Wat textielpersonen in
naakte waarheid zien
de
PANDA EN DE SUPERSCHAT
POLLE, PELLI EN PINGO
^^ngestipt
BiL
PW;
L
Gin
Ons vervolgverhaal
een
niet
van
ZATERDAG 13 JULI 1968
Feuilleton door
JAMES GOLDMAN
(Van een onzer verslaggeefsters)
HAARLEM „Door het afdoen
van dat ene kleine stukje textiel,
stap je in een andere wereld", heeft
de publiciteitsman van de nudisten,
(die bij voorkeur naturisten ge
noemd worden), de heer B Even
huizen gezegd. Deze stap heeft het
evenwel geklede Rood-Wit-Blauw-
team van de VARA-televisie als
eerste reportageploeg in Europa
gewaagd. Het filmde een wereldje
van ontklede mensen die met eega's
en kinderen hun weekeinden al
pingpongend, volleyballend, zwem
mend en limonadedrinkend in een
soort natuurreservaat doorbrengen.
Blote mensen, die met deze activi
teiten in vrijheid en blijheid vol
komen terug naar de natuur wil
len, en graag hun „textielnaas+cn"
tot hetzelfde initiatief aansporen.
si
poue!
Off
Kees Stip
juu/e
MlkuuiS
WALDORF
op
50)
De vrouw duwde hem van zich
af. Ze bleven even zo staan. Toen
had de man haar weer vast. Deze
keer verzette zij zich niet. Ze gaven
elkaar een kus. Een langdurige. Er
kwam maar geen eind aan. Toen
was het afgelopen. De vrouw deed
een stap achteruit. De silhouetten
waren naar elkaar toegekeerd,
korte afstand, roerloos.
Hannah verbrak de stilte. „Heb je
niet het idee dat we overdrijven?"
Hij schudde zijn hoofd. „Zo lijkt het
goed".
Het licht in de kamer was verblin
dend. Een half dozijn slaapkamer
lampen zonder kap brandde fel op
een tafel tegenover het raam. Han
nah stond bij het gordijn. Waldorf
stond een meter van haar af. Beiden
concentreerden zich op hun schaduw.
„Hoe vaak nog?" vroeg ze.
„Ik geloof dat het tijd wordt om
ons uit te kleden".
„Goed. Daar gaat 'ie dan". Lang
zaam, en met aandacht voor het ef
fect, trok ze het overhemd van
Waldorf uit dat ze over dat van haar
zelf had aangetrokken. „Nou?"
„Het lijkt alsof je een overhemd
uittrekt".
„Misschien denken ze dat het een
onderjurk is."
„Met een lange broek aan, zeker."
„Het kan me niets schelen. Verder
ga ik niet."
„Goed, best. We moeten ze eigen
lijk maar niet de tijd geven om na
te denken. Steek me je hand toe."
Hannah bewoog haar hand en hield
de schaduw op het gordijn in de ga
ten. „Mooi; Hier komt de mijne."
Toen de schaduwen elkaar raakten,
hield hij zijn hand stil. „Wat nu?"
„We komen langzaam naar elkaar
toe."
Ze scharrelden rond tot hun scha
duwen elkaar bijna raakten. „Laat
me eens even zien. Wil je het netjes
houden of niet?"
„Ik heb kramp in mijn voet."
„Erg pijnlijk?"
Niemand houdt van een pijnlijke
onderdaan."
„Laten we het niet netjes doen. Bij
drie leun je plotseling voorover." Ik
ben het meisje. Doe jij het maar."
Hij deed het. Hun schaduwen gingen
in elkaar over.
„Kronkel wat." Ze keek hem woe
dend aan. „Ook al goed, dan doe ik
het voor ons samen."
„Dat is obsceen."
„Ik kan het niet helpen; zo doe ik
het nu eenmaal."
„Ik heb er genoeg van. Til me op
en draag me van het doek."
„Dat is lastig. We laten ons ge
woon zakken."
„Goed. Zakken!"
Terwijl ze de schaduwen in het oog
hielden, zonken ze neer. Hannah trok
haar schoen uit en begon haar voet
te masseren.
„We zullen nog een ogenblik wach
ten en dan het licht uit doen." Hij
keek naar de massa slaapkamerlam
pen. Licht uit? Als ze niet allemaal
tegelijk uitgingen zou dat de boel
verraden. Als ze er elk twee voor
hun rekening namen, bleven er nog
altijd een paar over. Hij werd er
moedeloos van.
