Iglesia ni Christo", een
concurrent voor de r.-k.
machtige
kerk
Vrij weekeind schaadt het kerkbezoek
m
Toren voor de geesten van Wilmarsdonk
Stichtersfamilie is al miljonair
Gezinscommunie
in Velsen-Zuid
li
Na Uppsala
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1968
Braziliaanse priesters
willen hervorming
kerkstructuur
Maatschappelijk
Zondagsplicht
Avonddiensten
Rome als centrum
Wantrouwen
x m.
(Van een speciale verslaggever)
MANILLA. In de „Iglesia ni
Christo" ontstaat op de Filippijnen
langzamerhand een serieuze concurrent
voor de roomskatholieke kerk, waar
van officieel zo'n tachtig percent van
de bevolking lid is. In het eerste jaar
van de laatste wereldoorlog vestigde
Felix Manaio, die al acht keer van
confessie was veranderd, de „Iglesia
ni Christo" (de kerk van Christus),
welke zich nu de enige ware christe
lijke kerk meent te mogen noemen.
De .Iglesia ni Christo" wenst niet
als een sekte te worden beschouwd.
Volgens Felix Manalois is de „Kerk van
Christus" eens door de mens Jezus
Christus (die voor hem niet goddelijk
is) in Jeruzalem gesticht. Zij ging on
der bij het totstandkomen van de ka
tholieke kerk en ontstond als organisa
tie pas weer op de Filippijnen, iets dat
overigens volgens Manaio al in de
apocalypse is geprofeteerd.
'Op die apocalypse beroept de „Igle
sia ni Christo" zich in hoofdzaak en
een aangepaste verklaring van de tekst
..Tot sententiae quot homines" verleent
haar het zegel der goddelijke instem
ming, Evenals voor de getuigen van
Jehova is voor de volgelingen van de
„Kerk van Christus" de bijbel alleen de
bron van goddelijke waarheid. De kerk
wordt sinds de dood van Felix Manaio
geleid door diens nu 45-jarige zoon.
Ze wijst het bestaan van een drie-eni
ge god van de hand, evenals het be
staan van zondeval en vagevuur en zij
kent noch de kinderdoop, noch de
biecht, noch het vasten. De lidmaten is
slechts het drinken van alcoholische
dranken verboden.
Overal op de Filippijnen trekken cie
imposante van torens voorziene gebou
wen van de „Iglesia ni Christo" de
aandacht. Er zijn thans drieduizend van
die kerkgebouwen. Zij zijn gebouwd
op kosten van de drie miljoen gedoop
te lidmaten. Voor de aanhangers van
Manaio's „Iglesia ni Christo" is de
kerkgang een onvoorwaardelijk „moe
ten", waarvoor op donderdag vijf cen-
tavos en op zondag twintig centavos die
nen te worden uitgetrokken. Op deze
manier incasseert de kerk per maand
drie miljoen pesos (bijna drie miljoen
gulden) aan collectegelden. De gelovi
gen wordt echter ook op het hart ge
drukt hun sieraden aan de kerk af-
te staan. Zo is de „Iglesia ni Christo"
een financieel sterke instelling gewor
den en zijn de Manaio's nu een mil
jonairsfamilie.
De residentie van de kerkvorst is
omringd door een met wachttorens uit-
,.De kerkeraad wil het mogelijk
maken, dat gezinnen gezamenlijk ter
communie gaan, mits de ouders stil
zwijgend aannemen dat er ook bij hun
kinderen een begin van geloof aanwezig
is. Zijn er doopleden (die krachtens
de doop tot het gezin des Heren be
horen) zonder gezinsverband, dan zijn
die ook welkom. Op deze wijze wil de
kerkeraad de avondmaalsgang loskop
pelen van de geloofsbelijdenis (maar
niet van het geloof) en terugkeren naar
de pascha-methode van Israël, waarbij
ook de gezinnen opgingen. Overigens
zijn we niet van plan hier een soort
reclame van te maken; het is geen
stunt, maar een geloofsdaad van de
kerkeraad en wij laten het bij deze een
voudige mededeling. Is er iemand, die
niet tot bovengenoemde categorieën
behoort, maar wel wil aangaan, dan
gelieve deze persoon zien even te mel
den. Het spreekt wel vanzelf, dat ook
leden van andere kerken welkom zijn,
als deze tenminste van hun eigen kerk
dit mogen doen.
