Niet uitvoeren
betekent gevaar voor
van de VN-resolutie
wereldvrede"
„Vorst van Jordanië
nauw samen met Nasser"
rHOE IS HET ONTSTAAN?a
Leerplan
nog
seksuele opvoeding
niet mogelijk
Beeid voor de
Londense jeugd
Met nieuw hart
aan 't werk
Koning Hoessein waarschuwt in vraaggesprek
Nooit meer doden
RAPPORT VAN N.V.S.H.
Klassegesprek
heeft meeste
effect
DINSDAG 23 JULI 1968
Hoesseins visie
Absolute eis
Commando's
Risico
VN-troepen
Nasser
Dit woord:
VECHTEN
Dit woord: BRIES
Dit woord: DROOM
Dit woord: KRENT
Kennis
Ouders
Vragenvuur
Nederlandse filatelisten
onderscheiden in Praag
MUURKRANTEN
IN UTRECHT
(Van onze speciale verslaggever)
AMMAN „Als de resolutie van de Verenigde Naties van 22 november
1967 niet wordt uitgevoerd, betekent dat niet alleen een gevaar voor Jor
danië, Israel of het Midden-Oosten maar zelfs voor de wereldvrede. Het
is ongelukkig maar het is nu eenmaal zo". Met deze pessimistische woorden
schetste koning Hoessein van Jordanië mij de gevolgen van een eventueel
falen van de vredesmissie van V.N.-bemiddelaar Gunnar Jarring die nu al
maandenlang naar een oplossing zoekt voor de problemen in het Midden-
Oosten.
De koning liet echter ook een optimis
tischer geluid horen. In antwoord op een
vraag over de missie van Jarring ant
woordde hij:
„In deze dagen, misschien nu juist op
dit ogenblik, zijn wij bezig om voor de
eerste keer in het Midden-Oosten vooruit
gang te boeken met het zoeken naar een
rechtvaardige en blijvende vrede".
Heissein is nog steeds optimistisch over
de afloop van de missie Jaaring, of zoals
hij het zelf uitdrukt: „Wij zijn zo opti
mistisch als wij altijd zijn geweest over
deze missie".
De nog immer jeugdige vorst heeft, zo
als vele anderen, al twintig jaar lang de
gevolgen van het Palestijnse probleem aan
den lijve ondervonden. Reeds op jeugdige
leeftijd was hij getuige van de moord op
zijn grootvader, Emir Abdoellah, die in
Jeruzalem werd gedood door een Ara
bisch nationalist. Zelf ontsnapte Hoessein
aan de vele aanslagen op zijn leven. Hij
ontkwam de beschieting van zijn vlieg
tuig boven Syrië, ontsnapte op het laatste
ogenblik aan vergiftigingspogingen en
bomaanslagen. Nog in juni 1967 boorden
Israëlische raketten grote gaten in de
werkkamer van zijn paleis in Amman.
Het is in ditzelfde Basman-paleis in
Amrrian waar koning Heossein, gekleed in
een lichtblauw sportoverhemd en grijze
broek, zijn visie gaf op de ontwikkelingen
van de laatste dagen: het bezoek van de
Jordaanse minister van Buitenlandse
Zaken aan Londen, Nassers bezoek aan
Moskou en de uitlatingen van de Egyp
tische minister Riad in Kopenhagen.
„Onze minister van Buitenlandse Zaken,
Rifai, heeft in Londen de kans Britse
autoriteiten te ontmoeten", aldus de vorst.
,.De Britten hebben speciale banden met
het Midden-Oosten, niet alleen op histo
rische gronden, maar zij waren het die
het initiatief namen tot de VN-resolutie
van 22 november 1967 die toen unaniem
werd aangenomen en waarvoor ambassa
deur Jarring op het ogenblik werkt om
een blijvende en rechtvaardige vrede te
bewerkstelligen. Minister Rifai zal in Lon
den Gunnar Jarring ontmoeten om te zien
welke vooruitgangen zijn geboekt. Ik hoop
de minister te blijven aanmoedigen totdat
er vooruitgang wordt geboekt in de aan
vaarding en uitvoering van de VN-resolu
tie.
Het bezoek van president Nasser aan
Moskou acht ik zeer zeker belangrijk
maar het was al enige? tijd geleden voor
bereid. Ik ben ervan overtuigd dat bezoe
ken van Arabische leiders aan andere lan
den bijdragen tot een beter begrip voor
de Arabische positie.
