H Q O 5 4 A 7? 10 8 *»OOOOOCX)OOOOOOOOOtOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO Zwart: 8, 9, 15, 16, 18, 19, 36. Wit: 21, 28. 29, 38, 42, 46, 48. Voor alle vijf vraagstukken, wit speelt en wint. No II. Zwart: 5, 12, 13, 14, 17, 36. Wit: 15, 16, 25, 33, 38, 41. No III. Zwart: 8, 9, 10, 11, 19, 20, 26. Wit: 22, 29, 31, 38, 39, 47, 49. No IV. C. HOVIUS (Overveen) Wit: Ke4, Tdl, pion d5. Zwart: Kd7, Rc7. Kan wit met kwaliteit plus pion vóór winnen? De grote Philidor, wereldkam pioen in zijn tijd, meende van niet. Maar in 1860 zetten enige geleerden hun ana lyses op papier en wie bereid was van hun schrifturen een diepgaande studie te maken, zal de geheimen wellicht te langen leste hebben doorgrond. Echter niet zonder het doorworstelen van veel schrijfwerk, geachte mevrouw! De voornaamste moeilijkheid van de diagramstelling is dat wit moet trachten, zijn koning vóór de pion te brengen, doch dat zijna majesteit de velden c5 of e5 niet kan passeren, zonder onmiddellijk door een schaak te worden teruggedreven. „Het te vroeg opspelen van de pion kan de winst moeilijk of zelfs onmogelijk maken", aldus Euwe in „Het eindspel", deel 7. Wie, gelijk Tal, streeft naar de wereld titel, moet dergelijke en duizenden andere zaken gelezen en verwerkt hebben, paraat op een rijtje in het mach tige hoofd. Dank zij deze kennis boekte Tal in de negende partij het beslissende winstpunt tegen Gligoric. Hij durfde het aan, af te wikkelen naar een vergaande vereenvoudiging, wetende dat de slotstel ling voor hem gewonnen was, een weten schap, geput uit boeken, het resultaat van schrijven! Wit (Tal) Khl, Td5, pion a2-c4-c6-g2- h3. Zwart (Gligoric) Ke7, Rc8, pion a5-b4- e5-f7-g7-h6. GLIGORIC (aan zet) Harten is troef en zuid is aan slag. Het is duidelijk dat zuid, door tweemaal troef (harten) te spelen en daarna schop pen, de resterende vier slagen kan maken. Veronderstel nu, dat zuid alleen zijn kaar ten zien laat en zegt „rest voor mij". Volgens de spelregels is dié verklaring niet afdoende want het zou kunnen ge beuren dat zuid gewoon vergeten was hoeveel, of welke troeven er nog inzitten. Wanneer nu de tegenstander eist „door spelen", mag de spelleider géén troef trekken: in feite betekent dit dat hij twee slagen zal moeten afstaan, want als hij schoppen speelt troeft oost af en in casseert nog een ruiten en zou zuid ruiten spelen dan wint oost met ruiten- boer om ruiten acht na te spelen, die zuid wel mag introeven, maar daar na verliest hij toch nog een troefslag aan oost. Afdoende zou geweest zijn, indien zuid bij het tonen van zijn kaarten had ge zegd; „Rest voor mij ik speel tweemaal troef en dan de schoppens". Zelfs zou het niet afdoende zijn indien zuid zou zeggen: „Ik speel troef, enz." want door het niet vermelden dat hij dat t w e em aal zou doen kan verondersteld worden dat hij het slechts éénmaal doet omdat hij een troefje vergeten heeft. Alle t w ij f e 1 om trent de bedoelingen van degeen die eist, moet in zijn nadeel worden uitgelegd. Veronderstellen wij nu dat in de dia gramstelling ruiten troef is, zuid is spel leider en aan slag. Hij zegt: „Ik krijg nog twee slagen" en laat zijn kaarten zien. Dat is waar als zuid troef (ruiten) zou na spelen, doch niet wanneer hij iets anders speelt en wanneer hij nu niet erbij vertelde, dat hij