Israëliërs beschouwen commando's niet als vrijheidsstrijders
„AL FATAH" - BEWEGING
WIL VERNIETIGING
VAN ISRAEL
Jordanië
vraagt
spoed
zitting
V-raad
Beloofde Land weet zich
omringd door niets
ontziende vijand
-M "Vf Jk jyl'tii» -to
Q'ftxdjSnnl Jt/Lt'hJ
7 Zo/re J73 .Ujiét/Sjot JI1 Cm oPjAïi K
M P2,ety4,?\p<?,w4'r>
Jllhpf
De dood is voor
jullie misdadige
indringers"
lifli
JO.
Sa Israëlische
aanval
WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1968
9
Pamflet
Stapje
W aar om?
Angst aanjagen
Ontzag
y&' 3>
Moefti
Geschiedenis
Infiltr anten
Beweging
A rafat
(Van een speciale verslaggever)
Dinsdagnacht, 23 juli 1968. sloeg de „Al Fatah" weer toe. Gedekt door
een achter de wolken verscholen maan stak een kleine groep gewapende
mannen de Jarmoekrivier over. Hun opdracht: dood en verwarring zaaien
in Israel. In de vroege morgenuren keerden zij terug naar hun basis ergens
in Syrië of Jordanië. Enige uren later viel hun eerste slachtoffer, de 27-
jarige Shaul Harakh van de Massada-kibboets, die op een kleine, in China
vervaardigde mijn stapte. Hij bleef in leven, maar zjjn rechterbeen moest
woorden geamputeerd.
Twintig minuten later arriveerde er een
IDF-convooi (Israeli Defence Forces) om
de zaak te onderzoeken. De soldaten van
de eerste jeep waren echter nog niet uit
gestapt of een hevige ontploffing deed hen
tegen de grond slaan. Midden in de ci-
trusaanplant van de kibboets was de le-
gercommandowagen, die achter de jeep
reed, op een ingegraven mijn gelopen.
Onder de gekantelde wagen lagen één ge
dode Israëlische soldaat en twee gewon
den.
Op 29 maart van dit jaar werden vier
leden van de Massada-kibboets op vrijwel
dezelfde plaats gedood toen de truck waar
in zij zaten eveneens op een mijn liep.
Ook hier vonden de Israëlische troe
pen weer datzelfde pamflet dat *ij over
al langs Israels grenzen hadden gevon
den bij plaatsen waar sabotagedaden
hadden plaatsgevonden. In Arabisch zowel
als in Hebreeuws richt „Al Fatah", de
„Nationale Beweging voor de Bevrijding
van Palestina", zich daarin tot de Israëli
sche bevolking:
O gij zionistische indringers,
Al Asifa's militaire eenheden zijn hier
langs geweest.
Al Asifa blijft jullie altijd en overal
vefvolgen totdat zij jullie onrechtvaardig
bestaan heeft vernietigd en dood en ver
nieling heeft gezaaid tot in de uithoeken
van jullie-bestaan.
Al Asifa vertegenwoordigt de wil van
het Palestijnse volk dat vastbesloten is
zijn land te bevrijden.
Al Asifa zal zich geen rust gunnen op de
weg die zij heeft ingeslagen totdat de
overwinning is behaald.
De dood is voor jullie, misdadige in
dringers. De overwinning is aan het dap
pere Palestijnse volk.
De algemene leiding van de militaire
eenheden van Al Asifa (een militaire tak
van de de „Al Fatek").
Die volgende avond luisterden Arabie
ren van Algiers tot Irak van Libanon tot
Zuid-Arabië weer naar „Saut al Asifa"
(„De stem van de storm"), het radiosta
tion van de „Al Fatah" in Kari. Dagelijks
zendt het station de communiqué's uit van
haar strijdgroepen, drie kwartier in het
Arabisch, een kwartier in het Hebreeuws.
IN DE invaliditeit van Shaul Harakh en
de dood van een Israëlische militair ziet
de „Al Fatah" een stapje in de richting
van het doel. Het bevrijden van Palestina,
het vormen van een Arabisch-Palestijns
democratisch land en het herstel van de
Arabische rechten. Dit probeert men te
bereiken door het verzwakken van Israels
economie door het Israëlische leger in
voortdurende oorlogsparaatheid te hou
den. Het ondermijnen van het vertrouwen
jn de stabiliteit toeristen te weerhouden
Israel te bezoeken en op den duur het
zelfvertrouwen van Israel aan te tasten.
