WALDORF
Langharigen" in contact met
nette „stropdassendragers"
Experiment
in Den Haag
PANDA EN DE SUPERSCHAT
wr
POLLE, PELLI EN PINGO
fHOE IS HET ONTSTAAN?^
ugestipt
WERKSCHUW": DOEN WAAR IK ZIN IN HEB
Professor Pope in
Zuid-Afrika neemt
ontslag
8
yy
w-3
ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1968
Feuiileton door
JAMES GOLDMAN
Sjaloom-groep
nn-i
biggetje!"
Smokkel
Aanbod genoeg
Dit woord: PINK
Dit woord:
OVERBODIG
Dit woord: FRAK
Dit woord: ZIER
Kees Stip
Na apartheidsbesluit
yy
yy
Het duwen ging net zo zwaar en
onhandig als bij een vlot. De inham
vernauwde zich aan de zeezijde en
kleine draaikolken, die het gevolg wa
ren van de stroming in de ooeaan,
begonnen vat te krijgen op de drij
vers. De ruimte tussen de punten
van de vleugels en de rotswanden
aan weerszijde bedroeg niet meer
dan een halve meter.
Het vliegtuig kwam in een sterke
dwarsstroom terecht. Ze zetten zich
schrap en deden hun uiterste best
om tegendruk te geven. Ze hoorden
een vleugelpunt langs de rotswand
schuren. Er was niets beschadigd;
tot zover ging het goed. De oceaan
was nu niet meer dan een meter of
zes van hun verwijderd en er kwam
meer golfslag.
Hannah, die nog steeds achteruit
liep, bevond zich in open water. Het
kwam tot haar middel en even later
zelfs tot haar borst. Ze zouden het
vliegtuig in zulk diep water nooit in
bedwang kunnen houden. Het lot zou
beslissen: óf het vliegtuig bleef drij
ven, óf de drijvers werden opengere
ten op de rotsachtige kust.
Tot aan hun borst in het water
staand, gaven Waldorf en Reino een
laatste duw en vielen bijna voorover
in de branding toen het vliegtuig
vooruit schoot. Het dreef naar links,
toen naar rechts, maakte een halve
draai, scheen regelrecht af te steve
nen op de scherpe rotsen bij de in
gang van de inham, beschreef een
grillige boog en dreef behouden de
donkere oceaan op. Het valt niet
mee enthousiast op en neer te sprin
gen als je tot aan je kin in het water
staat, maar ze presteerden het. Ze
vielen elkaar om de hals. Het doel
was bereikt, ze waren vrij, vrij om
naar huis te gaan. Het vliegtuig dreef
snel in westelijke richting zee op.
Hannah merkte het het eerst. Ze
wees en zwaaide met beide armen.
Toen zette ze zich stevig af tegen de
bodem en begon er achteraan te
zwemmen. Het vliegtuig dreef snel.
Door zo hard mogelijk te zwemmen
slaagde ze er in het langzaam in te
halen. Het ging er alleen maar om
hoelang ze het vol zou kunnen hou
den. Ze hoorde achter zich een luid
geplas en geproest in het water.
Waldorf zwom met veel gespat en
erg onregelmatig en Reino deed het
helemaal niet volgens het boekje. Hij
had een eigen manier van zwemmen
bedacht die geschikt was voor de lan
ge afstand voor dictators in ge
vaar, zo had hij haar verteld toen ze
naar New Skye zwommen, was af
stand belangrijker dan snelheid
maar nu ging het erom een behoor
lijke snelheid te halen. Ze sloot haar
ogen, haalde diep adem en zwom
verder.
Een poosje later hield ze op. Ze
moest uitrusten. Ze knipperde met
haar ogen om het water eruit te ver
wijderen en keek voor zich uit. Het
vliegtuig was verdwenen. Iemand
riep haar. Ze draaide zich om. Het
was Waldorf; hij hing luid roepend
aan een drijver. Ze was het vlieg
tuig voorbijgezwommen. Ze strekte
zich uit op haar rug en wachtte drij
vend tot de Knackwurst bij haar was.
Ze zaten alle drie op de drijvers, uit
geput maar grijnzend. Ze waren on
geveer 'n halve mijl van New Skye
verwijderd. Het eiland en de kust wa
ren donkere vlekken.
