POOLSE TRAINER RYSZARD KONSEWICZ:
„Wij hebben het geld niet voor
zo'n sportcentrum als in Zeist
Kern van Poolse team
is van Gornik Zabrze
i
Voetballeven begint
in Polen bij zestien
Luxemburgs trainer Robert Heinz
is geen benijdenswaardig man
Buitenlanders
zijn nodig,
inaar moeilijk
te selecteren
Toernooi om
wereldtitel
voor clubs
21
Voetbalkrant 1968
99
Geen interesse
(Van een speciale verslaggever)
WARSCHAU De Aleje Ujaz-
dowskie is een van de grote boule
vards van Warschau. Het bordje
„Polski Zwiazek Pitki Noznej" aan
de gevel van een statig herenhuis
geeft aan, dat hier het bureau van
de Poolse voetbalbond is gevestigd.
Dat statige blijkt echter slechts
uiterlijke schijn te zjjn. Eerst ko
men we terecht op een vervallen
binnenplaatsje met grauw pleister
werk, althans waar dat nog aan
wezig is, tot we eindelijk in een
duister poortje de deur ontdekken,
die toegang verschaft tot het hoofd
kwartier van het voetbalgebeuren
in Polen. Secretaris Leszek Rylski
raadt de gedachten van de bezoe
kers wanneer hij hen in zijn werk
kamer ontvangt. „We zitten hier
niet zo florissant. We zijn hier voor
de oorlog ingetrokken en sinds die
tijd is er niet veel aan gedaan",
zegt hij verontschuldigend. „Maar
we gaan dit jaar de zaak ver
houwen". Berustend voegt hij dar-
aan toe: „Helaas niet meer dan een
beetje moderniseren. Nieuwbouw
kunnen we niet betalen". Trainer
Ryszard Konsewicz komt op dit
moment het vertrek binnen. „De
Poolse voetbalbond is niet zo rijk
Wij hebben het geld niet om zo'n
sportcentrum als bij jullie in
Nederland te bouwen. Ja, ik ben in
Zeist geweest. Ik kan niet anders
zeggen, dan dat het een prachtig
centrum is".
Ryszard Konsewicz lijkt ouder dan
de 57 jaren die hij telt. Konsewicz is de
steeds weer terugkerende figuur in het
Poolse voetbal. Sinds 1948 is hij drie
maal weggeweest („je weet hoe dat
gaat met trainers wanneer het eens
niet zo goed gaat)" en driemaal is
hij teruggekomen. In rond zestig inter
lands heeft hij het Poolse elftal geleid.
Konsewicz heeft nu tot taak de ploeg
voor te bereiden op de komende wed
strijden voor de voorronden van de
strijd om de wereldtitel.
Veel oefenwedstrijden.
Georg Kessler heeft er dikwijls op
gewezen, dat het Nederlands elftal meer
oefenwedstrijden diende te spelen. Dit
was ook de wens van zijn Poolse col
lega. Deze is niet onvervuld gebleven.
Zo speelde het Poolse elftal in een
periode van twee maanden tegen Tur
kije, Nederland, Ierse Vrijstaat, Noor
wegen en Brazilië. Voor het ernst gaat
worden staan er in het nieuwe seizoen
nog wedstrijden tegen Joegoslavië, De
nemarken en weer de Ieren op het
programma.
„Ik heb nu een kern van vaste spe
lers gevormd, die steeds verder zal
worden uitgebreid. Ik ga door tot ik
voor elke plaats de juiste man heb
gevonden. Het fundament is gelegd en
nu ga ik tevens werken aan meer een
heid in de ploeg. „Het is overigens
best mogelijk, dat ik tegen Bulgarije
en Nederland verschillende spelers in
zet. Ik vind namelijk, dat je bij de
keuze van een elftal ook rekening moet
houden met het speltype van de tegen
stander. Ik zal geen gelegenheid voor
bij laten gaan het spel van Bulgarije
en Nederland te bestuderen. Van mijn
ondervindingen zal het afhangen wel
ke spelers ik voor de desbetreffende
wedstrijden ga kiezen".
„Ik beschouw beide ploegen als
moeilijke tegenstanders. Tegen Lu
xemburg geloof ik niet, dat we zoveel
problemen zullen krijgen, al kun je
dat bij voorbaat zo moeilijk zeggen.
Mijn mening is, dat Bulgarije, Neder
land en Polen ongeveer gelijke kansen
hebben de eindronde te bereiken. Veel
krachtsverschil zie ik in ieder geval
niet".
Heel goed: van beveren.
