WALDORF
HAAR JOURNAAL
PANDA EN DE SUPERSCHAT
f
POLLE, PELLI EN PINGO
«gestipt
Zwart favoriete kleur in
Parijse wintercollecties
mfw
Ons vervolgverhaal
Busjes met trotyl
ontploften op
Urker kotter
Weer padvinders in
Tsjechoslowakije
Scheepvaartmuseum
gaat naar 's Lands
Zeemagazijn
DONDERDAG 25 JULI 1968
9
Feuilleton door
JAMES GOLDMAN
Irn \=-\i/i jullie
yuj* verdiend!y
I
Bezoek aan Naarden
Westduits grootkruis met
de ster voor Henry Moore
In A msterdam
Kees Stip
Examens
59)
„Ze wist van mijn bestaan niet af.
Ze had nog nooit van me gehoord".
„Dat wil ik wel geloven; contact
personen kennen elkaar zelden.
Waarom ben je in het geheim uit
New York vertrokken?"
„In het geheim? Maar dat is niet
waar."
„Wist je moeder dat je wegging?"
„Nee."
„En je vrouw?"
„Nee."
„En je studenten of jouw faculteit
van het City College? Een van je
vrienden? Iemand?"
„Maar
„Je bent in het geheim vertrokken.
Een vent die nooit heeft gestudeerd,
of geschilderd, noch een schilderij
heeft verkocht of opgehangen, ver
trekt in het geheim naar een plaats
die hij nooit heeft gezien en van het
bestaan waarvan hij niet eens zeker
is. Tot zover akkoord?"
Waldorf huiverde. De vloer was
koud, de lampen straalden warmte
uit en alles wat die schoft zei was
waar. Ik ben onschuldig".
„Door de zondeval van Adam heb
ben we allemaal gezondigd. Niemand
is onschuldig."
„Ik weet dat het onnozel klinkt"
„Wacht maar. Onnozel is nog niet
eens het juiste woord. Goed dan.
wij posteren juffrouw Wellesley in
het Roney Plaza hotel. Blouse losge
knoopt, dronken, gewillig en aanbid
delijk. Als jij werkelijk degene bent
die je voorgeeft te zijn, moet je je
zelf ook eens een pleziertje gunnen.
Maar doe je dat? O, nee. Je zet
koers naar de bar en komt in con
tact met een Costaricaanse spion
ne."
„Dat wist ik niet."
„Daarna laat je je op sleeptouw
nemen door Chuck Banning. Je
moest Bannings rapport eens lezen.
Hij is een van onze beste mannen
en je hebt indruk op hem gemaakt.
Hij vond je optreden volmaakt. Het
was zo goed dat hij rekening hield
met de mogelijkheid dat je een
der onzen was. Hij ging zelfs na
hoe je reageerde op het wachtwoord"
„Wachtwoord?"
„Wat is er geworden van het jon
getje in het blauw?"
„O, dat".
„Ja, dat. En zodra hij het zegt
weet je wat je wilde weten: je weet
dat wij niet weten aan welke kant
je staat."
„Ik sta aan niemands kant."
„Dat is in negentienvijfenzestig on
mogelijk."
„Toch is het zo."
„Waarom ben je er dan vandoor
gegaan?"
„Vandoor gegaan?"
„Heb je de lift naar de hal geno
men?"
„Nee"
„Ben je met een taxi naar het
Roney Plaza hotel gegaan?"
„Nee."
„Heb je de nacht in je hotelkamer
doorgebracht?"
„Nee, maar
„Zoals een onschuldige gedaan zou
hebben? Of een schilder? Zoals ie
dereen, behalve zo'n schoft van een
communistische agent, gedaan zou
hebben?" Waldorf ging staan. Zijn
stem klonk boos, maar hij was niet
kwaad, hij was bang. „Je bent gek.
Je speelt te lang spionnetje, je bent
er gek door geworden. Kijk me in
godsnaam aan. Wie zou ik anders
kunnen zijn, dan ik ben?"
