ISRAEL WEET DAT „AL FATAH" NIET ALLEEN MAAR ERG VERVELEND IS Moefti bracht bezoek aan kamp Mauthausen Haj Amin vroeg Himmler Eichmann te leen ISff' V:: ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1968 Bezoek aan Mauthausen Eichmann lenen Methoden - fij mmmk i v Duitse wapens Anti-joods congres Prins Wie betaalt? (Van onze speciale verslaggever) De Arabische commando's in het Midden-Oosten zijn geen nieuw ver schijnsel. Zo werden in 1943 speciale Arabische eenheden opgeleid aan de algemene spionageschool van de Duitsers in Park Sorgvliet aan de oude Scheveningseweg in Den Haag. De mannen kregen daar sabotage- cursussen, werden onderricht in het gebruik van radiozenders en auto matische wapens (Schmeisser machinegeweren) en leerden gebruik te maken van verschillende soorten explosieven. Na hun opleiding in Den Haag vertrokken de mannen naar de door de Duitsers in Athene op gerichte parachutistenschool. Deze commando's waren gerecruteerd door de moefti van Jeruzalem, een man wiens naam nog steeds omgeven is door een valse waas van geheimzinnigheid. Vals, omdat zijn rol zowel in Palestina als in nazi-Duitsland volkomen duidelijk is en geen enkel aureool van martelaarschap verdient. Wij schreven al dat de moefti in de vluchtelingenkampen financiële steun verleende aan de studenten die later de „Al Fatah" zouden vormen. Niet alleen toen speelde de moefti een rol, vanaf 1920 is hij betrokken geweest bij de opbouw van alle Arabische commandogroepen. HAJ AMIN al Hoesseini is in 1893 in Jeruzalem geboren als zoon van Tahir al Hoesseini. een lid van de in Palestina zeer invloedrijke Hoesseini- familie. Zijn strijd tegen de joden deed de moefti in de tweede wereldoorlog zelfs belanden in de werkkamer van Hitier en op een gegeven moment had den de Britten een prijs van een kwart miljoen gulden op zijn hoofd staan. Samen met Adolf Eichmann zou hij het vernietigingskamp Auschwitz heb ben bezocht. Simon Wiesenthal, zelf een overle vende uit het concentratiekamp Mau- hausen, vertelde mij dat de moefti ook een bezoek aan Mauthausen had ge bracht. Ir. Wiesenthal schrijft in zijn boek „Grossgrossmufit-Grosagent der Aches" (Wenen 1947) dat „Haj Amin zich in Asuchwitz en ook Maidanek onderhield met ledinggevend personeel en de mannen prees die aan hem wer den voorgesteld als bijzonder plichts getrouwe en nauwgezette lieden. Hij stelde zich op de hoogte", aldus Wie senthal, „van de verwerkingscapaci teit der crematoria en ontdekte dat men geen diplomatieke trucs behoefde uit te halen maar dat automatische Aan de muren in Amman en an dere steden hangen aanplakbil jetten met de foto van omge komen commando's van Al Fatah die als martelaren worden ver eerd. Als martelares wordt ook beschouwd de 27-jarige Fatima Mohammed Barnawi die in Israel tot levenslang werd veroordeeld wegens het plaatsen van een bom in een bioscoop in Jeruzalem. De bom werd twintig minuten voor het fatale tijdstip van de ontplof fing gevonden. Op het aanplak biljet schreef de Al Fatah in ly rische bewoordingen: zij was de eerste vrouw die haar armbanden en goud met trots verwisselde voor ijzeren ketenen toen de Is raëlische politie haar arresteerde. moordmachines het Palestijnse vraag stuk veel sneller zouden oplossen". De moefti verkeerde op goede voet met notoire beoefenaars van de „eind oplossing", zoals Rudolf Höss van Auschwitz, Frank Zeireis van Maut hausen, dr. Seidl van Theresienstadt en Kramer, de „slager" van Bergen- Belsen. De man met de rode baard en de gifgroene tulband was een leer gierige scholier, altijd op zoek naar nieuwe methoden. De dood in al zijn gruwelijkheid, van