ISRAEL WEET DAT „AL FATAH"
NIET ALLEEN MAAR ERG
VERVELEND IS
Moefti bracht bezoek
aan kamp Mauthausen
Haj Amin vroeg Himmler Eichmann te leen
ISff' V::
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1968
Bezoek aan Mauthausen
Eichmann lenen
Methoden
-
fij
mmmk i v
Duitse wapens
Anti-joods congres
Prins
Wie betaalt?
(Van onze speciale verslaggever)
De Arabische commando's in het Midden-Oosten zijn geen nieuw ver
schijnsel. Zo werden in 1943 speciale Arabische eenheden opgeleid aan
de algemene spionageschool van de Duitsers in Park Sorgvliet aan de
oude Scheveningseweg in Den Haag. De mannen kregen daar sabotage-
cursussen, werden onderricht in het gebruik van radiozenders en auto
matische wapens (Schmeisser machinegeweren) en leerden gebruik te
maken van verschillende soorten explosieven. Na hun opleiding in Den
Haag vertrokken de mannen naar de door de Duitsers in Athene op
gerichte parachutistenschool. Deze commando's waren gerecruteerd door
de moefti van Jeruzalem, een man wiens naam nog steeds omgeven is
door een valse waas van geheimzinnigheid. Vals, omdat zijn rol zowel
in Palestina als in nazi-Duitsland volkomen duidelijk is en geen enkel
aureool van martelaarschap verdient.
Wij schreven al dat de moefti in de
vluchtelingenkampen financiële steun
verleende aan de studenten die later
de „Al Fatah" zouden vormen. Niet
alleen toen speelde de moefti een rol,
vanaf 1920 is hij betrokken geweest
bij de opbouw van alle Arabische
commandogroepen.
HAJ AMIN al Hoesseini is in 1893
in Jeruzalem geboren als zoon van
Tahir al Hoesseini. een lid van de in
Palestina zeer invloedrijke Hoesseini-
familie. Zijn strijd tegen de joden deed
de moefti in de tweede wereldoorlog
zelfs belanden in de werkkamer van
Hitier en op een gegeven moment had
den de Britten een prijs van een kwart
miljoen gulden op zijn hoofd staan.
Samen met Adolf Eichmann zou hij
het vernietigingskamp Auschwitz heb
ben bezocht.
Simon Wiesenthal, zelf een overle
vende uit het concentratiekamp Mau-
hausen, vertelde mij dat de moefti ook
een bezoek aan Mauthausen had ge
bracht. Ir. Wiesenthal schrijft in zijn
boek „Grossgrossmufit-Grosagent der
Aches" (Wenen 1947) dat „Haj Amin
zich in Asuchwitz en ook Maidanek
onderhield met ledinggevend personeel
en de mannen prees die aan hem wer
den voorgesteld als bijzonder plichts
getrouwe en nauwgezette lieden. Hij
stelde zich op de hoogte", aldus Wie
senthal, „van de verwerkingscapaci
teit der crematoria en ontdekte dat
men geen diplomatieke trucs behoefde
uit te halen maar dat automatische
Aan de muren in Amman en an
dere steden hangen aanplakbil
jetten met de foto van omge
komen commando's van Al Fatah
die als martelaren worden ver
eerd. Als martelares wordt ook
beschouwd de 27-jarige Fatima
Mohammed Barnawi die in Israel
tot levenslang werd veroordeeld
wegens het plaatsen van een bom
in een bioscoop in Jeruzalem. De
bom werd twintig minuten voor
het fatale tijdstip van de ontplof
fing gevonden. Op het aanplak
biljet schreef de Al Fatah in ly
rische bewoordingen: zij was de
eerste vrouw die haar armbanden
en goud met trots verwisselde
voor ijzeren ketenen toen de Is
raëlische politie haar arresteerde.
moordmachines het Palestijnse vraag
stuk veel sneller zouden oplossen".
De moefti verkeerde op goede voet
met notoire beoefenaars van de „eind
oplossing", zoals Rudolf Höss van
Auschwitz, Frank Zeireis van Maut
hausen, dr. Seidl van Theresienstadt
en Kramer, de „slager" van Bergen-
Belsen. De man met de rode baard
en de gifgroene tulband was een leer
gierige scholier, altijd op zoek naar
nieuwe methoden. De dood in al zijn
gruwelijkheid, van het slaan met sta
len roeden tot ophangen, doodschie
ten, doodranselen, vergassen en ver
branden werd de dienaar van allah
in theorie en praktijk voorgeschoteld",
aldus het citaat van Wiesenthal.
