Harde feiten op tafel in Uppsala
II
Kerkelijke informatie op de TV
NABETRACHTING OP CONCILIE
Kerken horen profetisch appèl
Nieuwe regels voor aflaten
In de kaartenbak
Dr. Wind naar
Libanon
ZATERDAG
JULI
Wee uw kinderen
Oud-jong
Worden ouderen wakker 1
Ds. G. P. Klijn
V
Niet naar Oegstgeest
Kees Maas
Ds. Tolsma overleden
1 9<SS
(Van onze speciale verslaggever)
UPPSALA, Zweden De vreedzame schijn van de
eerste dagen is bij de assemblee van de Wereldraad
van Kerken snel ingestort. Het „mooie" is er al af. De
vriendelijke charme van een openluchtmuseum waar
men rondwandelt tussen schilderachtige boerderijen
met stijlmeubelen heeft plaats gemaakt voor de grom
mende activiteit van een bulldozer die een stug en
steenachtig terrein te lijf gaat. Dat is geen tegenvaller
maar integendeel opzet van de Wereldraad. Welbewust
wordt aan de kerken een programma voorgezet waarin
de spanningen en harde feiten in het wereldgebeuren
van vandaag onverbloemd aan de orde worden gesteld.
Een bodem waarop men soms al eeuwen meende veilig
te kunnen wandelen wordt opgeploegd en omgewroet
en moeilijker begaanbaar.
Dit pogen tot het bouwrijp maken
van het terrein voor een nieuwe we
reldsamenleving was toevertrouwd aan
enkele deskundigen van wereldfaam
als de Britse econome Barbara Ward,
de Amerikaanse neger-auteur James
Baldwin en het enig staatshoofd der
conferentie, de president van de jonge
Afrikaanse staat Zambia, dr. Kenneth
Kaunda.
De laatste sprak mild maar welbe
wust tot zijn „christian friends" aan
wie hij intussen de hardste waarheden
serveerde, met name aan de tafeltjes
van de blanke minderheid der wereld,
die de overgrote meerderheid der aard
se rijkdommen in bezit en exploitatie
heeft. Het was deze tegenstelling tus
sen rijke en arme volken, tussen noord
en zuid, die ook Babara Ward tot een
dynamisch en hartstochtelijk pleidooi
bracht voor een radikalere aanpak van
de hulp aan de onderontwikkelde lan
den.
„Wij hebben binnenslands het schrij
nende contrast tussen rijk en arm, zo
als dat in de vorige eeuw ook nog in
onze westerse landen bestond, over
wonnen, waarom doen wij hetzelfde
niet op wereldschaal? Christus heeft
toch ook geen beperkingen aangebracht
in zijn programma van gerechtigheid:
„Geef brood aan de hongerige, mits hij
Engelsman is. Geef water aan de dor
stige voorzoverre hij Duitser is. Kle
ding aan behoeftige met een Neder
lands paspoort?" Misschien zijn wij
echter al te laat en zendt de Heer ons
uit zijn ogen als mensen die onherstel
baar hebben gefaald."
Een andere tegenstelling, namelijk
die tussen de blanke en de gekleurde
met name de zwarte wereld kreeg ge
stalte in de figuur van James Baldwin,
de over de hele wereld bekende neger
schrijver. Niet zo'n meeslepend rede
naar als wijlen Martin Luther King,
maar eerder wat eentonig sprekend.
Op zijn gezicht hebben verdriet en
miskenning duidelijk hun sporen ge
drukt. Een kruis van rimpels staat op
zijn voorhoofd. De hoogopgetrokken
wenkbrauwen geven dat donkere ge
zicht een trek van verdrietige verba
zing. Als een voortdurende vraag waar
om de wereld is zoals zij is en de men
sen zoals zij zijn.