In de opleidingskampen voor de com
mando's zingen de recruten hun strijdlie
deren. De Arabische commando's voelen
zich vrijheidsstrijders. Voor de Israëliërs
zijn het moordernaars en infiltranten met
wie men zo snel mogelijk moet afrekenen.
Het Midden-Oosten wordt verdeeld door
een gordijn, het „identiteitsgordijn" om
dat beide partijen pas in de twintigste
eeuw zijn begonnen aan het ontwikkelen
van hun identiteit als staten en dat juist
deze ontwikkeling een van de meest bran
dende wereldproblemen van het ogenblik
heeft geschapen.
AAN BEIDE zijden van dit gordijn
vroeg ik: „Waarom moordenaars, terro
risten, gangsters of vrijheidsstrijders en
verzetsmensen?"
David Rivlin, officiële woordvoerder
van het ministerie van Buitenlandse Za
ken in Israel: „Wij spreken van „terro
risten" of „saboteurs" en niet van „vrij
heidsstrijders". Het gaat bij deze mensen
om het bedrijven van misdaden, waar
voor geen zichzelf respecterend leger zich
zou lenen, om het vermoorden van vrou
wen en kinderen, van niet-militairen en
weerloze burgers".
Israel beschouwt de Arabische comman
do's dan ook niet als verzetsgroepen te
gen een bezettende macht. Tijdens de
rechtszaak in Lydda tegen de 22-jarige
„Al Fatah"-groepsleider William Najib
Nassar, een Arabiër van joodse afkomst,
zei de aanklager Ja'Acov Kidmi dat de
Geneefse overeenkomst inzake verzets
mensen niet kon worden toegepast omdat
de conventie van Genève verzetsbewe-
Amman Tel Ay'tv-fordanië beeft
gisteren, om «e* epeedbfjeen-
knn?*t van gei
vraagd naar aanleiding vm bet
optrek van de Israëlische laebt-
in tutf «zitkltuf
--»r dertig Jclê»-
terdaa»"
Een krantebericht over een protest
van de Jordaanse regering die na
een vergeldingsactie van de Israë
lische strijdkrachten om een spoed
zitting van de Veiligheidsraad
vraagt.
gingen omschrijft als zijnde het gevolg
van spontaan verzet van de bevolking in
de bezette gebieden. „Dit slaat echter niet
op de „Al Fatah", aldus Kidmi, „omdat
deze organisatie haar acties richt tegen
het recht van het volk van Israel om te
bestaan in zijn eigen land".
Aboe Jihad, schuilnaam voor Khalil al-
Wazir, een van de twee leiders van de
Al Fatah, beantwoordt de vraag als volgt:
„Als Nederland wordt aangevallen door
agressors van buitenaf en het land verde
digt zich, zijn de Nederlanders dan moor
denaars? Waarom waren het bij u ver
zetsmensen en geen moordenaars of ter
roristen? Ook wij zijn uit ons land ver
dreven, verjaagd door het zionisme, im
perialisme en Israel. Onze vijand ver
wijt ons aanvallen op burgers. Wij rich
ten ons echter niet tegen de burgerbe
volking en hebben ook een excuus. Wan
neer wij aanvallen in het Beisandal dan
zijn alle Israëlische plaatsen daar plaat
sen van militair belang".
ONLOOCHENBAAR blijft echter het
feit dat de Israëlische autoriteiten zich
genoodzaakt zien de bezoekers van de bios
copen te fouilleren omdat de commando's
zich niet ontzien door middel van tijdbom
men de bevolking angst in te jagen. Ook
heeft de politie in Jeruzalem een aantal
veiligheidsmaatregelen moeten nemen om
de kinderen te beschermen.
Politie-commandant Daniel Bareli heeft
dan ook 20.000 pamfletten laten versprei
den om kinderen te waarschuwen voor
mijnen en booby-traps. Ook is er al een
film gemaakt die aan dertigduizend kin
deren werd vertoond in buurt- en jeugd
clubs en andere centra.
Verantwoordelijk voor de daden van de
„Al Fatah" en de import van boven
staand Chinees wapentuig zijn twee, in
Europa vrijwel onbekende mannen. De
een kan men soms vinden op ongeveer
zes kilometer ten noorden van Salt, een
'riendelijk Jordaans stadje op ongeveer een
half uur rijden van de hoofdstad Amman.
Op 4 augustus bombardeerden Israëlische
toestellen deze plaats als een van de
hoofdkwartieren van de „Al Fatah".