De verklaringen van minister Riad heb
ben ook de Arabische posities verduide
lijkt. Deze posities zijn:
Onze aanvaarding van de VN-reso
lutie en
Onze volledige wil de resolutie uit
te voeren.
Enige weken geleden stelde Israel een
nieuw plan voor met betrekking tot de
westelijke oever van de Jordaan. Het ge
bied zou aan Jordanië worden terugge
geven, maar Israëlische troepen zouden
als buffer in een smalle corridor langs de
Jordaan gelegerd blijven. Beschouwt
Hoessein dit als een bewijs van goede
wil van Israel, als een aanwijzing dat er
wel mogelijkheden zijn om met Israel te
spreken over het ontruimen van de bezet
te Arabische gebieden?
KONING HOESSEIN: „Wij zijn van
mening dat de ontruiming van de bezette
Arabische gebieden een absolute eis is,
een eis die deel uitmaakt van de VN-reso
lutie. Ik zou graag willen uitleggen dat de
terugtrekking van de Israëlische troepen
uit deze gebieden geen conditie vóóraf is
voor de uitvoering van de resolutie. Daar
om zijn wij van mening dat wij vast moe
ten blijven houden aan de resolutie en de
uitvoering ervan en ons niet moeten bezig
houden met andere plannen die van tijd
tot tijd opduiken.
Het probleem is op de eerste plaats
geboren in de Verenigde Naties en nu
hebben diezelfde Verenigde Naties en de
Veiligheidsraad ons een antwoord ge
geven. De menselijke tragedie hier heeft
ons al te veel tijd en inspanning gekost
en is oorzaak van zoveel vernietiging in
dit gebied".
„Hoe zijn de relaties tussen de Ara
bische commando's die vanuit Jordanië
opereren en de Jordaanse regering?
VOLGENS HOESSEIN bestaat er nau
welijks enige relatie maar wel is hij van
mening dat wat er in het verleden is ge
beurd, wat er zich nu afspeelt (aanval
len in de door Israel bezette gebieden)
en wat er in de toekomst zal gebeuren
geheel afhangt van de vredespogingen.
„Tot nu toe bestaat er nog niet veel orga
nisatie of planning en vertonen de orga
nisaties nog steeds twee facetten: het ac
tieve en het passieve verzet.
Het heeft zich nog niet geheel ontwik
keld maar ik hoop dat alle betrokkenen
zich willen realiseren dat we een kans
hebben op een rechtvaardige en blijvende
vrede. Veel hangt naar mijn mening af
van de Israëlische houding in de komende
maanden. Zullen zij deze kans grijpen of
voorgoed verloren laten gaan? In het laat
ste geval zal dit gebied een gebied van
onrust zijn en zullen de Arabieren naar
alle mogelijke manieren moeten zoeken
die hen in staat stellen hun belangen en
veiligheid te verzekeren en hun rechten
terug te geven".
Koning Hoessein zei dat hij beseft dat
Jordanië het risico loopt van Israëlische
vergeldingsacties zoals dat al gebeurde in
Karamehl en Irbed. Hij was van mening
dat dit risico blijft bestaan tordat de re
solutie van de VN zal zijn uitgevoerd.
„Het is een onderdeel van de ontwikke
lingen van het ogenblik. Ik geloof echter
niet dat Jordanië verantwoordelijk is voor
daden van verzet of voor een verzetsbe
weging tegen een bezettingsleger.
WMMÊmM.
Koning Hoessein van Jordanië
Wij hebben zeker ook niet de bedoeling
hier ooit verantwoordelijk voor te worden
gehouden. Als er vooruitgang wordt ge
boekt met de uitvoering van de resolutie
had dit niet behoeven te gebeuren en zal
het ook niet meer gebeuren. Maar als de
resolutie niet wordt uitgevoerd betekent
dat niet alleen een gevaar voor Jordanië,
Israel of het Midden-Oosten maar zelfs
voor de wereldvrede".
„Kunnen de Arabische commando's een
eventuele vredesoplossing blokkeren?"