De kerken hebben hun zwarte kinde
ren niet in hun midden opgenomen
verweet Baldwin de vergadering. Ein
delijk moet de christenheid antwoorden
op Jezus' revolutionaire uitdaging dat
alle mensen kinderen van God zijn.
„Als de opgehoopte haat der kleur
lingen in Zuid-Afrika zich tegen de
blanken ontlaadt huiver ik voor het
lot van uw kinderen", zo zei hij. „Ten
slotte gaat het niet om hulp van de
blanken aan de gekleurde rassen maar
daarom dat de blanken zich zelf en hun
menselijkheid redden door een men
selijke houding in de rassenkwestie
aan te nemen. Hun eigen menselijkheid
wordt door een onmenselijk gedrag
vernietigd.
De harde tegenstelling vindt men ook
hier namelijk tussen de oudere en
jongere generatie. De Zweedse studen
ten. die hun protestmars van Stock
holm naar Uppsala in stromende re
gen beëindigden, overhandigden hun
resolutie weliswaar aan de conferentie
leiding ,die zich daartoe bereid ver
klaard had, maar zij hieven tevens
schilden op met critische leuzen als:
„Applaus voor Kaoenda kan twintig
jaar niets doen niet goedmaken."
Barbara Ward kreeg een ovationeel
applaus toen zij de jongeren bezwoer
te blijven vragen: „Wanneer wordt de
150 miljard dollar die de wereld aan
bewapening uitgeeft aangewend voor
vreedzame doeleinden en voor verhef
fing van de arme en verdrukte volke
ren?"
Drs. Joh. Pronk, gekozen tot voor
zitter van de jongeren die aan de dis
cussies in de sectie over rijke en ar
me landen deelnemen, zegt:
„Wij gaan voorstellen dat alle kerken
pressie op hun regeringen zullen uit
oefenen om tot een andere economische
politiek te komen en nog grondiger
wijzingen in de structuren aan te
brengen. De kerken moeten hun eigen
leden voortdurend oproepen tot politiek
meeleven en meehandelen. Om hun
woorden geloofwaardig te maken moe
ten zij een eigen belasting ten bate
van de ontwikkelingslanden invoeren,
zolang de overheid daarvoor te weinig
ter beschikking stelt. Dit zijn nog
slechts modellen om aan het denken
te zetten: maar wij gaan", aldus drs.
Pronk, „zulke dingen toch via moties
in alle secties en in de algemene zit
ting aan de orde stellen".
.Va
Honger: dat is een van de woorden die de zitting van de Wereldraad van Kerken
beheersen. (Foto Margareth Murray, Genève).
Koning Gustaaf Adolf en de leiders van de Wereldraad van Kerken zijn in af
wachting. Aller ogen richten zich op de ingang. Deze intrigerende foto werd ge
nomen bij een ontvangst door de koning van de delegaties. Zij tekent de situatie
van de vergadering: moet men wachten op het wonder, op de H. Geest, op wat
dan ook of moet men handelen in de overtuiging dat dan het wonder komt?
VATICAANSTAD (AP) Het Vati-
oaan heeft nieuwe regels voor aflaten
bekendgemaakt, waardoor de bepalin
gen, welke 9 januari 1967 werden be
kendgemaakt, worden gewijzigd.
De wijziging betekende het einde van
de oude praktijk om aflaten in dagen
of jaren te meten, maar de aflaten zelf
worden, ondanks critiek dat zij een
ouderwetse vorm van „kerkelijke boek
houding" zijn, gehandhaafd.
De veranderingen zijn in september
1967 gereed gekomen waarna zij aan
de nationale bisschoppenconferenties
zijn voorgelegd. De conferenties van
veertien landen, voornamelijk in West-
Europa en missielanden, verklaarden
zich tegen de wijzigingen.
De voornaamste wijzigingen zijn:
Aflater kunnen slechts eenmaal per
dag worden verdiend.
Een bezoek aan een kerk Is niet
meer op zich een middel om een aflaat
te verkrijgen.
