WALDORF
POLLE, PELLI EN PINGO
~r
ngestipt
Twee doden, zes
gewonden
II
N.S.R.-voorzitter
wil ruzie stoppen
met N.S.A.
Ds. Van der Ziel
predikant bij
gereformeerden
11
WOENSDAG 19 JUNI 1968
Ons vervolgverhaal
Feuilleton doot
JAMES GOLDMAN
Auto rijdt fietspad op
dokter dil«
potte
Kees Stip
SUNBEAM
KENNEMER
AUTOMOBIELBEDRIJF
D
A
y
Y
0
N
1
deze instru
menten zijn \t>e- T r KteiNrje
ADVERTENTIE
29)
De zon verblindde hem. Iemand
kreunde Enfermizo Hij was op tijd
klaarwakker om te zien, dat het dier
gaapte, anders ging liggen en weer in
slaap viel. Waldorf stond op, rekte
zich uit, ontdekte dat hij rammelde
van de honger en maakte een sand
wich met worst voor zich klaar. „Ik
ben een verdraaide pionier" zei hij
Deze gedachte sprak hem geweldig
aan en hij pakte de kruik met rum,
ontkurkte die. rook eraan, rilde van
afgriizen. deed de kurk er weer op
en nam een slok water.
Het weer overeind Krijgen van En-
fermizo was een triomf voor de psy
chologie. Waldorf probeerde alles;
hij bulderde, sprak zachtjes als tegen
een kind, smeekte, rukte en trok. Er
gebeurde niets. Toen kreeg hij een
idee.
„Jij bent een stoute os", zei Wal
dorf tegen hem, „en ik laat je hele
maal alleen achter in de jungle"
Met die woorden draaide hij zich om
en liep. zonder achterom te kijken,
de weg op
Hij hoorde het zingen van de kar
voordat hij tien meter verder was.
Het was een aangename koele och
tend en dat bleef zo. daar de weg ge
leidelijk omhoog ging Het schier
eiland van Nicoya heeft dezelfde
topografie als de rest van Costa Rica.
Aan de golf en langs de oceaan is
het tropisch, dan loopt het op naar
een koele en vruchtbare vlakte, een
meseta central in miniatuur. Daarna
komen er bergtoppen, die meer dan
vierduizend voet hoog zijn. Waldorfs
pad slingerde en kronkelde zich om
de toppen heen en, hoewel nooit steil,
voerde het toch voortdurend omhoog.
Na zes uur bereikte hij het hoogste
punt van de vlakte.
De Grote Oceaan overrompelde
hem Het pad bestond uit weinig
meer dan de open plekken tussen de
bomen en, na enkele valpartijen had
hij geleerd zijn blik op de grond ge
richt te houden. Hij had halt ge
maakt om te lunchen en was bezig
brood en kaas uit de kar te halen
toen hij de zee zag.
..Mijn God, ik ben er, ik ben er".
Hij holde een paar stappen in de-
richting van de oceaan in de verte.
Hij was, net als de hemel, enorm uit
gestrekt. De kust was zeker nog tien
mijl van hem vandaan, maar zo iets
groots lii kt dichtbij De Grote Oceaan.
Hij strekte zijn arm uit en raakte
hem bijna aan.
„Tjonge, moet je dat eens zien,
kijk nou toch eens" Hij dacht er
over na hoe hij dat blauw -pioest
doen, hoeveel azuur en hoeveel ivoor
zwart. Hij wist dat het niet goed
^ou uitvallen, maar hij had, ver
draaid nog toe, een heel leven voor
zich om het te leren.
De weg daalde nu geleidelijk. „Het
gaat bergafwaarts", zei Waldorf „Het
gaat de hele weg bergafwaarts".
En zo was het ook. En het werd
weer warm en modderig en, toen het
ging schemeren, kwamen de insekten,
hij verdroeg ze manmoedig. Waar hij
dol van werd dat was dat de weg
zich voortdurend splitste. Hij had de
eerste splitsing met geestkracht en
gezond verstand genomen. Er was
het meeste te zeggen voor de weg,
die zich naar rechts afsplitste. Hij
sloeg hem in. De tweede splitsing
kostte hem minder tijd Bij de derde
gooide hij een munt van vijfentwin
tig centavo op. Daarna ging hij maar
gewoon verder. Het gaf allemaal
niets meer. Hij was verdwaald, hij
had het verprutst. Een kind kan
recht naar het westen lopen, maar
R. Waldorf Appleton niet. Hij wist
niet meer de hoeveelste splitsing het
was. Hij stond er versuft naar te
kijken, terwijl de zon onderging. Nog
vijf minuten en het halfduister zou
overgaan in 't pikkedonkere en hij
moest weer een nacht doorbrengen
met wilde varkens en jaguars.