„IK GELOOF dat hetgeen een vreed
zame en rechtvaardige oplossing kan
tegenhouden wanneer ik over vrede
spreek denk ik altijd aan de generaties
die na ons komen en wat die zullen aan
vaarden als vrede of wat aanvaardbaar
voor hen is om mee te leven niet de
Arabische positie is. Het is de Israëlische
houding. De vraag is of de Israëlische
leiders willen denken aan de mogelijk
heden van nu voor de toekomst, of zij
zich willen matigen en werkelijk willen
werken voor een oplossing".
Indien de Arabische commando's, de
„Feddayeen", veelal verantwoordelijk
zijn voor de botsingen tussen Israëlische
en Jordaanse troepen aan de Jordaan zou
koning Hoessein dan net als president
Nasser bereid zijn VN-vredestroepen te
stationeren langs de Jordaan om gevech
ten te voorkomen?
„Ik geloof niet", aldus Hoessein, „dat,
zover het Egypte betreft, zij gezegd heb
ben VN-troepen te legeren langs de grens.
Als ze het wel willen doen dan is het als
een onderdeel van een oplossing. Als de
VN-resolutie in haar geheel wordt uitge
voerd dan kan er net zo goed wel of geen
reden zijn voor de aanwezigheid van wie
dan ook".
„Wat zijn de meest urgente problemen
van Jordanië. Kan het land blijven be
staan zonder de westelijke oever van de
Jordaan?"
Zoals de koning het uitdrukte is en
blijft de westelijke oever een deel van de
„Jordaanse familie" ongeacht de huidige
omstandigheden. „Wij blijven alle moeite
doen de beide delen van ons land weer
te verenigen. De moeilijkheden zijn gezien
het menselijk lijden en de ellende die nu
al jaren duren, en die zich sedert juli ver
leden jaar hebben uitgebreid, enorm. Wij
hebben economisch geleden en ook dit
duurt nog steeds voort. Niettemin besef
fen wij dat we vastberaden moeten zijn
en ik geloof dat wij de wil hebben vast
beraden te blijven, ongeacht de moei
lijkheden".
Een intrigerende vraag is nog steeds:
Hoe is de verhouding tussen Nasser en
koning Hoessein. Omhelzen zij elkaar al
leen voor het oog van de camera's en zijn
zij verder eikaars aartsvijanden? Ik vroeg
de koning hoe hij nog steeds kon samen
werken met een Nasser die in het verleden
met zijn sarcasme de vorst niet spaarde?
Is hier het Arabische spreekwoord
„Bloed zal nooit in water veranderen"
van toepassing, dat wil zeggen broers
vechten wel vaak maar blijven loten van
één stam.
„In mijn opinie is het (Hoessein zwijgt
een moment, denkt na en zegt.het
tegendeel. Wanneer wij in het verleden in
botsing zijn gekomen dan zijn dit nooit
persoonlijke botsingen geweest. Ik heb
nooit in het verleden als de relaties met
Egypte of persoonlijk tussen Nasser en
mij slecht waren dit beschouwd als iets
in het individuele vlak.
Wij hadden verschillende opvattingen
en verschillende benaderingen om proble
men op te lossen maar onze voornaamste
verantwoordelijkheid is die jegens het
volk. Zover het het heden betreft zou ik
graag willen zeggen dat wij nauw samen
werken in volledige harmonie en begrip".
SAIGON (AP) - Een niet officieel on
derzoek naar de meningen van Ame
rikaanse soldaten in Vietnam over de
noodzakelijkheid van 'n scherpere con
trole op het bezit van wapens in de VS
heeft aangetoond dat de meeste mili
tairen voorstanders zijn van vrij krach
tige maatregelen op dit punt.
Een paar militairen merkten op dat
ze van plan zijn als ze teruggekeerd
zijn in de V.S. om hun wapens die ze
bezaten voordat ze naar Vietnam ver
trokken in te leveren.
Er heeft al een aantal Amerikaanse
soldaten gezegd dat 't verblijf in Viet
nam hun zelfs het genoegen aan een
jachtpartij volledig heeft ontnomen.
Ze zouden nooit meer iets of iemand
doden.
Het is heel waarschijnlijk dat het
werkwoord vechten familie is van het
zelfstandige naamwoord vacht en dat
het dus eigenlijk betekent: de haren
uittrekken of, zoals wij in gemeenzame
taal wel zeggen: plukharen Dit woord
vacht, dat zowel: manen als: hoofd
haar betekende, hangt weer samen met
het Latijnse pectoik kam, dat ook in
het Grieks voorkomt in de betekenis:
schapen scheren, wol plukken. Het is
heel begrijpelijk dat de begrippen
plukken, plukharen en vechten door
elkaar zijn gebruikt. Het Duits kent in
die betekenissen de werkwoorden rup-
fen en raufen. Ook in andere talen
vindt men hiervan voorbeelden.
