TIVOLI JUBILEERT IN BLAKENDE WELSTAND UNIEK PRETPARK TREKT ELK JAAR 4 MILJOEN BEZOEKERS VARA's „chef ontvangst' P. Jongen: goodwill-ambassadeur in omroepland Flipper tart wetenschap ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1968 Erbij 15 15 Algerijn Van baby tot grijsaard Sprookjessfeer (Van een onzer verslaggevers) KOPENHAGEN Per dag passeren enige tienduizenden mensen tegen betaling van een gulden entree de toegangspoorten van de acht hectare grote tuin in het centrum van de Deense hoofdstad. Zij komen er wandelen, eten, drinken, luisteren naar muziek of zang, kijken naar ballet of variété, gokken bij de honderden speelautomaten, zich vermaken bij de tientallen kermisattracties of vrijen op een in de struiken ver scholen bankje. Tivoli's hoofdingang: een soort erepoort in de bizarre on-stijl van de eerste helft der vorige eeuw, waarin ook de meeste pa viljoens in het park zijn opge trokken en, na de oorlog, her bouwd. HET IS een droom, die Joop Gee- sink ooit hoopt te verwezenlijken in zijn plan voor het park „Holland Pro menade" in de omgeving van Amster dam. Maar het is al 125 jaar een reali teit in de Deense hoofdstad Kopen hagen: het pretpark Tivoli, een ver maakscentrum voor jong en oud, dat zijn weerga in Europa niet vindt. Niet alleen wat betreft de originaliteit en variëteit in amusement, maar ook in zakelijk opzicht. Denen en buitenlandse toeristen brengen het bezoekcijfer op ruim vier miljoen per jaar, dat is drie maal zoveel als de Efteling in Bra bant, viermaal zoveel als de Scheve- ningse Pier en zelfs tweemaal meer dan Nederlands toeristische top-at- tractie Schiphol jaarlijks aan bezoe kers trekken. Kopenhagens Tivoli was op de openingsdag in 1843 al een succes en op dit ogenblik, in het jubileumjaar '68 staan de aandelen op 300 genoteerd en wordt er 10 percent dividend uitge keerd. telt, geldt een normaal theatertarief. Musici zijn ook te vinden in enkele van de restaurants, maar het meren deel van de bezoekers blijkt toch te komen om zich actief te amuseren. Men vindt ze in de draai- en zweef molens, in de Turkse schop, in de achtbaan, in het straatje met de tientallen schiettenten en vooral in de talrijke gokgelegenheden, waar men bij de automaten op zijn beurt moet wach ten. De „Joop Geesink", die Tivoli heeft bedacht, is de Algerijn Georg Cars- tensen. In 1842. 30 jaar oud, dook hij op in Kopenhagen, vroeg een audiëntie aan bij de niet zo gemakkelijke ko ning Christiaan de achtste en op grond van het argument, dat „een volk, dat zich kan amuseren, nooit aan politiek zal denken" kreeg hij concessie om uit voering te geven aan zijn plan voor een vermaakstuin. De koning wees hem een terrein aan nabij de weste lijke stadspoort. Georg Carstensen mocht dan wel goede ideëen hebben, hij bezat geen geld. Hij stichtte echter een naamloze vennootschap en wist een aandelenkapi taal van 50.000 kronen bijeen te krij gen. In twee maanden tijd bouwde hij zijn Tivoli, waarvoor hij zelf de uit hout opgetrokken gebouwen had ontwor pen. Op 15 augustus 1843 gingen de hekken open en de 3615 bezoekers, die er de eerste dag binnengingen vonden een vrolijk park met bomen, bloemen, muziek, pantomine, sprookjesachtige geveltjes, kraampjes, kermisattracties enige restaurants en het geüniformeer de muziekkorps, dat ook nu nog be staat. Het aantal bezoekers nam snel toe. Op de eerste zondag kwamen er 10.000 mensen en op de eerste verjaar dag zelfs 16.000. Kopenhagen, thans 1,5 miljoen inwoners, telde toen nog maar 120.000 inwoners. TIVOLI floreerde en breidde uit. In 1858 werd het gaslicht geïntroduceerd en de invoering van een elektrische illuminatie in 1888 was een enorme attractie. Tivoli heeft twee wereldoor logen en de diepste economische crisis overleefd. In 1944 vernielden de nazi's meer dan de helft van de gebouwen, maar zij zijn na 1945 weer volgens de oorspronkelijke bizarre architectuur herbouwd. Financieel zijn er nooit zor gen geweest, mede dankzij het feit dat de stad Kopenhagen de grond jaren lang voor een symbolisch huurbedrag afstond. In 1955 is er voor de periode tot 1995 een nieuwe regeling getroffen: Tivoli, moet jaarlijks 1.4 miljoen gulden huur betalen en bovendien 30 percent van de ontvangsten afstaan, alsook de ad ministratie aan de controle van de over