ruiten zal spelen, zal de wedstrijdleider de tegenpartij (OW) drie slagen moeten toekennen. Tegenspelers hebben altijd het recht, zodra er wordt „geëist" door de spelleider, met elkaar te praten over het te volgen speelplan. Wat zij niét mogen, is de spelleider dwingen een kleine kaart van een kleur te spelen als hij hogere heeft. Bijv. harten is troef en zuid heeft nog AH3 van die kleur en een tegenstander nog de negen. Wanneer zuid „de rest" claimt, mogen OW niet eisen dat hij harten drietje eerst op tafel legt. Duidelijk is, dat in alle gevallen van meningsverschil onmiddellijk de wed strijdleider moet worden geroepen. w TAL Zwart aan zet. TALS BESLISSENDE WINSTPUNT Een beeldend kunstenares, echtgenote van een medische specialist, bekende ons dezer dagen niet te begrijpen, dat men over schaken ook maar iets kon schrijven. „Goed", aldus onze zegs vrouw, „over de geschiedenis van het spel en zijn spelers; maar over het spel zelf valt toch niets te zeggen? Men speelt im mers wat toevallig in de gedachten komt? Wat kan men meer doen dan spelen?" Ons antwoord viel niet goed; wij ri posteerden dat wij ons nauwelijks enig gebied konden voorstellen waarover méér te schrijven valt dan het schaak spel, omdat het zo onuitputtelijk en ge nuanceerd is, zo nauw luistert en voor een toepassing op niveau daarom een zo grote kennis vereist. De dame in kwestie keek ons ongelovig en enigszins minachtend aan; ze stond op om een drankje te halen. Wij troostten ons met de gedachte dat zij even weinig succes zou hebben gehad indien ze had geprobeerd, een blindgeborene te doen geloven in de wonderen van de beelden de kunst. Misschien vinden wij meer gehoor bij onze lezers met het volgende. Natuurlijk heeft wit met de kwaliteit méér de beste kansen. Maar zijn deze voldoende om te winnen? De zwarte ko ning staat veel actiever, pion c6 is kwets baar en zwart kan een hechte verdedi ging opbouwen door zijn loper op e6 te plaatsen en zijn pion op f7 te laten staan. Wanneer zwart de 2 x 3 pionnen op de a-e-lijn tegen elkander weet te liqui deren, kan wit op de rechtervleugel met kwaliteit tegen pion niet winnen. Zie nu hoe Tal het verder deed. 47) a5-a4. 48) c6-c7 Over het algemeen kan men de pion het beste zolang mo gelijk laten staan op de kleur van de vijandelijke raadsheer, teneinde diens be wegingsvrijheid te beperken. Doch de tekstzet dwingt het vervolg af, daar wit met Td8 c7-c8 direct dreigt te winnen. Misschien was 48) Te5:f Kd6. 49) Tb5 ook goed geweest. 48) b4-b3. 49) a2xb3 a4xb3. 50) Td5xe5f Ke7-d«. 51) Te5-b5 Kd6xc7. 52) Tb5xb3 Kc7-c6. 53) c4-c5! Dit tactische grapje moet Tal bij zijn 48ste zet voorzien hebben. Zou hij Kc5 toelaten, benevens Re6 Rc4:, dan is het patremise. De tekstzet is ge baseerd op de wending 53) Kc5:? 54) Tc3f met loperwinst. 53) Rc8-e6. 54) Tb3-c3 Re6-d5. 55) Khl-gl f7-f5. Is dit een verstandig besluit? Aangenamer voor zwart was het, het koppel Re6-pion f7 te handhaven. Maar wit stond klaar voor een koningswandeling naar d4 (na g2-g3), waarna zijn toren vrij spel krijgt. Een puzzel om over teschrijven! 56) Tc3-a3! Nu pion g7 zijdelings kan worden bestookt, grijpt Tal onmiddellijk toe. Daarbij moet hij thans reeds hebben onderkend, dat hij zich op de elementaire slotstelling kon inlaten. 56) Kc6-b7. Of 56) Kc5:. 57) Ta7. 57) Ta3-g3 g7- g5. 