„Naam, alstublieft."
Waldorf werd er koud van. De man
was werkelijk gek. Hij had zijn ver
stand verloren. Hij begon van voren
af aan. Waldorf drukte zich tegen de
muur. Hij vermoordt me. God. o
God
Wainwrights vuist kwam dreunend
neer op het bureau en zijn stem sloeg
over. „Naam alsjeblieft!"
„Appleton. Ik heet Appleton"
„Waarom zegt Birnbaum dan dat je
Bradford heet?"
„Wie?"
„Wie?"
„Birnbaum. Wil je niet toegeven
dat je hem kent? We hebben twintig
getuigen die hebben gezien dat hij jou
van Miami naar het vliegveld reed".
„O. de taxichauffeur?"
„Juist, slimmerd. We hebben hem
opgepik1 en ondervraagd en hij zei dat
je Bradford heette. Loog hij?"
„Nee".
„Goed, Bradford
„Nee! Ik heet niet Bradford!"
„Birnbaum zei van wel".
„Ik heb het hem wijsgemaakt".
„Waarom?"
„Ik weet het niet".
„We houden Birnbaum vast".
„Wat?"
„We krijgen hem wel klein. Uitein
delijk krijgen we hem klein".
„Hij weet niets".
„Hij weet dat je Bradford heet".
„Mijn naam is Appleton. Ik heet
Appleton!"
„Voornaam!"
„Waldorf R. Waldorf Appleton,
Appleton Appleton, Appleton
„Voornaam!"
O, God!"
„Wat is Bradfords voornaam?"
„Brick.
„Bereid je dan maar voor, Brick.
Dit is nog maar het begin".
Waldorf begon het een prettig hoekje
te vinden. Hij was er vrij zeker van
dat Waiinwright de kamer had verla
ten. Hij kon niet door het scherm van
licht heen kijken, maar hij dacht dat
hij de deur open en dicht had horen
gaan. Hij zat opgekruld op de koude,
ongemakkelijke vloer en wachtte af.
Het leek weinig zin te hebben de ka
mer aan een onderzoek te onder
werpen- er was vast en zeker geen
ontsnappingsmogelijkheid. Er was
geen enkele uitweg. Brick Bradford,
God nog toe. Het was al beangsti
gend genoeg te moeten horen dat je
niet ben' wie je bent. Maar dat men je
in volle ernst vertelde dat je de held
was uit een komisch stripverhaal uit
de jaren '30, dat je je in de macht
bevond van iemand die in staat was
dat te geloven, had iets weg van.
Hij trachtte te bedenken waar het
wat van weg had. Niet van Tchelit-
chew, niet van Dali, niet van Munch.
Het had iets weg van De Chirico.
Hij gaf het op en geeuwde nota bene.
„Moe", mompelde hij en veegde
zijn lippen af. Als ik kon slapen;
ik wil slapen en slapen.geluiden.
Er komt iemand.
„Wie is daar?"
„Waldorf".
„Hannah? Ben jij dat". Ze was het.
Alsof ze ruw was geduwd kwam ze
struikelend door de gloed naar hem
toe. De deur sloeg met een klap
dicht. Hij tuurde naar haar gestalte.
Wordt vervolgd)
MMWIMAIIIMWUWIMWIWIMIMUWWMIIINMIIMI
(Door onze moderedactrice)
PARIJS In Parijs zijn zowat
alleen de bruidsjurken voor deze
winter niet zwart. Gisteren, op de
vierde dag van de haute-couture-
shows in de Franse hoofdstad viel
er nauwelijks een kleurtje te be
kennen. De presentaties bij Jeanne
Lanvin, Molyneux, Jean Patou en
Jacques Heim werden er bovendien
niet gezelliger op, doordat de mode
ontwerpers, als gevolg van de sta
kingen bij de stoffenfabrikanten in
de revolutionaire meidagen, alle
maal dezelfde „eenheidsstoffen"
hadden gebruikt.