Hij bleef maar staren. De ene af
splitsing leek breed en vlak, een ech
te tolweg. De andere was een met
onkruid begroeid voetpad dat zich
doelloos door de minder dicht wor
dende jungle slingerde. Hij had het
gevoel, dat dit het verhaal van zijn
leven was. Hij was haast gaan zitten
en in huilen uitgebarsten. In plaats
daarvan zei hij i n woord, dat hij
sinds de middelbare school niet had
gebruikt en liep wankelend het voet
pad af. Enfermizo volgde hem.
Hij had ongeveer honderd meter af
gelegd, toen de ossekar tussen de bo
men bleef steken. Dat was het top
punt. Wat moet je doen als je niet
voor- of achteruit kunt? Hij gaf En
fermizo een klopje op zijn kop.
Hij werd zich bewust van het ge
luid van water dat zachtjes op een
strand sloeg. Hij dacht aan Cape
Cod, waar hij eens twee weken was
geweest. Op kalme avonden klonk
het net zo. „Lieve hemel", zei hij en
zette het op een lopen. Hij ging een
bocht om. Daar, alsof de hemel naar
beneden was gevallen en ademde in
zijn slaap, lag de Grote Oceaan. Hij
ging zitten op een afgebrokkeld
muurtje en luisterde. Na een poosje
fluisterde hij, „Ik zit op een ruïne".
Hii had zijn reisdoel bereikt.
Hij sloot zijn ogen en toen hij
daarna omhoog keek, zei hij, „U bent
goed voor me geweest".
Hij stond op, bereikt met een paar
stappen het strand en keek voor het
eerst langdurig naar Puerto Crisco.
Het was natuurlijk donker, stikdon
ker en Waldorf kon, niets zien.
V
Daar, daar, daar. Hij kon het
woord niet uit zijn gedachten zetten:
Daar ben ik. Hij knielde neer en
raakte het zachte, fijne zand aan.
Hij liet het tussen zijn vingers door
glijden. „Daar?" Het klonk hem on
natuurlijk in de oren. „Ik ben niet
daar. Ik ben hier". Het zou enige
tijd duren voordat hij eraan gewend
was. Hij probeerde het: „Hier, hier,
hier". Het klonk alsof iemand een
hond riep. Zo ging het altijd met
belangrijke ogenblikken: hoe belang
rijker ze waren des te belachelijker
ze leken. Hij glimlachte en luisterde
naar de oceaan waarvoor hij hier
was gekomen, met de bedoeling hem
te schilderen. Hij hoorde de golfjes
van de oceaan, die wel een vijver
leek, met een soort kabbelend geluid
op het brede strand terechtkomen.
Zijn glimlach verstarde. Er jankte
iets achter hem in het kreupelhout.
Mens? Dier? Een gewonde jaguar?
Een wild varken?
Enfermizo. Hij had nog nooit eer
der een os een jankend geluid horen
maken. Hij stond op, liep struikelend
door het verwarde gebladerte. Het
dier stond tegen de kar aangedrukt.
(Wnriii ?wn lad)
Nieuwe
GladstoneMild
heeft meer:
KING
25 king size filters L50
ROTTERDAM Een Griek heeft dins
dagavond met zijn auto een ongeluk ver
oorzaakt, waarbij twee mensen zijn om
gekomen en zes (van wie vijf ernstig)
zijn gewond. Over de toedracht van het
ongeval bestaan twee lezingen.
Een getuige heeft verklaard dat die auto
waarin vier of 5 Grieken zaten, met zeer
grote snelheid een andere auto achter
volgde. Deze wagens zouden met elkaar
in botsing zijn gekomen. Van de andere
auto ontbreekt echter elk spoor.
De tweede lezing is dat de wagen zou
zijn geslipt. De auto reed in elk geval het
fietspad op, waarbij vier fietsers werden
aangereden. De chaufferende Griek is
eveneens gewond.
De namen van de omgekomen personen
zijn de 77-jarige heer W. van der Beek en
de 18-jarige Arie van Aken beiden uit
Amsterdam.
