Rijke zolder** vol kunst en curiosa VR© uw. iliilii v W if m Oude „oefeulappee** tentoongesteld M 4, m mtLCEDA&TEMtAAm 16 99 Hl M-t-ML WA...é W 4 m v*-% ZATERDAG 13 JULI 1968 Erbij M, |p k .y wm. I §•1 Mevrouw P. van der Hofstadt-Storie, „Ambassadrice van de kant" uit Brugge. (Van een medewerkster) HET GEBOUW Steenhouwers- dijk 2 in de Belgische stad Brugge heeft een enorme, uit de vijftiende eeuw daterende zol der. Door grote dakvensters zijn de grijze wolkenvelden te zien die de zomerstorm over het Vlaamse land jaagt. Het daglicht valt op oeroude balken en vloeren, op trapjes, op stapjes en halfverborgen hoêk- kamers, op een podium waarop een gesloten vleugel staat, op reeksen geschilderde portretten, boeken, beelden, koperen voorwerpen. Aan een kamerscherm hangen kleer hangers met oud-modische japon nen, ergens tussen de hanebalken ontwaart men een Beethoven-kop Temidden van deze onafzienbare verzameling kunstvoorwerpen en cu riosa zit mevrouw Paul van der Hof stadt-Storie. Een charmante met zorg geklede vrouw van ver in de zestig, le vendig pratend over deze zolder en dit huis: het „Museum Storie". Haar mu seum dat zij bij stukjes en beetjes op bouwt in haar geboortehuis waar al drie generaties Storie hebben geleefd en gewoond. „Dit is in de bloeitijd van Brugge een van der rijke zolders van Vlaanderen geweest", zegt ze. Buiten deint vlak voor het huis het water van de Groene Rei, dat niet groen maar blauw-zwart is, in die rijke eeuwen aanvoerkanaal voor de koopwaren die op deze zolder werden opgeslagen NU, RUIM 500 JAAR later, wil me vrouw Van der Hofstadt er weer een „rijke zolder" van maken, zij het dan in andere betekenis. De zolder is het atelier geweest van haar in 1961 over leden broer, de bekende Brugse por tretschilder José Storie en zijn in 1960 gestorven vrouw, de pianiste Suzanne de Meyere, eens winnares van het Cho- pin-concours in Warschau. Zijn werk stukken en haar muziekinstrumenten, hun meubels en de door hen nagelaten verzamelingen vormen de inventaris van het museum Storie dat dezer da gen officieel geopend is door de bur gemeester van Brugge. „Wij hebben altijd in de kunst ge leefd", zegt mevrouw Van der Hofstadt Haar explicaties, in melodieus-klin kend Vlaams dat in het vuur van haar betoog soms overgaat in snel Frans, geven relief en leven aan de op het eerste gezicht wat verwarrend aan doende inventaris van het museum-op zolder. Rondom het podium met de vleugel staan enkele tientallen oude stoelen geschaard, op gezette tijden wordt hier voor een klein publiek ge musiceerd. „IK HEB DE stad zo lief, zomer en winter, in alle bestemmingen", zegt de vrouw die in Brugge geboren en getogen is. Het is duidelijk dat de oude West- vlaamse stad in haar al bijna een mensenleeftijd lang een enthousiast pro pagandiste heeft die niet alleen over haar eigen museum weet te praten, maar ook over al het schone en be- ;:u. IKMrasm <&>X y XixXyX:::::::::::: xfX Naar Bra en Barneveld U TREFT NIET steeds stralend vakantieweer en dan wordt het al gauw moeilijk de hele familie van de verveling te redden. De spelletjes „Mens erger je niet" lopen maar al te snel op ruzie uit. De dieren- en sprookjestuinen zijn in de regen niet op hun best. Zelfs Madurodam is bij slecht weer geen onverdeeld genoegen. Dus dan wordt het een museum. Meestal de traditionele musea in uw vakantie-omgeving. Er zijn echter ook minder bekende musea waar eens wat anders dan de Nachtwacht of de Mona Lisa is te bezichtigen. Voor de Veluwe-vakantie- gangers, speciaal de vrouwelijke, is er in het museum Nairac in Barne- veld de aardige tentoonstelling „Drie eeuwen merklappen". De vakantiegangers in het zuiden-des-lands kunnen als zij toch in het Belgische Brugge zijn, eens het minder bekende museum „Het Huis Sto rie" bezoeken, waar de sfeer uit lang vervlogen Vlaamse tijden is be waard. Spectaculair zijn deze beide musea misschien niet, maar wel veel per soonlijker dan de massa-musea. Op deze pagina kunt u er meer over lezen. ia ék koor lij ke dat in deze stad zo rijk en haast overdadig ligt opgetast. Vooral over de wereldberoemde Belgische kant. Twintig jaar lang is mevrouw Van der Hofstadt de ambassadrice voor dit oude handwerk geweest. Het kantwerken is voor haar nu al leen nog maar hobby: het echte oude kantwerk sterft helaas uit. Het is te duur geworden, men