Niet uitvoeren betekent gevaar voor van de VN-resolutie wereldvrede" „Vorst van Jordanië nauw samen met Nasser" rHOE IS HET ONTSTAAN?a Leerplan nog seksuele opvoeding niet mogelijk Beeid voor de Londense jeugd Met nieuw hart aan 't werk Koning Hoessein waarschuwt in vraaggesprek Nooit meer doden RAPPORT VAN N.V.S.H. Klassegesprek heeft meeste effect DINSDAG 23 JULI 1968 Hoesseins visie Absolute eis Commando's Risico VN-troepen Nasser Dit woord: VECHTEN Dit woord: BRIES Dit woord: DROOM Dit woord: KRENT Kennis Ouders Vragenvuur Nederlandse filatelisten onderscheiden in Praag MUURKRANTEN IN UTRECHT (Van onze speciale verslaggever) AMMAN „Als de resolutie van de Verenigde Naties van 22 november 1967 niet wordt uitgevoerd, betekent dat niet alleen een gevaar voor Jor danië, Israel of het Midden-Oosten maar zelfs voor de wereldvrede. Het is ongelukkig maar het is nu eenmaal zo". Met deze pessimistische woorden schetste koning Hoessein van Jordanië mij de gevolgen van een eventueel falen van de vredesmissie van V.N.-bemiddelaar Gunnar Jarring die nu al maandenlang naar een oplossing zoekt voor de problemen in het Midden- Oosten. De koning liet echter ook een optimis tischer geluid horen. In antwoord op een vraag over de missie van Jarring ant woordde hij: „In deze dagen, misschien nu juist op dit ogenblik, zijn wij bezig om voor de eerste keer in het Midden-Oosten vooruit gang te boeken met het zoeken naar een rechtvaardige en blijvende vrede". Heissein is nog steeds optimistisch over de afloop van de missie Jaaring, of zoals hij het zelf uitdrukt: „Wij zijn zo opti mistisch als wij altijd zijn geweest over deze missie". De nog immer jeugdige vorst heeft, zo als vele anderen, al twintig jaar lang de gevolgen van het Palestijnse probleem aan den lijve ondervonden. Reeds op jeugdige leeftijd was hij getuige van de moord op zijn grootvader, Emir Abdoellah, die in Jeruzalem werd gedood door een Ara bisch nationalist. Zelf ontsnapte Hoessein aan de vele aanslagen op zijn leven. Hij ontkwam de beschieting van zijn vlieg tuig boven Syrië, ontsnapte op het laatste ogenblik aan vergiftigingspogingen en bomaanslagen. Nog in juni 1967 boorden Israëlische raketten grote gaten in de werkkamer van zijn paleis in Amman. Het is in ditzelfde Basman-paleis in Amrrian waar koning Heossein, gekleed in een lichtblauw sportoverhemd en grijze broek, zijn visie gaf op de ontwikkelingen van de laatste dagen: het bezoek van de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken aan Londen, Nassers bezoek aan Moskou en de uitlatingen van de Egyp tische minister Riad in Kopenhagen. „Onze minister van Buitenlandse Zaken, Rifai, heeft in Londen de kans Britse autoriteiten te ontmoeten", aldus de vorst. ,.De Britten hebben speciale banden met het Midden-Oosten, niet alleen op histo rische gronden, maar zij waren het die het initiatief namen tot de VN-resolutie van 22 november 1967 die toen unaniem werd aangenomen en waarvoor ambassa deur Jarring op het ogenblik werkt om een blijvende en rechtvaardige vrede te bewerkstelligen. Minister Rifai zal in Lon den Gunnar Jarring ontmoeten om te zien welke vooruitgangen zijn geboekt. Ik hoop de minister te blijven aanmoedigen totdat er vooruitgang wordt geboekt in de aan vaarding en uitvoering van de VN-resolu tie. Het bezoek van president Nasser aan Moskou acht ik zeer zeker belangrijk maar het was al enige? tijd geleden voor bereid. Ik ben ervan overtuigd dat bezoe ken van Arabische leiders aan andere lan den bijdragen tot een beter begrip voor de Arabische positie. De verklaringen van minister Riad heb ben ook de Arabische posities verduide lijkt. Deze posities zijn: Onze aanvaarding van de VN-reso lutie en Onze