2
51. Zodra agent Klabbers over zijn verbazing heen
was, dat zijn inspecteur een van de schurken bleek te
zijn, pakte hij zijn schrijfboekje. „Denk er aan
waarschuwde hij. „Alles wat u zegt kan later tegen
u gebruikt worden!" „Praat geen onzin" sprak Breuk
slager kwaad. „Hier is iets vreemds aan de hand, en
dat moet onderzocht worden. Waar waren jullie voor
dat je deze vermomming aantrok?" „Eens denken.
mompelde Panda peinzend. „Ik kwam de trap af om
dat ik buiten lawaai hoorde en toen keek ik hier
naar binnen. En daarna weet ik het niet meer.„Zo
verging het mij ook!" zei Jollipop. „Ik keek de woon
kamer binnen. Maar daar waren alleen maar de ogen
van dit beeldje te zien". De politie-inspecteur slaakte
een uitroep van voldoening en stapte naar de schoor
steenmantel toe. „Juist", verklaarde hij, terwijl hij
het beeldje van Ichtlipichtli oppakte. „En omdat we
naar dit voorwerp keken, gingen we vreemd doen! Dit
ding is de ware schuldige!" „Wat een onzin!" mompel
de agent Klabbers met een grimmig lachje. „Ik heb
nog nooit zoveel gekkigheid opgeschreven. Hoe kan
een beeldje nu schuldig zijn?"
.EN LATER TREK IK HET 6EWICHT
WAAROM WEE6T
UW WANDELSTOK
STOREN
...IK MOET ME WEGEN
MET STAARTEN
AU
VAN DE STOK VAN MIJN GEWICHT Ar
UTRECHT Eduard Bomhoff, de voor
zitter van de Nederlandse Studentenraad
heeft een brief gestuurd aan de heer
George Verberg, fractieleider van het Ne
derlands Studentèn Akkoord. Dit naar
aanleiding van de moeilijkheden rond de
motie die het N.S.A. op 1 juni in de N.S.R.-
vergadering heeft ingediend. In deze mo
tie werd erop aangedrongen, de fractie
voorzitters aanwezig te laten zijn bij de
audiëntie met de minister van Onderwijs
en Wetenschappen op 8 juni.
De heer Bomhoff geeft in zijn brief toe,
dat hij niet duidelijk genoeg heeft gezegd,
dat het bestuur het in de motie vervatte
verzoek weliswaar aan de minister zou
overbrengen maar dat het daarnaast aan
zijn eigen mening zou blijven vasthouden,
de mening namelijk dat de motie onnodig
en onjuist was.
Hij betreurt het in zijn brief, dat de nare
ruzie tussen het N.S.A. en het bestuur de
aandacht heeft afgeleid van belangrijker
zaken. Hij vraagt George Verberg een
streep onder deze affaire te zetten.
(Van onze correspondent)
GRONINGEN Ds. A. van der Ziel uit
Groningen, die op 29 oktober 1965 werd
afgezet uit zijn ambt van gereformeerd
vrijgemaakt predikant, is aanvaard als
predikant van de gereformeerde kerk van
Nederland.
Het besluit, dat ds. Van der Ziel in
vollen rechte mag prediken in de gerefor
meerde kerken is genomen op een ver
gadering van de classis Groningen, waar
bij de deputaten van de particuliere sy
node aanwezig waren. Met ds. Van der
Ziel gaan. naar hij verwacht, de kerke-
raad en een meerderheid van de zoge
naamde „Tehuisgemeente" over naar de
gereformeerde kerk.
Voor zijn afzetting was ds. Van der
Ziel reeds twee jaar en vier maanden als
vrijgemaakte predikant geschorst geweest
omdat hij zich voorstander van een een
heid tussen beide kerken had getoond en
de samenspreking tussen beide op gang
wilde brengen. Er vormde zich toen een
kring van mensen die hem als predikant
bleven erkennen. De diensten werden ge
houden in het Tehuis, waardoor de groe
pering al spoedig de „Tehuisgemeente"
werd genoemd. Na het langdurige proces
volgde tenslotte de afzetting uit zijn ambt
van vrijgemaakt predikant.
„In het vervolg zullen docenten aan
de medische faculteit minstens een
maal per jaar door de studenten wor
den beoordeeld op de kwaliteit van
hun colleges en hun manier van les
geven. Voldoet de betrokkene niet aan
de eisen, dan krijgt hij nog eer jaar
de kans om zich te verbeteren Blijkt
hij onverbetelijk, dan worden zijn col
leges beperkt of niet langer verplicht
gesteld".