Zwart favorite
Een totaal gebrek aan inspiratie, be
halve bij Patou leverde ook drie „een
heidsmodellen" op:
Een tuniekpakje.
Een zwart jurkje met een prince-de-
galles tailleband.
Redingotes (nauw aangesloten man
tels) in combinatie met wijde panta
lons.
CREATIES WAAROP DE inkopers
van de warenhuizen en grote confectie
fabrieken die uit alle delen van de
wereld, zelfs uit de Sovjet-Unie naar
Parijs zijn gekomen nu niet bepaald
zitten te wachten.
Het was gisteren, vooral door de
show bij Jacques Heim, ook in let
terlijke zin een zwarte dag voor de
haute couture. Iedereen, die de mode
werkelijk ter harte gaat, was sprake
loos over de alledaagse creaties waar
mee de Parijse couturiers voor de dag
durfden te komen.
Verreweg de beste collectie maakte
nog Patou's ontwerper Michel Goma.
Hij zocht inspiratie in de sombere Rus
sische winters en opende zijn show met
een reeks Kozakkenpakjes. Het waren
tuniekjurkjes van zwarte, maar ook
van felrode wollen crêpe, waaronder
zijn mannequins lange pofbroeken
droegen. Wat Patou betreft, kimt u deze
winter gerust in een pakje met rafels
verschijnen. De zomen van de bolero's
van zijn tweedensembles, garneerde
hij met dikke franje van smyrnawol
in een bijpassende tint.
EEN KORTE, TOT iets over de
schouder vallende cape is deze win
ter bij Patou, in combinatie met een
dubbelknoopsmantelpakje, een onmis
baar kledingstuk. De jurkjes, die het
huis voor het komende seizoen lanceer
de, waren zo simpel mogelijk gehou
den, en zwart, wit of grijs getint. Bij
deze jurken waren door de lipjes vier
smalle suède veterceintuurtjes gehaald
wat een bijzonder grappig effect op
leverde. Voor 's avonds hield Patou
het op zeer, maar dan ook zeer door
zichtige zwarte georgettejurkjes, hier
en daar spaarzaam met één struis
vogelveertje bezet. Creaties, die men
echter afwisselde met lange, hoogge
sloten, zwartfluwelen jurken met lange
mouwen.
Lanvins ontwerper Jules-Frangois
Crahay, zet voor de komende winter
het succes van zijn zwarte colkraag-
jurkjes, waarover een lange, tot over
het middel reikende ketting van goud
metalen schakels en kleurige kralen
moet worden gedragen, voort, 's Mor
gens is volgens hem de vrouw het char
mantste gekleed in een zeer kort tu
niekjurkje, waaronder nog net een
bermudashort uitsteken. Maar afgezien
van deze tuniekensembles, waren zijn
pulloverpakjes zwart, zwart en nog
eens zwart.
VAN MOLYNEUX KAN ik u melden
dat hij naast zijn Britse neef John
Tullis, de achttienjarige Deen Lars
Hillingso, de Italiaan Mario Bianchetti
en Michel-Philippe Laroche (geen fa
milie van Guy Laroche) voor het
maken van zijn collectie had aange
trokken. Het zou een aardig idee zijn
geweest, als de vier modemeneren een
iets overeenkomstige smaak zouden
hebben gehad. Maar aangezien dat niet
het geval was, viel Molyneux' winter
collectie als los zand uit elkaar.
En dan de afknapper van de dag,
de show bij Jacques Heim. Het Elysée
zal gisteravond ongetwijfeld op zijn
grondvesten hebben getrild toen presi
dent De Gaulle de schetsen van de
creaties onder ogen kreeg, die traditie
getrouw ieder seizoen bij het presiden
tiële paleis worden langsgebracht, om
dat mevrouw De Gaulle al jarenlang
De vrouw zoals Lanvin haar deze
winter het liefst gekleed ziet. In een
zwart mantelpakje met aan een goud
metalen ketting een bontmof. De
Amerikaanse modetekenaar Maning
van de New York Times maakte deze
schets.
een trouwe klant is. „Tante Yvonne"
mag overigens nooit zelf jurken uitzoe
ken want ook dat doet de generaal.
