VOETBAL IN FRANKRIJK DAALT ZEER SNEL IN POPULARITEIT Gantoise promoveerde met topscorer Van Nee Gemiddeld kijkers IN DIVISIE: AANTAL EERSTE 8500 „Er wordt hier onvoorstelbaar in België hard gespeeld Iedere wedstrijd lijkt cup-duel IN NEDERLAND IS HET VOETBAL BETER 25 Voetbalkrant 1968 mmn Beker aantrekkelijk iitiifei - 4 Op de bar rik aden Reorganisatie Salarissen 60.000 99 Ingeburgerd Goed betaald (Van onze speciale verslaggever) DEN HAAG Frankrijk koestert veel zaken liever dan het voetbal. Louis Deguaugez, coach van het natio nale elftal: „Het moet héél lang geleden zijn, dat de belangstelling voor voetbal in Frankrijk zo gering was als dit jaar. De situatie is vooral verontrustend, omdat maar zeer weinigen zich zorgen maken over de oor zaken die de populariteit van het voetbal zeer ernstig aantasten". Het cijfermateriaal steunt deze verklaring. In het afgelopen seizoen verkozen opnieuw minder Fransen de zondagmiddag op het voetbalveld door te brengen dan in het seizoen 1966-1967, dat al als diepte punt omschreven stond. In de eerste divisie lag het bezoekersgemiddelde bij de wedstrijden van de twintig clubs niet hoger dan 8.500. Boven de 10.000 reikten al leen St. Etienne (15.500), Marseille (15.000), Bordeaux (13.000) en Nantes (12.500). Aanzienlijk minder aan loop krijgen evenwel de clubs van de tweede divisie Het gemiddelde daar steekt nog ongunstiger af bij de vergelijkbare Nederlandse situatie. Sporadisch slechts ontvangt een Franse profclub die niet tot de eerste divisie behoort, meer dan 4.000 toeschouwers. Het ge middelde van het laatste seizoen haalde nauwelijks de 2.500. Niettemin: in Frankrijk, waar het profvoetbal uit 1933 dateert, is de gerin ge belangstelling van 't voetbalpubliek geen nieuw verschijnsel. In een land, dat behalve bijna 1000 profvoetballers nog eens 600.000 amateurspelers telt, zijn de voetbalvelden nimmer zó in trek geweest als in Engeland. West- Duitsland of Nederland. De curve van het bezoek vertoont de laatste jaren echter een zo vaste richting naar om laag, dat ook het Franse voetbal nu zijn verontrusten kent. Een van hen is Frangois Thebaud, hoofdredacteur van 't voetbalblad Mi- roir du Football. Thebaud wijst gaarne in volgorde de oorzaken aan, die te zamen aanzien en levenskracht van het al zo geteisterde Franse betaalde voet bal nog verder bedreigen. Thebaud: „Er is het geweld dat op de velden om zich heen grijpt, er is de onmacht van de huidige scheidsrechters, er is de for mule van de cup-wedstrijden, die de toeschouwers besteelt, en er is het de fensieve spel, dat almaar onaantrekke lijker wordt. Het betonvoetbal werkt het geweld in de hand en doodt het attractieve karakter van de voetbal sport". Albert Batteux, trainer van kampioen St. Etienne, stelt zich op ach ter die mening: ,als men de huidige ontwikkeling van het voetbal accep teert, aanvaardt men tegelijkertijd iets veel ernstigers: het feit dat de voetbal sport voor het publiek dood zal zijn", Batteux was het afgelopen seizoen Frankrijks meest bewonderde trainer. St. Etienne nam het kampioenschap van Nantes op zeer imponerende wijze over. Het elftal, waarin Mekloufi een schitterend seizoen beleefde, veroverde na een 2-1 zege op Bordeaux niet al leen de Franse voetbalbeker, maar finishte ook met een geweldige voor sprong in de strijd om de landstitel. De kracht van St. Etienne ontluisterde in feite het aanzien van de competitie. De nationale coach Duguaugez, die te gelijkertijd de supervisie uitoefent over Sedan, daarover: „De wedstrijden waren eigenlijk al gauw niet interes sant meer voor het publiek. Nog voor de helft van het seizoen stond vast dat St. Etienne kampioen zou worden. Zo'n wetenschap maakt de competitie kapot". De aanwezigheid van één superieur regerende club verlamt dus ook in Frankrijk het elan van de competitie. De ongenaakbare rol die St. Etienne speelde droeg zeker bij tot het terug lopen van de recettes. De Franse voet balleiders stellen daarvoor echter in eerste instantie het betonvoetbal aan sprakelijk. Het