Wie de tijd nog mee heeft gemaakt dat
een hoogleraar door zijn studenten
werd beschouwd als iemand om wiens
vermeende geestigheid men zich niet
kon veroorloven niet te lachen, zal bij
het vernemen van deze passage mis
schien denken: Die studenten mogen
wel oppassen met zulke eisen te stel
len. Hij vergist zich. Dit is geen eis
van een groep dolgedraaide studenten,
maar een voorstel van de ene hoogle
raar aan de andere, namelijk van de
voorzitter van de onderwijscommissie
van de faculteit aan de voorzitter van
de faculteit zelf. Het zeer geheime stuk
is op onopgehelderde wijze ontvreemd
en daarna in de publiciteit gebracht
door de werkgroep Demokratisering
Medische Faculteit. Waarschijnlijk
om aan te tonen dat hoogleraren nog
best iets kunnen leren.
Nu er toch met geheime stukken
wordt gesmeten wil ik niet achterblij
ven. Daarom publiceer ik hier enkele
punten uit een geheim rapport van een
werkgroep van docenten met voldoen
de zelfinzicht om in te zien aan welke
eisen zij moeten voldoen om door hun
studenten als bruikbaar te worden be
schouwd.
„De docent dient zacht te praten, zo
dat de studenten niet in hun discussies
worden gestoord".
Heeft de docent iets te vertellen dat
de moeite waard is, dan kan hij daarop
de aandacht vestigen door zijn vinger
op te steken. Wordt de vinger opge
merkt, dan kan een commissie ad hoe
van 3 studenten een voorstel in stem
ming brengen de docent aan te horen.
Geschiedt dit en blijkt de mededeling
van de docent waardeloze oude koek
te bevatten, dan wordt zijn vinger in
het gips gezet. Als de docent zijn col
lege niet verbetert krijgt hij een totale
gispbehandeling. De docent zal moe
ten meewerken aan het scheppen van
een sfeer an onderling begrip. Ironi
sche opmerkinaen als: ..Niemand kan
henalen waar de grens van de mense
lijke domheid ligt. maar misschien
zou meneer Pieterse ons een heel eind
op weg kunnen helpen" .zullen niet
worden getolereerd.
Tentames mogen niet langer het ka
rakter hebben van een verhoor. Over
het algemeen zullen aan de docent
slechts 3 vragen worden toegestaan,
te weten: „Hoe is uw naam, wat wilt
u drinken, en wanneer wilt u eza-
men doen?"
Daar de maatschappij dringend be
hoefte heeft aan afgestudeerden dient
de examenstof te worden beperkt tot
de praktische en theoretische kennis
van datgene dat in de praktijk het
dringendst nodig moet worden ge
acht. Voor het doctoraal examen in de
medicijnen wordt hierbij gedacht aan
het van riiksweae aratis verstrekken
van het boekje ..Eerste Hulp bij Onae-
lukken". Met de theologische faculteit
zijn onderhandelingen gaande om de
leerstof te concentreren in een boekje
„Laatste Hulp bij Ongelukken"
Docenten die volledig aan de gestel
de voorwaarden voldoen zullen eervol
van hun taak worden ontheven en be
vorderd worden tot student.
ADVERTENTIE
thans voor
EUROMARKTPRIJZEN
KLEVERLAAN 2—6 - BLOEMENDAAL
Telefoon 51095
j
AAL BEWUSMATERl- I k BIJ PAPPA
AAL. DE WIJZERS KUN
NEN NIET VERZET
W0Rt>EN.
MAAR UIT.
WEL VER0...1 K WAS ER ZE
KER VAN DAT WE NIET6EV0L6D
WERDEN. HOE KOMT
2
s^i Ltrr
AMWiuia»!
©PIB
1165. De Markies deed in edelmoedigheid
voor zijn broer met onder. Nu deze hem
genoeg had vertrouwd om de betovering
ongedaan te maken, bleef de Markies niet
achter. Plechtig wijzigde hij het doku-
ment, waardoor zijn broer de rechten
kreeg, die hem toekwamen.
„Nu is er nog maar één ding te doen",
zei de Markies gelukkig.
„En dat is?" vroeg zijn broer.
„Het spijt me." zei de Markies, „maar
dat zal ik alleen aan Bram Fok vertellen.
Ik heb onderweg een goede lts gehad,
en ik ben een ander mens geworden. En
dat lesje wil ik nu betalen.
De broer werd niet wijzer, maar wij we
ten nu, wat de Markies bedoelde. Want
met een schip vol speelgoed, kleding en
lekkers werd Bram naar de tuinman ge
stuurd, wiens dochtertje haar brood had
willen delen met een arme bedelaar.
Voortaan zou in dat gezin geen gebrek
meer worden geleden!
EINDE VAN DIT VERHAAL