Ook zieken kunnen meedoen; als zij
zich melden kunnen zij na de dienst
thuis het sacrament ontvangen". Aldus
schrijft ds. L. Brink te Velsen-Zuid in
zijn gemeentebericht in de Hervormd
Nederland-kopblad-editie voor Kenne-
merland.
RIO DE JANEIRO AFP. Op de
negende conferentie van het Brazili
aanse episcopaat is een door 350 Brazi
liaanse priesters getekend document
ingediend, waarin een „echte en gron
dige hervorming" van de structuur van
de R.K. kerk wordt geëist.
De 350 willen onder meer dat de
bisschoppen rechtstreeks gekozen wor
den in hun eigen diocees, dat gehuwde
mannen tot priester kunnen worden ge
wijd, dat de priesters het recht krijgen
om in het huwelijk te treden zonder
hun ambt te moeten opgeven, dat de
priesters de mogelijkheid krijgen om
een beroer uit te oefenen en dat hun
het recht wordt verleend om op dioce
saan, regionaal en landelijk niveau
vakbonden te stichten. Voorts willen
zij dat alle kerkelijke functies een tij
delijk karakter krijgen.
Het document is de vorige week in
Volta Redonda in de Braziliaanse staat
Rio de Janeiro opgesteld tijdens een
bijeenkomst van priesters uit de sta
ten Guanabara, Sao Paulo, Rio de Ja
neiro en Parana.
geruste muur. De bewaking is streng.
In de residentie bevindt zich een kerk
(drieduizend zitplaatsen), een graf,
waarin het lichaam van Felix Mana
io is bijgezet, en een reusachtig zwem
bad. De kerk mist elke versiering,
doet eerder denken aan een bioscoop
zaal. In de kerk voeren twee trappen
(een voor de mannen, de andere voor
de vrouwen) naar het lager geleden
badhuis, waar de massadoop plaats
heeft. De doop gebeurt bij het be
reiken van het vijftiende jaar.
De diensten worden geleid door evan
gelisten. De „Iglesia ni Christo" be
schikt over vierduizend van die evan
gelisten, die op een bijzondere school
zijn opgeleid en ook het missiewerk
verrichten.
De activiteit van de „Iglesia" be
perkt zich niet tokhet religieuze terrein.
Er vinden maatschappelijke bijeenkom
sten plaats en er is een jeugdorganisa
tie, die de naam „gelukkige overwin
ning" draagt en een militant karakter
heeft. De leden ontvangen in een „ge
zondheidscentrum" vrije medische be
handeling, kunnen toetreden tot een ei
gen sociale verzekering, kunnen lenin
gen sluiten en worden bijgestaan lij
het vinden van een goede werkkring.
Grote waarde wordt gehecht aan de
samenwerking tussen de lidmaten, die
elkaar met broeder en zuster aanspre
ken. De kerk wenst haar volgelingen
te rekruteren uit alle lagen van de
bevolking, maar vooral de armen wor
den aangestoken door deze actieve ge
meenschap, met name door haar in
spanningen op sociaal gebied.
Met haar strakke organisatie en haar
strenge discipline is de „Iglesia ni
Christo" op de Filippijnen, waar de be
volking buitengewoon ongediscipli
neerd is, een politieke machtsfactor. Al
heeft de kerk geen politieke organisa
tie, als verkiezingen plaatshebben vor
men de drie miljoen leden een gesloten
blok, dat stemt op de door de kerkelijke
leiding aangewezen kandidaat. Het is
dan ook niet verrassend dat de „Igle
sia ni Christo" door iedere regering
met onderscheiding wordt behandeld en
door politici voor wie de politiek uit
sluitend een middel is om zich snel
rijkdom en aanzien te verwerven, in
hoge ere wordt gehouden.