volledige wil de resolutie uit te voeren. Enige weken geleden stelde Israel een nieuw plan voor met betrekking tot de westelijke oever van de Jordaan. Het ge bied zou aan Jordanië worden terugge geven, maar Israëlische troepen zouden als buffer in een smalle corridor langs de Jordaan gelegerd blijven. Beschouwt Hoessein dit als een bewijs van goede wil van Israel, als een aanwijzing dat er wel mogelijkheden zijn om met Israel te spreken over het ontruimen van de bezet te Arabische gebieden? KONING HOESSEIN: „Wij zijn van mening dat de ontruiming van de bezette Arabische gebieden een absolute eis is, een eis die deel uitmaakt van de VN-reso lutie. Ik zou graag willen uitleggen dat de terugtrekking van de Israëlische troepen uit deze gebieden geen conditie vóóraf is voor de uitvoering van de resolutie. Daar om zijn wij van mening dat wij vast moe ten blijven houden aan de resolutie en de uitvoering ervan en ons niet moeten bezig houden met andere plannen die van tijd tot tijd opduiken. Het probleem is op de eerste plaats geboren in de Verenigde Naties en nu hebben diezelfde Verenigde Naties en de Veiligheidsraad ons een antwoord ge geven. De menselijke tragedie hier heeft ons al te veel tijd en inspanning gekost en is oorzaak van zoveel vernietiging in dit gebied". „Hoe zijn de relaties tussen de Ara bische commando's die vanuit Jordanië opereren en de Jordaanse regering? VOLGENS HOESSEIN bestaat er nau welijks enige relatie maar wel is hij van mening dat wat er in het verleden is ge beurd, wat er zich nu afspeelt (aanval len in de door Israel bezette gebieden) en wat er in de toekomst zal gebeuren geheel afhangt van de vredespogingen. „Tot nu toe bestaat er nog niet veel orga nisatie of planning en vertonen de orga nisaties nog steeds twee facetten: het ac tieve en het passieve verzet. Het heeft zich nog niet geheel ontwik keld maar ik hoop dat alle betrokkenen zich willen realiseren dat we een kans hebben op een rechtvaardige en blijvende vrede. Veel hangt naar mijn mening af van de Israëlische houding in de komende maanden. Zullen zij deze kans grijpen of voorgoed verloren laten gaan? In het laat ste geval zal dit gebied een gebied van onrust zijn en zullen de Arabieren naar alle mogelijke manieren moeten zoeken die hen in staat stellen hun belangen en veiligheid te verzekeren en hun rechten terug te geven". Koning Hoessein zei dat hij beseft dat Jordanië het risico loopt van Israëlische vergeldingsacties zoals dat al gebeurde in Karamehl en Irbed. Hij was van mening dat dit risico blijft bestaan tordat de re solutie van de VN zal zijn uitgevoerd. „Het is een onderdeel van de ontwikke lingen van het ogenblik. Ik geloof echter niet dat Jordanië verantwoordelijk is voor daden van verzet of voor een verzetsbe weging tegen een bezettingsleger. WMMÊmM. Koning Hoessein van Jordanië Wij hebben zeker ook niet de bedoeling hier ooit verantwoordelijk voor te worden gehouden. Als er vooruitgang wordt ge boekt met de uitvoering van de resolutie had dit niet behoeven te gebeuren en zal het ook niet meer gebeuren. Maar als de resolutie niet wordt uitgevoerd betekent dat niet alleen een gevaar voor Jordanië, Israel of het Midden-Oosten maar zelfs voor de wereldvrede". „Kunnen de Arabische commando's een eventuele vredesoplossing blokkeren?" „IK GELOOF dat hetgeen een vreed zame en rechtvaardige oplossing kan tegenhouden wanneer ik over vrede spreek denk ik altijd aan de generaties die na ons komen en wat die zullen aan vaarden als vrede of wat aanvaardbaar voor hen is om mee te leven niet de Arabische positie is. Het is de Israëlische houding. De vraag is of de Israëlische leiders willen denken aan de mogelijk heden van nu voor de