kan (en wil) er de kost niet meer mee verdienen, en de machinale kant lijkt definitief de overwinning te hebben behaald. „Als ik in de gelegenheid ben geef ik nog graag voordrachten over kantwerken", zegt mevrouw Van der Hofstadt die op grote kan tentoonstellingen tekst en uitleg aan bezoekers h eeft gegeven, zelf een „Belgisch kantcentrum" heeft gehad, waar volwassenen en kinderen de kunst van het kantwerken leerden, De zolderverdieping van „Het Huis Storie" aan de Steenhouwersdijk in Brugge. toeristen het verschil t ussen de echte en de namaak-kant leerde zien en goodwill-reizen maakte naar Amerika. Daar is het kantwerken, mede dank zij haar activiteiten, tot een bloeien de hobby in de vrouwenclubs gegroeid MEVROUW VAN DER Hofstadt praat liever niet over de vele kruistochten die ze voor het oude handwerk heeft gemaakt. Die zijn noodgedwongen ver leden tijd geworden en in haar muse um heeft ze een nieuwe boeiende taak gevonden. Toch haalt ze op zeker ogen blik een kantkussen tevoorschijn, laat de klosjes heen en weer dansen, legt de betekenis uit van de termen, „hal ve linnen", „linnen" en „gewrongen linnen" bij het kantwerken. Ze vertelt hoe men het verschil tussen de steken van het handgemaakte en het machina le kantwerk kan zien, wijst op het ef fect van „licht en schaduw" in het kantwerk, haalt een paneel tevoorschijn met de fijnste kanten: „binche-kant" zoals die, zij het heel weinig, nog in Brugge wordt gemaakt. „Weet u hoe ik begonnen ben met kantklossen? Ik moest het voor straf doen. Daarna ben ik verliefd gewor den op de kant. Ik heb ontdekt dat je de mensen kunt betoveren door ze het kantklossen te laten zien Want men bewondert de kant, maar men weet er zo weinig van". LATER LAAT ZIJ de uit de twaalf de eeuw daterende benedenverdieping van „Het Huis Storie" zien: de in el kaar lopende kamers met hun speci- fiek-gewelfde plafonds, de oude keuken met de massieve granieten aanrecht die geleidelijk „in stijl" zal worden aangekleed., De kleine stille tuin die door hoge muren is omringd. Vergeleken bij de grote en beroemde „kunstpaleizen" die Brugge heeft ligt het museum van mevrouw Van der Hofstadt wat afzijdig. Het is klein en intiem, maar men treft er een gast vrouw die de kunst verstaat, de be zoekers met gratie en vriendelijkheid een „sentimentele reis" door de histo rie van haar eeuwenoude huis en haar beroemde geboortestad te laten maken. Die tegen bezoekers van haar zolder museum zegt „zet u een minuutje neer na dat klimmen van die trap", en die met belangstellenden altijd graag wil praten over het oude handwerk dat nog altijd haar grote liefde heeft: het kantwerken. b* w V, «3* 'A.A&/A V. (■kmt't t v V. t 4 Wm k 'm&é., -Wk 'Am- mmfrm ';L s. (Van een medewerkster) EER DAN honderdtwintig jaar geleden borduurde het kind Daatje de Boer met kleurige wollen garens een merk lap en vermeldde er, waarschijn lijk met enige trots, haar leeftijd op: „Daatje de Boer, oud 7 jaar". Haar uit omstreeks 1844 daterende werkstuk met de „dubbele letter oefening" van het alfabet, omrankt Een linnen merklapje uit 183 7, met zijden garen geborduurd. De tekst luidt: Ter gedagtenis aan 1. C. Z. Elias gemerkt met de voeten door my, C. Voogt." Het grote motief, een bloempot, wordt geflankeerd door pauwen en mandjes met bloe men en vruchten. Ook deze lap is in kruissteek gemaakt. door dierfiguren en bloemmotie ven, hangt nu op de tentoonstel ling „Drie eeuwen merklappen" in het Veluws museum Nairac in Barneveld. Deze tentoonstelling is 6 juli geopend en duurt tot 21 juli. VOOR EEN ZEVENJARIGE lijkt het een hele krachttoer om zo'n werkstuk kruissteekje voor kruissteekje op te bouwen. Toch is Daatje in haar tijd waarschijnlijk niet als wonderkind op borduurgebied beschouwd. Cornelia van Gorkum was twaalf jaar toen zij, in het begin van de negentiende eeuw haar linnen merklap met wollen en zijden garens bewerkte tot een kijkspel waarin de „Nederlandse maagd in Hol lands tuin" en .Salomo's oordeel' terug te vinden zijn in gezelschap van hui selijke motieven als bloempotten, een ketel en een huis met hekje. Maria van Esveld borduurde op ongeveer der tienjarige leeftijd, in het midden van de vorige eeuw, in kruissteek een heel keukentafereel: vrouw aan fornuis, kind en hond op de vloer, kat op tafel. „De naaldwerksters waren meestal meisjes in