TOEN WIJ de nu 75-jarige moefti in
Beiroet naar deze en andere beschul
digingen vroegen, antwoordde hi,i mij
dat hij Eichmann niet kende, nooit had
ontmoet en nooit een uitroeiingskamp
had bezocht.
„Dit alles is slechts fantasie van de
machiavellistische inbeelding van de
zionisten", aldus de moefti. Wiesenthal
verklaarde ons echter dat Haj Amin
aan Heinrich Himmler had gevraagd
of deze hem na de Duitse overwinning
Eichmann wilde lenen om van zijn
talenten in Palestina gebruik te kun
nen maken. Het leven van de moefti,
rijk aan onverkwikkelijke gebeurte
nissen, is zo gevarieerd en avontuur
lijk dat wij hier alleen nog willen in
gaan op zijn rol als organisator van
Aragische terroristenorganisatie.
Moreel verantwoordelijk was de
moefti al voor de pogroms van 1920,
1921, 1929 en 1936 in Palestina. In dat
laatste jaar begon de moefti voor het
eerst eigen troepen te vormen om de
Britten en joden te bestrijden maar,
zoals later zou blijken, vooral zijn
Arabische politieke tegenstanders uit
de weg te ruimen.
Hij verzekerde zich van de mede
werking van de Palestijnse Commu
nistische Partij en koos uit die partij
Nimr Uda als chef van de inlichtin
gendienst van de commando's en Foead
Nasir, de latere voorzitter van de par
tij, als ondercommandant van de troe
pen in het Hebron-Jeruzalem-gebied.
IN 1936 was het rebellenleger uit
gegroeid tot ongeveer vijfduizend man
in vaste dienst en een aantal „part
time" commando's. In augustus 1936
kwam een zekere Fawzi al-Din AI-
Kauwakji, een van de leiders van de
Syrische opstand tegen de Fransen en
militair adviseur van koning Ibn
Saoed, naar Palestina om het opper
bevel van de commando's op zich te
nemen.
De Britse publicist M. P. Waters be
schrijft de methoden van de moefti's
rebellen. „Zij omsingelden een welva
rend Arabisch dorp en eisten vijftig
mannen, vijftig paarden en voedsel.
Alternatief: platbranden van het dorp.
Eén moektar weigerde. Hij is nog die
zelfde dag begraven. Een Arabische
krant protesteerde tegen dergelijke
methoden. De volgende dag werd de
hoofdredacteur door een paar terroris
ten bezocht. De nieuwe hoofdredac
teur was verstandiger".
De agenten van de moefti die de
Arabieren veelal dwongen zich bij de
rebellen aan te sluiten, boden de vol
gende „condities": gehoorzaamheid aan
de lokale commandant in ruil voor vrij
voedsel en twintig gulden soldij per
maand, een speciale plaats in de he
mel voor de mannen die sneuvelden
in deze „heilige oorlog". Het eerste,
de discipline klopte, daar zagen de
commandanten streng op toe. De twee
de belofte klopte half want de soldij
werd nooit uitbetaald, alleen degenen
die zich kwalificeerden voor de derde
belofte hebben kunnen uitvinden in
hoeverre de woorden van de recrute-
ringsagenten werden bewaarheid.
Hp«
TEGEN HET einde van 1938 waren
er zo vijftienduizend Arabieren onder
de wapenen, vooral in de heuvels van
Galilea en Samaria. Na het vertrek
van Kauwakji waren de voornaamste
rebellenleiders Abdoel Razziq en Ab-
doel Rahim al Haj Mohammed. Over
Razziq gaf het Britse ministerie van
Oorlog een communiqué uit waarin te
lezen staat: „Razziq, een man van laag
ging van de Hitler-Jugend twee semi-
militaire jeugdorganisaties op, de „Ne-
jada" en „Futuwa" met samen onge
veer tienduizend leden. De .Nejada"
beloofde trouw aan de moslimbroeder
schap. Waarschijnlijk zijn Arafat en
Wazir bij deze organisaties voor het
eerst in aanraking gekomen met het
Palestijnse verzet.
