Puzzel van de week WALDORF *karnemelk* lekkere, koele, slanke, witte *dorstlesser* PANDA EN DE SUPERSCHAT POLLE, PELLI EN PINGO GROEN Co igestipt m r Verzending zeepost r Centraal instituut ziekenhuiswezen E 9 VRIJDAG 19 JULI 1968 Feuilleton door JAMES GOLDMAN in goedkope, echte liters en nog thuis bezorgd ook Centrale Verwarming IDEAL-STANDARD Gasketels a ADVERTENTIE 54) Jezus, waarom niet een briefje achtergelaten waarop stond „Niet openen: ontploffingsgevaar" Pete was nog een kind. Tegenwoordig stuurden ze hem alleen maar kinde ren. Dom, oliedom, onervaren. „Laat hem in Godsnaam opHij maakte de zin niet af. Er was een verblin dende oranje flits. De explosie maak te opmerkelijk weinig lawaai. Stuk ken van de boot en de mannen vlo gen honderd meter de lucht in. Schokgolven plantten zich voort door het water. De adem stokte Hannah in de keel en ze greep Waldorfs arm. Kleine golfjes kabbelden tegen de on derzeeër. „Zo, dat is dat." Het klonk alsof het Blane koud liet. „Weg is weg. Laten we als de blik sem naar de plantage teruggaan en de schade opnemen." Hij draaide zich stram om en verdween in de toren. Bobby volgde hem. De onderzeeër zou gaan varen. Zuiging, schroeven. Ze moesten weg. „Hannah". Ze was verstijfd, haar vingers knepen krampachtig in zijn arm. „Zwem. We moeten zwemmen." Ze reageerde niet. Hij had waarach tig zin om toe te geven aan een ge voel van paniek. In plaats daarvan rukte hij zijn arm los, zonder zelfs maar op het krabben van haar nagels te letten, nam een handvol haar en begon te zwemmen. Twee slagen en zijn hand was leeg. Dat verdomde korte haar, meisjes behoorden het haar lang te dragen. Hij klemde een arm onder haar kin en sloeg zijn benen uit. „Ik kan niet ademhalen. Je laat me stikken." Ze moest het tweemaal zeg gen voordat het tot hem doordrong. Hij liet haar los. De onderzeeër was verdwenen. Als hij zijn ogen dicht kneep, zag hij nog steeds een oranje vuurbal. Ze haalden hijgend adem. „Gaat het al wat beter?" „Ik geloof het wel. O, Waldorf, wat verschrikkelijk. Die mannen." Waldorf knikte. Ze keken naar de plek waar hun boot had gelegen. Er lag een olievlek op het water. Hier en daar dreven kleine stukken wrak hout. Hannah kreeg een afschuwelij ke gedachte. ,JComen ze weer boven water? kun nen stukken van het menselijk li chaam drijven?" Hij had er geen flauw idee van. „Niet meteen. Dat duurt een dag of twee". De nacht werd donkerder en het woei. Niet hard. Als ze hadden rondgedreven op hun boot zouden ze diep adem gehaald hebben en dank baar geweest zijn voor verlichting- brengende koelte. Er ontstonden kleine golven. Ze kon den de kust niet zien. De heuvels ach ter Puerto Crisco waren als 'n zwarte veeg zichtbaar tegen de grijze nacht hemel. Ze keerden zich naar het zwart. „Vijf mijl", dacht Hannah hardop. „Ja". Hij werd verrast door het schuim van een golf. Hij slikte en hoestte „Hoe staat het me je zwemkunst op de lange afstand?" Ze had nog nooit vijf mijl gezwommen, maar ze dacht dat ze het wel zou kunnen. Hij wist dat hij het niet kon. „Vrij goed". „Het belangrijkste is dat je je niet te veel inspant". Hij knikte en glim lachte. Ze was er plotseling zeker van dat hij het niet zou halen en ze wist niet hoe ze hem moest redden. Met volkomen rustige stem vervolgde ze. „Zwerr een eindje en blijf dan drijven, dat is de beste methode. Het duurt wat langer, maar het is veilig en zeker". „Zeker". Er zaten weer knopen in zijn maag. Hij trachtte met zijn vuist op zijn maag te slaan. „Luister eens, ik wil dat je dit goed begrijpt. Als er iets met