toekomst, of zij zich willen matigen en werkelijk willen werken voor een oplossing". Indien de Arabische commando's, de „Feddayeen", veelal verantwoordelijk zijn voor de botsingen tussen Israëlische en Jordaanse troepen aan de Jordaan zou koning Hoessein dan net als president Nasser bereid zijn VN-vredestroepen te stationeren langs de Jordaan om gevech ten te voorkomen? „Ik geloof niet", aldus Hoessein, „dat, zover het Egypte betreft, zij gezegd heb ben VN-troepen te legeren langs de grens. Als ze het wel willen doen dan is het als een onderdeel van een oplossing. Als de VN-resolutie in haar geheel wordt uitge voerd dan kan er net zo goed wel of geen reden zijn voor de aanwezigheid van wie dan ook". „Wat zijn de meest urgente problemen van Jordanië. Kan het land blijven be staan zonder de westelijke oever van de Jordaan?" Zoals de koning het uitdrukte is en blijft de westelijke oever een deel van de „Jordaanse familie" ongeacht de huidige omstandigheden. „Wij blijven alle moeite doen de beide delen van ons land weer te verenigen. De moeilijkheden zijn gezien het menselijk lijden en de ellende die nu al jaren duren, en die zich sedert juli ver leden jaar hebben uitgebreid, enorm. Wij hebben economisch geleden en ook dit duurt nog steeds voort. Niettemin besef fen wij dat we vastberaden moeten zijn en ik geloof dat wij de wil hebben vast beraden te blijven, ongeacht de moei lijkheden". Een intrigerende vraag is nog steeds: Hoe is de verhouding tussen Nasser en koning Hoessein. Omhelzen zij elkaar al leen voor het oog van de camera's en zijn zij verder eikaars aartsvijanden? Ik vroeg de koning hoe hij nog steeds kon samen werken met een Nasser die in het verleden met zijn sarcasme de vorst niet spaarde? Is hier het Arabische spreekwoord „Bloed zal nooit in water veranderen" van toepassing, dat wil zeggen broers vechten wel vaak maar blijven loten van één stam. „In mijn opinie is het (Hoessein zwijgt een moment, denkt na en zegt.het tegendeel. Wanneer wij in het verleden in botsing zijn gekomen dan zijn dit nooit persoonlijke botsingen geweest. Ik heb nooit in het verleden als de relaties met Egypte of persoonlijk tussen Nasser en mij slecht waren dit beschouwd als iets in het individuele vlak. Wij hadden verschillende opvattingen en verschillende benaderingen om proble men op te lossen maar onze voornaamste verantwoordelijkheid is die jegens het volk. Zover het het heden betreft zou ik graag willen zeggen dat wij nauw samen werken in volledige harmonie en begrip". SAIGON (AP) - Een niet officieel on derzoek naar de meningen van Ame rikaanse soldaten in Vietnam over de noodzakelijkheid van 'n scherpere con trole op het bezit van wapens in de VS heeft aangetoond dat de meeste mili tairen voorstanders zijn van vrij krach tige maatregelen op dit punt. Een paar militairen merkten op dat ze van plan zijn als ze teruggekeerd zijn in de V.S. om hun wapens die ze bezaten voordat ze naar Vietnam ver trokken in te leveren. Er heeft al een aantal Amerikaanse soldaten gezegd dat 't verblijf in Viet nam hun zelfs het genoegen aan een jachtpartij volledig heeft ontnomen. Ze zouden nooit meer iets of iemand doden. Het is heel waarschijnlijk dat het werkwoord vechten familie is van het zelfstandige naamwoord vacht en dat het dus eigenlijk betekent: de haren uittrekken of, zoals wij in gemeenzame taal wel zeggen: plukharen Dit woord vacht, dat zowel: manen als: hoofd haar betekende, hangt weer samen met het Latijnse pectoik kam, dat ook in het Grieks voorkomt in de betekenis: schapen scheren, wol plukken. Het is heel begrijpelijk dat de begrippen plukken, plukharen en vechten door elkaar zijn gebruikt. Het Duits kent in die betekenissen de werkwoorden