Tot nog toe waren er geen tekenen
die op een achtervolging wezen.
Dat zou spoedig anders worden.
Licht als de nacht op dat moment
was, moest het vliegtuig vanaf de
kust als vuurwerk zichbaar zijn. Er
was geen tijd om uit te rusten. Reino
stond op, rekte zich zover mogelijk
uit, bereikte met zijn hand de deur
van de cabine en rukte die open. Hij
klom tegen een stijl op en werkte
zich naar binnen. Toen stak hij hun
hijgend de hlepende hand toe. Het
vliegtuig schommelde zachtjes.
De cabine was een triomf van de
stijl uit de jaren dertig. Zware, be-
klede, ronde crapauds stonden breed
uit op de ingelegde vloer. Aan de
glanzende, notenhouten betimmering
waren armblakers bevestigd, uitge
voerd in wat net geen Art Nouveau
was.
Meer naar voren, gerekend vanaf
de cabinedeur, stond aan bakboord
zijde een prachtige mahoniehouten
bar met twee koperen stangen; de ge
bruikelijke stang om de voeten op te
zetten en een tweede stang, ter hoog
te van het middel, waar men zich
aan vast kon houden als het vlieg
tuig in remous terechtkwam. In de
keuken en het toilet was eenzelfde
stang. De ramen vierkante schuif
ramen met brokaten gordijnen
stonden open en lieten 'n zacht
briesje binnen. Alles samengenomen
had de cabine veel weg van 'n hoek
je in de salon van de Queen Mary.
Reino haalde diep adem, blies de
lucht met volle wangen uit, klapte
in zijn handen en glimlachte.
„Nu, kinderen, wie kan vliegen?"
De stilte woog loodzwaar.
„Kun jij het niet?" vroeg Hannah.
„Ja en nee".
„Je kunt het of je kunt het niet".
„Je praat met een man die zeer in
tensief over vliegen gelezen heeft. Ik
ken hele passages woordelijk." Rei
no stond statig op. „Theoretisch kan
ik de Sprit of St. Louis vliegen." Hij
begaf zich naar de cockpit.
Het zag er somber uit. Het instru
mentenpaneel was één grote warwin
kel. Er waren wijzerplaten en me
ters voor vele soorten druk (een gro
te verscheidenheid op het gebied
van olie- en hydraulische druk) en
allerlei snelheden (de vliegsnelheid,
het toerental) en instrumenten die
een veelheid van gegevens verstrek
ten over de motoren, remkleppen, ho
ge en lage temperaturen, richting,
hoogte; er waren grote en kleine
knoppen en schakelaars en aan deze
wasboel ontsproot, in het midden aan
de onderzijde, een uitwas van korte
versnellingshandels. Van geen enkel
instrument werd het doel, door teken
of symbool, aangegeven. Er was één
uitzondering; een klein, koperen,
doosvormig apparaat waarop, mooi
gegraveerd, te lezen stond: Automa
tische piloot.
Het was duidelijk een hopeloze
zaak. Reino knikte, mompelde „Mooi
mooi" en ging zitten. Hij had inder
daad enige ervaring.
Hij was weliswaar nog nooit zelf
met een vliegtuig opgestegen, maar
hij had wel eens wat rondgevlogen.
„Kun je hem starten?" Hannah
gluurde over zijn schouder.
„Twijfel je daaraan?" Reino voel
de zich beledigd. Hij strekte en boog
zijn vingers enige keren om ze soe
pel te maken deed een greep naar
een schakelaar en draaide gedeci
deerd. Het licht ging aan.
(Wordt vervolgd)
(Van onze correspondent)
DEN HAAG „Op een gewoon kan
toor word je niet geaccepteerd. Ook op
een normaal uitzendbureau heb je geen
kans. Ik kan je met die lange haren en
bakkebaarden niet naar een klant sturen,
is het excuus. De mensen knappen af op
je uiterlijk". Kreten, opgetekend uit de
mond van enkelen van de 60 jongeren
die in dienst zijn van het vier weken
oude bemiddelingsbureau voor „werk
schuwe jongeren" in Den Haag. In eerste
instantie werken de meeste uitzendkrach
ten om het geld. Idealisme en ongebon
denheid zijn echter belangrijke nevenfa
cetten.