heid onderwerpen. Het heeft de aan deelhouders geen pijn gedaan, het di vidend bedroeg sindsdien jaarlijks ne gen tot tien percent. De heer P. C. H. Jonqen is zeer enthousiast over de nieuwbouw bij de VARA. Hij knutselde zelf een maquette van de nieuwe studio's in elkaar. Tivoli's commercieel directeur Hen- ning Soeager pleegt dagelijks te lun chen op het terras van Divan 1, het oudste van de 23 restaurants van het amusementscentrum. Hij is een hal ve eeuw geleden als baby door zijn moeder rondgereden in ditzelfde Tivo li, wandelde er als kleuter aan de hand van grootvader, die er op zijn beurt zelf als kind had gespeeld, hij ontmoette er zijn eerste meisje en latere vrouw, bracht er de zondagoch tenden met zijn eigen kinderen door en hoopt er binnenkort met zijn klein kinderen te komen. Tivoli is niet weg te denken uit het levenspatroon van diverse generaties Kopenhagers. Achter een halve-liter-glas Carlsberg bier vertelt de heer Soeager dat zijn bedrijf, dat in de zomermaanden dage lijks van 's morgens negen tot 's nachts twaalf uur is geopend. 725 personeels leden heeft, maar dat de in de zomer maanden in het park gevestigde fir ma's als restaurants, winkeltjes en kermisattracties bovendien nog 1500 mensen in dienst hebben. In de res taurants kunnen 9300 mensen tegelijk eten en drinken en op de banken van het park is plaats voor 3100 personen. Ieder jaar worden er meer dan 150.000 bollen geplant en er zijn tien elek triciens constant in de weer om de 95.000 lampen van de feeërieke illumi natie brandende te houden. Directeur Soeagers trots is de in 1956 geopen de concertzaal (de derde in Tivoli's geschiedenis) waar jaarlijks 262 uitvoe ringen worden gegeven. Tijdens het ju bileumjaar treden hier behalve de voor aanstaande Deense symfonieorkesten ook op de filharmonische orkesten van Moskou, Wenen en Antwerpen. In het tweede grote theater staan voor dit seizoen onder meer aangekondigd het orkest van Benny Goodman, het optre den van Josephine Baker en de zang groep Les Surfs. WIE OP een doordeweekse zomer dag het pretpark betreedt komt tijd en ogen te kort om alle evenementen gade te slaan. Rechts van de hoofd ingang wordt iedere middag en avond een barokconcert gegeven, honderd meter verder in het uit 1874 dateren de openlucht-pantomimetheater heeft enige malen per dag een balletvoor stelling, begeleid door groot orkest, plaats; tegenover de concertzaal be vindt zich het hoofdpodium met show orkest, dat tevens modeshows bege leidt alsmede het variétéprogramma, dat onder meer bestaat uit een olifan tennummer, vliegende trapeze-acroba ten en een groep Chinese artiesten; in de concertzaal speelt, als er geen gast- orkesten zijn, het uit 75 musici be staande Tivoli Concert Hall orkest; in het links hiervan gelegen theater kan men dansen op muziek van de band van Svend Asmussen, in de muziek tent bij de grote vijver speelt een or kest een Straussprogramma en achter aan. in de hoek van de jongeren, pro beren twee beatorkesten elkaar te overstemmen. Men kan staande gratis luisteren of tegen betaling van twee kwartjes plaats nemen op de bij deze evenementen geplaatste banken. Alleen voor de concertzaal, die 2000 plaatsen (Van onze correspondent) HILVERSUM De heer P. G. H. Jongen is de goodwill ambassa deur van de VARA. Als „chef ont vangst" van deze omroep is hij be last met het tot stand brengen en onderhouden van relaties tussen de VARA 'en het luister- en kijk- publiek. In de praktijk, zo is de heer Jongen in de vijf jaar dat hij zijn taak vervult gebleken, maakt hij buitenstaanders vertrouwd met de hele Hilversumse omroep wereld. „Logische zaak", zegt hij, „want de VARA doet heel veel aan representatie. Dat lokt mensen naar ons toe, maar daar zitten zeer velen bij, die helemaal geen VARA- lid zijn. Als ik ze na een rondlei ding door de studio's wat van de omroep vertel, kan ik het moeilijk alleen bij de VARA laten. En dan vertel ik ze van de omroepwet en de vaak verregaande samenwer king tussen de omroepvereni gingen". WAT dat betreft heersen er bij de meesten nog vreemde opvattingen. Zo vertelde ik dat de AVRO brand had gehad en een tijdlang van ae VARA- outillage gebruik mocht maken. Dat begrepen de mensen niet, men denkt blijkbaar nog steeds dat VARA en AVRO elkaar als kat en