zeer defensieve spel, dat bijna alle wedstrijden bepaalt valt zeker niet te rijmen met de wensen van de Franse sportliefhebbers. Het voetbalpubliek, dat ook meer en meer de weg naar de rugbyvelden weet te vinden, raakt bovendien uitgekeken op het vaste patroon dat in alle duels te constateren valt: de thuisclub valt aan en de bezoekers verschansen zich bonkig voor de eigen goal. Vandaar ook almaar minder doelpunten in het Franse voetbal. Tegenover vier en een half doelpunt per wedstrijd in het eerste prof-seizoen 1933-'34 stond in de laatste competitie het schamele gemid delde van twee en een half. Het Franse elftal was wel in Londen voor de wereld kampioenschap pen 1966 (hier tegen Engeland: 0-2 in actie), maar werd roemloos uit geschakeld. Het was geen propa ganda voor het Franse voetbal. De competitie in Frankrijk moet het daarom ook geheel afleggen tegen de wedstrijden om de beker, die het voet bal na 1 januari geheel beheersen, en waarin de clubs vaak wel gedwon gen zijn aanvallende strijdmethoden te hanteren. De bekerstrijd in Frankrijk ontleent zijn charme ook aan de deel name van vooraanstaande amateur clubs. Geen wonder in elk geval, dat de wedstrijd die het vorige seizoen de meeste kijkers in Frankrijk trok de bekerfinale was. In het Parijse stadion van Colombes waren 45.000 toeschou wers aanwezig, een voor de huidige ml X (Van onze speciale verslaggever) BRUSSEL Niet minder dan 45 buitenlanders voetballen in de 16 clubs die de hoogste klas in België vormen. Onder hen acht Nederlan ders: Eddy Koens, Leo Ouwens en Michel van der Loop (allen St. Truiden), Jan Mulder (Anderlecht) Hennie van Nee en Piet Verpoorte (Gantoise)Bert van der Wall en Herman Jacobs (Racing White). Van dit achttal is alleen Piet Ver poorte niet zeker van een plaats in het eerste team. Verwacht wordt dat de Joegoslaaf Bkrljadc zich voorlopig nog wel in het eerste van Gantoise kan hand haven. Deze club promoveerde pas naar de eerste afdeling, ondermeer dankzij Hennie van Nee, die vurig seizoen in de tweede afdeling top scorer was. Gantoise heeft ook een Surinamer in zijn „stal": Ludwig Zorgvliet. Tot enkele jaren geleden hebben vele Kongolezen in de Belgische topklasse gespeeld. Nu nog slechts één: Julien Kialunda van Ander lecht. Ook speelden er enkele jaren geleden opmerkelijk veel Brazi lianen in de eerste afdeling. Alleen door promotie van Gantoise, dat de Braziliaan Dos Santos in dienst heeft, is Brazilië nog vertegenwoor digd in het Belgische topvoetbal. Joegoslavië heeft de meeste ver tegenwoordigers in de eerste afde ling: 11 spelers. Voorts zijn er vijf Duitsers, vier Zweden, dne Engel sen, 2 Luxemburgers, twee Fransen, twee Oostenrijkers, een Hongaar een Deen, een Marokkaan, een Ier en een Schot. In België wordt als belangrijkste transfer beschouwd de aankoop van de Deen Ka] Poutsen door Beerschot. Hij kwam van Han nover '96 en het Duitse tijdschrift „Der Fussballsport" noemde dit een groot verlies voor de Bundesliga. Henny van Nee noodzakelijk zijn. Twee uitwedstrijden minder scheelt veel geld. De competi tie kan met 18 clubs bovendien inte ressanter worden". Een tweede ingreep, die de clubs een prettiger toekomst moet bezorgen, is het plan van Sadoul om na het volgende seizoen een klasse onafhan- kelijken te creëren. Ter vervanging van de huidige tweede divisie van 20 clubs (Frankrijk kent in totaal 38 profclubs) dan een „open" afdeling, waarin ook plaats ingeruimd dient te worden voor een aantal van de 72 amateurclubs uit de vijf hoogste districtsklassen. Het plan zal ongetwijfeld aangenomen worden. Wat dan.in de praktijk zal betekenen dat de niet-eerste divisie clubs geen volledig prof-arsenaal meer behoeven te financieren, dat ook de amateur-deelnemers drie of vier profs Just Fontaine Franse begrippen bijna astronomisch cijfer. Het getal is overigens mislei dend: de Franse voetbalbond had 10.000 entreebewijzen weggeschonken aan de schooljongens. De bond maakte einde lijk duidelijk dat er ook op propaganda- gebied maatregelen