Over de gedeeltelijke vergeving van
straffen van zonden wordt niet meer
gesproken in de vorm van dagen of
jaren.
Een stervende verkrijgt een volle
aflaat als hij altijd gewend is geweest
te bidden. Daarvoor behoeft niet langer
een priester bij het sterfbed aanwezig
te zijn.
Dr. R. Bijlsma, hervormd predikant
te De Bilt, die tevens als buitengewoon
hoogleraar (docent voor praktische the
ologie) verbonden is aan de Nederlands
talige afdeling van de protestants the
ologische faculteit te Brussel, heeft be
dankt voor de benoeming tot rector
van de zendingshogeschool van de her
vormde zending te Oegstgeest. De ge
nerale synode had dr. Bijlsma all
zodanig benoemd ter opvolging van de
huidige rector prof. dr. E. Jansen
Schoonhoven, die wegens het dan be
reikt hebben van de 65-jarige leef
tijd per 1 mei 1969 aftreedt.
Drie belangrijke sprekers van de eerste dagen: president Kaoenda van Zambia,
Barbara Ward en dr. Visser 't Hooft.
(Van onze correspondent)
DRIEBERGEN. Het moderamen
van de Hervormde synode heeft in een
brief aan kerkeraden en aan predikan
ten scherp stelling genomen tegen sa
nering van het kerkelijk register door
verwijdering van niet meelevende ge
boorteleden. Kinderen van hervormde
ouders worden gerekend tot de her
vormde kerk, of ze gedoopt zijn of niet.
Dat ia niet zo maar 'n uiting van impe
rialistische neigingen, zo schrijft 't mo
deramen, maar heeft als achtergrond
dat men gelooft dat deze mensen er
bij horen: geen imperialisme dus, maar
„barmhartigheid en gehoorzaamheid".
De gereformeerde dr. G C.
Berkouwer is een van de beste
Nederlandse specialisten op het ge
bied van de ontwikkelingen in de
r.-k. kerk. Hij maakte de zittingen
van het Vaticaans concilie mee,
schreef daarover indertijd al een
belangrijk boek, dat door ons uit
voerig is besproken, en is nu met
een vervolg gekomen, dat verdient
even gretig te worden gelezen als
het eerste.
„Nabetrachting op het concilie" geeft
een getuigenis van dezelfde goede ei
genschappen van prof. Berkouwer als
het eerste boek al deed. De schrijver
stelt zich nooit van tevoren op, maar
tracht zich volledig in te leven in het
klimaat, in de denkrichtingen en in de
problemen, die in de r.k. kerk leven.
Vooringenomenheid is een eigenschap
die prof. Berkouwer volkomen vreemd
is, eerder zou men hem nog kunnen
verwijten dat hij wel wat erg geënga
geerd meeleeft in de ontwikkeling, die
de r.k. kerk doormaakt. Hij constateert
overigens een proces, dat toch nog
maar moeizaam op gang komt en
dat meermalen duidelijk ambivalent
ia.
Zeer diepgaand zijn zijn beschouwin
gen over „Vernieuwing en exclusivi
teit", waarin hij constateert, dat het
„triomfalisme" nog lang geen verleden
tijd is, dat de paus zorgvuldig tracht
de kerk „heilig" te laten blijven en
alle zonden en tekortkomingen aan
haar leden toe te schrijven.
Over de pauselijke wijze van spreken
over de kerk zegt Berkouwer, dat dat
niet de confessie der zonde uitsluit,
noch het afsmeken van Gods barm
hartigheid, van de vergeving voor de
zwakheden en fouten van de zondaars
die we allen zijn. Maar de heiligheid
als „nota ecclesia" staat daar op een
merkwaardige wijze los van. Ze schijnt
een eigen „obejectiviteit" te bezitten,
die door de schokkende verontrusting
van de zonde „in membris suis" niet
wordt gerelativeerd".