Daar worden de roestbruine heuvels die
„Jordanië zijn karakteristieke uiterlijk
geven onderbroken door bomen. Er staan
een paar auto's langs de kant van de
weg. Voor een gat in de muur van gesta
pelde stenen langs de weg staat een Ara
bische commando. Zijn Russische geweer
in de aanslag, gekleed in een lichtbruin
camouflage-uniform met bruine, rubberen
veldschoenen. Enkele tientallen meters
boven de weg, in de schaduw van een aan
tal bomen, staan een aantal tenten. In een
van de tenten zit een kleine, tengere man
van ongeveer veertig jaar met naast zich
zijn adjudant, de afgestudeerde arts Ali
Sabri. De naam van de kleine man is
Yassir Arafat, beter bekend onder zijn
schuilnaam Aboe Ammar, voor zijn naas
te medewerkers Al Khitiar (de oude man)
of de „dokter".
Cairo een paar dagen later. In het druk
ke centrum van de Egyptische hoofdstad
is de dr. Abdoel Hamid Said straat slechts
een onopvallende zijstraat van de over
volle 26 julistraat. Het gebouw dat ik bin
nenga is nummer twee, vijfde verdieping
flat no. 52, kantoor van de „Al Fatah" in
Cairo. Het is ongeveer negen uur in de
avond. Een gezette man komt binnen,
vergezeld van een aantal perfect buiten
landse talen sprekende Arabische studen
ten van Europese universiteiten. De man
gaat naast mij op de bank zitten en be
gint te vertelllen. Zijn naam is Aboe Ji
had, schuilnaam voor Khalil Al-Wazir, de
tweede leider van de „Al Fatah".
DE NAMEN van de beide mannen wor
den met ontzag uitgesproken in de Ara
bische wereld. Voor de Arabieren die een
vrede onbereikbaar of oneervol achten,
zijn zij de vertegenwoordigers van de
Palestijnse wil geworden.
Maar op het beslissende ogenblik ble
ven hun namen uit de wereldpers, na
melijk op het moment dat in juni 1967
de oorlog in het Midden-Oosten uitbrak.
Aboe Ammaar en Aboe Jihad dragen na
melijk de grootste verantwoordelijkhei
voor het uitbreken van deze oorlog. Zij
waren, en zijn nog steeds, de sleutelfigu
ren die Nasser en zijn bondgenoten ertoe
brachten de legers te mobiliseren en de
straat van Tiran af te sluiten.
Beide mannen dwongen de Arabische sta
ten zich in een oorlog met Israel te stor
ten. Binnen een jaar na de nederlaag van
de Arabische staten zetten Yassir Arafat
en Khalil Ak-Wazir hun pogingen weer
voort. Weer willen zij de Arabische staten
in een oorlog betrekken en de sleutelpo
sities onder de Palestijnen innemen.
Men heeft hier te doen met mensen die
over de grens van radeloosheid heen zijn.
Israëlische vergeldingsacties hebben op
hen geen enkele invloed. Zij lachen er
omdat zij wetendatl sraelhet zich
slechts om omdat zij weten dat Israel
het zich niet kan veroorloven Damascus
of Amman binnen te trekken. In vrede
zijn zij niet geïnteresseerd omdat dat een
x. -
ginletters „Hatf" (dood) zijn omgedraaid
tot „Fatah" (verovering", „opening"). De
nieuwe organisatie die Arafat en Wazir
in Gaza hadden gevormd werkte nauw
samen met de Egyptische commando's die
toen op volle kracht tegen Israel ageerden.
De bases van deze commando's wer
den echter verwoest door de Israëlische
troepen en later tijdens de Sinaï-campag-
ne van 1956. In maart 1957 na de Israëli
sche ontruiming van de Gazastrook ver
lieten Arafat en zijn vrienden Egypte. Te
midden van al deze activiteiten slaagde
hij er ook nog in zijn studies voor viiel
ruzalem (geestelijk mohammedaanse leider)
de centrale figuur van het Arabische verzet
tegen de joden in Israël was geworden.
ItHfÜRKÜË
JSYRIË
MIDDELLATE ZEE UBANONO'
v
ISRAEL
PERZIE
MAROKKO
JORDAN IE
ALGER
SAOEDI- Jj
ARAB IE!
EG/PTE
Mek**
MAURETANIE
JEMEN
SÜLÉJJ.