Nadat de Verenigde Naties op 29
november 1947 het verdelingsplan voor
Palestina tussen de joden en Arabie
ren hadden aanvaard, begon de moefti
in december van dat jaar met het re-
cruteren van commando's voor het
„Arabische Bevrijdingsleger". Eind ja
nuari 1948 infiltreerden de eerste troe
pen van dez organisatie in Palestina
vanuit Syrië en Transjordanië. Op 12
februari kwam ook Kauwakji Palesti
na weer binnen om de leiding op zich
te nemen. Later zou het echter tot een
de grond worden gelijkgemaakt en hun
kinderen naar vluchtelingenreservoirs
worden gestuurd. Daarom is de Pales
tijnse jeugd gelukkig met de „Al Fa
tah". Het is hun garantie dat zij niet
hun gehele leven bedelaars blijven",
aldus Coudery.
In maart 1968 gaf hij zijn baan in
Koeweit op, waar hij 3500 per maand
verdiende bij de Peugeot-vertegen-
woordiging, om zich aan te sluiten bij
de „Al Fatah". Hij werd aanvaard als
buitengewoon lid. Op eigen aandrin
gen ging hij deel uitmaken van een
commandogroep. Een maand later, al
dus de „Al Fatah", maakten drie ko
gels tijdens een gevecht met de Israë
liërs een einde aan zijn leven. Vol
gens Arabisch gebruik wordt hij nu
evenals andere gesneuvelden geëerd
als een martelaar.
De terroristenorganisaties roepen
de Arabische vrouwen op truien
te breien voor de verzetsstrijders
„O gij, Arabische zuster, Vanwege
uw wil om deel te nemen aan het
werk van de Palestijnse verzets
strijders nodigen wij u uit deel
te nemen aan het project De
trui van de verzetsstrijder". Voor
inlichtingen gelieve u zich in ver
binding te stellen met het Bureau
van de Palestijnse Bevrijdings
organisatie.
verbitterde vijandschap tussen de f)n, Alnnr*
moefti en Kauwakji komen waardoor yj,n UinUr A
de commando-organisatie uit elkaar
zou vallen.
In mei 1948 trokken de Arabische
legers op tegen Israel, het bevrijdings
leger toonde echter meer belangstel
ling voor het beroven en plunderen
van weerloze Palestijnse Arabieren In
1949 begon de moefti tegen emir Ab
taal en opslagplaats voor de Fatah.
De kamers van het huis liggen vol met
levensmiddelen in zakken met het op
schrift „donated by the people of the
United States of America" en dozen
met haringen in tomatensaus uit West-
Duitsland.
W V'vxS. y»
jV-«
V®1
V** -w&yjW
V rvw.
mï— V A'S
*s j' f
i' ':y!
„«4* V. te.
niveau en opvoeding, bezit in het ge
heel geen principes. Twaalf maanden
geleden begon hij als ondergeschikt
leider, zijn huidige positie heeft hij be
reikt door een carrière van uiterste
meedogenloosheid en onvoorwaarde
lijke en blinde gehoorzaamheid aan
de bevelen van de moefti. Een groot
gedeelte van de afgeperste gelden
steekt hij in eigen zak".
De nazi-invloed in Palestina was al
merkbaar en de wapens kwamen dan
ook uit de Duitse Suhl en Erfnrter
geweerfabrieken. In 1942 vertrok de
moefti naar nazi-Duitsland, volgens
zijn zeggen daartoe door de Britten
gedwongen die hem in geen enkel
ander land met rust lieten.
De commando's die de moefti in Den
Haag liet opleiden, maakten deel uit
van het „Arabisches Freiheitskorps",
dat de moefti al in 1942 opgebouwd
had. Het bestond uit Arabische stu
denten in Duitsland en andere Arabie
ren uit de door de nazi's bezette ge
bieden. Later zou de moefti daar nog
speciale SS-bataljons en Wehrmacht-
troepen aan toevoegen die bestonden
uit Balkan-moslims.
In het begin was het de taak van
het „Arabisches Freiheitskorps" de
Duitse verbindingen in Macedonië te
beschermen. Ook werden deze 'roepen
ingezet om in Joegoslavië Amerikaan
se en Britse parachutisten op te spo
ren. Het korps kreeg de toezegging
dat het deel mocht nemen aan de nazi
invasie in het Midden-Oosten. In plaats
hiervan zijn ze naar het Russische
front gezonden en geheel vernietigd
tijdens gevechten in de Kaukasus.