jou gebeurt kan ik je niet redden. Als je onder water verdwijnt zal ik je moeten laten gaan". Ze knik te. „En andersom ook. Als ik zink laat je me gaan." Ze schudde haar hoofd. Een ogenblik verloor hij z'n zelfbeheersing en gilde: „Dan laat je me gaan!" Deze keer knikte ze. „Goed" zei hij en haalde diep adem. „Daar gaan we dan". Op zijn zij begon hij naar de kust te zwemmen. Ze bleef een paar meter achter hem zodat ze hem in het oog kon houden. Hij begon de slagen in groepen van vier te tellen. Een, twee, drie vier, een twee.Het hielp. Hij haalde rustig adem. Hij Voelde zich prima. Als hij zijn verstand gebruik te en het op zijn gemak deed, haalde hij het. Hij zou doen wat Hannah had gezegd. Een, twee, drie vier. Een eindje zwemmen en dan wat drijven. Zijn manier van zwemmen beviel haar niet. Hij spande zich te veel in. Ze wist dat hij gelijk had toen hij zei dat ze hem moest laten gaan. Ze zouden beiden verdrinken als ze hem trachtte te redden. Maar hoe kun je iemand zomaar laten verdrinken? Misschien was het gemakkelijk. Maar als dat nu eens niet zo was. Kon ze, moest, zou ze. De woorden draaiden in een kringetje rond; als een draaideur. Kon, moest zou, kon, moest, zou. Ze begonnen elke beteke nis te verliezen. Kon moest zou een twee drie vierZijn maag kramp verraste hen beiden volkomen Zonder een kik te geven boog hij een voudigweg dubbel en versween. Ze merkte het zelfs niet. Haar hart stond stil, letterlijk stil, toen ze voor zich keek en niets zag. Ze hoorde iets en draaide zich snel om. Een paar meter achter haar ploeterde iets in het wa ter. Ze ging er heen. Hij had hele maal niets menselijks meer. Een vo gel die tegen een ruit is gevlogen. Ge wond en wezenloos, slechts een lichaam dat wanhopig probeert ver der te komen. Ze trachtte hem vast te grijpen, maar het was onmogelijk. Terwijl hij met woeste bewegingen het water deed schuimen en ge smoorde geluiden maakte, zonk hij. Toen ze in de buurt de houten vlon der zag drijven, zwom ze er zonder er bij na te denken en volkomen on aangedaan, vlug naar toe en keerde ermee terug. De vlonder was lomp en zwaar en ze zag Waldorf nergens. On der het zwemmen schuurde de vlon der langs haar benen en met maar één arm vrij ging het langzaam en moeilijk. Ze kreeg water binnen en hoestte. Ze riep zijn naam. Ze had zout in haar ogen en kon niet goed zien. Hij kwam naast haar boven water. Hij ploeterde niet meer zo hard. Zijn ademhlang klonk verschrikkelijk, he lemaal niet zoals die van 'n dier. Ze trachtte hem op de vlonder te duwen. (Wordt vervolgd) Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip. Argentinië: ms „Amstelland" (23/7) Australië: ms „Havelstein" (22/7); Brazi lië: ms „Algorab" (24/7); Canada: ms „Zosma" (24/7); Chili: ms „Archimedes" (23/7); Ned. Antillen: ms „Prins der Ne derlanden" (24/7); Nieuw-Zeeland: ms „Leuvelloyd" (22/7); Suriname: ms „Ja- son" (22/7); Verenigde Staten: ms/ss (24/7) en ms „Atlantic Song" (25/7); Zuid-Afrika (Rep.) m.i.v. Z.W.-Afrika: ms „Randfontein" (23/7). Inlichtingen be treffende de verzendingsdata van post pakketten geven de postkantoren. 