het slaan met sta len roeden tot ophangen, doodschie ten, doodranselen, vergassen en ver branden werd de dienaar van allah in theorie en praktijk voorgeschoteld", aldus het citaat van Wiesenthal. TOEN WIJ de nu 75-jarige moefti in Beiroet naar deze en andere beschul digingen vroegen, antwoordde hi,i mij dat hij Eichmann niet kende, nooit had ontmoet en nooit een uitroeiingskamp had bezocht. „Dit alles is slechts fantasie van de machiavellistische inbeelding van de zionisten", aldus de moefti. Wiesenthal verklaarde ons echter dat Haj Amin aan Heinrich Himmler had gevraagd of deze hem na de Duitse overwinning Eichmann wilde lenen om van zijn talenten in Palestina gebruik te kun nen maken. Het leven van de moefti, rijk aan onverkwikkelijke gebeurte nissen, is zo gevarieerd en avontuur lijk dat wij hier alleen nog willen in gaan op zijn rol als organisator van Aragische terroristenorganisatie. Moreel verantwoordelijk was de moefti al voor de pogroms van 1920, 1921, 1929 en 1936 in Palestina. In dat laatste jaar begon de moefti voor het eerst eigen troepen te vormen om de Britten en joden te bestrijden maar, zoals later zou blijken, vooral zijn Arabische politieke tegenstanders uit de weg te ruimen. Hij verzekerde zich van de mede werking van de Palestijnse Commu nistische Partij en koos uit die partij Nimr Uda als chef van de inlichtin gendienst van de commando's en Foead Nasir, de latere voorzitter van de par tij, als ondercommandant van de troe pen in het Hebron-Jeruzalem-gebied. IN 1936 was het rebellenleger uit gegroeid tot ongeveer vijfduizend man in vaste dienst en een aantal „part time" commando's. In augustus 1936 kwam een zekere Fawzi al-Din AI- Kauwakji, een van de leiders van de Syrische opstand tegen de Fransen en militair adviseur van koning Ibn Saoed, naar Palestina om het opper bevel van de commando's op zich te nemen. De Britse publicist M. P. Waters be schrijft de methoden van de moefti's rebellen. „Zij omsingelden een welva rend Arabisch dorp en eisten vijftig mannen, vijftig paarden en voedsel. Alternatief: platbranden van het dorp. Eén moektar weigerde. Hij is nog die zelfde dag begraven. Een Arabische krant protesteerde tegen dergelijke methoden. De volgende dag werd de hoofdredacteur door een paar terroris ten bezocht. De nieuwe hoofdredac teur was verstandiger". De agenten van de moefti die de Arabieren veelal dwongen zich bij de rebellen aan te sluiten, boden de vol gende „condities": gehoorzaamheid aan de lokale commandant in ruil voor vrij voedsel en twintig gulden soldij per maand, een speciale plaats in de he mel voor de mannen die sneuvelden in deze „heilige oorlog". Het eerste, de discipline klopte, daar zagen de commandanten streng op toe. De twee de belofte klopte half want de soldij werd nooit uitbetaald, alleen degenen die zich kwalificeerden voor de derde belofte hebben kunnen uitvinden in hoeverre de woorden van de recrute- ringsagenten werden bewaarheid. Hp« TEGEN HET einde van 1938 waren er zo vijftienduizend Arabieren onder de wapenen, vooral in de heuvels van Galilea en Samaria. Na het vertrek van Kauwakji waren de voornaamste rebellenleiders Abdoel Razziq en Ab- doel Rahim al Haj Mohammed. Over Razziq gaf het Britse ministerie van Oorlog een communiqué uit waarin te lezen staat: „Razziq, een man van laag ging van de Hitler-Jugend twee semi- militaire jeugdorganisaties op, de „Ne- jada" en „Futuwa" met samen onge veer tienduizend leden. De .Nejada" beloofde trouw aan de moslimbroeder schap. Waarschijnlijk zijn Arafat en Wazir bij deze organisaties voor het eerst in aanraking gekomen met het Palestijnse