WEL, ER WAS bij Jacques Heim,
waar, na het vertrek van Jean Pomma-
rede, nu sinds kort Jacques de la
Haye de ontwerper is, niets, maar dan
ook niets anders dan zwart plastic of
zwart leer, nozemachtige overalls in
combinatie met wijde tweedcapes. Dat
alles geïnspireerd op de revolutionaire
meidagen. Creaties afgewisseld met de
in Parijs zo langzamerhand geijkte
matelpakjes met lange dubbelknoops-
iasjes. Alleen Dior, Courrèges en Yves
Saint-Laurent kunen nog het gezicht
van Parijs als het modecentrum van
de wereld redden.
DEN HAAG. Bij een nader onder
zoek door de Mijnopruimingsdienst is ge
bleken, dat de ontploffing op de Urker
kotter „Riekelt" niet is veroorzaakt door
handgranaten maar door daarop lijkende
busjes, materiaal dat wordt gebruikt bij
het opruimen van akoestische mijnen.
Het is in gebruik bij Nederland en de
NAVO-partners. Vermoedelijk heeft een
mijnenveger een houder met vijftien bus
jes overboord gezet nadat een van de bus
jes weigerde te exploderen. Materiaal van
dit soort is evenwel niet gebruikt bij de
onlangs gehouden mijnenveegactie in de
Noordzee, zo deelt de Marinevoorlichtings
dienst mee. De busjes zijn duidelijk ge
merkt met „Trotyl", en kunnen, wanneer
ze niet worden aangeraakt, vrijwel niet
tot ontploffing komen.
Nieuw hart. De man die dinsdag een
nieuw hart heeft ontvangen in de Ame
rikaanse stad Houston, de 57-jarige
Henry Jurgens, maakt het goed.
27. „Eerst was u zeeziek en nu de kapitein?"
riep Bill Dollar gehinderd uit. „Zo komen we nooit
in San Destelero! Hier breng deze pilletjes naar
hem toe, vriendje. Ik heb ze van huis meegenomen
en dus zijn ze goed. Panda pakte het doosje aan, en
begaf zich op weg naar de hut van de gezagvoerder.
Maar dat was helemaal niet naar de zin van Senor
Buenosangio. „Ik zal even snel moeten ingrijpen.
prevelde hij koortsachtig„Anders ontstaan er verve
lende misverstanden over de kapitein. Met die woor
den snelde hij heen, en dook door een patrijspoort
een hut binnen. Juist op het moment, dat Panda aan
de andere kant op de deur van diezelfde hut klopte.
6EEF DIE H0NIN6 MAAR HIER.' WIJ
ft HEBBEN HET LATEN REGENEN VOOR,
NIET TE GELOVEN
-DIE RE6ENDANS
HÉÉFT' 6EH01PEW
ALSJEBLIEFT,
JULLIE HEB88N HETEER-
AARDI6E
J0N6ENS
(Van onze correspondent)
NAARDEN. Naarden heeft bezoek
gehad van een groep van bijna 50 Tsje
chische padvinders. De groep, die na de
liberalisering van het bewind in Praag
kon worden opgericht had een bus
tocht van een maand door West-Europa,
gemaakt.
Zij kwamen naar Naarden, waar hun
beroemde landgenoot Jan Amos Comen-
sky (Comenius) als vluchteling in de 17de
eeuw zijn laatste rustplaats vond. Mauso
leum, museum en standbeeld trokken al
ler belangstelling.
Via Duitsland zijn de Tsjechische pad
vinders naar Praag teruggekeerd.
DUSSELDORP. (AP) De Britse
beeldhouwer Henry Moore heeft het
grootkruis met de ster van Westduitse
orde van verdienste gekregen, die hem
toegekend werd door de Westduitse pre
sident Heinrich Lübke.