„Hannah?"
„Wat is er?"
„De lampen."
„Wat is er met de lampen?"
„Ik weet niet hoe ik ze uit moet
doen."
„Weet je nie hoe je ze uit moet
deon?" De spanning was te groot ge
worden. Hij was ingestort. „Niet al
lemaal tegelijk." Ze begon waarach
tig te lachen. „Wat is er voor grap
pigs?"
..Ik dacht dat je gek geworden was.
Dus jij kunt de lampen niet uitdoen."
„Nee." „Een prachtleider ben jij."
„Doe jij het dan als je het zo goed
weet."
„Let op." Ze dook in elkaar. Toen
haalde te uit met een lang recht
been. De tafel vloog weg en de lam
pen vielen met een klap op de grond.
Duisternis. „Dat is nog eens harts
tocht", zei ze en begon te giechelen.
Welles had gezegd dat ze een kwar
tier moesten wachten voordat ze naar
buiten gingen. Aanvankelijk was ze
erg spraakzaam, maar Waldorf deed
niet mee. Als iemand hem in zijn
trots krenkte, hoefde die niet te den
ken dat hij nog over koetjes en kalf
jes ging praten. Het slot van het lied
je was dat ze chagrijnig werd en te
gen hem snauwde. Ze zaten in het
donker op de vloer en er gingen uren
voorbij. „Al een kwartier?"
Hij keek op zijn horloge. „Ik zeg
het je wel als het zover is.'
Het was stil in het hotel. Het was
een warme avond en er was maar
weinig wind. die bovendien in de
hotelkamer niet voelbaar was. „Het
kan me niets schelen, of er al een
kwartier voorbij is of niet."
„Het is zover."
Ze stonden op en liepen op hun
tenen naar de deur. De scherven van
de lampen knarsten onder hun voe
ten. Het slot piepte toen hij de sleu
tel omdraaide en de slaapkamerdeur
kreunde als Scrooge toen hij hem
langzaam opende. Ze liepen de gang
in.
Ze slopen door de donkere gang
naar de achterzijde van het hotel.
De gang liep dood. Er waren drie
deuren. „Welke denk je dat het is?"
fluisterde hij. „Jij bent de leider."
Hij opende de linkerdeur. „Siggi?"
Het was mevrouw Sigisittund. Hij
deed net de deur dicht toen ze zei,
„Heinz, Liebling, komm zu mir".
Hij wendde zich tot Hannah. „Jouw
beurt."
Ze opende de middelste deur en ze
liepen de trap af.
De hemel was niet helder, maar
ook niet betrokken. Er dreven lang
zaam grote wolken voorbij. Ze slo
pen langs de zijkant van het hotel en
naderden langzaam de voorzijde.
Toen ze die bereikt hadden, wachtten
ze tot de maan achter een wolk ver
dween. Ze hoorden zo nu en dan iets,
meestal vogels: geen mensen. De
maan verdween en Waldorf gluurde
om de hoek van het hotel. Er kwam
een vaag schijnsel uit de „cantina"
heel vaag. Er was niemand in de
buurt. Hij knikte opeens en rende de
straat over naar de schaduwzijde van
het gouvernementsgebouw. Ze volgde
hem op de hielen.
„Tot zover is alles goed". Ze knikte.
Vlak langs de muur liepen ze verder
in de richting van het water. Voor
hen uit zagen ze twee bouwvallige
botenhuizen: het ene werd gebruikt
door de Castro-gezinde vissers en on
geveer vijftig meter verder op het
strand het andere waar Welles op
hen wachtte.
(Wordt vervolgd)
Een ten onrechte, maar begrijpelijke
publiciteit ging aan deze uitzending
vooraf. De Volkskrant bijvoorbeeld
vond vier vrij uitgebreide aankondigin
gen over hetzelfde onderwerp niet
overdreven. De teleurstelling van de
televisierecensent na de uitzending was
groot. Verwachtte hij niet als zovelen
een vertienvoudiging van een prikke
lende zich langzaamaan minder achter
een krant (welke?) verschuilende Phil
Bloom?