Uitvoerig spreekt Berkouwer vooral
over de problemen van de trans-sub
stantie. Hij wijst er op dat de paus zijn
vrees en afweer van een nieuw sym
bolisme heeft gekleed in de vorm van
een generale these over de waarheid
en haar menselijke formulering.
„De bezorgdheid, dat de continuïteit
van het dogma verloren zal gaan uit
zich in de verwerping van elke disso
ciatie en van elke erkenning der eigen
tijdse formulering. De contunuïteit
wordt alleen gegarandeerd gezien in de
identificatie zonder dissociatie. Het ei
genaardige van dit alles is echter hier
in gelegen dat de paus moeilijk zal
kunnen ontkennen dat de kerk zelf
meermalen nadere interpretaties heeft
gegeven".
De encyclieke „Mysterium Fidei"
vormt dan ook een van de hoofdobjec
ten van Berkouwers boek, dat later een
uitvoerige verhandeling bevat over het
oecumenische perspectief. Hij consta
teert ook dat de rooms-katholieke bij
belwetenschap in onze tijd meer en
meer oog heeft gekregen voor het ge
vaar van een traditionalistisch, dogma
tisch schriftverstaan, waarin men van
uit het dogma naar de schrift rede
neert en de schrift vooral een apole-
getische functie krijgt.
Het boek is overvloedig van voetno
ten voorzien. Alleen al het geduldig
doorlezen hiervan is een feest op zich.
Berkouwers boek is niet gemakkelijk,
omdat elke neiging tot popularisering
is vermeden. Voor degene die zich de
moeite wil nemen tot een rustige ana
lyse is het echter een goudmijn.
„Nabetrachting op het concilie" door dr.
G. C. Berkouwer (J. H. Kok N.V., Kampen).
De in het Convent van Kerken sa
menwerkende geloofsgemeenschap
pen hebben bewezen dat er in Neder
land wel degelijk belangstelling bestaat
voor godsdienstige uitzendingen op de
t.v. Uit de laatste nog niet gepubli
ceerde cijfers van het IKOR blijkt na
melijk dat een informatieve uitzending
als „Kenmerk" kan bogen op een kijk
dichtheid van 12-13 percent, dat wil
zeggen ruim één miljoen kijkers, en
bovendien een hoog waarderingscijfer
krijgt, namelijk circa 7.
Nederland staat hiermee aan de top
vergeleken bij landen als Oostenrijk,
Engeland of Frankrijk, waar ook veel
mensen kijken, maar de waardering
lager ligt.
Uit de cijfers in Europa blijkt over
duidelijk dat voor het informatieve
godsdienstige programma aanmerke
lijk meer belangstelling bestaat dan
bijvoorbeeld voor de uitzendingen van
kerkdiensten of het vrome praatje van
de dagsluiter.
In Nederland krijgt van de gods
dienstige programma's de kerkdienst
de minste belangstelling, namelijk 6,75
percent, dat wil zeggen 560.000 kij
kers.
Eenzelfde situatie kent men in Frank
rijk, waar op zondagen twee miljoen
kijkers (10 percent) kijken naar het
kerkelijk magazine met daaraan aan
sluitend de mis, maar 6-7 miljoen men
sen hebben hun t.v.-apparaat aanstaan
als na de mis een belangrijk aktueel
onderwerp wordt besproken en toege
licht door een katholiek journalist.
Ook in Engeland kan het aktuele
godsdienstige programma der BBC op
zondagavond rekenen op vijf miljoen
kijkers of meer. En in Oostenrijk staan
bijna één miljoen t.v.-toestellen inge
schakeld bij het wekelijkse zondag
avond-halfuur van de kerk.
Maar voor beide landen geldt dat de
godsdienstige uitzendingen tussen popu
laire programma's inzitten. Het kan
zijn dat „de mensen gewoon te lui
zijn om de knop om te draaien totdat
er een interessanter programma komt"
aldus een kommentaar van Agnellus
Audren van de BBC in Londen.