de leeftijd van acht tot zes tien jaar. Dat valt af te leiden uit jaar tallen en andere gegevens die de maak sters in hun lappen hebben verwerkt", zegt mevrouw A. Meulenbelt-Nieuw- burg, hoofdassistente van de afdeling handwerken en textiel van het Neder lands Openluchtmuseum in Arnhem. Zij heeft de tentoonstelling samenge steld en bovendien, waar nodig, de ten toongestelde lappen schoongemaakt en gerestaureerd. Het expositie-materiaal variëert van zo-goed-als-nieuw tot zeer oud: een aan prinses Beatrix gewijde merklap is dit jaar pas gemaakt, ter wijl de oudste merklap uit 1684 dateert DE LETTERLAPPEN, merklappen en stoplappen van vorige generaties staan tegenwoordig weer in het middel punt van de belangstelling. Het lijkt Een merklap uit 1848 met ver schillende kleuren garen op stra mien geborduurd. Initialen, ver sierd met kransen, hartjes of kronen vormen enkele motieven, naast bloempotten en randen druiven trossen en bladeren. De lap is in kruissteek uitgevoerd. zelfs niet overdreven om van een rage te spreken. Na jarenlang vergeten op zolder te hebben gelegen worden oude merklappen, nog gewrocht door overgrootmoeders of oud-tantes, zorg vuldig ingelijst en als „antieke noot" in moderne interieurs opgehangen. Jon ge vrouwen borduren hun eigen merk lappen, soms naar eigen ontwerp, soms naar voorbeelden uit de hand werkwinkels. „Levenslapjes" worden geborduurd om bij huwelijk geboorte of zilveren bruiloft als geschenk t« fungeren. Borduren als vrijetijdsbesteding, in tegenstelling tot vroeger toen de merk lap als „oefenlap" fungeerde, als een soort examenstuk waarmee de borduur ster moest bewijzen dat ze de borduur techniek onder de knie had. Vaak waren de merklappen ook bedoeld als voorbeelden voor het merken en bordu ren van de linnenuitzet die in het leven van ieder meisje op huwbare leeftijd zo'n belangrijke rol speelde. Drie eeuwen merklappen, laten zien dat de stijl in die ruim driehonderd jaar langzaam maar zeker is veran derd, al blijken bepaalde traditionele motieven „ijzersterk" te zijn. De levensboom is een van de belangrijkste. In allerlei formaten en met diverse va riaties in de vorm van vogels of andere dierfiguren. In de achttiende eeuw wordt de op zet meer symmetrisch, en de rand die de motieven omlijst steeds belangrij ker. De kunst van het merkjes en let tertjes maken lijkt op het tweede plan te komen: de merklappen worden „ge borduurde schilderijtjes". De werk stukken uit de negentiende en twintig ste eeuw hebben vaak een romantische inslag, zoals een landelijk en idyllisch tafereel uit 1883 met als hoofdmotief een „rustende jongeling". OOK HET MATERIAAL is in de loop der eeuwen veranderd. Men gebruikte handgeweven linnen (van grof tot zeer fijn), later vervangen door luehtige lin nen weefseltjes (te vergelijken met „kaasdoek") en mousseline. De negen tiende eeuw bracht het stopgaas en daarna het stramien dat een aanmer kelijk minder fijn effekt gaf. „De vroegste lappen zijn in vlecht- steek geborduurd", zegt mevrouw Meu- lenbelt. „Dat is een heel mooie variant op de kruissteek. In de loop van de achttiende eeuw werd hoofdzakelijk met kruissteken gewerkt". De garens: eerst zijde of wol, later katoen. Die oude garens waren met plantaardige stoffen geverfd en daardoor veel mooi er en sterker van kleur dan de na 1830 gebruikte katoenen garens. „Drie eeuwen merklappen" is een in trigerend kijkspel, zoals ook oude foto's van onbekenden kunnen intrigeren Men denkt een glimp te zien van de mensen die erbij betrokken waren: kinderen die, nauwelijks op teenagerleeftijd, dramatische bijbelse taferelen borduur den, zoals „De wetgeving op den Berg Sinai" of „De terugkomst van Egypte" of in het jaar 1795 een stoplap „wille keurig gestelde stoppen, met zijden garen gestopt". Het huiselijk leven keert in de motieven steeds terug: huisjes, bloempotten, een vogelkooitje, een wieg, figuurtjes van mannetje en vrouwtje, versierde hartjes en allerlei huisdieren. „DRIE EEUWEN MERKLAPPEN" is zoals vermeld tot 21 juli te zien in het Veluws museum Nairac dat in Bar- neveld-dorp vlak bij het station ligt De expositie is elke dag behalve op zondagen van negen tot twaalf uur en van twee tot vijf uur te bezichtigen en bovendien op donderdag- en vrij dagavonden van zeven tot negen uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 16