De heer Jongeling (bij toeval kij
kend naar dit vrij nationaal gekleurd
programma?) maakte bezwaar en niet
alleen tijdens een praatje bij familie
en kennissen onder het genot van een
kopje lauwe koffie en een Jan Hagel,
maar tevens in het parlement. Met
het gevolg, dat ministerie en volks
vertegenwoordiging zich nu verplicht
buigen over de vraag of de uitzending
inderdaad een aantasting van de eer
baarheid was.
„BLOOT IS IN", veronderstelde ie
mand als argument voor het initiatief
Een actieopname op het naturisten
terrein De Brink bij Amersfoort.
coe MAKTEN TOONOEt
CODaa
i\v
i
17-99
17. Kapitein Jorissen haastte zich tevreden weg van
het schip waarop hij Panda en Bill Dollar had achter
gelaten. „Ik dien mijzelf geluk te wensen.mom
pelde hij voor zich heen, terwijl hij een andere zee
man passeerde. „Het is tenslotte niet iedereen gegeven
om zich terug te trekken met honderdvijftigduizend
florijnen, zonder dat men daar veel moeite voor heeft
gedaanOp dat moment werd hij in zijn gedach
ten gestoord door een uitroep van de andere wegge
bruiker. „Hela!" kreet deze. „Wat deed je daar met je
schoffelvcreten op mijn schip? Mijn kompas stelen,
zeker!" Zo sprekend greep hij kapitein Jorissen in
diens kraagje en tilde hem moeiteloos van de grond.
„Ehumpsprevelde het slachtoffer geschrok
ken. „Uw schip, hm? Juist! Ik ehik hoor plotse
ling de roep van de zee. Heel sterk! Laat ik geen tijd
verliezen, doch onmiddellijk het anker lichten!" Met
die woorden rukte hij zich los en draafde haastig naar
het vaartuig terug, de zeeman verrast met een stuk
van zijn kraag achterlatend
JE KUNT JE2EIF VEEL WERK
BESPAREN DOOR JE VERSTAN
TE GEBRUIKEN
LAAT MIJ
AAAAREENS
PRECIES, 6E
BRUIKJIJ JE
VERSTAND
MAAR
HET WATER IS OOK BOVEN
IN DE KRAAN BEVROREN -
DAT ZAUWEl NIET 20 VLUS
ONTDOOIEN!
EN 6A ER DAN MAAR EENS MEE DENKEN..
van Rood-Wit-Blauw. Een ieder die het
programma kent, zou anders weten.
Het team wilde tonen en hierbij citeer
ik regisseur Frans Boelen in de VPRO-
gids: „Hoe een merkwaardig groepje
het fijn vindt om tijdens de vele zon
nige weekenden die ons klimaat te bie
den heeft naakt rond te stappen.
Het naturisme telt in Nederland drie
duizend geregistreerde leden, maar in
werkelijkheid zijn er tienduizenden
mensen die aan naturisme doen".
Ik dacht dat Nederland toch iets
meer van het bestaan van deze
mensen mocht weten. Televisie geeft al
zoveel huiskamers in beeld waar alle
daagse dingen in scène gezet worden.
En kijker heeft recht op het treden uit
zijn eigen wereldje om er eventueel
na de laatste gong van het journaal en
de glimlach van de zuilen of NTS
omroepster weer in terug te vallen.
HOE BEGON ALLES? In het Haar
lems Dagblad van 6 april stond een ar
tikel over nudisme en naturisme in het
algemeen. De voorzitter van de Neder
landse Federatie van Naturisten, die
merkwaardigerwijze alleen in besloten
kring bij naam genoemd wenst te wor
den, schreef ras een brief waarin hij
de betreffende redacteur verzocht eens
een kijkje te nemen op een naturisten
terrein. (Dit voldoet, om de heer Jon
geling, mocht hij van de ook tot hem
gerichte uitnodiging geen gebruik ma
ken, gerust te stellen, aan alle wette
lijke eisen van beslotenheid). Rood-
Wit-Blauw reageerde en na ellenlange
besprekingen, die door een softe dronk
(appelsap of jus d'orange) werd onder
broken, werd tot verfilming van het
natuurleven besloten.