:$S. iSi, V v
- ÏS*,J W jv*v
-te X». —C—- -te- 9
<t& vL-«yï jf Cte-i» »te-.xs 'w- js-
L-*ff bA"—I' j! —U &G
-"tf
hf sPiji) ■vjfX-,3».' v
te ....—tetete. te - te tet tetetete-teJ tetetextó.
v*- v/n
IN 1944 probeerde de moefti in ant
woord op de joodse brigade, die aan
de zijde van de Britten vocht, met de
hulp van Von Ribbentrop een Arabi
sche brigade op te richten, maar deze
brigade schijnt al bij de geboorte te
zijn overleden.
In nazi-Duitsland speelde de moefti
een belangrijke rol te midden van de
buitenlanders die de nazi's steunden.
Op 11 juli 1944 maakte hij deel uit
van het internationale anti-joodse con
gres dat was bijeengeroepen door
Himmler, Göbbels en Von Ribbentrop.
Maar de werkzaamheden van de moef
ti bestreden een breder terrein. Als
leider van het „joodse reddingscomité"
verklaarde dr. Rudolf Kastner tijdens
het tribunaal in Neurenberg waar de
nazi-top terecht stond: Eichmann heeft
mij verteld dat een groep Hongaarse
joden die tegen materialen zouden
worden geruild naar elk land zouden
kunnen gaan. Maar, aangezien ik
(Eichmann) een persoonlijke vriend
van de moefti ben, kunnen zij niet
naar Palestina. Wij hebben de moefti
beloofd dat geen enkele Europese iood
Palestina meer zal binnenkomen"
In 1946 richtte de moefti, na zijn
sensationele ontsnapping uit Frankiijk
waar hij was geïnterneerd, in navol-
doellah. de grootvader van koning
Hoessein, te ageren omdat deze de
westelijke oever van de Jordaan die
was veroverd door het Arabische le
gioen onder Glubb Pasja, had gean
nexeerd.
MET DE geschiedenis van de moefti,
is tevens de geschiedenis van het Ara
bische verzet tegen Israel beschreven.
Een vaststaande conclusie is echter,
een conclusie die gelukkig door vele
Arabieren wordt gedeeld, dat de moef
ti de zaak der Palestijnen oneindig
meer kwaad dan goed heeft berokkend.
Gelukkig is zijn rol nu vrijwel uitge
speeld maar wij hebben de figuur van
de moefti extra belicht omdat de „Al
Fatah" in zeker opzicht ook een pro-
dukt is van de poel van semi-militaire
organisaties, geheime genootschappen
in vluchtelingenkampen en ordinaire
avonturiers die konden gedijen in het
klimaat dat de moefti sedert 1920 had
geschapen.
Simon Wiesenthal is ervan overtuigd
dat de agenten van de moefti steeds
in contact staan met de „Al Fatah" en
haar leiders in Europa en het Mid
den-Oosten. Maar ook hij ziet de moef
ti niet meer als een werkelijk gevaar.
Indirect is de „Al Fatah" dus ook een
produkt van de moefti, een produkt
waarvoor hij de grondstoffen leverde
maar waarvan het eindfabrikaat hem
uit handen is .gevallen.
HET AANTAL niet-Palestijnen on
der de commando's is gering. Er strij
den enkele Libanezen mee (waar
schijnlijk avonturiers) en een van de
luitenants van de „Al Fatah" is een
prins uit Koeweit, sjeik Fahd al-Ach-
med Sabbah. een broer van de kroon
prins van Koeweit. (Volgens de laat
ste berichten zou sjeik Fahd gewond
zijn geraakt tijdens de Israëlische
luchtaanval op Salt.)
Sjeik Fahd kwam in 1956 van een
Britse militaire academie. Maar wat te
denken van de eerste buitenlandse
commando die zich bij de „Al Fatah"
aansloot? Was deze man, voor zover
bekend de enige buitenlander bij de
Fatah, een joden- en zionistenhater of
een man die uit andere overtuiging
meestreed? „Israël heeft kleine David
gespeeld en de Arabische Palestijnen
waren de grote Goliath. Maar kleine
David is opgegroeid en de altijd ver
volgde is nu de vervolger geworden",
zo schreef de in België geboren Frans
man Roger Coudery.
