Oranjes moeilijke weg naar Mexico 1970
Majoor/arts/
voetbalcoach
Stephan Boskov is
niet verrukt over datum van
wedstrijd tegen Nederland
Gundi
Asparuchov
i
BE
Bonef voetbalintellect op het middenveld
m
Samo Lefski
19
SIERAAD VAN HET
BULGAARSE VOETBAL
27 oktober Dan loopt ons seizoen af
mmjm
vm, ■Éi NI
Voetbalkrant 1968
EPfflH
wÊmfm
Émy//
Tekst Theo Reitsma
h
Bulgarije is het grootste obstakel op
SOFIA Bulgarije
wordt als het sterkste
land beschouwd in groep
acht van het toernooi om
het wereldkampioenschap
voetbal, waarvan de
eindronde in mei en tuni
1970 in Mexico wordt ge
houden. In groep 8 zijn
de tegenstanders van de
Bulgaren: Polen, Luxem
burg en Nederland.
Slechts twee maal
speelden de nationale
ploegen van Nederland
en Bulgarije tegen elkaar.
Op 13 mei 1959 in Sofia
(3—2 voor Bulgarije) en
op 3 april 1960 in Am
sterdam 42 voor
Nederland). Een onbe
kende tegenstander dus.
Kessler zag de ploeg eind
april aan het werk in Na
pels tijdens de interland
legen Italië; in de kwart
finale van het toernooi
om de Europa Cup. Kess
ler zag voorts de Bul
gaarse ploeg uit de eind
ronde van het wereld
kampioenschap 1966 in
Londen via films, die de
NTS daarvan nog heeft.
Nederland speelt de
eerste wedstrijd tegen
Bulgarije op zondag
27 oktober in Sofia. Bei
de landen hebben dan al
een wedstrijd tegen
Luxemburg achter de
rug. De tweede ontmoe
ting van Bulgarije en
Nederland is op 22 ok
tober 1969.
Boskov
SOFIA „Er is een Heer in de
hemel; er is een heer op aarde en
dat is Gundi." Asparuchov glim
lacht, herkent de slogan en wijst
hem af als te ver gaand. De be
wondering heeft dan ook nauwelijk
grenzen. Lange, stevige donkere As-
paruchow, vijfentwintig jaar oud,
is al geruime tijd voetbalheld in
Bulgarije. Vandaar dat „heer op
aarde", twee jaar geleden ov de mu
ren rondom een fabriek even buiten
Sofia. Zijn roem is nadien niet ge
taand. Gundi, het publiek koestert
zijn roepnaam nog altijd als die
van een zeer grote.
Gundi Asparuchov is de parel van
het Bulgaarse voetbal, die de popula
riteit draagt als een sportman, die
de weelde aankan. „In het begin
moest ik er natuurlijk aan wennen.
Nu ken ik mijn populariteit. Ik vind
het prettig. Uiteraard. Maar als ik
voetbal doe ik alleen maar mijn
best. Altijd. Ik houd er van mijn
best te doen. Voor Lef ski. Voor het
Bulgaarse elftal. Populair of niet".
Het standpunt, dat Oosteuropese
landen ten aanzien van sport inne-
nemen, maakt het George, roep-
Asparuchov
SOFIA „Zy zien ons niet eens staan". Nederlands bondscoach Kess
ler vermoedt het stellig. Hij vreest de Bulgaren. Hij schat hun kracht
hoog. De man voor wie die veronderstellingen vleiend zijn. Stephan
Boskov, glimlacht bij het vernemen van Kesslers vrees. De coach van
de Bulgaarse nationale ploeg stelt van zijn kant: „Zowel Polen als
Nederland zyn voor ons tegenstanders voor wie wij moeten oppassen.
Met Luxemburg houden wij geen rekening". Daarmee heeft de in zijn
land populaire 45-jarige majoor zijn mening over de sterkte van groep
acht in de voorronde van het wereldkampioenschap oppervlakkig weer
gegeven. Hij acht het voldoende voor de Nederlandse buitenwacht.