22. Na een tijdje had kapitein Jorissen zijn honderd-en- vijftig duizend florijnen geteld, en het geld veilig weg geborgen. „Het past een vermogend persoon niet om op de golven te zwalken in een rubberen schip.prevelde hij. „Ik dien mij nu landwaarts te reppen. „Daar kan ik mijn rijkdom passend doch vreugdevol beleggen. Zo mompelend drukte hij zijn sigaret uit op de zij kant van het vlotje en reikte naar de roeispaan. Maar het was duidelijk dat hij weinig ervaring had met opblaasbare scheepjes. Want het brandende rookgerei maakte een gat waar de samengeperste lucht nu sissend uitkwam. De hevige kracht waarmee dit gebeurde bracht het vaartuigje in beweging, en al spoedig doorkliefde het de golven als een snelboot. „Bah!" sprak de gezagvoerder tot zichzelf, terwijl hij zich hevig vastklampte. „Dit zou me er bijna toe brengen om het roken op te geven!" Bill Dollar was de eerste, die hem zag aankomen. „Well, well!" riep hij. „Een dolfijn, of een walvis! Daar zal ik een foto van schieten! Dat zal de jongens thuis iets geven om over te praten!" LANG GELEDEN, TOEN WE I...EN DE KOK RENDE IN DE GOLF l/AN BISKAJE I DE KAJUIT BINNEN... LAGEN.STAKEREEN TEE ROB, DE KLEINE KAN MAAR NIET IN SLAAP KOMEN. KUN JE ME HEL ^PEN* KOMT IN ORDE! STORM 27ZO-B DEN HAAG. Opgericht is het Natio naal Ziekenhuisinstituut, dat op 1 septem ber zijn werkzaamheden zal beginnen. Het instituut zal voorlopig gehuisvest wor den in Den Haag. Het instituut zal wetenschappelijk on derzoek verrichten en fungeren als cen trum van informatie en advies op vak technisch gebied. De beide economische instituten van de ziekenhuisorganisaties en de dokumentatiediensten zullen in het nieuwe instituut worden opgenomen. Het instituut zal zich bezighouden met macroplanning, bouwkunde en techniek, interne organisatie, personeelsbeleid, sta tistiek en automatische informatieverwer king en later ook met ziekenhuisgenees- kunde, verpleegkunde, personeelszaken, onderwijs, externe organisatie, sociologie en rechtsverhoudingen. PUZZEL NUMMER 29 De letters van het alfabet hebben we genummerd van 1 tot en met 26. In de op gave geven we het produkt van de waar de van de letters van de gevraagde woor den. Zou er moeten staan SAP, dan is dat SxAxP 19 x1x 16 304. V/elke zijn de gevraagde woorden? Horizontaal: 2. 136.800, 7. 14.040, 3. 16. 10. 140, 12. 52.920, 13. 22.800, 14. 228, 16. 6000, 17. 1716. 18. 495 19. 13, 20. 4, 22. 228. 24. 1300, 25. 224, 28. 124.740, 31 9.336.600, 34. 220, 35. 95, 36. 23.085 000, 41. 5.644.800, 45. 288, 46. 2340, 47. 840 48. 19, 49. 288, 50. 1188, 52. 120, 54. 5880, 56. 1425, 57. 26.325, 58. 2340, 60. 37.800. 61. 400, 63. 6650, 64. 233.280. Verticaal: 1. 7800, 3. 84.000, 4. 8, 5. 5.107.200, 6. 256, 7. 7920, 8. 1092, 10. 1200, 11. 84, 15. 11.970, 17. 1716, 19. 585, 21. 72, 23. 10.890, 24. 234, 26. 80, 27. 126350, 29. 100, 30. 12, 32. 1176, 33. 300, 37. 16 200, 38. 270 39. 285. 40. 2.298.240, 41. 69.984 000, 42. 960, 43. 182, 44. 13.230, 47. 5400, 51. 17.100, 53. 600, 55. 350, 57. 3276, 59. 1235 62. 144. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit te zijn. OPLOSSING PUZZEL NUMMER ?8 Horizontaal: 1. al, 3. oksel, 8. To 10. ;ik, 12. econoom, 14. rol, 15. kaketoe, 16. koran, 17. nel, 19. vol, 21. kop, 23. rek, 25. kas. 26. keg, 28. gal, 29. las, 31. la, 32. baseren, 34. tent, 35. ander, 37. ver, 38. lente. 39. Uden, 40. saneren, 42. Ee, 43. weg, 44. bar, 45. Nel, 46. gen, 47. lef, 48. per 50. wel, 52. nar, 55. kijker, 57. kaviaar. 60. fok, 61. laveren, 63. tol, 65. ik, 66. ma ter, 67. tl. Verticaal: 1. at, 2. lik, 3. oct, 4. koon, 5. Sneek, 6. eo, 7. lok, 8. ton, 9. cl, 11. ka ros, 12. eed, 13. mop. 14. ratelen, 18. lo geren, 19. vaandel, 20. mes, 22. pan 24 kanteel, 25. klauw, 26. kar, 27. geva' en, 30. steen, 32. ben, 33. ren, 34. ten, 36. de gelijk, 38. lel, 40. sap, 41. rel, 46. gevat, 49. raket, 51. tel, 53. rare, 54. vin, 55. kok. 56. ram, 58. ver, 59. rot, 60. fl, 62 va 64. 