verzet. Nadat de Verenigde Naties op 29 november 1947 het verdelingsplan voor Palestina tussen de joden en Arabie ren hadden aanvaard, begon de moefti in december van dat jaar met het re- cruteren van commando's voor het „Arabische Bevrijdingsleger". Eind ja nuari 1948 infiltreerden de eerste troe pen van dez organisatie in Palestina vanuit Syrië en Transjordanië. Op 12 februari kwam ook Kauwakji Palesti na weer binnen om de leiding op zich te nemen. Later zou het echter tot een de grond worden gelijkgemaakt en hun kinderen naar vluchtelingenreservoirs worden gestuurd. Daarom is de Pales tijnse jeugd gelukkig met de „Al Fa tah". Het is hun garantie dat zij niet hun gehele leven bedelaars blijven", aldus Coudery. In maart 1968 gaf hij zijn baan in Koeweit op, waar hij 3500 per maand verdiende bij de Peugeot-vertegen- woordiging, om zich aan te sluiten bij de „Al Fatah". Hij werd aanvaard als buitengewoon lid. Op eigen aandrin gen ging hij deel uitmaken van een commandogroep. Een maand later, al dus de „Al Fatah", maakten drie ko gels tijdens een gevecht met de Israë liërs een einde aan zijn leven. Vol gens Arabisch gebruik wordt hij nu evenals andere gesneuvelden geëerd als een martelaar. De terroristenorganisaties roepen de Arabische vrouwen op truien te breien voor de verzetsstrijders „O gij, Arabische zuster, Vanwege uw wil om deel te nemen aan het werk van de Palestijnse verzets strijders nodigen wij u uit deel te nemen aan het project De trui van de verzetsstrijder". Voor inlichtingen gelieve u zich in ver binding te stellen met het Bureau van de Palestijnse Bevrijdings organisatie. verbitterde vijandschap tussen de f)n, Alnnr* moefti en Kauwakji komen waardoor yj,n UinUr A de commando-organisatie uit elkaar zou vallen. In mei 1948 trokken de Arabische legers op tegen Israel, het bevrijdings leger toonde echter meer belangstel ling voor het beroven en plunderen van weerloze Palestijnse Arabieren In 1949 begon de moefti tegen emir Ab taal en opslagplaats voor de Fatah. De kamers van het huis liggen vol met levensmiddelen in zakken met het op schrift „donated by the people of the United States of America" en dozen met haringen in tomatensaus uit West- Duitsland. W V'vxS. y» jV-« V®1 V** -w&yjW V rvw. mï— V A'S *s j' f i' ':y! „«4* V. te. niveau en opvoeding, bezit in het ge heel geen principes. Twaalf maanden geleden begon hij als ondergeschikt leider, zijn huidige positie heeft hij be reikt door een carrière van uiterste meedogenloosheid en onvoorwaarde lijke en blinde gehoorzaamheid aan de bevelen van de moefti. Een groot gedeelte van de afgeperste gelden steekt hij in eigen zak". De nazi-invloed in Palestina was al merkbaar en de wapens kwamen dan ook uit de Duitse Suhl en Erfnrter geweerfabrieken. In 1942 vertrok de moefti naar nazi-Duitsland, volgens zijn zeggen daartoe door de Britten gedwongen die hem in geen enkel ander land met rust lieten. De commando's die de moefti in Den Haag liet opleiden, maakten deel uit van het „Arabisches Freiheitskorps", dat de moefti al in 1942 opgebouwd had. Het bestond uit Arabische stu denten in Duitsland en andere Arabie ren uit de door de nazi's bezette ge bieden. Later zou de moefti daar nog speciale SS-bataljons en Wehrmacht- troepen aan toevoegen die bestonden uit Balkan-moslims. In het begin was het de taak van het „Arabisches Freiheitskorps" de Duitse verbindingen in Macedonië te beschermen. Ook werden deze 'roepen ingezet om in Joegoslavië Amerikaan se en Britse parachutisten op te spo ren. Het korps kreeg de toezegging dat het deel mocht nemen aan de nazi invasie in het Midden-Oosten. In plaats hiervan zijn ze naar het Russische front gezonden en geheel vernietigd tijdens gevechten in de Kaukasus. :$S. iSi, V v - ÏS*,J W jv*v -te X». —C—- -te- 9 <t& vL-«yï jf Cte-i» »te-.xs 'w- js- L-*ff bA"—I' j! —U &G -"tf hf sPiji) ■vjfX-,3».' v te ....