Tegenstander Nederland kende hij nauwelijks. Daarom verliet hij het
trainingskamp van zijn A-ploeg, toen Jong Oranje in april voor de ait-
dagingsbeker tegen Jong Bulgarije speelde en verloor. Hij zag Neder
lands voetbal pn was niet onder de indruk. Op 1 mei woonde hij Polen
Nederland bij en was niet onder de indruk van het spel. Al wist hij na
twee keer voldoende over Van Beverens klasse. En Boskov reisde naar
Boekarest, toen Nederland op 5 juni tegen Roemenië speelde. Dit moest
voldoende zijn om datgene aan te vullen wat Boskov zelf als summier
schetst. „Ik wist niet zo veel van het Nederlandse voetbal". En dan, na
vragen in die richting. „Ik weet van Ajax, datgene wat ik in de kranten
heb gelezen. Door de prestaties in de Europa-Cupcompetitie moet het
wel een goede club zijn. Maar Cruyff, Keizer, ik kende ze niet".
Een van de Nederlanders, die zich daar niet over verbaast, is bondscoach
Kessler. „Wat heeft Cruyff nu internationaal nog laten zien? In interlandwed
strijden nog niets. Het is terecht, dat Boskov hem niet kende. Nationaal is hij
hij ons een symbool, maar buiten Nederland betekent hij nog niets. Dat komt
ook, omdat we te weinig internationale ervaring opdoen".
Wat dat betreft is zijn Bulgaarse col
lega evenmin ruim bedeeld. De man,
die enkele maanden geleden van het
Nederlandse voetbal niet veel meer
wist. dan dat Vasovic („die goeie
Joegoslaaf") er speelde en dacht dat
„nummer tien", (Galic werd bedoeld)
eveneens in Nederland uitkwam (is
voor Standaard Luik in België), speelt
met zijn nationale elftal per seizoen
ongeveer zo veel wedstrijden als
Kessler gewend is. Hij heeft pas een
goeie tijd achter de rug, want de wed
strijden in 't Europa Cup toernooi voor
landenploegen leverden successen op.
Portugal werd in de voorronde uitge
schakeld; Italië sneuvelde in twee uiter
mate boeiende en goede wedstrijden
bijna in de kwartfinale. Bijna, want de
Europese kampioenen herstelden zich
in Napels na een nederlaag in Sofia.
Boskov voelde tot op heden weinig
voor een trip naar Zuid-Amerika, zoals
Kessler die graag had gemaakt. „Wat
moeten wij in Zuid-Amerika zoeken.
Hier in Europa zitten nu onze tegen
standers. Polen, Nederland. Dat zijn
onze concurrenten. Laten we ons eerst
maar daarop concentreren Dan komt
Zuid-Amerika vanzelf. Als we Mexico
halen (eindstrijd om het wereldkam
pioenschap in 1970) dan hebben we
tijd genoeg om ons goed voor te be
reiden. Reizen naar Zuid-Amerika be
tekent klimatologische problemen, zor
gen over het eten en ga zo maar door."
Boskov wordt in zijn werk als leider
van het Bulgaarse geselecteerde voet
bal overigens uitgebreid bijgestaan. Op
Oosteuropese wijze, waarbij de kans
op hiaten uiterst gering is. Boskov
heeft onder meer een medische bege
leiding die efficiënt werkt. Hij weet
omdat hij zelf arts is, wat er gaande is,
maar de medische zorgen laat hij toch
over aan een toegevoegde arts. Een
psycholoog schaaft aan andere zorgen
bij de geselecteerde spelers. Vijf trai
ners staan Boskov bij in zijn voetbal-
technische arbeid. Arsov en Spassov
zijn daarvan de belangrijkste. In meer
dan één opzicht. Want Arsov en Spas
sov zijn wanneer het nationale elftal
hun arbeid niet direct nodig heeft, in
actie bij twee belangrijke clubs: Lef ski
Sofia en Botev Plovdid. Zoals de drie
andere assistenten van Boskov bij
ZSKA Sofia (Ormansejev), bij Loko-
motiva (Berkov) en bij Slavia Sofia
(Tachkov) werken. Voorts is er Pe-
trov, die de opleiding van de Bulgaar
se trainers beheerst. De elftallen van
Jong Bulgarije en van de ploeg voor
de Olympische Spelen worden weer
door anderen geleid.