V W
NIGERIA
ETHIOPIË
Gebied van de arabisch sprekende bevolking
HET GELD van de moefti en de ideeën
van de Palestijnse studenten zouden aan
de universiteit van Stuttgart, waar veel
van de studenten heentrokken, uiteindelijk
resulteren in de „Al Fatah". Uit de
nachtelijke vergaderingen van de studen
ten in Duitsland en Oostenrijk ontstond de
„Al Fatah" in haar huidige vorm als
de Arabische-Palestijnse organisatie die
de wapens zou opnemen tegen Israel.
en de Arabische heersers die zich tegen
hen zouden keren.
De doelen van de „Al Fatah" waren
allereerst de bevrijding van Palestina,
waaraan alle Arabische vraagstukken on
dergeschikt werden gemaakt. Geen ver
trouwen werd meer geschonken aan de hou
ding van de Arabische staatsleiders. Het
secundaire doel was door commando-ac
ties de spanning langs de Israelisch-Ara-
bische grenzen te verhogen om zo de Ara
bische staten uiteindelijk in een oorlog te
betrekken. Om recruten aan te werven
wist de „Al Fatah" de leiding over te
nemen van de sterke Palestijnse studen-
tenassociatie, die haar hoofdkwartier in
Cairo had.
In 1964 was de macht in de grootste
afdeling van de associatie, die in Duitsland
en Oostenrijk geheel in handen van de „Al
Fatah". Honderden studenten sloten zich
bij de nieuwe organisatie aan, een orga
nisatie die maar één eis stelde: „Vergeet
de partij waartoe je behoort en die ons
verdeelt, maar herinner je je land". De
aantrekkingskracht van de „Al Fatah"
bleek groot en voor het eerst in de Arabi
sche wereld sloten ook vrouwen zich aan.
De leiders bezondigden zich niet aan holle
kreten waarin Sjoekairy zo uitblonk en
smeten niet met geld. Bovendien sprak het
idee van een revolutie, een volksooorlog
zoals in Vietnam of Algerije velen aan.
erkenning van het verlies van Palestina
zou betekenen. De motieven van de „Al
Fatah" liggen aan de andere kant van
de nationaliteit.
GAAT DE geschiedenis van de „Al
Fatah" terug tot het begin van de jaren
vijftig, pas op 14 januari 1965 kwam de
organisatie in het nieuws toen zij haar
eerste sabotagedaad in Israël uitvoerde:
het laten exploderen van de pijpleiding
die het water van de Jordaan naar de
Negev-woestijn voert.
Slaagde deze actie bij het dorp Eila-
bun, de allereerste actie die de „Al
Fatah" had willen uitvoeren, in de oude
jaarsnacht van 1964, was een mislukking
geweest. Enige uren voordat vier com
mandogroepen via Libanon Israel wilden
binnentrekken werden zij ontdekt door Li
banese soldaten die de „Al Fatah"-leden
arresteerden Deze mislukte actie bewees
de „Al Fatah"-leiders dat zij in de Liba
non en andere Arabische landen (onder
andere Jordanië) niet op steun van de
regeringen behoefden te rekenen.
Al twintig jaar lang worden de Ara
bische commando's gekraakt tussen de
verschillende politieke opvattingen en be
oordelingen van het Palestijnse probleem
in de Arabische wereld. Onenigheid be
stond al in 1951 toen Yassir Arafat en
Khalil Al-Wazir sterk betrokken raakten
bij de Palestijnse groeperingen in Egypte.
ingenieur af te ronden aan de universi
teit van Cairo.
Van een exacte oprichtingsdatum van
„Fatah" of een gebeurtenis die zou leiden
tot het vormen van de organisatie kan men
niet spreken „Al Fatah" ontstond „ergens"
in de jaren vijftig in de Gaza-strook en
is als idee verder ontwikkeld in de para
militaire jeugdorganisaties van Palestij
nen in Syrië en Libanon.
De studenten droegen hun extremisme
over in de vluchtelingenkampen, broed
plaatsen van verzet tegen Israel. De para
militaire jeugdorganisaties kregen wapen
door de moefti in Jerusalem, de man die
sedert hij in 1921 door de eerste Britse ho
ge commissaris in Palestina, sir Herbert
Samuel, werd benoemd tot moefti van Je-
LIBANON EN Jordanië beschouwden
de „Al Fatah"-commando's echter als ge
wone infiltranten en probeerden de „Fatah"
te weren om niet in moeilijkheden te ko
men met Israel.