De drie miljoen lidmaten, die dus niet
jonger zijn dan vijftien jaar, vormen in
de bevolking van 23 miljoen waar
van twintig percent onder de vijftien
jaar een macht om rekening mee
te houden. De katholieke kerk wenst
echter in Manaio slechts een slimme
zakenman te zien, die de domheid van
„Juan de la Cruz" (de man in de
straat) heeft weten uit te buiten.
::k,,
Protestanten zijn voor de Italianen
nog steeds onbegrijpelijke mensen
(Van onze correspondent)
ROME Eeuwenlang heeft de rooms-katholieke kerk haar stempel ge
drukt op het Italiaanse leven, op de taal, de denkwijze en de gebruiken
Niettemin zijn er ook in dit land niet-katholieke christenen. Zij vormen
volgens een statistiek ongeveer 0,3 percent van de bevolking. Dat is heel
weinig maar niettemin tellen zij wel degelijk mee. Men moet hen voor
namelijk zoeken in Piemonte (Waldenzen), in Alto Adige (een kleine
groep luthersen), in Rome, Milaan en in Zuid-Italië. Het beeld dat zij
bieden is verre van homogeen. De grote protestante kerken, gesticht door
Luther en Calvijn, hebben zeer weinig aanhangers.
(Van onze correspondent)
UTRECHT. Kort geleden is in
een nieuwe wijk met 1050 adressen te
Leiderdorp een enquête gehouden over
kerk en kerkgang. Van de 1050 afge
geven vragenlijsten kwamen 435 inge
vuld terug, wat een zeer redelijke
uitkomst is. Meer dan de helft van
de ingevulde lijsten (283) kwam van
mensen, die lid van een kerk zijn. Dit
laatste betekent niet dat men gere
geld naar de kerk gaat, zelfs niet dat
men veel waarde hecht aan het lid
maatschap van de kerk. Op de vraag:
„Heeft de kerk naar uw mening een
zinvolle functie in de samenleving?"
antwoordde 91 percent van de rooms-
katholieken positief. Bij de gerefor
meerden was het negentig percent, bij
de hervormden 85 percent. Maar ook
ruim 76 percent van de niet-kerkelij-
ken achtte het bestaan van de kerk
zinvol.
Andere interessante gegevens uit
deze enquête laten wij terzijde om ons
te bepalen bij enkele opmerkingen over
de kerkgang.
De terugloop van het kerkbezoek
heeft op verscheidene plaatsen de ker
keraden of kerkbesturen er toe ge
bracht tellingen inzake het kerkbezoek
te verrichten. Soms gebeurde het op
zuiver praktische gronden omdat men
wilde weten of een bepaald kerkgebouw
te handhaven was of omdat men voor
nieuwbouw een schatting wilde hebben
van het gemiddeld aantal kerkgangers.
Duidelijk is dat trouw kerkbezoek
bijvoorbeeld elke zondag of éénmaal
in de veertien dagen, afneemt. De er
varing heeft geleerd dat daar ,waar
de kerkgang niet meer tot het vaste
zondagspatroon behoort, de frequen
tie steeds verder afneemt.
Bij de protestantse kerken is dit ver
schijnsel niet nieuw, in de rooms-katho
lieke kerk wel. Hoewel ook daar de
randkerkelijkheid geen onbekend ver
schijnsel was, kan toch gezegd wor
den dat een geregelde kerkgang in de
meeste gezinnen tot de vaste gewoon
ten behoorde.
Bij een begin vorig jaar gepubliceer
de telling bleek dat in de r.k.-parochies
van Utrecht het vaste zondagse kerk
bezoek sinds 1950 ,is teruggelopen van
67 tot 49 percent. Dit zijn echter per
centages voor de kerkgang op zondag.
Aangezien tegenwoordig in alle paro
chies ook op zaterdagavond een mis
viering plaats vindt, ligt het percenta
ge van de kerkgangers iets hoger. Dit
betekent dus dat nog maar de helft
van de katholieken in Utrecht als re
gel iedere zondag naar de kerk gaat.