Moore, die volgende week zeventig jaar
wordt, heeft Dusseldorp bezocht ter gele
genheid van de opening van een tentoon
stelling van 125 van zijn werken.
AMSTERDAM. Het historisch scheep
vaartmuseum in Amsterdam zal een rijks
museum worden en verplaatst worden naar
's Lands Zeemagazijn op Kattenburg in
Amsterdam.
Het scheepvaartmuseum, sinds 1922 ge
vestigd in een pand aan de Schuitstraat
te Amsterdam, is een min of meer per
manente voortzetting van de in 1913 ge
houden ENTOS-tentoonstelling, de eerste
Nederlandse tentoonstelling op scheep
vaartgebied. Nu de marine 's Lands Zee
magazijn gaat verlaten zal de museum
collectie met de omvangrijke bibliotheek
daarin worden ondergebracht. Ook de Ou
de Modellenkamer van de marine, thans
nog in depot bij het Rijksmuseum, zal
daarheen worden overgebracht.
De vereniging, welke het scheepvaart
museum exploiteerde, zal worden omgezet
in een vereniging van Vrienden van het
Rijksmaritiem Museum.
Wanneer de inrichting van het nieuwe
museum zal zijn voltooid, zal het ♦rijks-
maritiem museum bijna uniek zijn. Met
het Britse zeemuseum in Greenwich zul
len beide musea de belangrijkste collec
ties op dit gebied omvatten.
De rechter in Tokio heeft aan Bui-
chiro Tagaki een half miljoen yen
schadevergoeding toegewezen. Dit be
drag moet hem betaald worden door
de Chikuho-bank, omdat deze een kan
toorgebouw heeft laten neerzetten, zo
groot dat Tagaki's woning er niet bij
in de schaduw kon staan, maar er
niettemin de hele dag in stond. Tagaki
vond dat nadelig voor zijn gezondheid,
en de rechter gaf hem gelijk. Een yen
is weliswaar niet meer waard dan een
Nederlandse cent, maar als iemand in
Nederland een dergelijke zaak voor de
rechter bracht zou ik voor zijn kansen
geen yen geven.
Om mij te verdiepen in de achter
gronden van deze oosterse wijsheid
ben ik naar het land van de rijzende
zon gereisd. Deze was juist ver genoeg
gerezen om mij met de schaduw van
het bankgebouw het huis van Tagaki
aan te wijzen. De bewonder ontving
mij met een beleefde, hoewel enigs
zins beschaduwde glimlach.
„Vrienden van mij", sprak hij, „die
uw land hebben bezocht om er wat
westerse wijsheid op te doen, hebben
mij gemeld dat er bij u een spreek
woord bestaat, luidend: voor niets gaat
de zon op. Ik kan hier uit eigen pijn
lijke ervaring een nieuw spreekwoord
aan toevoegen: voor geld gaat hij on
der".
„Ik kan u niet volgen", zei ik.
„Wilt u mij dan voorgaan?"vroeg
hij, terwijl hij met een uitnodigend
gebaar een deur voor mij opende.
Uit het duistere vertrek betraden wij
een ander waarin de zor^ volop scheen.
„Hoe is het mogelijk!"riep ik.
„Aan uw uitroep merk ik dat u niet
uit Eindhoven komt", sprak de heer
Tagaki. „Van de mij toegewezen scha
deloosstelling heb ik een kunstzon aan
het plafond laten monteren. Ik kan mij
nu dag en nacht in de zonneschijn koes
teren. Maar geen mens is tevreden
met zijn plaats onder de zon. Bij mijn
eerste zonnebad merkte ik dat de
warmte van de lamp een versterkende
invloed uitoefende op de benzinedam
pen die van de straat af in mijn wo
ning doordringen. Ik wendde mij op
nieuw tot de rechter met een verzoek
om schadeloosstelling, omdat ik van
mening was dat luchtverontreiniging
niet goed is voor mijn gezondheid. De
rechter was dat ook. Van de schade
loosstelling kocht ik een luchtzuive
ringsinstallatie met geurverstuiver.