hond naar het leven staan. V De eerste tien jaar van zijn nu veer tienjarig dienstverband bij de VARA was de heer Jongen studiochef Toen al interesseerde hem de rol van het publiek bij opnamen bijzonder „Het aandeel van het publiek ;s te lang onderschat gebleven. Het is geen klap vee en dat moet men ze duidelijk ma ken ook. Het publiek heeft een taak bij de opnamen. Maar dan moet ie wel vooraf een selectie toepassen, waar door je een uitgebalanceerd geheel krijgt. Daarom heb ik in kaartenbak ken de soorten publiek en program ma's geklassificeerd. „Voor een amusementsprogram ma heb ik een recept dat uit drie delen publiek bestaat: een bus Amsterdam mers, een bus Rotterdammers en een bus „boeren" en daar bedoel ik de rest van Nederland mee. Ik zelf ben ook een boer, hoor. Als er een mop getapt wordt, dan heb je de zekerheid, dat er altijd eenderde van de zaal lacht. Volgens de heer Jongen bestaat er bij de omroepen een misplaatste angst voor buitenstaanders. Dat is maar overlast, zo zegt men vlug. Vijf jaar geleden besefte het VARA-bestuur, dat er meer aan de representatie moest worden gedaan en benoemde de heer Jongen tot chef van de receptie. DE ROL van gastheer en public relations manager ligt de heer Jongen bijzonder goed. Hij beseft, dat je niet moet afwachten of de mensen maar willen komen. De relaties moeten wor den gezocht en mensen, die "ragen of ze de studio's mogen bezichtigen, mce- ten dat kunnen doen op het moment dat het hén, en niet de studio het beste schikt. Zo kweek je het beste good will voor het eigen bedrijf. De heer Jongen kan smakelijk ver tellen over de rondleidingen door het VARA-bedrijf. Zoals gezegd, vele be langstellenden komen allesbehalve uit de socialistische hoek. Zo kon het ge beuren, dat er iets te hard werd ge fluisterd: „Hij praat toch wel netjes!" Wat voor de heer Jongen aanleiding was om te zeggen, dat de VARA-em- ployés reeds lang het AJC-hemd thuis laten liggen en er ook maar zelden meer om de meiboom wordt gedanst. „JE MOET als rondleider natuurlijk wel op je woorden passen, uaatst had den we een zeer christelijk zangkoor op bezoek. Ik laat de hoofdcontroleka mer zien en wijs op de enorme bete kenis van dit vertrek. Er behoeft hier maar iets mis te gaan of een heel pro- grama gaat in de soep. We zijn hier aan de heidenen overgeleverd, zo zei ik, wat voor een robuust koorlid aan leiding was om strijdlustig op te mer ken: „Dat moet je terugnemen!" De heer Jongen heeft ook wel an dere reacties meegemaakt. Zo moest hij eens het publiek op zijn gemak stellen tijdens de opnamen van een kerstprogramma van de VARA. dat bestemd was voor patiënten in Davos. „Ik had een net donker pak aan. Mijn trouwpak, want mijn vrouw had ge zegd: dat moet je maar eens opmaken. Na de opname komt er een Scheve- nings vissersvrouwtje naar me toe en zegt: „Dominee, staat u niet in die en die kerk in Den Haag?" ZO'N 24.000 tot 25.000 bezoekers per jaar laat de heer Jongen He studio's zien. Een aantal dat allesbehalve te rugloopt. Er zijn veel scholieren bij en cursisten van volkshogescholen, die de leer van de massamedia bestuderen. BUITENLANDSE SOLISTEN, die aan muziekprogramma's van de VARA meewerken, worden door de heer Jon gen opgevangen en begeleid tijdens hun bezoek aan ons land. Belangrijk werk, omdat de meeste medewerkers van muziekafdelingen wel aan muziek maar niet aan de receptie denken Zo zou laatst een beroemde Amerikaanse vocalist voor de VARA-radio een tv- opname maken. De radiomensen dach ten dat hun collega's de zanger wel zouden afhalen en de tv-mensen dach ten precies hetzelfde. HET GEVOLG was dat de beroemde Amerikaan door niemand werd opge haald, een taxi naar de studio's moest nemen en de portier, die ook van mets wist, moest gaan bellen van: Moet-ie bij u zijn?" Dit soort pijnlijke situa ties moet de heer Jongen voorkomen. REIZEN organiseren en leiden doet de heer Jongen ook. Niet alleen tra ditionele uitstapjes per bus met de leden, maar ook bijvoorbeeld vliegrei zen naar Israel. Hij doet dat voor het reisbureau, waarmee hij binding heeft, al voor de dertigste keer. En ook daar kan hij fraaie dingen over vertellen. „Laatst hadden we een meneer, die dacht dat hij in een bus zat, toen we al vlogen. Dat kan je op het nieuwe Schiphol gebeuren, waar ie