OP EEN ZONNIGE MORGEN in juni
vertrokken de razendsnelle Rood-Wit-
Blauw-medewerkers in een oude Ci-
troën (voor kenners echt Frans uit '57)
naar het terrein Gravingen bij Utrecht
Daar werden zij opgewacht door een
van de naturisten, die het lange pad
naar het gebied voorging. De eerste
blik is erg gek: Allemaal niet erg
mooie mensen, die op het eerste, twee
de en derde gezicht niet anders dan
bloot zitten of lopen te zijn. Na enkele
ogenblikken is dat doodgewoon, een
ervaring, die naar ik verwachtte voor
de kijkers die minder gewend zijn, over
zou komen op de buis. Ik trof er zeer
curieuze mensen, die allen behalve het
naakt het volgende gemeen hadden:
een vrij aanzienlijke maatschappelijke
positie, een vrij hoge ontwikkeling en
de liefhebberij kamperen. Onder hen
bevond zich een vrouwelijke paladijn,
van het gezonde leven, die mij meteen
het karakter begon te ontlleden, al haar
bij verscheidene filosofen opgedane
theorieën onthulde en nimmer aflatend
verkondigde, dat brandnetelzuur in de
soep, zo niet lekker, dan toch gezond
was. Zij kocht naar ik van lezers van
een zeker ochtendblad vernam eer
dorp in de Noord-Oostpolder.
Vrouwen zak ik roeien in rubberboot
jes, en kinderen zochten dikwijls voor
mijn textielblikken bescherming bij
hun ouders.
EEN DIRECTEUR die niet voor de
camera wilde komen gewaagde van de
problemen die het naturisme voorlopig
nog in de Nederlandse maatschappij
oplevert. Hij vertelde tevens dat zijn
dochter moeilijkheden op school onder
vond omdat haar ouders vrijheid en
blijheid in de natuur van zo'n kapi
taal belang achtten.
Verschillende malen werd mij met
een zeker overwicht gevraagd of ik
geen behoefte voelde om mijn kleren
af te doen en of ik mij niet enigszins
geneerde zo aangekleed .Ik moet eerlijk
zeggen dat dit mij niet het geval was,
zeker niet op een andere regenachtige
morgen in het kamp „De Brink" bij
Amersfoort. Mij plezierig voelend in
mijn warme jas (ik had het zo koud
dat ik een jack moest lenen) keek ik
bijna verveeld naar al dat bloot, dat
huppelde, holde en sprong om warm te
blijven. Dit alles voor de almachtige
camera, die kennelijk de vereniging zo
welkom was. De mensen op dit nudis-
tenterrrein waren ex- of nog steeds
vrijbuiters, die zich in verre gewesten
geregeld kamperend verpoosden.
HET ALLERVRIJBUITERIGST wa
ren de tweeduizend mensen in Ossen-
Zelden slaagt de fantasie erin de
werkelijkheid te evenaren, zoals nu
weer blijkt uit het geval Wally Mellish
die door de politie van het Australi
sche Glenfield voor krankzinnig werd
gehouden, en die op zijn beurt de poli
tie voor krankzinnig hield. Voor ons,
tegenvoeters die vernamen welke ge
beurtenissen zich onder onze i'loer af
speelden is het moeilijk te beoordelen
wie gelijk heeft, vooral wanneer wij
horen dat Wally van de commissaris
die hem arresteren moest een mitrail
leur ter beschikking kreeg om er zich
de politie mee van het lijf te houden.
Ook voordat hij die mitrailleur kreeg
heeft Wally er zich niet over kunnen
beklagen dat de politie hem te hard
heeft aangepakt. Nadat hij zich, gezocht
wegens autodiefstal, in zijn huisje had
verschanst, is hij in de gelegenheid ge
steld te huwen met zijn bruid, die,
zoals tegenwoordig steeds meer in
zwang komt, een baby als bruidsjon
ker had meegebracht. Het zag er naar
uit dat ze met z'n allen gelukkig maar
kort zouden leven. Maar de politie heeft
daarna een nieuwe vorm van psycho
logische oorlogvoering toegepast die
erop gericht was dat ze daarbinnen,
kort en ongelukkig zouden leven. Zo
dra de belegeraars er de lucht van
hadden gekregen dat het voedsel op
was, zijn ze op het grasveld voor het
huisje, waarschijnlijk buiten bereik van
de mitrailleur, braadworst gaan braden
Daar kreeg Wally de lucht van, maar
dan ook niets anders. Of Wally zich
tenslotte door de braadworst naar bui
ten liet lokken is van weinig belang,
maar de Australische methode lijkt in
elk geval gezonder dan het systeem
van psychologische oorlogvoering dat
de inwoners van belegerde steden in
onze vaderlandse geschiedenis toepas
ten. Die trokken elke dag hun laatste
mager varken aan de staart om de
vijand buiten de wallen de indruk te
geven dat er dagelijks vers vlees op
de markt was. Hier waren duidelijk
de verkeerden psychologisch aan het
oorlogvoeren geslagen, want zij be
zorgden zichzelf meer honger en het
varken meer pijn dan nodig was en
dat om een vijand te ondermijnen die
zelf volop te eten had.