„In Warschau is het Nederlands elf
tal me niet tegengevallen. Alleen be
greep ik de verdedigende tactiek van
Kessler niet goed. Hij heeft anders wel
de beschikking over een paar uitste
kende spelers. De doelman (Van Be-
veren) bijvoorbeeld vond ik bijzonder
goed". Konsewicz noemt nog enkele
nummers van spelers, die hem zijn op
gevallen. Wanneer we zijn opsomming
decoderen, komen de namen van Is
rael, Eijkenbroek, Klijnjan en Cruijff
te voorschijn.
„Je kunt natuurlijk de spelers moei
lijk aan de hand van één wedstrijd
beoordelen. Neem bij ons Lubanski. Die
kan veel meer dan wat hij op die be
wuste avond in het Legia-stadion liet
zien. Jarosik speelde veel beter, maar
terwijl Lubanski voor mij reeds lang
een vaste keuze was, beschouwde ik
Jarosik toen nog steeds als een twijfel
geval".
Resultaten van
tn seizoenen 1966/
Engeland—Polen
Hongarij e—Polen
ZwedenPolen
Brazilië—Polen
BraziliëPolen
A r gentiniëPolen
PolenEngeland
Oost-Duitsland—
Polen
PolenLuxemburg
Frankrijk—Polen
Roemenië—Polen
Vier spelers van Gornik Zabrze
de kampioen van vorig jaar die in
het toernooi om de Europa Cup voor
landskampioenen werd uitgeschakeld
door de latere bekerwinnaar Manches
ter United, maar die het toch maar
presteerde de Engelsen in Polen een
1-0 nederlaag toe te brengen vorm
den voor Konsewicz de basis, waarop
hij voortbouwde. Behalve Lubanski, de
21-jarige spitsspeler, die in het dage
lijks leven technicus op een porselein
fabriek is, waren dat de 28-jarige at
letische doelman Kostka, een mijnin
genieur, de 30-jarige verdediger tevens
aanvoerder Oslizto, die als technicus in
een mijn werkzaam is, en Latocha,
eveneens een speler voor de achterste
vier, 23 jaar oud en als ambtenaar
ook al betrokken bij de mijnbouw.
Deze basis werd al spoedig versterkt
met de 27-jarige ingenieur Gmoch van
Legia Warschau. Jarosik (Zaglebie),
de 24-jarige schakelspeler, die een
baan heeft bij de hoogovens in zijn
woonplaats Sosnowiec en halfspeler
Zmijewski (Legia), een 23-jarige mili
tair, moesten even wachten tot ze op
het definitieve lijstje van Konsewicz
kwamen te staan, maar nu zijn ze toch
wel haast zeker van hun verkiezing.
De namen van de volgende spelers
zijn eveneens waard om onthouden te
worden, want mogelijk komt men ze
straks in de opstelling van het Poolse
elftal tegen: Grotynski (doelman van
Legia), Folbrycht van Pogon Szczecin
(Stettin), Bazan van Zaglebie Sosno
wiec, Brychcy en Deyna van Legio
Warschau, Bula en Faber van Ruch
Chorzow en Michalik van Gwardia
Warschau. Voorts heeft Konsewicz het
oog laten vallen op enkele spelers, die
in het Poolse elftal onder 23 jaar uit
komen. En wel met name Gadocha
(Legia), Kozerski (Stal), Deja, Gorgon
en Musiatek (allen Gornik).
Een uitgebreide selectiegroep dus,
waaruit de Poolse trainer straks zijn
definitieve keuze moet maken. Hij
zal dat moeten doen tijdens de oefen
wedstrijden, want centrale trainin
gen, zoals in Nederland, kent men
in Polen niet. „De spelers komen
twee of drie dagen voor de wedstrijd
bij elkaar en voor de rest ben ik
aangewezen op de rapporten van de
clubtrainers", aldus schetst Konse
wicz zijn werkwijze. „Er bestaat een
zeer goed contact tussen mij en deze
trainers, terwijl ook waarnemers in
de verschillende districten mij op de
hoogte houden".
De Poolse trainer is optimistisch
gestemd: „Het^ is geen eenvoudige
poule, waarin we terecht zijn geko
men ,maar we hadden het veel slech
ter kunnen treffen". Bovendien heeft
Koncewiez het voordeel, dat hij alle
gelegenheid krijgt het spel van de
tegenstanders te bestuderen voor het
Poolse elftal op 20 april in Warschau
voor de eerste maal tegen Luxem
burg in actie komt.
De 21-jarige topscorer van Gornik
Zabrze en van het Poolse team,
Wlodzimierz Lubanski.
WARSCHAU Voetbal is de eerste
sport in Polen, doch het aantal be
oefenaren blijft toch ver achter bij dat
in Nederlamd. Polen telt ruim 3000
voetbalverenigingen, die met bijna 9000
elftallen aan de competitie deelnemen.
Nederland komt tot rond 4400 clubs
met over de 20.000 elftallen. De voet
balbedrijvigheid in ons land is dus
aanzienlijk groter, omdat we tevens in
aanmerking moeten nemen, dat in
Polen tweeeneenhalf maal zoveel men
sen wonen.