van de douane via de uitschuifbare loopbrug een vliegtuig binnen Kan wandelen, zonder dat je kan zien dat je op een vliegveld bent". DE NEDERLANDSE organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onder zoek heeft dr. W. H. Dudok van Heel, curator van het dolfinarium in Harderwijk, een subsidie ver leend voor een hydrodynamisch onderzoek ter ondersteuning van theorieën betreffende voortbewe ging der dolfijnen. Dr. Dudok van Heel vertelde ons dat dolfijnen en walvissen grote snelheden in het water kunnen be halen. Wanneer men hun spieren in ogenschouw neemt (het aantal paar- dekrachten dus dat zij ontwikkelen) dan blijken deze verhoudingsgewij ze zeer gering te zijn hetgeen een belangwekkend probleem is. Prof. Gray uit Cambridge is reeds voor de laatste wereldoorlog tot de con clusie gekomen, dat de grote snel heid bij dit geringe vermogen alleen maar mogelijk is, als het water „laminair", dat is evenwijdig en zonder turbulenties (warrelingen) langs het lichaam van het zwem mende dier vloeit. Daar bij zwem mende mensen en varende schepen er altijd turbulenties ontstaan en van „laminair" wegvloeien van het wa ter vrijwel nooit sprake is, rees de vraag, welke factoren er bij walvi::- achtigen dan in het spel zijn, die dit mogelijke maken. Bij het zoe ken naar een antwoord deed zich al direct een moeilijke kwestie voor. Weliswaar hebben dolfijnen een mooi gestroomlijnde vorm, maar daar staat tegenover dat de staart- beweging een grote storende rol speelt, aangenomen dat de voorstu wing plaats vindt door de op- en neerwaartse bewegingen van de staart. Dan zou het water, dat langs het dolfijnenlichaam stroomt toch beurtelings opwaarts en neerwaarts afgebogen worden met alle turbu lenties van dien. Weinig p.k.'s, hoge sprongen. DR. PURVES van het British Museum of Natural History een van de voornaamste walvisanatomen heeft de beweging van de dolfijn anatomisch opnieuw geanalyseerd. Daarbij lette hij nauwkeurig op de spieren die de opslag veroorzaken, ten opzichte van die, welke voor de neerslag verantwoordelijk zijn en waarvan de eerste meer dan twee maal zo groot zijn dan de laatste. Dr. Purves kwam tot de slotsom, dat alleen de opslag de dolfijn voort stuwt, dat wil zeggen dat het langs stromende water altijd in opwaartse richting het dier verlaat. Dit ver klaart waarom er geen turbulenties bij de staartbewegingen optreden, daar de neerslag niets anders is dan een soort „herstelslag" om de staart weer in positie voor een nieu we opslag te brengen. Verschillen de argumenten wijzen er op, dat deze redenering juist mag heten. Twee daarvan zijn te zien bij de „shows" in het dolfinarium te Har derwijk. Wanneer het dier op een plank klimt, geschiedt zulks alleen met de opslag van de staart en bij het zogenoemde „staartdanseu' komt zijn staart wat verder het water uit en bij de neerslag zakt hij daarin weer iets terug. Voorts is aangetoond, dat er anatomische bijzonderheden aan romp en staart zijn op te merken, die onder meer het water heel gemakkelijk doen af vloeien in schuin omhooggaande, achterwaartse richting en juist niet in een nederwaartse. Zo ondersteunt dus de bouw van de dolfijn deze gedachtengang. Ook de vorm van de staart vertoont een bepaalde bouw, welke aansluit bij deze op slag-theorie. HET NIEUWE onderzoek valt uit een in drie fasen, waarvan de eer ste zich met een détail bezighoudt: de betekenis van de vorm van de staart ten opzichte van de water stroom. Dit onderzoek wordt uitge voerd in samenwerking met ir. E. Allersma van het waterloopkundig laboratorium „De Voorst" (gelegen in de Noordoostpolder). De tweede fase waarvoor door Z. W. O. thans subsidie is verleend, behelst 't maken van. 'n zeer nauw keurig model van een dolfijn uit het dolfinarium en het doen van sleep- proeven onder leiding van ir. J. Ver- hage van het Nederlands scheeps bouwkundig proefstation in Wage- ningen. De bedoeling daarvan is, na te gaan in hoeverre de rompvor ming zelf eraan meewerkt, dat de waterstroom in schuin omhoog-ge richte, achterwaartse richting de romp verlaat, los van de bewegin gen van het dier. De gegevens van fase een en twee zullen van essentieel belang zijn voor de derde fase. waarbij het le vende dier aan de orde komt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 15