De toepassing van braadworst als
oorlogswapen lijkt mij een sterk argu
ment voor de voorvechters van de ge
weldloosheid. Wanneer de grootmach
ten zich gaan toeleggen op het consume
ren van braadworst inplaats van het
produceren van mitrailleurs zullen alle
strijders spoedig bekleed zijn met een
vreedzame vetlaag. En mocht er iets
mis gaan: Met een goede braadworst
sla je iemand met gemak bewusteloos.
drecht, waar de opnamen helaas vol
ledig in het water vielen. In de on
weersbuien die over het prachtig geou
tilleerde internationale kampeerterrein
stortten bewogen zich nog enkele men
sen die zich ter bescherming tot in
detail van alle kledingstukken hadden
voorzien, behalve.dat ene stukje
textiel waarover de heer Evenhuizen
het spits van dit verhaal afbeet.
Een klein Belgisch manneke noodde
ons in een klein huisje, waar de nudis
ten (want dit waren nudisten; zij lie
ten vlees, bier, sigaretje of andere scha
delijk geachte genotmiddelen staan)
zich voor een met een grote gemerkte
buik behepte administrateur achter een
loket moesten melden.
In een prijzenkast zag ik diverse
bekers die al bloot in volleybalwed
strijden veroverd bleken te zijn. De
symboliek van het nudisme werd weer
spiegeld in een schilderij van een meis
je dat met bloemen en vogels speelt,
terug naar de natuur.
En daar zijn we weer, waar in
ieder geval de leden van de federatie
wezen willen.
Tot besluit een opmerkelijke ervaring
van een „textielpersoon" op een natu
ristenterrein: hij is in tegenstelling tot
op andere plaatsen hier geneigd de
mensen aan te kleden, wat toch weer
naar ik dacht, een bijdrage is tot de
algemene eerbaarheid.
/vWKtOj cat 6c' V nCrff LOOPRöbSb'BR
&STAAN 6£evSPCK&l.
O/MfZCM ONÖER WATER'
HOU M'N SPÜim
MAAR, IK6A NÓÓIT
MEER NAAR 8EN6-
DEN!
MOETEN
me DUIKER
WAAR-
SCHUWEN
ROM OP, MAN,
WAT-IS 66
-ZIÉN HEBT.
H/J KOMT BIJ.,,
1187. DROEVIG was het lot van Bram
met je Fok. Hij, de man die gewend was
dan vrijheid en ruimte en frisse lucht,
moest in de werkplaats meewerken aan
de boze plannen van de geheimzinnige ge
leerde. Vrijheid had hij niet meer: ruim
te was er nauwelijks en hoewel het er
wel frisjes was, kon je de lucht niet fris
noemen.
Daar hij toch alleen werd gelaten be
gon Bram met het uittrekken van het
pinguinpakje. In zijn blauwgestreepte
kiel draaide hij aan het grote wiel. Steeds
moest hij na het draaien aan een pegeltje
trekken, op het moment dat er een belle
tje weerklonk. Daarmee was Bram druk
bezig, toen de geleerde en diens doch
ter binnenkwamen. Bram dook weg ach
ter het wiel. En hij hoorde, hoe de man
zei:
„Nu zijn er werkkrachten voldoende
om alle machines op volle kracht te la
ten werken. Tot dusver hebben we maar
kleine proefnemingen gedaan. Nu zal ik
het tbeer in een veel groter gebied kun
nen veranderen. Ik maak een hittegolf op
IJsland en een ijsco van Vuurland, haha-
ha."
„Maar de mensen dan? Ach vader!"
roep de dochter en zij wrong haar han
den, toen de man harteloos sprak: „Wat
kunnen mij de mensen schelen?"