De 23-jarige ex-popgitarist Frank Nuij-
ens: „ik werk, omdat ik een half jaar
zonder geld heb gezeten. Op een gege
ven moment moet je gewoon geld heb
ben. Dit tracht je dan zo prettig moge
lijk te verdienen. Zag zeer positieve din
gen in dit uitzendbureau. Werk bij de
plantsoenendienst. Leg bospaden aan en
heb niet het gevoel, dat ik voor een werk
gever werk. Meer voor iedereen. Ga je
in een fabriek werken, dan wordt er door
een man geld aan je verdiend. Nu werk
je in het belang van de gemeenschap. En
dan blijken je verdiensten toch niet zo
belangrijk te zijn. Het is weieens goed
om de ene keer veel en vlak daarop wei
nig te verdienen. Je moet je aanpassen
aan je verdiensten en afstand kunnen
doen van bepaalde dingen".
Frank Nuijens, zoon van een beroeps
militair „ik heb een zeer goede ver
standhouding met mijn ouders" ziet
het uitzendwerk niet als iets, waarmee
hij zich jarenlang zal bezighouden.
Ook de 20-jarige Willem van Strij de
Regt, ex-banketbakker, metaalwerker en
elektricien, ziet het uitzendbureau niet als
een eindfase. Meer een toegeven aan de
passie voor het experiment. „Ik wil alles
doen waar ik zin in heb. Ik werkte twee
weken voor het bureau bij de gemeente
reiniging. Het beviel me' niet. Ik zoek
een bepaalde geestelijke toekomst in het
werk, dat ik doe en die vond ik daar
niet. Wel bij de plantsoenendienst. Het
contact met de voorman is zeer goed en
het werk geeft je voldoende gelegenheid
om af te reageren. Daarnaast zit ik nog
op de Vrije Academie".
De verhouding met zijn ouders heeft
zich deze nieuwe werkzaamheden enigs
zins gewijzigd. „Het was in het begin
wel wennen. Over het algemeen vatten
ze het positief op en zien ze er een vaste
vorm in".
Eén van de twee initiatiefnemers van
het bureau, de 25-jarige Frits Berger,
heeft na vier weken draaitijd, veel ver
trouwen in zijn geesteskind, ontstaan uit
en overkoepeld door de „experimentele
maatschappij". Het projekt is door de
werknemers reeds omgedoopt in „bureau
de laatste kans", een benaming, waar
Berg'er niet weinig trots op is.
Voorlopig gevestigd in de Adelheidstraat
74, een pand van het Sjaloom plein oecu
menisch centrum, waar kleurrijke kreten
als „deel van je welvaart. Leef gelukkig"
op de ongeregelde tijdstippen binnenval
lende werkzoekende bezoeker toelachen,
oefent hij zijn praktijk uit.
„We zijn nog op zoek naar een ruimte,
hebben dit pand voorlopig gehuurd van
47. De Indianen-hoofdman daverde in volle snelheid
over het wedstrijd-spoor. Gelukkig hield hij zijn blik
daarbij vlak voor zich op het pad gericht en dat gaf
Joris de gelegenheid om in de struiken opzij te sprin
gen. „Oef.prevelde hij hijgend, terwijl hij haastig
door het gewas brak. „Daar ben ik aan ontsnapt. Zul
ke eenvoudige wedstrijden zijn wellicht een aardig
volksvermaak, maar niets voor mij. En zie eens aan!
Daar is de tempel.' Waar we de kroon hebben gevon
den! Nu kan ik mij tenminste verstoppen.Hij stap
te opgelucht het bouwwerk binnen en daar vond hij tot
zijn verrassing bij de ingang het kostbare voorwerp.