—tetete. te - te tet tetetete-teJ tetetextó. v*- v/n IN 1944 probeerde de moefti in ant woord op de joodse brigade, die aan de zijde van de Britten vocht, met de hulp van Von Ribbentrop een Arabi sche brigade op te richten, maar deze brigade schijnt al bij de geboorte te zijn overleden. In nazi-Duitsland speelde de moefti een belangrijke rol te midden van de buitenlanders die de nazi's steunden. Op 11 juli 1944 maakte hij deel uit van het internationale anti-joodse con gres dat was bijeengeroepen door Himmler, Göbbels en Von Ribbentrop. Maar de werkzaamheden van de moef ti bestreden een breder terrein. Als leider van het „joodse reddingscomité" verklaarde dr. Rudolf Kastner tijdens het tribunaal in Neurenberg waar de nazi-top terecht stond: Eichmann heeft mij verteld dat een groep Hongaarse joden die tegen materialen zouden worden geruild naar elk land zouden kunnen gaan. Maar, aangezien ik (Eichmann) een persoonlijke vriend van de moefti ben, kunnen zij niet naar Palestina. Wij hebben de moefti beloofd dat geen enkele Europese iood Palestina meer zal binnenkomen" In 1946 richtte de moefti, na zijn sensationele ontsnapping uit Frankiijk waar hij was geïnterneerd, in navol- doellah. de grootvader van koning Hoessein, te ageren omdat deze de westelijke oever van de Jordaan die was veroverd door het Arabische le gioen onder Glubb Pasja, had gean nexeerd. MET DE geschiedenis van de moefti, is tevens de geschiedenis van het Ara bische verzet tegen Israel beschreven. Een vaststaande conclusie is echter, een conclusie die gelukkig door vele Arabieren wordt gedeeld, dat de moef ti de zaak der Palestijnen oneindig meer kwaad dan goed heeft berokkend. Gelukkig is zijn rol nu vrijwel uitge speeld maar wij hebben de figuur van de moefti extra belicht omdat de „Al Fatah" in zeker opzicht ook een pro- dukt is van de poel van semi-militaire organisaties, geheime genootschappen in vluchtelingenkampen en ordinaire avonturiers die konden gedijen in het klimaat dat de moefti sedert 1920 had geschapen. Simon Wiesenthal is ervan overtuigd dat de agenten van de moefti steeds in contact staan met de „Al Fatah" en haar leiders in Europa en het Mid den-Oosten. Maar ook hij ziet de moef ti niet meer als een werkelijk gevaar. Indirect is de „Al Fatah" dus ook een produkt van de moefti, een produkt waarvoor hij de grondstoffen leverde maar waarvan het eindfabrikaat hem uit handen is .gevallen. HET AANTAL niet-Palestijnen on der de commando's is gering. Er strij den enkele Libanezen mee (waar schijnlijk avonturiers) en een van de luitenants van de „Al Fatah" is een prins uit Koeweit, sjeik Fahd al-Ach- med Sabbah. een broer van de kroon prins van Koeweit. (Volgens de laat ste berichten zou sjeik Fahd gewond zijn geraakt tijdens de Israëlische luchtaanval op Salt.) Sjeik Fahd kwam in 1956 van een Britse militaire academie. Maar wat te denken van de eerste buitenlandse commando die zich bij de „Al Fatah" aansloot? Was deze man, voor zover bekend de enige buitenlander bij de Fatah, een joden- en zionistenhater of een man die uit andere overtuiging meestreed? „Israël heeft kleine David gespeeld en de Arabische Palestijnen waren de grote Goliath. Maar kleine David is opgegroeid en de altijd ver volgde is nu de vervolger geworden", zo schreef de in België geboren Frans man Roger Coudery. De 33-jarige Coudery kwam op 3 juni als „Asifa"-strijder om het leven tijdens een actie op Israëlisch gebied. (Volgens Israëlische autoriteiten werd hij gedood tijdens een training met handgranaten.) Roger Coudery, in 1935 in België geboren, woonde en werkte in Parijs totdat hij als vertegenwoor diger van enkele maatschappijen naar het Midden-Oosten werd gezonden. Hij zou geschokt zijn geweest door de tweede golf Arabische vluchtelingen na de zesdaagse oorlog van verleden jaar. „Je kunt eenvoudig niet blijven stilzitten en zien hoe hun kampen met DE ISRAËLISCHE autoriteiten ge loven niet in het „patriottisme" en de „intellectualiteit" van de „Al Fatah". Een woordvoerder van de Israëli sche militaire inlichtingendienst zei: „Slechts een klein deel heeft zich vrij willig aangesloten. Anderen sloten zich aan omdat zij zich aangetrokken voel den door de vijftien tot twintig dinar (150 tot 200 gulden) die zij per maand uitbetaald krijgen. Er zijn gevallen bekend dat gevan genen uit Syrische gevangenissen wer den vrijgelaten op voorwaarde dat zij zich bij de „Al Fatah" zouden aan sluiten. Ook dwingen Syrische solda ten mensen zich bij de „Al Fatah" aan te sluiten". In hun boek „The Sandstorm" schrij ven David Kimche en Dan Bawley dat de Palestijnde studenten die de „Al Fatah" opzetten zich afzijdig hou den van geweld. Zij waren niet het type van de terroristen, aldus de auteurs van dit een maand geleden verschenen boek. De „Al Fatah" moest daarom op andere mensen terugval len, huurde smokkelaars, rovers en moordenaars, de zelfkant van de vluchtelingekampen, om tegen contan te betaling terreur uit te oefenen in Israel. Het verschil tussen het ideologische leiderschap van de „Al Fatah" en de- VOOR HET huis worden twee vrachtwagens afgeladen en de wapens naar binnen gebracht. Machinegewe ren kaliber 7,62 uit Herstal-fabrieken in België, wapens uit Rusland en van de Port Said-fabrieken in Egypte. Ver der Kalachnikow machinegeweren, het geliefde wapen van de Amerikanen in Vietnam die dit veroverde wapen lie ver gebruiken dan hun Amerikaanse geweren. Zestig en 120 mm mortie ren waarmee de kibboetsim veelal van af Jordaans grondgebied worden be schoten (een 120 mm mortier heeft een bereik van 5700 meter). Ook zie ik een enkele bazooka en veel detonatie materiaal voor de explosieven. Wie betaalt dat allemaal? Volgens „Al Fatah" kan alles worden be taald uit de schenkingen van de Pa lestijnen en anderen (sjeik Abdoel- lah Ben Turki van het Perzische Golfstaatje Quatar stuurd bijna een miljoen gulden uit zijn olie-inkom sten). Koeweit heeft een speciale twee percent belasting op benzine en bioscoopkaartjes om geld in te zamelen voor de Fatah. In Jorda nië zelf schenkt sigarettenfabrikant Saad iedere maand vrachtwagens vol sigaretten terwij] de Jordaanse Dodge-importeur naar zijn zeggen vrijwillig vrachtwagens ter beschik king stelt. genen die de ideologie in praktijk brengen, vormt de achilleshiel van de beweging Daardoor aldus de schrij- Zand in Prrirhf vers die beiden Israëliër zijn, is de geZlCHl „Fatah" een beweging geworden van rauwe halsafsnijders in plaats van de hoogste expressie van een nationale bevrijdingsbeweging, een Palestijnse Vietcong of FLN. Het resultaat is een gebrek aan ver trouwen tussen de terroristen en de leiding en dit leidt ertoe dat gevangen genomen terroristen alles vertellen wat de Israëliërs willen weten. Daar om is het noodzakelijk voor de leiders schuilnamen te gaan gebruiken zoals Aboe Jihad, zo schrijven zij. DE TAXI die ons een paar dagen later in Jordanië van Amman naar Salt bracht, werd ongeveer halverwe ge aangehouden door twee mannen in burger, kennelijk met de bedoeling mee te rijden. Onze chauffeur vroeg ons, niet te weigeren, anders zou hij last krijgen met deze „Al Fatah"- mensen. Beide mannen stapten achter in. één bood Amerikaanse sigaretten aan. Pas bij het uitstappen bij het „Al Fatha"-kamp van Aboe Ammar, be merkten wij dat van de tweede man de handen op de rug waren geboeid en dat het een gevangene was. De geheime dienst van de „Al Fatah" had de man in Amman gegrepen omdat hij als commando zonder toestemming zijn onderdeel in de Beisanvallei had ver laten.