De grotere belangstelling voor de in
formatieve godsdienstige programma's
schrijven ingewijden onder meer toe
aan het feit dat ook niet-praktiseren-
den en niet-christenen kijken, hetgeen
bij strikt godsdienstige uitzendingen
als kerkdiensten meestal niet het ge
val is. Een tweede reden is dat in de
uitzendingen van plechtigheden of
dagsluitingen de kerk zich presenteert
op een wijze die minder aanslaat, ter
wijl juist het dienstbare, vrijblijvende
karakter van het informatieve pro
gramma bijzonder blijkt aan te spre
ken.
Steen en been klagen de kerkelijke
gezagsdragers in Duitsland en de Ver
enigde Staten. In Amerika heeft een
recent wetenschappelijk onderzoek,
aangetoond dat programma's als „Sa
cred Heart Program" en „Catholic
Hour", ja zelfs de veelbesproken
„Bishop Sheen" zo'n lage kijkdichtheid
hadden, dat men niet eens meer kon
meten. De laagste grens (en die ligt
beneden 1 percent) werd niet bereikt.
De oorzaken hiervan zijn volgens het
Amerikaanse Jezuïtentijdschrift „Ame
rica": de slechte vorming van de
priesters die radio en t.v.-uitzendingen
moeten verzorgen. Zij hebben geen
greintje verstand van het vak en ver
richten hun optreden alleen maar als
bijbaantje. Tweede oorzaak is gebrek
aan geld. De bisschoppen vergeten dat
goede uitzendingen altijd en zeker bij
de commerciële Amerikaanse t.v. veel
geld kosten.
In Duitsland klaagt het kerkelijk ge
zag over te weinig zendtijd (2, 3-2,
4 percent voor beide confessies samen)
ZEIST. In de ouderdom van ruim
95 jaar is te Zeist overleden ds. J. Tols
ma, emeritus predikant en de oudste
van de predikanten der christelijke ge
reformeerde kerken. Ds. Tolsma was
aanvankelijk werkzaam in 't bouwbe
drijf. Op 24-jarige leeftijd ging hij van 't
rooms-katholicisme over naar de chris
telijke gereformeerde kerken, waar hij
op 42-jarige leeftijd predikant werd te
Aalten. Hij diende de kerken van Zeist,
Zaamslag en 's-Gravenmoer.
over de slechte zendtijden (zondagmor
gen en zaterdagmiddag) terwijl de kij
kers vooral klagen over het feit, dat
de kerkelijke uitzendingen irreëel zijn
en naast de wereld staan. Van kerkelij
ke zijde is men in Duitsland ook weinig
te spreken over „progressieve gods
dienstige programma's" die buiten de
kerk, d.w.z. kerkelijk gezag, om, ge
bracht worden. Het zijn „de links-in-
tellectule vlegels", die met hun uit
zendingen de kerk grote schade toe
brengen, zeggen zij.
(Van onze correspondent)
BUSSUM. Dr. A. Wind, gerefor
meerd predikant te Bussum, heeft een
benoeming aanvaard tot docent in de
nieuw-testamentische vakken aan de
Near East School of Theology in Bei
roet, Libanon.
Hij zal in september afscheid nemen
van Bussum om in oktober zijn taak
in het Nabije Oosten te aanvaarden.
Dr. Wind was voor hij predikant in
Bussum werd gereformeerd predikant
in Almelo en daarvoor missionair pre
dikant in Indonesië (Midden-Java),
welke laatste taak hij negen jaar ver
vulde.
Hij bekleedt in het Gooi maar ook
in Nederland vele belangrijke functies
in toporganen op kerkelijk en maat
schappelijk gebied.
Aan het gereformeerd zendingsse
minarie in Baarn is hij docent hindoe
isme en Boeddhisme, welke vakken hij
eveneens doceert aan de zendingsschool
in Oestgeest.