De landelijke competitie in Polen be
staat uit een eerste liga met veertien
clubs, een tweede met zestien en een
derde (vier afdelingen) met 64 vereni
gingen. Het topvoetbal kan men haast
een bedrijfscompetitie noemen, want
het zijn hier voornamelijk de clubs
van de grote bedrijven, die de toon
aangeven. Gornik en Zaglebie bijvoor
beeld worden onmiddellijk met de
mijnbouw in verband gebracht. Ruch
(chemie), Legia (militair) en Gwardia
(politie) zijn eveneens verenigingen
met een speciaal tintje.
„Het is doorgaans zo, dat de spe
lers voor de wedstrijden van het na-
het Poolse nationale elftal
67 en 1967/'68
11 LuxemburgPolen U0
1—1 Polen—België 31
11 PolenFrankrijk 14
41 BelgiëPolen 24
21 PolenRoemenië 00
11 Polen—Turkije 8n
01 PolenNederland 00
Ierse Vrijstaat—
0—2 Polen 2—2
4n Noorwegen—Polen 1—6
2—1 Polen—Brazilië 0—2
4—2
(Van een speciale verslaggever)
LUXEMBURG Het groothertogdom Luxemburg kan er
zich niet op beroemen een grote voetbalnatie te zijn. Met de
nationale ploeg proberen de „Letzeburgers" weliswaar op
internationaal niveau iets te bereiken, maar het blijft veelal
bij een lovenswaardige poging. De voetbalenthousiasten in
het land van de Ardennen maken zich dan ook niet zo bijster
veel illusies over de prestaties van de Luxemburgse ploeg in
de voorronden voor het wereldkampioenschap tegen Neder
land, Polen en Bulgarije. De laatste wedstrijden tegen Neder
land-B en België-B hebben er waarachtig niet toe bijgedragen
de hoop op gunstige resultaten te laten opleven. Twee neder
lagen 43 tegen de Nederlanders en 10 tegen de Belgen
waren de uitslagen, die de Duitse trainer Robert Heinz
niet tot een benijdenswaardig man maakten. Critiek aan zijn
adres bleef dan ook niet uit en de magere resultaten droegen
er niet toe bij de toch al matige belangstelling voor inter
lands bij de Luxemburgers in de lift te brengen.
Nu dient gezegd dat de problemen van de Luxemburgse
voetbalbond met zijn 10.000 leden (inclusief de spelers van
de grote schare bedrijf self tallen) beslist niet gering zijn
Omdat men in het groothertogdom nog steeds zweert bij het
amateurisme in de voetbalsport ligt het voor de hand, dat
de beste spelers als prof in het buitenland hun heil zoeken.
Vooral Frankrijk is bij de Luxemburgse topspelers in trek.
Zo verhuisden Fernand Jeitz en Johnny Leonard naar de
FC Metz. Ady Schmit tekende een contract bij Sochaux. Er-
win Kuffer zette zijn handtekening bij Olympique Lyon en
Edy Dublin deed hetzelfde bij de AS Nancy. Bij dit viertal
bleef het niet. Louis Pilot trok het shirt van Standaard Luik
aan en ook Bizzi Konter stapte naar België om bij La Gan-
toise zijn geluk te beproeven. De „emigranten" komen welis
waar telkens voor op de lijst van spelers voor het nationale
team, maar trainer Heinz kan niet altijd over deze knapen
zo beschikken als hij graag zou willen. Het is voor hem dan
ook bijzonder moeilijk behoorlijk aan de opbouw van een
homogene ploeg te werken.
Intussen heeft hij echter laten weten, dat hij voor de voor
ronden voor het wereldkampioenschap tegen Nederland,
Polen en Bulgarije een ploeg zal formeren, waarin zoveel mo
gelijk Luxemburgse spelers uit het buitenland van de partij
zijn. Hij heeft daartoe de beschikking over Jeitz momen
teel een van de beste verdedigers in het Franse voetbal
Leonard, Kuffer, Konter, Pilot, Schmit en Dublin. Voor een
plaats komen verder in aanmerking doelman René Hoffman,
Nicky Hoffman, Ewen, Klein en Kirchens. Heinz houdt echter
ook het oog gericht op jonge talenten zoals Langer, Johnny
Hoffmann, Antony, Reiland, Cardoni, Schartz, Scrigna en
Leszcynski, alsmede de junioren Mousel en Philippe.