In die Bulgaarse constellatie is de zorg
voor 't nationale elftal een belangrijke
zaak. Het nationaal belang eist een
goed vertegenwoordigend elftal. Daar
van is 'n ieder overtuigd en dat maakt
het wat gemakkelijker voor Boskov,
die verbaasd hoort van Kesslers pro
blemen bij de voorbereiding op inter
landvoetbal. „Bij ons wordt de com
petitie desnoods stilgelegd De spelers
komen voor een wedstrijd vijf of zes
dagen bijeen in een trainingskamp."
Het rijk met natuurverschillen geze
gende Bulgaarse land telt er enkelen.
Zo kan er gemakkelijk met het spelen
op welke hoogten dan ook rekening
worden gehouden.
Vijfenveertigjarige Stephan Boskov
heeft dus wel iets meer mogelijkheden
dan zijn Nederlandse collega. Niet zo
gunstig oordeelt hij over de datum, die
voor de eerste wedstrijd tussen Bulga
rije en Nederland is gekozen: 27 okto
ber. Dan loopt het seizoen af. „Onze
competitie loopt van februari-maart tot
november. Daarna ligt de competitie
stil, omdat de strenge winters dat
noodzakelijk maken. Mei en juni zijn
voor ons de prettigste maanden om te
voetballen."
Boskov, die zelf 56 maal internatio
nal was, is twee jaar na het wereld
kampioenschap voetbal 1966 officieel
belast met de leiding van het Bulgaarse
A-elftal. Als opvolger van de Tsjech
Vytlacil, die naar Rapid Wien ver
trok. Boskov, als speler van legerploeg
CSKA Sofia toch al populair geworden
in eigen land. maakte toen zijn rentree
in de hoogste sportkringen, waaruit
hij wat stil verdwenen was. Hij keerde
terug en herwon de populariteit van
het Bulgaarse volk snel („Bulgarije is
een voetballand"). De enthousiaste
voetbalmassa herinnerde zich Boskov
als de man, die in het nationale elftal
zelf op vrijwel alle plaatsen had ge
speeld en hij zag zijn populariteit gevoed
met nieuwe successen. Na de uitscha
keling voor het Europa Cup toernooi
voor landenploegen in april is bij Bos
kov alle aandacht gericht op het we
reldkampioenschap. In 1962 (Chili) was
Bulgarije bij de laatste zestien;
in 1966 (Engeland) was Bulgarije bij
de laatste zestien; in 1970 (Mexico)
moet Bulgarije tot de laatste zestien
zijn doorgedrongen. Dat is Boskovs
taak.
Met verdedigend voetbal in uit
wedstrijden en aanvallend spel in de
thuiswedstrijden? „Misschien, dat
hangt natuurlijk van de tegenstan
der af Verdedigen tegen Luxemburg
omdat je toevallig in Luxemburg
speelt, is natuurlijk onzin." Maar
wel spelen met een versterkte de
fensie in Amsterdam en in War
schau? Met een ausputzer? „Ach,
misschien, als het nodig is, maar
wij houden niet van een libero. Daar
zijn alleen Italianen gek op. Maar
als de tegenstander het noodzakelijk
maakt, dan moet het."
Simeonov
SOFIA Gundi Asparuchov is de
bekendste voetballer uit Bulgarije. De
spitsspeler, zeer snel wendbaar, schie
tend in ieder kort ogenblik dat hem
gegund wordt vanuit vele hoeken en
zeer sterk in de lucht, is ook een van
de beste. Hij is geroutineerd, speelde
33 maal in het nationale elftal, en be
zit daarmee bijna de meeste ervaring
van de nationaal elftalspelers.
De man met de meeste interlands
achter zijn naam is Jakimov. Hij is
27 jaar oud en speelde al voor de na
tionale ploeg toen Bulgarije zich ver
zekerde van een plaats in de eind
ronde van het wereldkampioenschap
voetbal in 1962 (Chili). Hij scoorde in
de beslissingswedstrijd tegen Frankrijk
voor een plaats hij de laatste zes
tien het enige doelpunt. Jakimov
speelt voor CSKA Rode Ster Sofia, en
heeft de naam te balverliefd te zijn.