In het Engels luidt het woord breeze,
in het Frans, Duits en Deens is het
brise, in het Noors en Zweeds bris, in
het Italiaans brezza, in het Spaans
brisa en in het Nederlands bries. De
betekenis van dit, dus in vele talen
voorkomende, woord is: zwakke wind,
koelte, vooral uit het noordoosten waai
end en in het bijzonder van toepassing
op de koele noordooster die onder de
keerkringen aan de kust van Amerika
en West-Indië uit zee waait. Het eigen
aardige is dat de herkomst van het
woord niet vaststaat en dat het pas
in de 19e eeuw in het Nederlands
schijnt voor te komen. Van een zee
term zou men eerder aannemen dat de
Nederlandse naam de oorspronkelijke
zou zijn. Men vermoedt dat het woord
van Romaanse oorsprong is. Met brie
sen heeft het niets te maken.
Dromen zijn bedrog, zegt het spreek
woord en inderdaad is er samenhang
tussen de woorden droom en (be) -
driegen. Het Duits heeft Traum, het
Engels dream, het Zweeds drom. Men
moet uitgaan van de betekenis: bedrie-
gelijk beeld, drogbeeld en dat is wat
de mensen in de droom zagen voor
Sigmund Freud zijn Traumdeutung
schreef. Het werkwoord driegen is
slechts enkele malen aangetroffen en
betekende hetzelfde als bedriegen, en
evenals het Duitse trügen. In deze
woorden gaat een woord schuil dat in
het Oudnoors draugr luidde en dat:
spook betekende. Dit is hetzelfde woord
als ons woord gedrocht, dat oorspron
kelijk betekende: bedrog, zinsbedrog
en vandaar: visioen, droombeeld,
spookverschijning en tenslotte: schrik
wekkend, afgrijselijk monster.
De krent is een bepaalde rozijn zon
der pit, de benaming voor de gedroog
de rode of blauwe bes van een variant
van de druif. In het Middelnederlands
kwamen de namen corent en carent
voor en vooral de eerste toont ons
waaruit wij het woord moeten verkla
ren: de krent is namelijk de raisin de
Corinthe; Corinthe was de stad in
Griekenland van waaruit de gedroogde
vrucht werd ingevoerd. Het komt meer
voor dat een woord op deze wijze
wordt ingekort: als men zegt: het is
weer om een demi aan te trekken, be
doelt men de jas die voluit heet: vête-
ment de demi-saison. Ook het wegval
len van de klinker gebeurt vaker. Ons
woord krant komt van courant en
kraal komt van koraal.
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Het zal vooralsnog
niet mogelijk zijn een uitgebalanceerd
programma samen te stellen voor
sexuele opvoeding op lagere scholen.
Met dit onderwerp is nog te weinig
ervaring opgedaan. Er zou eigenlijk
volgens een tevoren opgesteld plan
moeten worden geëxperimenteerd
voordat er sprake kan zijn van een
„leerplan". Dit is een van de conclu
sies van de studiegroep onder leiding
van de heer H. Stouten, stafdocent
van de Sociale Academie Twente in
Hengelo. De Nederlandse Vereniging
voor Sexuele Hervorming (N.V.S.H.)
gaf indertijd de opdracht aan de stu
diegroep om de sexuele opvoeding in
schoolverband te bestuderen.
Het komt voor, zo zegt de studiegroep,
dat een incidentele behandeling in de ge
hete lagere schoolperiode de meest wen
selijke is. De meest natuurlijke benade
ring van de sexuele „leerstof" is opgeslo
ten in een directe aanleiding. Dit zou bij
voorbeeld kunnen zijn als in het gezin van
een leerling waar een baby is geboren,
als een opmerking van een leerling be
trekking heeft op sexualiteit, het zien van
een naakt, bijvoorbeeld foto's, schilderij
en of beelden, of als sexuele spelletjes
aan het licht komen.