„Het kleine Panda-baaske moet het daar hebben te
ruggelegd", mompelde hij. „Hoe aardig. Nu kan ik me
met deze rijkdom terugtrekken en rustig naar huis toe
varen. De Indianen zullen me missen maar wellicht
vinden ze Panda en Bill Dollar, om zich bezig te hou
den. Met dergelijke lelijke gedachten vervuld liep
hij van de tempel weg en daarbij kruiste zijn pad dat
van het opperhoofd. Die was intussen op de terugweg
van de hardloopwedstrijd, en draafde zo hard hij
kon
i ER N06 NIET TO£6EK0MEN
LEZENn
WACHT DAN NOG
MAAR EEN DAGJE
HÉLA! DAT STAAT
BESLIST NIET
IN JE BOEK
IK BEN
HET TE
POLLE GAF MIJ DIT
BOEK CADEAU, HET HEET
"HOE WORD IK EEN LIEA
r 4»IB
2744
de Sjaloomgroep. Het ziet er wel naar
uit dat we spoedig iets krijgen". Van dat
iets, een eigen ruimte, hoopt men een toe
vluchtsoord te maken, waar een ieder
evenals op het uitzendbureau kan komen
en gaan wanneer hij wil. Een creatieve
hoek, eventuele discussieavonden, een bi
bliotheek en een koffiebar zullen de sfeer
veraangenamen. Voorlopig is voor Ber
ger de sociale fase van het geheel het be
langrijkst.
Dit betekent dat hij zich nog concen
treert op het kweken van goodwill bij
overheid en particulieren, het zo goed en
zo snel mogelijk helpen van zijn werk
nemers en het bestuderen van de verhou
ding van zijn zorgenkinderen met de nieu
we collega's en werkgevers. Helemaal te
vreden blijken deze laatsten nog niet te
zijn.
„Over de verrichte werkzaamheden heb
ben we niet te klagen. Ook de lange haar
dos van de meeste uitzendkrachten levert
geen problemen op. Men is wederzijds ge
willig genoeg. Achteraf bleek echter dat
vele krachten met hun leeftijd hadden ge
smokkeld en om meer te verdienen een
hogere leeftijd opgaven. Daarbij komt nog
dat de adressen van de jongens moeilijk
na te gaan zijn", dit aldus een woord
voerder van de gemeentereiniging.
De verwachte aanpassingsmoeilijkheden
zijn er echter niet. Berger is vooral daar
tevreden over. „De meesten passen zich
wonderwel aan. Twee uitersten ontmoeten
elkaar en worden collega's. De langhari
ge, die altijd de pest aan de man met
boord en conventionele stropdas had, ver
andert gedeeltelijk van instelling. De an
der merkt dat die provo in dat leren jas
je niet de rotste is. Je krijgt dus van bei
de kanten een reëlere kijk op de maat
schappij.
Verandert van mentaliteit ten opzichte
van de ander. Zo kan een soort doorstro
ming ontstaan. De aangetrokken krachten,
gerecruteerd uit alle lagen van de samen
leving ex-studenten, gymnasiasten, pro
vo's e.a. komen op deze manier in con
tact met een wereld die ze niet kennen.
Soms blijken ze die te accepteren en er
een soort zekerheid te vinden".
Voor sommige jongeren is het contact
met de werkende wereld niet zo zwaar,
omdat zij maar enkele dagen per week
gaan werken. Dit wordt in overleg met
de werkgever geregeld door het bureau
evenals een minimumloon Berger
hoopt het loon ongeacht leeftijd en capa
citeit op drie gulden schoon per uur te
stellen.
Een intense campagne is er niet ge
voerd. Aanbod van werkkrachten is er
echter genoeg. Mondelinge aanprijzing le
vert vele belangstellenden op, die allemaal
werk willen hebben. Berger probeert
daarom ook naast de gemeentelijke plant
soenendienst, gemeentereiniging, markt
wezen en enkele particulieren, de over
heid en andere bedrijven te interesseren
voor zijn bemiddelingsbureau. Een bureau
waar ook weggelopen meisjes hun weg
naar toe vinden. Berger neemt voor hen
contact op met de meer officiële instan
ties.
De eigenschap die alle pinken met
elkaar gemeen hebben, is dat ze klein
of jong zijn. Wij kennen het woord voor
de kleinste vinger van de hand en ook
als de benaming van een koe of stier
van ongeveer een jaar oud en vervol
gens als de naam van een vogeltje, de
kleinste soort der watersnippen. Van
al deze woorden is de etymologie on
bekend. Dat is ook het geval bij pink
voor een klein vissersvaartuig met een
platte kiel en een ronde voorsteven.