moeten worden ge nomen om het Franse voetbal te redden. De FFF heeft volgens velen de laat ste jaren een beleid gevoerd, waar van het voetbal nauwelijks de vruch ten plukte. Oud-International Just Fontaine: „In plaats van altijd maar geld te vragen aan de televisie, zou het Franse voetbal veel meer gediend zijn met het vragen van televisietijd, waarin echte propaganda kan worden gemaakt voor het voetbal". Fontaines naam is in Frankrijk nog altijd zeer bekend. De sporthandelei- genaar uit Toulouse is na het fameu ze Franse voetbaljaar 1958 (derde bij de wereldkampioenschappen in Zweden) maar zelden op de achtergrond geraakt Fontaine die hevig betreurt dat Frank rijk internationaal maar weinig méér kan imponeren dan b.v. Nederland, was vorig jaar nog twee maanden coach van de nationale ploeg. Frankrijk leed in die periode in eigen land nederla gen tegen Roemenië en Rusland, waar na Fontaine weer mocht vertrekken. Maar tijdens de „revolutie" van en kele maanden geleden kwam Fontaine geheel in de stijl van die roerige da gen voor het Franse voetbal op. Hij liet zich benoemen tot voorzit ter van het comité, dat het bondsbu- reau van de FFF vijf dagen lang be zette. Fontaine, die ook het initiatief nam tot het stichten van een vereni ging van voetbalprofs, over zijn be weegredenen van toen: „de omstan digheden zijn voor de Franse voetbal lers niet correct. Daarop wilden wij wijzen. De bond doet immers niets voor de clubs en de spelers. Maar des ondanks is hij zeer rijk. Alleen al zijn gebouwen in Parijs zijn miljoenen waard. Toch wordt toegelaten dat de clubs arm zijn". De bond bleek niettemin in wat Frankrijks slechtst bezochte voetbal seizoen werd bereid tot activiteit. On der leiding van Jean Sadoul is een re organisatiecommissie aan het werk ge gaan om de noden van de clubs te hel pen verlichten. Vast staat al dat het aantal clubs in de eerste divisie van 20 tot 18 wordt teruggebracht. Sadoul over de motivering van het door de clubs met instemming begroete be sluit: „we mogen niet toestaan dat de clubs failliet gaan. Hun grootste uit gavenpost vormen de meerdaagse rei zen, die in Frankrijk nu eenmaal zullen opnemen, en dat ter verdere financiële besparing het land zal worden verdeeld in drie regionale af delingen van elk 12 clubs. In de eerste divisie bestaan de clubs voor 90 percent uit full-profs, in de tweede uit 40 percent. En de Franse spelers verdienen zeker in de hoogste afdeling aanzienlijk meer geld dan de Nederlandse semi-profs. Salarissen van f 60.000 of meer zijn bepaald geen uit zondering. Toch zijn de financiële zorgen van de Franse clubs maar zelden groter dan die van de Nederlandse, hetgeen de verenigingen dan danken aan de steun die overal in Frankrijk de plaat selijke overheid verleent. Met uitzon dering van Parijs mag in elke Franse stad niet meer dan één profclub spe len. En de Fransen achten het overal normaal .dat het betaalde voetbal in het plaatselijke subsidiebeleid een plaats verdient die maar weinig wordt achtergesteld bij hetgeen bijvoorbeeld de schouwburg ontvangt. Het merk waardige is dat waar geldschieters de taak van de gemeenten overnamen de clubs het vaak niet konden redden. De bekendste voorbeelden van clubs die moesten verdwijnen omdat de finan ciers met vele tonnen verlies tenslotte wegliepen, zijn Racingclub De Paris en Toulouse. De Racingclub fusioneer de enkele jaren geleden met Sedan en speelt niet meer in Parijs. De Franse hoofdstad met zijn vier miljoen inwo ners raakte vorig jaar ook nog Stade Frangais kwijt, dat terugkeerde naar de rijen van de amateurs. Eerste divi sievoetbal kreeg Parijs vorig seizoen terug toen de, overigens alleen in de eigen noordelijke buurt populaire, tweedeklasser Red Star de rechten van Toulouse mocht overnemen. De Fran se voetbalbond is er overigens van overtuigd dat het Franse profvoetbal niets is zonder een goede club in Pa rijs. Vandaar dat de pogingen van een aantal oud-bestuursleden van de Ra cingclub en de Stade om het komende seizoen al met een nieuwe