Het katholiek sociaal kerkelijk insti
tuut (KASKI) geeft als oorzaak van de
teruggang op dat men vrijer staat ten
aanzien van diverse kerkelijke plicht
plegingen, waaronder de zondagse kerk
gang. Men ervaart de zondagse kerk
gang niet meer als enig en duidelijk
criterium voor het goed katholiek zijn.
Het KASKI rapporteerde ook over
andere steden. In Arnhem daalde het
misbezoek in de jaren 1956-1966 van
52 tot ruim 45 percent en in 1967 tot
nauwelijks 42 percent.
Het KASKI veronderstelt dat .iet
percentage van 40 percent voor Arn
hem weldra zal zijn bereikt. Dit is het
totale percentage, dus met inbegrip
van de zaterdagavond. De zondagsmis
van 10 uur is nog altijd de drukst be
zochte. Voor vroegmissen bestaat in
Arnhem weinig belangstelling meer.
Het percentage dat 's zondags voor
negen uur naar de kerk gaat, haalt
nauwelijks drie percent.
HET KASKI wijt de terugloop in fle
kerkgang te Arnhem aan de verstede
lijking. Men voelt zich minder bij een
gemeenschap behoren dan vroeger het
geval was.
Het KASKI maakte voorts de stand
van zaken te Apeldoorn op. Daar bleek
de verstedelijking minder aanwijsbaar.
Ruim vijftig percent van de parochi
anen te Apeldoorn bezocht regelmatig
de kerkdiensten.
Een andere gemeenschap, die gere
geld de stand van zaken betreffende
het kerkgaan opneemt, is de gerefor
meerde kerk. Op de laatst gehouden
generale synode werd geconstateerd,
dat het kerkbezoek van de gereformeer
den in tien jaar met 22 percent
is teruggegaan.
Ook hier staan de steden er het
ongunstigst voor. Amsterdam-centrum
zag slechts ruim 42 percent van haar
leden geregeld in de kerk. Wel te ver
staan: verdeeld over twee diensten. De
avonddienst, die in vrijwel alle gere
formeerde kerken nog in zwang is,
wordt in Amsterdam-centrum bezocht
door ruim elf percent van de leden.
Amsterdam is echter het ongunstig
ste voorbeeld. Te Arnhem met ruim
6500 gereformeerden (kinderen meege
rekend) daalde het percentage kerk
gangers in de jaren 1963-1967 van 49,7
tot 47,1. Bij de avonddiensten was de
teruggang groter: van 27,7 tot 19,7 per
cent.
Ook al gaat men niet elke zondag
meer naar de kerk, de deelname aan
het heilig avondmaal dat meestal
viermaal per jaar plaats heeft
wordt kennelijk gehandhaafd. In 1963
nam 64,4 percent van het aantal daar
toe gerechtigde leden aan de viering
van dit sacrament deel. Naderhand liep
het percentage terug tot 61.
Er zijn blijkbaar nogal wat men
sen die de avondmaalsviering als een
vorm van gemeenschapsbeoefening be
leven. Zij vinden daar iets dat zij
in de gewone kerkdiensten missen.
De doopsgezinde kerk te Heerenveen
is zondag op slot gebleven. Dit zal in
het zomerseizoen wel vaker gebeuren.
Vele gemeenteleden trekken er in net
weekeinde op uit. De kerkgang komt
dan in het gedrang. Te hunnen ge
rieve wordt op donderdagavond een
dienst belegd.
In Wormerveer hebben de doopsge
zinden hiermee al enkele jaren gele
den een proef genomen. De „zondag
se" dienst werd dan naar de vrijdag
avond verplaatst. Maar omdat het lan
ge weekend voor velen al op vrijdag
avond begint, was het kerkbezoek niet
daverend.
De oorzaak van de teruggang in het
kerkbezoek is voor nagenoeg alle ker
ken mede gelegen in het vrije week
end. De door de auto toegenomen mo
gelijkheden om buiten de eigen woon
plaats recreatie te zoeken, speelt zon
der twijfel een zeer grote rol, hoewel
hierover geen cijfermateriaal beschik
baar is.