rup- fen en raufen. Ook in andere talen vindt men hiervan voorbeelden. In het Engels luidt het woord breeze, in het Frans, Duits en Deens is het brise, in het Noors en Zweeds bris, in het Italiaans brezza, in het Spaans brisa en in het Nederlands bries. De betekenis van dit, dus in vele talen voorkomende, woord is: zwakke wind, koelte, vooral uit het noordoosten waai end en in het bijzonder van toepassing op de koele noordooster die onder de keerkringen aan de kust van Amerika en West-Indië uit zee waait. Het eigen aardige is dat de herkomst van het woord niet vaststaat en dat het pas in de 19e eeuw in het Nederlands schijnt voor te komen. Van een zee term zou men eerder aannemen dat de Nederlandse naam de oorspronkelijke zou zijn. Men vermoedt dat het woord van Romaanse oorsprong is. Met brie sen heeft het niets te maken. Dromen zijn bedrog, zegt het spreek woord en inderdaad is er samenhang tussen de woorden droom en (be) - driegen. Het Duits heeft Traum, het Engels dream, het Zweeds drom. Men moet uitgaan van de betekenis: bedrie- gelijk beeld, drogbeeld en dat is wat de mensen in de droom zagen voor Sigmund Freud zijn Traumdeutung schreef. Het werkwoord driegen is slechts enkele malen aangetroffen en betekende hetzelfde als bedriegen, en evenals het Duitse trügen. In deze woorden gaat een woord schuil dat in het Oudnoors draugr luidde en dat: spook betekende. Dit is hetzelfde woord als ons woord gedrocht, dat oorspron kelijk betekende: bedrog, zinsbedrog en vandaar: visioen, droombeeld, spookverschijning en tenslotte: schrik wekkend, afgrijselijk monster. De krent is een bepaalde rozijn zon der pit, de benaming voor de gedroog de rode of blauwe bes van een variant van de druif. In het Middelnederlands kwamen de namen corent en carent voor en vooral de eerste toont ons waaruit wij het woord moeten verkla ren: de krent is namelijk de raisin de Corinthe; Corinthe was de stad in Griekenland van waaruit de gedroogde vrucht werd ingevoerd. Het komt meer voor dat een woord op deze wijze wordt ingekort: als men zegt: het is weer om een demi aan te trekken, be doelt men de jas die voluit heet: vête- ment de demi-saison. Ook het wegval len van de klinker gebeurt vaker. Ons woord krant komt van courant en kraal komt van koraal. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Het zal vooralsnog niet mogelijk zijn een uitgebalanceerd programma samen te stellen voor sexuele opvoeding op lagere scholen. Met dit onderwerp is nog te weinig ervaring opgedaan. Er zou eigenlijk volgens een tevoren opgesteld plan moeten worden geëxperimenteerd voordat er sprake kan zijn van een „leerplan". Dit is een van de conclu sies van de studiegroep onder leiding van de heer H. Stouten, stafdocent van de Sociale Academie Twente in Hengelo. De Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming (N.V.S.H.) gaf indertijd de opdracht aan de stu diegroep om de sexuele opvoeding in schoolverband te bestuderen. Het komt voor, zo zegt de studiegroep, dat een incidentele behandeling in de ge hete lagere schoolperiode de meest wen selijke is. De meest natuurlijke benade ring van de sexuele „leerstof" is opgeslo ten in een directe aanleiding. Dit zou bij voorbeeld kunnen zijn als in het gezin van een leerling waar een baby is geboren, als een opmerking van een leerling be trekking heeft op sexualiteit, het zien van een naakt, bijvoorbeeld foto's, schilderij en of beelden, of als sexuele spelletjes aan het licht komen. Voor de didactisch meest juiste aanpak zou het aan te bevelen zijn enkele ex perimenten te verrichten. Ook in dit op zicht, aldus de studiegroep, hebben wij het gevoel braakliggend terrein te betre den. Het meeste effect wordt verwacht