Parijse club te starten van harte worden gesteund. Ook de gemeente Parijs werkt mee en is bereid tot ruime financiële steun. De gemeente redeneert vooral dat het Pare des Princes gediend is met een nieuwe bespeler De clubs hoeven overigens weinig aan overwinningspremies uit te keren. De hoge verdiensten voor veel Franse profs schuilen vooral in de salarissen. Een overwinning levert zelden meer dan 150 op, een gelijkspel wordt meestal gehonoreerd met 75 en een nederlaag levert niets op. De Franse motivering: de premies niet zo op schroeven dat de kans op ruw spel toeneemt. De clubs zijn ook niet ge negen de Nederlandse fout van de waanzinnig hoge transferbedragen te maken. Een transfersom van 1 ton geldt in de Franse verhoudingen al als een zeer stevig bedrag. (Van onze speciale verslaggever) BRUSSEL „Hier mag je leven, maar het voetbal is bikkelhard. In Holland word je geleefd. Hier mag je leven.Dat is een van de belangrijkste ontdek kingen, die Hagenaar Michel van der Loop, 21 jaar, in een jaar Belgisch topvoetbal heeft gedaan. „In Neder land", zegt hfj, „is het betaald voethal een bikkelharde business. De spelers liggen vastgeklonken aan een ijze ren discipline. Als je even buiten het paadje loopt, legt de club je een boete op. Er wordt bepaald hoe Iaat je naar bed moet. Je uitgaansleven wordt nagegaan. Er wordt voor je beslist. Ja, je wordt er gewoon geleefd". Michel kan het weten: hij speelde op 16-jarige leeftijd al in het eerste van ADO en daarna enkele seizoenen in DWS naast onder anderen Rensenbrink, Geurtsen, Temming en Israel. „Hier in België", weet hij nu ook, „gaat het allemaal veel gemakkelijker, veel gemoedelijker. Je mag hier nog eens een pintje pakken. Maar omdat je de vrijheid hebt, doe je het nauwelijks. Het loopt nooit uit de hand. Zo'n geval als Claes- sens, die tot voor kort voor Standard Luik heeft gespeeld en die nu in Duitsland voetbalt, is ook hier een uitzondering. Hij kwam nogal eens in het nieuws omdat hij dronken ach ter het stuur zat. Zoiets is niet maatgevend. Ér is hier meer sfeer, meer clubliefde nog dan in Nederland. De besturen zijn ook veel gemakkelijker. Boetes kennen ze hier niet. En ze betalen ook gemakkelijker onder de tafel. Daarom wil je wel Daarom vecht je voor de club". speeld. Iedere wedstrijd weer is een bikkelhard gevecht" Michel van der Loop vult aan: „Het gekke is, dat Smt Truiden maar 22.000 inwoners telt, maar dat we hier spelen in een stadion dat 23.000 toeschouwers kan bevatten. En in het afgelopen seizoen waren we zesmaal uitverkocht. Van heinde en ver moeten ze hier naar toe komen. Vooral als we tegen clubs uit Luik spelen dat ligt hier maar 35 km van daan kan er geen kip meer bij. Het is inderdaad iedere wedstrijd een heksenketel". Leo Ouwens, bewoner van een riante bungalow, vertegen woordiger in keukens, getrouwd, heeft het met de aanpassing aan dit bikkelharde voetbal moeilijker gehad dan Koens en Van der Loop die al enigszins gestaald waren in het Neder landse betaald voetbal. Maar Leo Ouwens, amateur-inter national in Nederland, kwam zo van de amateurclub TOP in Oss. Sint Truiden lokte hem met „twintig mille in het handje" en een splinternieuwe Peugeot. WMft Michel van der Loop met zijn Belgische bruid Ria Hayen. Michel kan ook dat allemaal weten: hij heeft nu precies een seizoen gespeeld voor Sint Truiden, een club in Belgisch Limburg die in de topklasse van onze zuiderburen als vierde van de zestien glubs finishte. „En het volgend jaar worden we kampioen", voorspelt Schiedammer Eddy Koens (22 jaar) die ook al voor Sint Truiden uitkomt. Want dat is het op merkelijke van deze Belgische club: drie van de vier aanval lers zijn Nederlanders. Naast Eddy die voor SVV en PSV heeft gespeeld en Michel zit ook Leo Ouwens (21 jaar) in de Sint Truidense schutterij. Eddy Koens kan bogen op de grootste ervaring in het Bel gische topvoetbal: hij gaat zijn derde seizoen bij Sint Truiden in. „Die moeten we niet tegen ons hebben, die moeten we voor ons hebben", zei een bestuurslid