11. De namen der prijswinnaars vindt u elders in dit blad. ADVERTENTIE Daar zitten we nu met onze zilveren guldens. Ze branden in onze zak. Smol ten ze maar, dan zouden ze opeens drie dubbeltjes meer waard zijn. Maar dat mag niet van de regering. Roombo ter mag je smelten, zoveel je wilt. Dan komen ze daar tenminste door heen. Maar van je eigen duurverdien- de guldens blijf je af. Voordat iemand zich daarover zo wit heet maakt dat hij zelf smelt, wat ove rigens wèl is toegestaan, wil ik trach ten een verkoelend woord te spreken. De regeringen stoppen niet zomaar voor de aardigheid teveel zilver in hun zilvergeld. Uit de geschiedenis weten ze dat het geld altijd in waarde is ge zakt. Regeren is vooruitzien in de ach teruitkijkspiegel. Iedere regering beseft dat er een moment zal komen waarop zij geld te kort komt. En niet zo'n klein beetje. Als u of ik evenveel schulden hadden als de Staat der Ne derlanden zouden ze ons jonassen. Met regeringen gebeurt dit niet, hoewel het de folklore zeer zou verdiepen. Dat komt omdat die regeringen voor nood gevallen wat geld hebben weggestopt in het geld zelf. Niemand zoekt het daar. Maar als het erop aankomt kan het er worden uitgebraden. Alleen de regering heeft van zichzelf braadver- gunning gekregen en slaagt daarmee van uit de positie van geplukte kip de gebraden haan uit te hangen. De eer deze methode om het land te redden mogelijk te hebben gemaakt komt toe aan de vader van de gave gul den. dr. H. Colijn. Indertijd heb ik een klein stukje van die grote man mo gen aanschouwen. Wij stonden in de gang van het universiteitsgebouw op het Utrechtse domplein, toen iemand zei: „Kijk daar hebben we Colijn! In de richting van de trap kijkend zag ik twee benen in gestreepte broekspijpen naar boven uit mijn gezichtsveld ver dwijnen om daarin nooit meer terug te keren. Deze verschijning, of liever verdwijning, was karakteristiek voor het verdwijnende vertrouwen in de mi nister toen hij de gulden had laten vallen, hetgeen natuurlijk niet op die trap gebeurde. De verdwijnende benen symboliseerden voor velen dat zijn po litiek van „va bene'" was overgegaan in „va banque". Maar een figuur van het formaat van Colijn steeg daar bo venuit. Hij zag in dat een zilveren gul den nooit meer waard zou worden dan een gulden als hij de gouden standaard niet losliet. Hij heeft gelijk gekregen, want dit is al de tweede keer na de oorlog dat er meer in de gulden blijkt te zitten dan hij waard is. Kees Stip WACHT Op MIJ, IK6A JE J eeSTM^ALufilrr MISSCHIEN HEBBEN NE "ZIENERS" HALLU Cl NATIES 6EHAD DAT 6EB60RT VAKER, AIS-IE DIEP DUIKT. WED ADDED.,.. WAT ONDERWATER OBJECT OPTE r, aaaaoopoms iaj/m SNORREN MB&x ^y\JWV]f< OP ONS W/N- CN' KELTJE, AAARCO AIIIWiuiahi? 1192. De kreet van de geleerde galm de door de ijsgangen. Ahhhhhhhhhhhhha!" „Goeiendag"zei Bram, die zojuist ont dekt was en met opgeheven armen te voor schijn kwam. „Hoe kom jij hier?" riep de geleerde. „Als ei", zei Bram, want hij wilde er niet om liegen. Helemaal begreep de ge- lerde het nog niet, maar het was hem duidelijk, dat er maar één man kon zijn geweest, die zijn proefnemingen had laten mislukken. „Verrader", krijste hij, en hij richtte zijn proppenschieter. „Nu ga je eraan". Het was een angstig moment voor de goede Bram, maar net toen de geleerde de trekker van het pegelgeweer wilde overhalen, sprong Albertina tussen hem en Brammetje in. „Vader hij is onschuldig. Ik heb de kle pel van de klok omwonden" De geleerde barstte in tranen uit en zet te het geweer neer.een tikkeltje har der dan verstandig was

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 9