Wat ruikt u?".
Ik snuffelde voorzichtig. „Kersebloe
sem!", riep ik. „Juist", sprak de heer
Takagi verachtelijk snuivend. „Het
hoort bij onze imago, maar voor een
Japanner ruikt kersebloesem zoals voor
u nieuwe haring. Ik diende nog een
derde vordering in, die mij eveneens
werd toegewezen. Luister goed. Wat
hoort u?"
Ik luisterde. „Niets", zei ik. „Dat
doet de geluidsisolatie. Ik verbeeldde
mij ziek te worden van alle rumoer
om mij heen. Maar toen ik geïsoleerd
was, werd ik gek van de stilte. Het
enige wat ik nog hoorde was het kna
gen van mijn geweten. Knaag, knaag,
knaag. Ik begreep dat ik mij van mijn
volk had geïsoleerd. Wij hebben de
schaduw, de stank en het lawaai no
dig om de wereld vreedzaam te ver
overen met onze scherp concurrerende
prijzen. Ik doe weer mee".
Voordat hij afscheid nam, toonde hij
mij zijn duistere, rumoerige en kwalijk
riekende fabriek. Het was te donker
om te zien wat ze er maakten. Mis-
schien wel nieuwe haring.
Ik zag de zon pas weer toen ik op
Schiphol landde. Hij kwam op in het
oosten, en wierp lange schaduwen
vooruit.
UTRECHT. Geslaagd voor m.o. A
examen Nederlands Th. Schouw, Haar
lem, A. Strockmeijer-Zaadhof, Haarlem.
Geslaagd voor m.o. A examen Frans me
vrouw A. S. van Rooijen-Regouin, Haar
lem.
DELFT. Geslaagd voor propaedeu-
tisch examen werktuigkundig ingenieur
H. C. Geljon. Hillegom. Kandidaatsexa
men vliegtuigbouwkundig ingenieur F. J.
Appelman, Haarlem.
AL5 DIE 2NN VERHAAL ROND
VERTELT, KOMT ER 6EEN STER-
VEUN6 MEER OPMULENAE
STAND VAN ONZE JACHTHA VEN.
Dte ARMe RENT
Of Dt DUt vei 'AA OPZUN
HIELEN 21T /36/V HEEFT, ZOU
DAT KUNNEN WE NIET,
davy... ar is hét moe
TEHUIS DAT "DERTIEN"
6EHAD HEEFT-
IK 246 HET
IK 246 HET
NOU KUNNEN WE
WEL. HELEMAAL
INPAKKEN I
JE DAT 8E6RIJ
A UKViuw
--
1197 Vreemdelingen in Eurodam ver
bazen zich soms over de zeven bankjes
aan de haven. Zes ervan staan zo opge
steld, dat men er een fijn uitzicht over
de schepen en het water heeft. Maar het
zevende bankje staat achterstevoren.
Daar zitten de varensgezellen, die de
zee de rug hebben toegekeerd Zij praten
er de hele dag over, maar ze kijken er
niet meer naar om.
Bram kwam vaak in Eurodam en hi]
kende de oude mannen, die op het zeven
de bankje zaten. Daar was Kaapse Koos,
die nog rond Kaap Hoorn had gevaren.
Gerrit Steenkool, die nooit meer helemaal
wit was geworden na jaren op kolenboten
bootsman te zijn geweest, en Wrakken-
Arie ,die tienmaal schipbreuk had ge
leden. Maar de vierde man van het vaste
gezelschap ontbrak.en dat was juist
een man, die nooit op zee was geweest
en die in een roeiboot al duizelig werd.
Willem-van-de-Vlampijp was vroeger
machinist op een stoomtrein geweest en
hij mocht bij de zeelieden zitten omdat ze
iemand nodig hadden om naar hun ver
halen te luisteren.
„Is Willem ziek?" vroeg Bram.
„Nee, nee zei Wrakken-Arie treurig
„Willem is spoorloos verdwenen".