Voor de didactisch meest juiste aanpak
zou het aan te bevelen zijn enkele ex
perimenten te verrichten. Ook in dit op
zicht, aldus de studiegroep, hebben wij
het gevoel braakliggend terrein te betre
den. Het meeste effect wordt verwacht
van het klassegesprek en het leergesprek
Er blijkt vrijwel niets bekend te zijn
over leer- en leesboekjes, die het terrein
van de sexuele opvoeding (op school) be
strijken en die aanbevolen zouden kunnen
worden voor klassikaal schoolgebruik.
Twee uitgaven met betrekking tot dit on
derwerp werden bekeken. Het waren Deen
se werkjes, die in het Nederlands werden
vertaald, te weten „Mammie, waar kom
ik vandaan?" en „Peter en Marianne op
school" van Sten Hegeler.
Aan de gewone leesboekjes die op scho
len worden gebruikt zou wel het een en
ander kunnen veranderen. De huidige bie
den weinig of geen aanknopingspunten
voor sexuele opvoeding. De „boekjes
schrijvers" wordt gesuggeerd in de toe
komst hierin verandering aan te brengen.
In verband hiermee merkt het rapport op
dat het a-sexuele van alle in gebruik zijn
de biologiemethoden niet minder frappant
is. Zou het langzamerhand geen tijd wor
den ook hier de aloude taboes op voor
zichtige wijze te doorbreken?, zo vraagt
de studiegroep zich af.
Wat zal het kind als het de lagere school
verlaat het is dan ongeveer 12 jaar
op dit gebiea ten naaste bij moeten weten.
Puntsgewijs noemt het rapport: 1. Het
verschil tussen de sexen en de belang
rijkste feiten over de bouw en de functie
van de geslachtsorganen 2. De menstrua
tie, waarbij dit onderwerp voor meisjes
uitvoeriger zou kunnen worden behandeld
dan bij de jongens. 3. De rol van de moe
der en de houding tegenover de aanstaan
de moeder. 4. De rol van de vader. 5. De
omgang tussen jongens en meisjes; ver
liefdheid en liefde.
Deze onderwerpen zouden in team
verband en per school moeten wor
den uitgewerkt. Afhankelijk in elke
geval van de rijpheid en het milieu van
de kinderen zouden er variaties, uitbrei
dingen of beperkingen met betrekking tot
deze onderwerpen mogelijk en zelfs nood
zakelijk zijn, aldus de studiegroep.
In het rapport worden nog andere kwes
ties genoemd, zoals onder meer geboorte
regeling, sexuele perversies, prostitutie,
homofilie, geslachtsziekten en masturba
tie. Of deze onderwerpen in eenvoudige
vorm wel of niet tot de leerstof moeten
worden gerekend, wordt voorshands in het
midden gelaten.
Maar toch is het goed dat kinderen al
op jonge leeftijd weten dat er volwasse
nen zijn, die in sexueel opzicht ongewen
ste activiteiten aan de dag leggen. Kin
deren moeten daarvoor gewaarschuwd
worden en weten welke houding zij tegen
hen moeten aannemen. Dit onderwerp
mag men niet negeren, aldus het rapport.
Als een school enige vernieuwingsarbeid
tot stand wil brengen dan is een der nood
zakelijke voorwaarden het werken in
teamverband. Bepaalde problemen die
zich voordoen kunnen dan gezamenlijk
worden besproken. Het rapport stelt ver
der dat de lessen niet aan specialisten
moeten worden opgedragen, die de sta
tus van „vakleerkracht" zouden kunnen
hebben. De klasseonderwijzer(es) wordt
de meest geschikte persoon geacht voor
dit ondprricht. Het „optreden" van een
„specialist" zou de sexuele opvoeding
weer in het kader van de exclusiviteit
brengen, hetgeen juist moet worden voor
komen.
Van belang acht het rapport dat zo
dra er sprake is van sexuele opvoeding
op school de ouders van de kinderen voor
af worden ingelicht. Het beste is van te
voren een ouderavond te houden waarop
een en ander kan worden besproken.
In een van de bijlagen van het rapport
wordt het „Handboek voor sexuele op
voeding" aangehaald, dat is uitgegeven
door het Zweedse ministerie van Onder
wijs. Het werk was voor de studiegroep
aanleiding om te discussiëren over de
wenselijkheid van navolging, met inacht
neming van het verschil in cultuurpa
troon en schoolorganisatie. De studie
groep, zo zegt zij in het rapport, had ge
hoopt in dit boek een uitgewerkt leer
programma te vinden. Weldra bleek even
wel dat men in Zweden op dezelfde moei
lijkheden was gestuit als de studiegroep
namelijk een exacte indeling te geven van
de leerstof, zoals bij andere vakken.