Want wanneer men vaststelt dat de
kerkgang in de grote steden terugloopt
dan zou men tegelijkertijd moeten uit
zoeken in hoeverre er in de recreatie
centra van een toenemend, of althans
niet-dalend kerkbezoek sprake is. Voor
al onder de katholieken en gereformeer
den zijn er veel die in de plaats van
hun tweede woning, vakantiehuisje of
camping de kerkgang niet verzuimen.
Maar hoe men het ook bekijkt, de
vermindering van het kerkbezoek is
evident, al houdt dit maar ten dele
verband met het loslaten van het ge
loof. Groepen vroegere kerkgangers
zijn radio- (of televisie-)christenen ge
worden.
Twee jaar geleden rekende ds. Okke
Jager uit dat predikanten die een gods
dienstige uitzending voor de radio ver
zorgen, bij een luisterdichtheid van
één percent toch tachtigduizend luis
teraars hebben. Predikanten die een stu
dio-uitzending leiden, kunnen op drie
honderd- a vijfhonderdduizend luiste
raars rekenen. De meeste predikanien
moeten er vele jaren voor preken om
dit aantal hoorders te halen.
Overigens is door de eeuwen heen
de kerkgang een kwestie van eb en
vloed geweest. Te Boston in Noord -
Amerika heeft men 1882 het aantal
kerkgangers eens geteld.
De stad telde toen vierhonderddui
zend inwoners, waarvan ongeveer der
tig percent geregeld naar de kerk ging.
Vandaae bezoekt te Boston 45 percent
van de bevolking 's zondags de kerk.
De goede oude tijd was voor de kerk
beslist niet altijd zo goed.
In Alto Adige (Zuid-Tirol) gaat het
natuurlijk om Duits-taligen. Maar de
kerk der Waldenzen wordt erkend
door de synode van Dordrecht en is in
sterke mate beïnvloed door het calvi
nisme, hoewel het gaat om een ge
meenschap die reeds verscheidene
eeuwen voor het optreden van Calvijn
is ontstaan. De stichter. Petrus Valdus,
een koopman uit Lyon, wiens leven
veel overeenkomst toont met dat van
Sint Franciscus van Assisi, leefde in
de twaalfde eeuw. Hij is de eerste ge
weest, die de bijbel in de volkstaal
liet vertalen. Zijn volgelingen predik
ten en verklaarden de schrift. Zij leef
den in broederschappen, in grote ar
moe, weigerden de sacramenten, ont
kenden de transsubstantiatie en de
waarde van de katholieke mis, wilden
niet weten van heiligenverering, ge
loofden niet in een vagevuur, veroor
deelden de leugen, en weigerden eden
af te leggen.
In de dertiende en veertiende eeuw
verspreidde zich de „ketterij" van Val
dus in geheel centraal Europa, hoewel
de Waldenzen te vuur en te zwaard
werden vervolgd. Zij zijn vrijwel over
al stelselmatig uitgeroeid. Nooit zijn
mensen meer om het geloof vervolgd
dan deze groep. In Italië wisten zij
stand te houden in de hoge Alpendalen
van Piemonte en verder vooral in Ca-
labrië en op Sicilië. Maar na het con
cilie van Trente werden in Zuid-Italië
alle Waldenzen uitgemoord en alleen
in Piemonte bleef nog een kleine groep
over, die hun „ba ba" (letterlijk
„ooms", de naam der voorgangers)
naar Genève zonden om te zien of de
leer van Calvijn overeenstemde met
de hunne.
In 1848 pas werd in Piemonte het
protestantisme geduld en van dat jaar
af begon een grote bloei. Tegenwoor
dig telt de kerk der Waldenzen in Ita
lië ongeveer dertigduizend zielen. Be
halve in de dalen van Piemonte vindt
men ze vooral in Genua, in Rome
Naast een bijbelkringboekje, dat dit
jaar gewijd is aan zeven bekende mes-
siaanse passages in hun oud- en nieuw
testamentisch verband, publiceert de
Oecumenische Raad van Kerken te
Amstelveen - Buitenveldert, in samen
werking met de Christen Jonge Vrou
wen Federatie - YWCA, in de loop
van september een leidraad voor ge-
sprekskringen over Uppsala, samenge'
steld door een aantal deelnemers aan
de conferentie.