De 33-jarige Coudery kwam op 3
juni als „Asifa"-strijder om het leven
tijdens een actie op Israëlisch gebied.
(Volgens Israëlische autoriteiten werd
hij gedood tijdens een training met
handgranaten.) Roger Coudery, in 1935
in België geboren, woonde en werkte
in Parijs totdat hij als vertegenwoor
diger van enkele maatschappijen naar
het Midden-Oosten werd gezonden. Hij
zou geschokt zijn geweest door de
tweede golf Arabische vluchtelingen
na de zesdaagse oorlog van verleden
jaar. „Je kunt eenvoudig niet blijven
stilzitten en zien hoe hun kampen met
DE ISRAËLISCHE autoriteiten ge
loven niet in het „patriottisme" en de
„intellectualiteit" van de „Al Fatah".
Een woordvoerder van de Israëli
sche militaire inlichtingendienst zei:
„Slechts een klein deel heeft zich vrij
willig aangesloten. Anderen sloten zich
aan omdat zij zich aangetrokken voel
den door de vijftien tot twintig dinar
(150 tot 200 gulden) die zij per maand
uitbetaald krijgen.
Er zijn gevallen bekend dat gevan
genen uit Syrische gevangenissen wer
den vrijgelaten op voorwaarde dat zij
zich bij de „Al Fatah" zouden aan
sluiten. Ook dwingen Syrische solda
ten mensen zich bij de „Al Fatah"
aan te sluiten".
In hun boek „The Sandstorm" schrij
ven David Kimche en Dan Bawley
dat de Palestijnde studenten die de
„Al Fatah" opzetten zich afzijdig hou
den van geweld. Zij waren niet het
type van de terroristen, aldus de
auteurs van dit een maand geleden
verschenen boek. De „Al Fatah" moest
daarom op andere mensen terugval
len, huurde smokkelaars, rovers en
moordenaars, de zelfkant van de
vluchtelingekampen, om tegen contan
te betaling terreur uit te oefenen in
Israel.
Het verschil tussen het ideologische
leiderschap van de „Al Fatah" en de-
VOOR HET huis worden twee
vrachtwagens afgeladen en de wapens
naar binnen gebracht. Machinegewe
ren kaliber 7,62 uit Herstal-fabrieken
in België, wapens uit Rusland en van
de Port Said-fabrieken in Egypte. Ver
der Kalachnikow machinegeweren, het
geliefde wapen van de Amerikanen in
Vietnam die dit veroverde wapen lie
ver gebruiken dan hun Amerikaanse
geweren. Zestig en 120 mm mortie
ren waarmee de kibboetsim veelal van
af Jordaans grondgebied worden be
schoten (een 120 mm mortier heeft een
bereik van 5700 meter). Ook zie ik
een enkele bazooka en veel detonatie
materiaal voor de explosieven.
Wie betaalt dat allemaal? Volgens
„Al Fatah" kan alles worden be
taald uit de schenkingen van de Pa
lestijnen en anderen (sjeik Abdoel-
lah Ben Turki van het Perzische
Golfstaatje Quatar stuurd bijna een
miljoen gulden uit zijn olie-inkom
sten). Koeweit heeft een speciale
twee percent belasting op benzine
en bioscoopkaartjes om geld in te
zamelen voor de Fatah. In Jorda
nië zelf schenkt sigarettenfabrikant
Saad iedere maand vrachtwagens
vol sigaretten terwij] de Jordaanse
Dodge-importeur naar zijn zeggen
vrijwillig vrachtwagens ter beschik
king stelt.
genen die de ideologie in praktijk
brengen, vormt de achilleshiel van de
beweging Daardoor aldus de schrij- Zand in Prrirhf
vers die beiden Israëliër zijn, is de geZlCHl
„Fatah" een beweging geworden van
rauwe halsafsnijders in plaats van de
hoogste expressie van een nationale
bevrijdingsbeweging, een Palestijnse
Vietcong of FLN.
Het resultaat is een gebrek aan ver
trouwen tussen de terroristen en de
leiding en dit leidt ertoe dat gevangen
genomen terroristen alles vertellen
wat de Israëliërs willen weten. Daar
om is het noodzakelijk voor de leiders
schuilnamen te gaan gebruiken zoals
Aboe Jihad, zo schrijven zij.