Merkwaardig is dat deze scheepsnaam
in allerlei talen is overgenomen. Het
Frans heeft pinque, het Engels en
Deens pink, het Duits pinke, het Itali
aans en Spaans pinco. Waarschijnlijk
heeft men de bouw der Nederlandse
vaartuigen nagevolgd en toen meteen
de naam overgenomen. Geheel apart
staat de zegswijze: bij de pinken zijn.
De tegenwoordige betekenis van over
bodig is: meer dan nodig is, overtol
lig. Dit laatste woord is waarschijnlijk
een jongere vorm van overtallig: over
een bepaald getal heengaand. In het
Middelnederlands kwam overbodig ook
voor, maar toen bedoelde men er mee:
bereidvaardig, genegen tot iets. Daar
naast bestond ook orbodig, een woord
dat teruggevonden wordt in het Duitse
erbötig: bereid, gewillig. Bij Hooft
vindt men ook de vorm volbodig, maar
Hooft hield ervan nieuwe woorden te
fabriceren. Men heeft nu wel gedacht
dat uit de betekenis: bereid, zich die
van kwistig en daaruit die van over
dadig zou hebben ontwikkeld. Maar het
is aannemelijker dat men onbewust
verband gelegd heeft tussen overbodig
en het werkwoord overbiedenboven
het bod van een ander uitgaan.
Een aardig voorbeeld hoe de mode
van het ene land naar het andere reist
en de naam van een nieuw kleding
stuk met zich meeneemt, is het in
Vlaanderen nog zeer gebruikelijk, maar
in Nederland vrijwel verdwenen woord
frak. Men verstaat er onder: een he
renjas met lange panden. In het Frans
bestond al sinds de 12e eeuw het
woord froc dat monnikspij betekende.
De Engelsen namen het over in de
vormen frack en frock-, vandaar trok
het naar Duitsland, eveneens in de
vorm frack en vandaar kwam het in
ons land. Bilderdijk noemt een frak:
een ongeklede rok en ditmaal heeft hij
groot gelijk, want de heel oude Fran
kische vorm hrok wijst er op dat het
grondwoord rok is. In Vlaanderen zegt
men: iemand de frak uitkloppen voor:
afranselen en de houten frak aantrek
ken voor: sterven.
Het woord zier komt alleen voor in
de versterkte ontkenning geen zier
voor: hoegenaamd niets, in het geheel
niets. Deze zegswijze kwam reeds in
het Middelnederlands voor. Ze is door
talloze andere gevolgd, zoals: geen
biet, geen spat, geen barst en zelfs:
geen pijp tabak. Eigenlijk wil men dus
met al deze uitdrukkingen zeggen: iets
wat waardeloos is en niets te betekenen
heeft. Een zier is namelijk een worm
pje, een woord dat aan het Franse
ciron is ontleend. Dit is een heel ander
woord dan sier dat ook in het Middel
nederlands voorkwam en dat: gelaat
betekende. Men leest ergens: zij na
men afscheid met vriendschap ende
sieren (met zeer vriendelijk gelaat).
Daaraan is onze uitdrukking: goede
sier maken ontleend, die dus eigenlijk
betekent: iemand met een vriendelijk
gelaat ontvangen en dus: een vrolijk
leventje leiden.
i
Het bericht dat het Amsterdamse
Vëstzaktheater voorlopig gaat sluiten
zal waarschijnlijk niet in staat zijn u op
uw grondvesten te laten wankelen.
Daarom zal ik proberen uit te leggen
dat dit besluit van toneelleider Wim
Burkunk de overheid doet wankelen op
de grondvesten waarop ze haar taak
als cultuurdrager vervult. De overheid
draagt de cultuur als een witkiel die bij
voorkeur geen kleine koffers aanneemt,
zonder op de gedachte te komen dat er
in de grote koffers schuimplastic kan
zitten, en in de kleine goud.
Het vestzaktheater heeft het hele af
gelopen seizoen voor een volle zaal ge
speeld, maar omdat er in die zaal maar
50 mensen kunnen was dat niet genoeg
om te kunnen bestaan. In zo'n geval
lijkt een aanvraag om subsidie niet
onredelijk.