^ Het bewees weer dat de „Al Fatah" in Jordanië een organisatie heeft opgebouwd die volkomen onaf hankelijk van de Jordaanse autortei- ten werkt en haar eigen gang gaat zonder zich aan koning Hoessein te storen. Vlak voor het hoofdkwartier staan een witte en een blauwe Volkswagen, de auto's van Aboe Ammar. Na 1956, toen Ammar in Koeweit werkte als ingenieur, was hij er met zijn eigen bedrijf beter aan toe. Hij was miljo nair, reed rond in een Amerikaanse „Thunderbird" en liet huizen voor zichzelf bouwen in Cairo en de Liba non. Net als wij bij het hoofdkwartier aankomen, knetteren aan alle kanten de machinegeweren, ter gelegenheid van de begrafenis van omgekomen commando's, die aangevoerd op een vrachtwagen, op een klein „Al Fatah"- begraafplaatsje zonder veel plichtple gingen worde begraven. In afwachting van het bezoek aan het opleidingskamp begeven wij ons naar een huis in de bergen, noodhospi- NA VERLOOP van tijd worden wij uitgenodigd geblinddoekt in een grote Amerikaanse wagen plaats te nemen om een bezoek te brengen aan het geheime opleidingskamp. In dit kamp moeten de recruten, die veelal nog nooit wapens in handen hebben gehad, leren de angst voor gevaar en wapens kwijt te raken. De géhele dag oefenen zij in een nagebootste oorlog waar de instructeurs vlammen hoog laten op laaien met benzine waarna de recruut erdoor heen moet. De instructeurs springen niet zacht met de aan hen toevertrouwde leer lingen om. Met geweerkolven in de rug worden zij gedwongen hindernissen te nemen of door tunnels te sluipen. Bij het demonteren van wapens wordt hun zand in het gezicht geworpen en wor den ze afgeblaft. Er wordt met scherp geschoten in de kampen. Een man die door een beek waadt, wordt door de schoten gedwongen voor zijn leven te rennen in de hoop dat hem dat ook eens in „bezet gebied" zal gelukken. De groene uniformen, het fanatisme waarmee wordt gestreden, de toeloop van recruten en de steeds beter wor dende opleiding doen vermoeden dat de „Al Fatah" niet een beweging is die zal doodbloeden bij gebrek aan enthousiasme, een beweging die uit elkaar zal vallen of bevreesd wordt na een Israëlische aanval. Tijdens Karameh, een voor de Israë liërs klein actie, verloor Israel ruim twintig man. Dit was voor Israel een ongewoon hoge tol voor een repre saille-aanval, maar het was dan ook de eerste keer dat Israëlische troepen oog in oog stonden met de „Al Fatah". Wie zich op de hoogte heeft gesteld van de „Al Fatah" en enigszins een indruk heeft gekregen van hun sterkte en fanatisme zal spoedig de indruk krijgen dat de „Al Fatah" meer is en zeker zal worden dan alleen „een ver velende bijkomstigheid aan de grens die we op de koop toe nemen voor het bereiken van vrede", zoals een Israë lische woordvoerder ons verzekerde, kerde. Dat Israel ondanks dit uiterlijk ver toon van totaal niet ongerust zijn toch acties onderneemt waarmee het moei lijkheden in de Verenigde Naties en de Arabische wereld kan krijgen, be wijst wel dat de „Al Fatah" meer is dan alleen maar vervelend en dat Is rael dat ook weet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 7