Fatah-provocaties werden in Beiroet en
Amman niet geduld. Zeer goed was daar
entegen meteen de verhouding tussen de
„Al Fatah" en Syrië, dat volledig steun gaf
de communiqués van de Fatah over de
radio uitzond en de verkoop van het Fa
tah orgaan „Saut al Asifa" toestond.
Maar ook in de landen waar de Fatah
werd geweerd door de regeerders, genoot
de Fatah de sympathie van de bevolking
omdat de organisatie streed voor de be-
Israelische militairen inspecteren
een vernielde auto die op een mi.n
van de Palestijnse organisatie „Al
Fatah" is gelopen.
vrijding van haar eigen land, aldus de
opvatting van de meeste Arabieren.
Fatah-cellen werden enkele jaren gele
den ook opgericht aan andere universitei
ten van West-Duitsland, Oostenrijk, Joe
goslavië, Italië, Spanje en de Balkansta-
ten. De commando's bleven uit West-
Duitsland komen, de studenten in de an
dere landen hielden zich voornamelijk be
zig met het innen van gelden, versprei
den van propagandamateriaal en het in
doctrineren van de Arabische arbeiders in
Europa.
Begin 1962 vertrokken Wazir en Arafat
naar het „Walhalla der moderne guerril
la's", Peking, terwijl zij Hanni-al Has-
komstige Europese vertegenwoordiger
san in Stuttgart achterlieten als hun toe-
In Peking werden de beide Palestijnen
hartelijk ontvangen, kregen steun toege
zegd en ontvingen praktische lessen in
guerrilla-oorlogs voering.
Na Peking bezochten Wazir en Arafat
Algerije waar de eerste trainingskampen
werden opgezet met de hulp van Ben Bei-
la. Wazir bleef enige tijd in Algerije om
de Palestijnen daar voor te bereiden op
de strijd. Arafat ging naar Koeweit waar
de Palestijnen een groot deel van de be
volking uitmaken.
De emir van Koeweit stemde ermee in
ook in Koeweit trainingskampen op te rich
ten en twee percent van alle salarissen
van Palestijnen in te houden als contri
butie voor de „Al Fatah".
Maar ook had Arafat een basis nodig
langs dé grens met Israel. Hij werd met
open armen in Damascus ontvangen. De
Syriërs wilden door middel van de „Al
Fatah" hun Arabische nationalisme tonen
en eventueel het leiderschap van de Ara
bische wereld overnemen van Nasser.
ER WERDEN steeds meer aanvallen op
Israëlisch gebied ondernomen en op 27
mei 1965 sloeg Israel voor de eerste keer
terug, in het gebied van Jenin. Chef-staf
Rabin verklaarde de volgende dag dat ver
dere represaille-acties waren te verwach
ten als de „Al Fatah"-terreur niet zou
stoppen. De „Al Fatah" verhoogde direct
daarop het aantal van haar aanvallen.
Haar oorlog was begonnen, het eerste
doel bereikt, spanning langs de grens.
De weg die uiteindelijk naar de zesdaagse
oorlog zou voeren lag open.
(Wordt vervolgd)
Een van de vlugschriften die de Al
Fatah op Israëlisch gebied pleegt
achter te laten na terroristische
overvallen. De pamfletten zijn m
het Hebreeuws gesteld.
YASSIR ARAFAT is in 1929 in Cairo
geboren. Hij haatte het revolutionaire be
wind van Nasser en Naguib in Egypte om
dat de nieuwe regering de Arafat-familie-
aigendommen in Abassiya en Gaza in naam
van het socialisme in beslag had genomen.
In 1951 was Arafat de leider van de Pale
stijnse studentenbeweging in Egypte en te
vens een belangrijk lid van de anti-Nasser
gezinde moslimbroederschap.
Toen Nasser in 1954 de macht over
nam van kolonel Naguib ging Arafat naai
de Gazastrook om daar leden te wer
ven voor een Palestijnse guerrillabewe
ging. In datzelfde jaar gebruikten Arafat
en Wazir voor het eerst de slogan „Falas-
lin tahia hurra" (Lang leve het vrije
Palestina) de beginletters vormen Al
Fatah. De algemeen aanvaarde versie dat
de naam Fatah afkomstig zou zijn van
Haraket Tohrir Falastin" (Palestijnse
Bevrijdingsbeweging) is onjuist.
Volgens deze verklaring zouden de be-
t y* T r