van Sint Truiden twee jaar geleden toen PSV (met Eddy) tegen dit Belgische elftal speelde. Koens scoorde tegen Sint Truiden twee doelpunten in die wedstrijd en omdat Sint Truiden toevallig een rechts buiten nodig had en omdat PSV akkoord ging met de prijs en omdat Eddy zwichtte voor het lokaas (onder meer een auto), speelde Koens wat later in STVV (Sint Truidense Voetbal Vereniging). En hij deed het aardig: zowel in zijn eerste als in het afgelopen seizoen was hij met 17 doelpunten topscorer van de club. Ook Eddy ziet de verschillen tussen het Nederlandse en Belgische topvoetbal wel. „In Nederland wordt beter gevoet bald dan hier. Zoveel topclubs als in Nederland Ajax, Feijenoord, ADO, Go Ahead, GVAV, noem maar op hebben we hier niet. Maar de inzet hier is voor een Nederlandse voetballer onbegrijpelijk. Er wordt onvoorstelbaar hard ge- Ouwens raakte kennelijk geïmponeerd, liet zich door kei harde verdedigers van het veld spelen en stond zelfs twee wedstrijden naast het eerste. Maar nu is hij bezig aan een come-back. Als we in een Sint Truidens café een pintje pak ken met stadsarbeider Polleunis vader van de beroemde ster van Sint Truiden, die bovendien de laatste maanden de ster is van het Belgische elftal geeft deze deskundige (hij speelde zelf 21 jaar in Sint Truiden) als zijn mening: „Van de drie Nederlanders heeft Ouwens de meeste klasse. Maar hij is te lankmoedig. Hij moet net zo hard worden als Koens, die nou niet zo'n grote voetballer is, maar die attent is en daarom veel doelpunten maakt. Van der Loop is een enorme werker, die zelf de ballen vaak uit de verdediging haalt". Polleunis sr. zwijgt, maar lacht trots, als de Belgische omstanders er prat op gaan dat Polleunis jr. de „Spielmacher" van Sint Truiden is. „Zonder Polleunis zijn die drie Neder landers helemaal niks", zegt een van de Belgen. Misschien wekt deze opmerking het vermoeden aan rivaliteit ten op zichte van de Nederlanders. Maar dat is dan beslist niet waar. „Om nu te zeggen dat we Belg onder de Belgen zijn ge worden gaat natuurlijk een beetje te ver, maar we zijn hier volkomen geaccepteerd en ingeburgerd. Ik kan hier helemaal niet meer weg. Sterker, ik ben hier niet meer weg te slaan". Michel van der Loop vertelde ons dit in Cinema Lido, vorige maand, en naast hem zat de band die hem zo sterk aan Sint Truiden bindt: de jonge Ria Hayen met wie hij zo juist wat getrouwd. „We nemen de slagerij van haar vader over. Voor dat vak, beenhouwerij zeggen ze hier, ben ik nu aan het studeren en dat komt wel goed uit. want ik stond met mijn 16de jaar al in het eerste van ADO en een ander vak dan voetballen heb ik nooit geleerd". Commentaar van een Bel gische supporter, toen Michel met Ria in een witte koets door Sint Truiden reed: „Hij is wel in de boter gevallen". Eddy Koens getrouwd met Rotterdamse Elles van Dongen, een woning op nog geen honderd meter van het voetbalveld, in militaire dienst, afzwaaier in oktober, dames kapper van beroep voelt zich minder sterk aan Sint Truiden gebonden. „Ik heb het hier uitstekend naar mijn zin, maar wie de hoogste prijs betaalt, heeft mij", bekent hij eerlijk. MVV wilde Koens wel maar de prijs die Sint Truiden vroeg (drie miljoen Belgische franks circa 210.000 gulden) vonden ze in Maastricht een beetje veel. Inmiddels hebben Ouwens, Van der Loop en Koens zich al weer voor ten ^aar aan Sint Truiden verbonden. „Ze betalen ons hier uitstekend. Je kunt het vergelijken niet clubs als Sparta en Go Ahead in Nederland", wilde Éddv Koens wel kwijt en eerder al had Michel zich laten ontvallen dat er in België ook wel gemakkelijker onder de tafel wordt betaald. Koens heeft de satisfactie Van der Loop en Ouwens voor Sint Truiden ontdekt te hebben. Hij speelde met dit tweetal in het Nederlands militair elftal en attendeerde de Belgische club op hen. En het Belgische voetbal mag dan nog zo bikkelhard zijn, het Nederlandse drietal voelt zich in Sint Truiden thuis, „want hier mag je leven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 39