Te veel persoonlijke eer na te streven
door lange soli. Die eigenschap heeft
zijn plaats in de nationale ploeg thans
onzeker gemaakt.
Op het middenveld steekt momen
teel de jonge Bonef (21 jaar oud) van
van Lokomotiv Plovoliv hem naar de
kroon. Hij is het technisch voetbalintel
lect, dat de basis voor de aanvallen
legt. Hij is, ondanks zijn jeugd, zelf
bewust, minder balverliefd dan Jaki
mov, beheerst de techniek om wanneer
nodig het spel te vertragen, is kort
om de man die coach Boskov niet
graag meer zou missen. Probleem voor
Boskov en Bonef zelf een hinderlijke
knieblessure, die hem al tot regelmati
ge bezoeken aan prof. Jelinek in We
nen heeft gebracht.
Dimitrov is de organisator in de ver
dediging. Deze 24-jarige speler van
Spt. Sofia is lang, sterk in de lucht, en
de beste man, die Bulgarije kan leve
ren voor de taak van ausputzer. Die
eigenschap maakt hem tot een vrij
uniek bezit, want veel goede libero's
telt het land niet.
Doelverdediger is de 22-jarige Si
meonov van Slavia Sofia, die in En
geland (wereldkampioenschap 1966) één
wedstrijd speelde om ervaring te kun
nen opdoen en nadien de vaste man in
het doel is geworden. Vervanger van
Naidenov, die tieneneenhalf jaar doel
verdediger van het Bulgaarse voetbal
elftal was, nu 36 jaar oud is en als ere
naam Gundi, Asparuchov zo ge
makkelijk mogelijk om in zijn sport
het hoogste te bereiken. Hij is stu
dent, derde jaars, in de lichamelijke
opvoeding en kan dat nog lang blij
ven. Hij ontvangt een stipendium,
dat wat royaler uitvalt dan voor an
dere gewone studenten en
woont met vrouw en tweejarig zoon
tje in een staatsappartement met
voldoende ruimte, hetgeen zoals ge
bruikelijk zeer goedkoop in de huur
is. Asparuchov kan trainen, kan
voetballen, wanneer dat noodzake
lijk is. Noodzakelijk voor Asparu
chov, voor Lefski, voor het Bel-
gaarse team, voor het Bulgaarse
image. Hij is een duidelijk voor
beeld van de staatsamateur, en heeft
geen behoefte aan forse verdiensten
in professionele landen. „Ik ben
Bulgaaris zijn redenering, die al
les moet verklaren.
Die populariteit van de zoon van
de stadsarchitect van Sofia bete
kent in het Bulgaarse competitie
voetbal overigens lang geen aange
name last. De directe tegenstanders
van Gundi ontzien hem niet, inte
gendeel gaan er zeer hard tegenaan
en dat is mede de oorzaak van de
zwakte van Asparuchovs rechter
knie. Zo hard is hij bejegend, dat
Asparuchov twee jaar geleden
voor zichzelf tot de slotsom kwam,
dat het beter was om piet voetbal
len te stoppen. „Het werd me te
veel, iedere wedstrijd weer werd ik
grof gepakt. Ik was steeds hel
mikpunt." Dat voornemen kon de
speler van Lefski Sofia uit het hoofd
gepraat worden. In de enthousiaste
sfeer van zijn vereniging kwam hij
mentaal weer op peil en thans heeft
hij de juiste mentaliteit gevonden
om grote charges te ontwijken of
eventueel incasseren, wanneer zijn
voetbalkwaliteit hem langs tegen
standers zou hebben gevoerd.
Gundi Asparuchov speelt weer -net
plezier voor Lefski Sofia (een jaar
was hij er weg, tijdens zijn mili
taire diensttijd kwam hij namelijk
uit voor Botev Plovdiden de Bul
gaarse nationale ploeg. Steeds meer
klassespelers omringden hem, want
het voetbal in zijn land bewoog
zich sterk in opgaande lijn in de
zes jaar, dat hij nu aan de top
staat. 24 mei 1962 debuteerde hij in
Wenen tegen Oostenrijk. Sindsdien
speelde hij 31 interlands.
gast bij iedere wedstrijd wordt uitge
nodigd. Simeonov heeft de roem van
zijn voorganger niet als een last ge
voeld. Hij kent geen zenuwen. Net zo
min als Bontchef, zijn eventuele ver
vanger, die nauwelijks voor hem onder
doet.