58) Tg3-e3 Kb7-c6. 59) Te3-e7 Kcfixc5. 60) Te7-h7 g5-g4. 61) h3xg4 f5xg4. 62) Th7xh6 Rd5-b7. 63) Th6-g6 en zwart gaf het op. Pion g4 valt en de witte koning komt vervolgens vóór zijn pion, waarna alle moeilijkheden van diagram 1 zich niet voordoen en de promotie gemakkelijk kan worden afgedwongen. Slotstand. GLIGORIC (aan zet) »ooo<X)oooöoooooooooooooooooooooocxdocooocöooooc A TAL Wit: Kgl, Tg6, pion g2. Zwart: Kc5, Rb7. pion g4. Zo kwam Tal een stap dichter bij de schaaktop. Dit was hem op deze wijze niet gelukt, indien er niet over scha ken geschreven was, of als hij anal fabeet ware geweest. Onze beeldende kunstenares moge zich dit voor ge schreven houden! In de bossen en bergen van Canada en de Verenigde Sta ten leeft de zwarte beer. Hij is erg schuw, maar komt toch nog al eens bij de boeren op be zoek, want het lek kerste vindt hij var kensvlees. Verder eet hij alles wat hij te genkomt: groenten, fruit, vis, vlees. Hij weegt soms wel 250 kg. V.- Trek een lijn van 1 naar 2 en zo door tot 50. 43 '4* 19•■Z? 3e» Zo'n hazenketting kun je zelf maken van een reep papier, zo hoog als de tekening van het haasje. Vouw de strook papier een paar keer dubbel, tot het papier zo breed is als ons haasje (kijk maar op het voorbeeldje). Teken het haasje met behulp van carbon over op het voorste stuk van de strook. Zet je schaar in de gevouwen strook en knip het haasje uit. Denk er aan, alleen de dikke lijnen uitknippen. Dan vouw je de strook open. Je hebt dan een hazenketting. Teken strikken, jasjes, ogen, enz. in en kleur ze mooi. In Kudelzevenschaar daar woont een tovenaar, die werk'lijk alles kan. 't Is een geweldig man! Hij tovert in een wip zich op een heel groot schip. Dat schip vaart zonder roer. 'k Vind zoiets wel een toer. Van Kudelzevenschaar, vaart schip met tovenaar de halve wereld rond. En wat hij daar wel vond? Een land, vol zonnebloemen en mensen zonder schoenen. Een land, vol grote bomen, waar niemand in kan komen. Een land, met alleen beren, die zich best amuseren. Een land, met heel veel ijs. Men is daar heel erg wijs. Een land, met lange nachten. De zon moet dagen wachten. Een land, met grote meren. Een land, met dikke heren Een land, met wit en zwarten. Een land, met koude harten. Een land, waar 'k niet kan komen. Een land, om van te dromen. De grote tovenaar uit Kudelzevenschaar, is in dat land geweest. En ieder, die dit leest, vertelt hij in dit stuk: Probeer toch je geluk maar liever in de buurt. Daar ben je 't best gestuurd. HENJA M. Flip rookt zijn pijp. Hij staat voor zijn huis. Het is een klein huis. Het staat in het bos. Daar komt Kees aan. Ga je mee Flip, door het bos? Ja Kees, ik ga mee, zegt Flip. Daar gaan zij door het bos. Het pad is nat. Flip glijdt uit. Zijn pijp breekt. Stil maar Flip zegt Kees. Ik maak hem wel. Kees plukt een bloem. Van de steel maakt hij de pijp- Dank je Kees. zegt Flip. Ik ga naar huis. Mijn broek is vies. Dag Flip, zegt Kees. Dag Kees, zegt Flip. OPLOSSING FORMULE WEDSTRIJD De tekenaar heeft 8 fouten gemaakt. De namen van de prijswinnaars van de formulewedstrijd zullen wij als gevolg van onvoorziene om standigheden niet deze maar pas volgende week kunnen opnemen. Deze opschuiving betreuren wij even erg als onze trouwe deel nemers. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 23