DE TAXI die ons een paar dagen
later in Jordanië van Amman naar
Salt bracht, werd ongeveer halverwe
ge aangehouden door twee mannen in
burger, kennelijk met de bedoeling
mee te rijden. Onze chauffeur vroeg
ons, niet te weigeren, anders zou hij
last krijgen met deze „Al Fatah"-
mensen. Beide mannen stapten achter
in. één bood Amerikaanse sigaretten
aan.
Pas bij het uitstappen bij het „Al
Fatha"-kamp van Aboe Ammar, be
merkten wij dat van de tweede man
de handen op de rug waren geboeid
en dat het een gevangene was. De
geheime dienst van de „Al Fatah" had
de man in Amman gegrepen omdat hij
als commando zonder toestemming zijn
onderdeel in de Beisanvallei had ver
laten.^ Het bewees weer dat de „Al
Fatah" in Jordanië een organisatie
heeft opgebouwd die volkomen onaf
hankelijk van de Jordaanse autortei-
ten werkt en haar eigen gang gaat
zonder zich aan koning Hoessein te
storen.
Vlak voor het hoofdkwartier staan
een witte en een blauwe Volkswagen,
de auto's van Aboe Ammar. Na 1956,
toen Ammar in Koeweit werkte als
ingenieur, was hij er met zijn eigen
bedrijf beter aan toe. Hij was miljo
nair, reed rond in een Amerikaanse
„Thunderbird" en liet huizen voor
zichzelf bouwen in Cairo en de Liba
non. Net als wij bij het hoofdkwartier
aankomen, knetteren aan alle kanten
de machinegeweren, ter gelegenheid
van de begrafenis van omgekomen
commando's, die aangevoerd op een
vrachtwagen, op een klein „Al Fatah"-
begraafplaatsje zonder veel plichtple
gingen worde begraven.
In afwachting van het bezoek aan
het opleidingskamp begeven wij ons
naar een huis in de bergen, noodhospi-
NA VERLOOP van tijd worden wij
uitgenodigd geblinddoekt in een grote
Amerikaanse wagen plaats te nemen
om een bezoek te brengen aan het
geheime opleidingskamp. In dit kamp
moeten de recruten, die veelal nog
nooit wapens in handen hebben gehad,
leren de angst voor gevaar en wapens
kwijt te raken. De géhele dag oefenen
zij in een nagebootste oorlog waar de
instructeurs vlammen hoog laten op
laaien met benzine waarna de recruut
erdoor heen moet.
De instructeurs springen niet zacht
met de aan hen toevertrouwde leer
lingen om. Met geweerkolven in de rug
worden zij gedwongen hindernissen te
nemen of door tunnels te sluipen. Bij
het demonteren van wapens wordt hun
zand in het gezicht geworpen en wor
den ze afgeblaft. Er wordt met scherp
geschoten in de kampen. Een man die
door een beek waadt, wordt door de
schoten gedwongen voor zijn leven te
rennen in de hoop dat hem dat ook
eens in „bezet gebied" zal gelukken.
De groene uniformen, het fanatisme
waarmee wordt gestreden, de toeloop
van recruten en de steeds beter wor
dende opleiding doen vermoeden dat
de „Al Fatah" niet een beweging is
die zal doodbloeden bij gebrek aan
enthousiasme, een beweging die uit
elkaar zal vallen of bevreesd wordt
na een Israëlische aanval.
Tijdens Karameh, een voor de Israë
liërs klein actie, verloor Israel ruim
twintig man. Dit was voor Israel een
ongewoon hoge tol voor een repre
saille-aanval, maar het was dan ook
de eerste keer dat Israëlische troepen
oog in oog stonden met de „Al Fatah".
Wie zich op de hoogte heeft gesteld
van de „Al Fatah" en enigszins een
indruk heeft gekregen van hun sterkte
en fanatisme zal spoedig de indruk
krijgen dat de „Al Fatah" meer is en
zeker zal worden dan alleen „een ver
velende bijkomstigheid aan de grens
die we op de koop toe nemen voor het
bereiken van vrede", zoals een Israë
lische woordvoerder ons verzekerde,
kerde.
Dat Israel ondanks dit uiterlijk ver
toon van totaal niet ongerust zijn toch
acties onderneemt waarmee het moei
lijkheden in de Verenigde Naties en
de Arabische wereld kan krijgen, be
wijst wel dat de „Al Fatah" meer is
dan alleen maar vervelend en dat Is
rael dat ook weet.