Nadere bijzonderheden hierover zul
len spoedig na afloop van de confe
rentie worden verstrekt.
Bestellingen kunnen reeds worden ge
noteerd bij de Oecumenische Raad te
Amstelveen (Buitenveldert o.a.
mevr. T. v.d. Doll-Smit, v.d. Veerelaan
4 te Amstelveen en bij de CJVF, F.C.
Dondersstraat 23 te Utrecht.
(twee kerken), in Toscane en op Sici
lië. Zij behoren doorgaans tot de ge
goede vooruitstrevende burgerij, vrij
links georiënteerd in politieke zaken.
In hun kerken wordt vaak behalve in
het Italiaans ook in het Frans ge
preekt. De overeenkomst met de Ne
derlandse kerken is groot.
Vreemd genoeg is in Italië juist
Rome de stad, waar men de meeste
protestantse kerken vindt. Toen -in
1870 een einde kwam aan de wereld
lijke macht van de pausen en een uit
gesproken anticlericaal Italië van
Rome haar hoofdstad maakte, was er
geen enkel bezwaar tegen om andere
godsdiensten naast de katholieke toe
te laten. De baptisten hebben in Italië
een vrij grote aanhang gekregen door
het werk van Amerikaanse zendelin
gen tegen het einde der vorige eeuw.
In Rome hebben zij vijf kerken en
verspreid over Italië ongeveer hon
derd. Dit zijn kleine kerkjes, daar het
aantal der baptisten minder is dgn
vijftienduizend. Het gaat meestal om
arbeiders; politiek zijn zij socialisten
of aanhangers van de republikeinen.
Kerken als de Anglicaanse, de Ame-
rikaanse-episcopale, de presbyteriaanse
kerk van Schotland en ook de lutherse
kerk vindt men in de grote steden en
in de plaatsen, waar veel vreemdelin
gen wonen of komen. De gelovigen zijn
vrijwel uitsluitend buitenlanders.
De doorsnee-Italiaan staat heel
vreemd tegenover het protestantisme.
Het woord christen is identiek met
rooms-katholiek en ook met mens. In
Triest en in sommige plaatsen van Zuid-
Italië, waar Grieken en Joegoslaven
wonen, zal men ook orthodoxen nog
wel als christenen beschouwen, maar
protestanten zijn iets onbegrijpelijks.
In het beste geval meent men dat het
joden zijn.
Sedert paus Joannes is de houding
van het Vaticaan sterk veranderd.
Vroeger, onder Pius XI en vooral onder
Pius XII placht de „Osservatore Ro
mano" geregeld schimpscheuten tegen
alle protestantse „sekten" te publiceren
vooral tegen de Waldenzen, wier week
blad „La Luce" (het licht) stelselmatig
werd aangehaald als het weekblad „De
leugen", omdat de kop van het blad
was verlucht met een kandelaar met
kaars („bougie") en „Bugia" het Itali
aanse woord is voor leugen. Het was
niet erg geestig
De Italianen, die geen rassenhaat ken
nen, niet vragen welke huidskleur of
wat voor haar iemand heeft, welke taal
hij spreekt, staan wantrouwend tegen
over hen, die een andere levenswijze
hebben, andere riten volgen. De rite,
het gedragspatroon is voor hen alles.
Vandaar een kritische houding tegen
over dat vreemde wezen, de protestant.
Het begint te veranderen, maar enig
begrip voor zulk een „niet-christen"
moet men toch niet verwachten.
Geen huis en geen levende ziel vallen te bekennen in dit troosteloze landschap, waarin een kerktoren eenzaam getuigt van
verloren leven. Eens stond hier het dorpje Wilmarsdonk dat plaats heeft moeten maken voor uitbreiding van de Am-
werpse haven. De toren staat er nog voor de geesten die Wilmarsdonk heeft achtergelaten. Telefoto