Tot Bulgaars coryfee kon voorts nog
gerekend worden de 24-jarige buiten
speler Popov van Trakia Plovdiv. Met
een voortreffelijke techniek toebedeeld
is hij ook al door zijn snelheid één van
de gevaarlijkste mensen uit de Bul
gaarse ploeg.
Boskov kiest voorts erg graag de 23-
jarige Penev (CSKA Sofia) voor de de
fensie en de populaire 26-jarige Scha-
lamanov (Slavia Sofia) eveneens voor
de achterhoede.
SOFIA. „Samo Lefski" (alleen
Lefski is van belang') of „Acht miljoen
Bulgaren, negen miljoen Lefski-aan-
hangers". Het zijn kreten in Bulgarije,
die de situatie in de nationale voetbal
wereld royaal verklaren. Lefski Sofia
de oudste club is populair in het
land, waarin vlak na de tweede wereld
oorlog nauwelijks een stadion met een
speelveld van gras te vinden was. Nu
zijn die er in praktisch ieder dorp.
Maar in de Bulgaarse voetbalwereld
valt de nadruk op de hoofdstad Sofia
en op de belangrijkste legerteams zoals
kampioen 1967 Botev Plovdid er één is.
Uiteraard bestaat er niet het trans
fersysteem; maar wel leiden begerige
blikken op jonge spelers uit de pro
vincie regelmatig tot wijzigingen, die
in het voordeel van de verenigingen uit
Sofia zijn. De legerteams worden
dat zal duidelijk zijn regelmatig
gevoed met nieuwe dienstplichtigen,
die als voetballer bekender worden dan
als soldaat. In de A-competitie met
zestien clubs spelen vijf militaire
teams.
De vertegenwoordigende teams ma
ken voor hun wedstrijden voorname
lijk gebruik van een stadion in Sofia.
Dat is dan het Vasyl Lef ski-stadion,
dat sinds 1 mei 1958 in gebruik is. Het
is genoemd naar de man, die in 1872
terechtgesteld werd door Turken, het
geen het eind was van zijn leidende
rol in het verzet tegen de toenmalige
Turkse overheersing. Lefski was toen
33 jaar oud en leeft sindsdien in de her
innering voort als een held.
Het stadion biedt plaats aan 55.000
toeschouwers, die dan allen een zit
plaats hebben. Maar zonder al te veel
problemen is er ruimte staanplaat
sen te creëren voor nog eens 15.000
toeschouwers. Bulgarije-Portugal bij
voorbeeld trok 50.000 toeschouwers, maar
Bulgarije-Italië en Bulgarije-Hongarije
leverden 70.000 toeschouwers en dus
uitverkochte stadions op. Portugal en
Italië werden overigens niet geïntimi
deerd door de drukte op de tribunes.
Het publiek is namelijk niet a priori
tegen de formatie, die op bezoek is.
Het is fanatiek, maar kan waarderend
zijn, indien de bezoekers dat door goed
spel in de hand werken. Wat wel, on
bewust of bewust, tegen een tegen
stander werkt, is de drukte, die heerst
in het hotel in het centrum van Sofia,
waar de Bulgaren hun bezoekers ple
gen onder te brengen. Opmerkingen
als „Eusebio kon hier geen stap doen"
en „de Italianen werden gewoon gek
van al die mensen, die maar tegen ze
bleven praten, vragen stelden, niet weg
te slaan waren," schrokken Kessler op.
toen hij in april met Jong Oranje in
Sofia was.
Kessler heeft zich inmiddels laten
inlichten over hotels buiten de stad.
Daarheen wil hij voor de interland in
oktober. Liefst vijf dagen van te voren
om te acclimatiseren; te wennen aan
de hoogte (Sofia 700 meter boven de
zeespiegel) hetgeen noodzakelijk is, zo
leerde de ontmoeting van Jong Oranje
in april.