van het klassegesprek en het leergesprek Er blijkt vrijwel niets bekend te zijn over leer- en leesboekjes, die het terrein van de sexuele opvoeding (op school) be strijken en die aanbevolen zouden kunnen worden voor klassikaal schoolgebruik. Twee uitgaven met betrekking tot dit on derwerp werden bekeken. Het waren Deen se werkjes, die in het Nederlands werden vertaald, te weten „Mammie, waar kom ik vandaan?" en „Peter en Marianne op school" van Sten Hegeler. Aan de gewone leesboekjes die op scho len worden gebruikt zou wel het een en ander kunnen veranderen. De huidige bie den weinig of geen aanknopingspunten voor sexuele opvoeding. De „boekjes schrijvers" wordt gesuggeerd in de toe komst hierin verandering aan te brengen. In verband hiermee merkt het rapport op dat het a-sexuele van alle in gebruik zijn de biologiemethoden niet minder frappant is. Zou het langzamerhand geen tijd wor den ook hier de aloude taboes op voor zichtige wijze te doorbreken?, zo vraagt de studiegroep zich af. Wat zal het kind als het de lagere school verlaat het is dan ongeveer 12 jaar op dit gebiea ten naaste bij moeten weten. Puntsgewijs noemt het rapport: 1. Het verschil tussen de sexen en de belang rijkste feiten over de bouw en de functie van de geslachtsorganen 2. De menstrua tie, waarbij dit onderwerp voor meisjes uitvoeriger zou kunnen worden behandeld dan bij de jongens. 3. De rol van de moe der en de houding tegenover de aanstaan de moeder. 4. De rol van de vader. 5. De omgang tussen jongens en meisjes; ver liefdheid en liefde. Deze onderwerpen zouden in team verband en per school moeten wor den uitgewerkt. Afhankelijk in elke geval van de rijpheid en het milieu van de kinderen zouden er variaties, uitbrei dingen of beperkingen met betrekking tot deze onderwerpen mogelijk en zelfs nood zakelijk zijn, aldus de studiegroep. In het rapport worden nog andere kwes ties genoemd, zoals onder meer geboorte regeling, sexuele perversies, prostitutie, homofilie, geslachtsziekten en masturba tie. Of deze onderwerpen in eenvoudige vorm wel of niet tot de leerstof moeten worden gerekend, wordt voorshands in het midden gelaten. Maar toch is het goed dat kinderen al op jonge leeftijd weten dat er volwasse nen zijn, die in sexueel opzicht ongewen ste activiteiten aan de dag leggen. Kin deren moeten daarvoor gewaarschuwd worden en weten welke houding zij tegen hen moeten aannemen. Dit onderwerp mag men niet negeren, aldus het rapport. Als een school enige vernieuwingsarbeid tot stand wil brengen dan is een der nood zakelijke voorwaarden het werken in teamverband. Bepaalde problemen die zich voordoen kunnen dan gezamenlijk worden besproken. Het rapport stelt ver der dat de lessen niet aan specialisten moeten worden opgedragen, die de sta tus van „vakleerkracht" zouden kunnen hebben. De klasseonderwijzer(es) wordt de meest geschikte persoon geacht voor dit ondprricht. Het „optreden" van een „specialist" zou de sexuele opvoeding weer in het kader van de exclusiviteit brengen, hetgeen juist moet worden voor komen. Van belang acht het rapport dat zo dra er sprake is van sexuele opvoeding op school de ouders van de kinderen voor af worden ingelicht. Het beste is van te voren een ouderavond te houden waarop een en ander kan worden besproken. In een van de bijlagen van het rapport wordt het „Handboek voor sexuele op voeding" aangehaald, dat is uitgegeven door het Zweedse ministerie van Onder wijs. Het werk was voor de studiegroep aanleiding om te discussiëren over de wenselijkheid van navolging, met inacht neming van het verschil in cultuurpa troon en schoolorganisatie. De studie groep, zo zegt zij in het rapport, had ge hoopt in dit boek een uitgewerkt leer