Fernand. Jeitz
LUXEMBURG „Met het oog op de voorronden
voor het wereldkampioenschap moeten de spelers in
een binnen- of buitenlands trainingskamp bij elkaar
komen", bazuinen sinds enkele maanden de sportredac
ties van een aantal Luxemburgse bladen uit. „Allemaal
goed en wel", zegt Heinz, „maar er wordt niet gevraagd
of de buitenlandse clubs onze spelers voor dit doel ge
ruime tijd willen afstaan". De Luxemburgse pers ha
mert er ook op, dat Heinz moet overstappen op een
„ausputzer", omdat Fernand Jeitz deze rol bij de FC
Metz vertolkt. In de wedstrijd tegen Nederland-B deed
de Duitser een voorzichtige stap daartoe, maar het
werd een compleet fiasco, omdat andere verdedigers als
Lesczynski, Even, Johnny Hoffmann en Reiland met
dit spelsysteem helemaal niet uit de voeten konden.
Tegen België-B lukte het iets beter, maar een succes
was het zeker niet. Het is ook niet zo verwonderlijk,
want Luxemburg is een land waarin de clubs z:ch niet
zo heel erg druk maken over spelsystemen. De ama
teurs plegen voetbal te spelen voor hun puur genoegen
en een plaats in de nationale ploeg is nu niet iets waar
voor zij heel erg warm lopen. Daaruit valt voor een
niet onbelangrijk deel ook de geringe belangstelling
bij het publiek voor interlands te verklaren.
Kwamen er begin mei 4.Ü00 toeschouwers opdagen voor
de bekerwedstrijd Jeunesse-Rümelingen, voor de interland
van de nationale A-ploeg tegen België-B meldden zich slechts
2.000 enthousiasten aan de loketten. Enkele weken tevoren
had de penningmeester van de Luxemburgse bond ook al
geen vriendelijk gezicht kunnen zetten, toen hij de toeschou
wersbalans na de match tegen Nederland-B opmaakte. Er
waren maar 3.000 kijkers die zich de moeite hadden getroost
het Stade Municipal in de stad Luxemburg op te zoeken.
tionale team verlof krijgen. Het is ge
bruikelijk, dat de fabriek dan het sa
laris doorbetaalt", vertelt Leszek Ryls
ki, de secretaris van de Poolse voet
balbond. ,Het komt zelden voor. dat
de bond loonderving moet vergoeden".
Hij maakt er voorts geen geheim van,
dat men in Polen zuinig is met jong
talent. Wanneer bij een kleine club
een begaafde speler wordt ontdekt zal
deze al spoedig door een vooraanstaan
de vereniging worden overgenomen.
„Wij bevorderen zelfs dergelijke over
schrijvingen, want hierdoor voorkomen
we, dat talent verloren gaat. Boven
dien kunnen we deze spelers moeilijk
beoordelen wanneer ze in lagere klas
sen blijven spelen. Daarin kunnen ze
uitblinken, maar ontmoeten ze meer te
genstand dan zijn ze vaak nergens
meer".
Het voetballeven van de Poolse
jeugd begint eigenlijk pas bij zestien.
Dan mogen ze echte voetbalschoenen
met nopjes aantrekken. De ju
nioren tot vijftien jaar spelen uitslui
tend op basketballschoenen of schoei
sel dat daar op lijkt. Er zijn in Polen
ruim 1500 van zulke „Trampkarz-
teams" (gymschoenelftallen), hetgeen
volgens Nederlandse maatstaven be
paald geen indrukwekkend getal is.
In vergelijking met ons land vallen
ook de aantallen toeschouwers in Po
len nogal povertjes uit. Bovendien is
in dit Oosteuropese land de belang
stelling voor de wedstrijden de laatste
jaren zeer fors gedaald .De heer Ryls
ki ziet als voornaamste oorzaak de op
komst van de televisie, die de wed
strijden thuis bezorgt.
De teruggang is niet gering. Gornik
bijvoorbeeld kon een jaar of tien ge
leden nog rekenen op gemiddeld 40.000
toeschouwers per wedstrijd. Legia War
schau op zo'n 25.000 man. Beide clubs
komen thans niet verder dan 10. tot
15.000 toeschouwers. Natuurlijk zijn er
uitzonderingen. Het trouwste publiek
woont in Stettin. Daar kan Pogon on
veranderd bogen op een met 25.000
mensen gevuld huis.
HAARLEM. De FIFA zal in
oktober op een vergadering in Gua-
daljara in Mexico een voorstel be
handelen, dat een wereldkampioen
schap voor clubs uit alle continen
ten beoogt. Het voorlopige plan
voorziet erin, dat vier of vijf clubs
uit verschillende continenten om de
titel zullen strijden in uit- en thuis
wedstrijden of in een toernooi in
een stad. Grootste voorstanders zijn
de Zuidafrikaanse landen. Het toer
nooi zou in 1970-'71 moeten begin
nen.
Het plan is al vele malen ter
sprake gekomen. Het aantal voor
standers lijkt dit maal voldoende
om het plan er door te krijgen.