Dat de leerplichtige jeugd behoefte
heeft aan informatie bleek wel uit vragen
van kinderen, die werden „verzameld"
tijdens de gevoerde gesprekken in enkele
gespreksgroepen van ouders. Onder meer
werden vragen gesteld als: ,Waar was ik,
voor ik geboren werd?", „Wat is een
prostituee?", „Wat is precies maandver
band?", „Hoe komt het kindje in de buik
van de moeder?", „Waarom mag mijn
broertje wel met mijn vader onder de
douche en ik niet?", „Waarom mag ik
niet bij de boekenkast van mijn vader ko
men?".
In de bijlagen wordt ook een werkmap
vermeld waarin gegevens staan van een
jeugddriedaagse voor leerlingen van de
zesde klassen. Het materiaal is afkom
stig van het bureau Algemene Jeugdziel-
zorg in het aartsbisdom Utrecht en het
bisdom Groningen. Tijdens deze driedaag
se werd sexuele voorlichting gegeven.
Opvallend was het aantal vragen op
sexueel gebied. Deze vragen blijken voor
al betrekking te hebben op „technische
details" van de geslachtelijke ontmoeting.
In deze gegevens wordt onder meer op
gemerkt dat het onjuist zou zijn alleen
technische kwesties uiteen te zetten.
„Naar onze mening wijst de overstelpen
de hoeveelheid vragen op een dieper en
fundamenteler behoefte bij het kind: de
behoefte van een achtergrond, een zinge
ving, wij zouden bijna zeggen: spirituali
teit van het gehele sexuele bedrijf', zo
staat in dit documentatiemateriaal te le
zen.
De studiegroep beschouwt het rapport
als een voorlopige schets, een gebrekki
ge poging de problemen van de sexuele
opvoeding in schoolverband tot enige klaar
heid te brengen bij een enigermate syste
matische overdenking. De voorlopige
schets is in elk geval een vurig pleidooi
geworden voor verantwoorde voorlichting
aan de (lagere) schooljeugd.
HOUTEN. Op de internationale post
zegeltentoonstelling in Praag hebben vijf
jonge Nederlanders een prijs behaald. De
hoogste onderscheiding een eerste prijs
met een ereprijs viel ten deel aan de
achttienjarige Peter Koch uit Houten
(Utrecht), die deelnam met zijn in Neder
land bekroonde verzameling „Kunstge
schiedenis op postzegels". De twintig ja
rige Gerrit Holstege uit Rotterdam won
een eerste prijs met zijn Nederlandse ju
bileumzegels. De negentienjarige Anneke
Kiggen uit Voorburg kreeg een eerste
prijs voor de inzending „Kerstfeest op
postzegels".
De achttienjarige Adriaan Stolk uit
Breda zag zijn „Bloemen op postzegels"
beloond met een tweede prijs. De elfjarige
Truus van Bakelen uit Nijmegen kreeg
een derde prijs voor haar „Sport op post
zegels".
Bij St Paul's Cathedral in Londen
staat dit bij de jeugd geliefde beeld
houwwerk van Francis Morland.
Het maakt deel uit van een exposi
tie, die op Paternoster Square wordt
gehouden ter gelegenheid van het
..City of London Festival".
Everett C. Thomas uit Phoenix
(Arizona) is de eerste harttrans
plantatiepatiënt die weer aan de slag
mag gaan. De 47-jarige patiënt, die
in mei een nieuw hart kreeg, werkt
op een bank.
UTRECHT Burgemeester en wet
houders van Utrecht zijn tegemoet ge
komen aan het verlangen van de actie
groep A.Q. om een aantal plaatsen in de
stad aan te wijzen waar ieder die dat
wenst muurkranten mag aanbrengen.
De actiegroep omvat een aantal jongeren
organisaties. B. en W. hebben het aan
tal borden (van 1 bij 1% meter) tot drie
beperkt in verband met ervaringen met
de sprekershoek, waarvoor thans geen
belangstelling meer bestaat.
Bedelverbod. Het is Italiaanse monniken
en nonnen voortaan officieel verboden
om op straat te bedelen.