programma te vinden. Weldra bleek even wel dat men in Zweden op dezelfde moei lijkheden was gestuit als de studiegroep namelijk een exacte indeling te geven van de leerstof, zoals bij andere vakken. Dat de leerplichtige jeugd behoefte heeft aan informatie bleek wel uit vragen van kinderen, die werden „verzameld" tijdens de gevoerde gesprekken in enkele gespreksgroepen van ouders. Onder meer werden vragen gesteld als: ,Waar was ik, voor ik geboren werd?", „Wat is een prostituee?", „Wat is precies maandver band?", „Hoe komt het kindje in de buik van de moeder?", „Waarom mag mijn broertje wel met mijn vader onder de douche en ik niet?", „Waarom mag ik niet bij de boekenkast van mijn vader ko men?". In de bijlagen wordt ook een werkmap vermeld waarin gegevens staan van een jeugddriedaagse voor leerlingen van de zesde klassen. Het materiaal is afkom stig van het bureau Algemene Jeugdziel- zorg in het aartsbisdom Utrecht en het bisdom Groningen. Tijdens deze driedaag se werd sexuele voorlichting gegeven. Opvallend was het aantal vragen op sexueel gebied. Deze vragen blijken voor al betrekking te hebben op „technische details" van de geslachtelijke ontmoeting. In deze gegevens wordt onder meer op gemerkt dat het onjuist zou zijn alleen technische kwesties uiteen te zetten. „Naar onze mening wijst de overstelpen de hoeveelheid vragen op een dieper en fundamenteler behoefte bij het kind: de behoefte van een achtergrond, een zinge ving, wij zouden bijna zeggen: spirituali teit van het gehele sexuele bedrijf', zo staat in dit documentatiemateriaal te le zen. De studiegroep beschouwt het rapport als een voorlopige schets, een gebrekki ge poging de problemen van de sexuele opvoeding in schoolverband tot enige klaar heid te brengen bij een enigermate syste matische overdenking. De voorlopige schets is in elk geval een vurig pleidooi geworden voor verantwoorde voorlichting aan de (lagere) schooljeugd. HOUTEN. Op de internationale post zegeltentoonstelling in Praag hebben vijf jonge Nederlanders een prijs behaald. De hoogste onderscheiding een eerste prijs met een ereprijs viel ten deel aan de achttienjarige Peter Koch uit Houten (Utrecht), die deelnam met zijn in Neder land bekroonde verzameling „Kunstge schiedenis op postzegels". De twintig ja rige Gerrit Holstege uit Rotterdam won een eerste prijs met zijn Nederlandse ju bileumzegels. De negentienjarige Anneke Kiggen uit Voorburg kreeg een eerste prijs voor de inzending „Kerstfeest op postzegels". De achttienjarige Adriaan Stolk uit Breda zag zijn „Bloemen op postzegels" beloond met een tweede prijs. De elfjarige Truus van Bakelen uit Nijmegen kreeg een derde prijs voor haar „Sport op post zegels". Bij St Paul's Cathedral in Londen staat dit bij de jeugd geliefde beeld houwwerk van Francis Morland. Het maakt deel uit van een exposi tie, die op Paternoster Square wordt gehouden ter gelegenheid van het ..City of London Festival". Everett C. Thomas uit Phoenix (Arizona) is de eerste harttrans plantatiepatiënt die weer aan de slag mag gaan. De 47-jarige patiënt, die in mei een nieuw hart kreeg, werkt op een bank. UTRECHT Burgemeester en wet houders van Utrecht zijn tegemoet ge komen aan het verlangen van de actie groep A.Q. om een aantal plaatsen in de stad aan te wijzen waar ieder die dat wenst muurkranten mag aanbrengen. De actiegroep omvat een aantal jongeren organisaties. B. en W. hebben het aan tal borden (van 1 bij 1% meter) tot drie beperkt in verband met ervaringen met de sprekershoek, waarvoor thans geen belangstelling meer bestaat. Bedelverbod. Het is Italiaanse monniken en nonnen voortaan officieel verboden om op straat te bedelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 9