Nu is het subsidiebeleid van de over
heid een hachelijke onderneming. Ja
ren geleden heeft A. Koolhaas een ar
tikel geschreven waarin hij opmerkte
dat de gesubsidieerde toneelspelers
meer op ambtenaren leken dan op
komedianten. Dit deed hem niet zon
der weemoed terugdenken aan de hjd
toen de kreet nog opgeld deed:,,De
komedianten komen. Haal de was bin
nen".
Hij heeft hierover heel wat te ho
ren gekregen. Iedereen was het er
over eens dat een toneelspeler goed
betaald behoort te worden, en de was
veilig buiten moet kunnen hangen.
Maar Manuel van Loggem heeft zo
juist in een nieuw artikel verklaard
dat subsidies aan toneelgezelschappen,
als ze eenmaal zijn toegewezen, auto
matisch blijven doorlopen, onafhanke
lijk van de vraag of de tegenwoordi
ge prestaties van het gezelschap dit
rechtvaardigen. Dit gaat ten koste van
nieuwe gezelschappen die met meer
recht steun verdienen.
Dit is een wankel punt, maar niet
het enige. Wie bepaalt welk gezel
schap in aanmerking komt voor subsi
die? De regering, zelf geen oordelaar
van schone kunsten, heeft daarvoor de
Raad voor de Kunst aangewezen. Een
collega van bekwame luiden. Het zou
natuurlijk mogelijk zijn een ander be
kwaam college samen te stellen, dat
de subsidie aan andere gezelschappen
zou gunnen, maar het is evengoed mo
gelijk een andere regering te benoe
men die de Raad voor de Kunst zou
afschaffen, dus laten we dat maar zo
laten.
De Raad voor de Kunst heeft ge
adviseerd het Amsterdamse Vestzak
theater in aanmerking te laten komen
voor subsidie. En nu komt het wankel-
ste punt: onze overheid valt in zulke
gevallen uiteen in de onheilige drieën-
heid van rijk, provincie en gemeente.
De gemeente en de provincie waren
bereid het Vestzaktheater subsidie te
verlenen, mits het rijk meedeed.
Het rijk deed niet mee. Vestzak
dicht, broekzak dicht. Vestzaktheater
dicht. Mensen, hang je wollen goed
buiten. De komedianten komen. Ze
hebben het koud.
KAAPSTAD (Reuter). De Zuidafri-
kaanse hoogleraar aan de universiteit van
Kaapstad, M. W. Pope, heeft ontslag ge
nomen uit protest tegen het besluit een
Afrikaanse lector, Mafeje, niet tot de uni
versiteitsstaf toe te laten.
Mafeje was aanvankelijk aangesteld als
lector in de sociale antropologie. Maar
deze aanstelling werd later door het uni
versiteitsbestuur ingetrokken toen de re
gering bezwaar maakte. Prof. Pope dien
de zijn ontslag in nadat 300 studenten een
zitstaking hielden om kracht bij te zetten
aan hun eis, dat de maatregel tegen Mafe
je zou worden ingetrokken.
mt, BRAND
MAAR 6ÊEN
KAARSEN MOR
Mt, vriend..
her kan wet.
EVEN DUREN!.
de mme zou me uitlachen
IK Zie Jb NO6 Ml,
MARCO!
OMMNN VERMOEDENS. DN MOET
IK ZE Cf OPKNAP-
WANNEER
KOM TERuQ,
DAJY2
HiHUM»
1217. DE HOOFDMAN had toch al niet
zo'n best humeur, nu er in plaats mn
goud eierkolen in de kist bleken te zitten.
Dat er een verrader in hun midden was
deed zijn woede tot kookpunt stijgen.
„Aha..een indringer, nietwaar?" bul
derde hij. „Een bedrieger.een hand
langer van de politie.een vijand van
de georganiseerde misdaad. Mannen, wat
zullen wij met hem maken?"
„Korte metten", riepen ze allemaal.
Bram had nu sidderend in een hoekje
moeten wegkruipen. Maar in plaats daar
van hief hij rustig de hand op en zei:
„Heren, ik ben in uw macht.u kunt
u dus veroorloven even rustig r.aar mij
te luisteren. Ik ben namelijk geen verra
der. Ik denk, dat wij allemaal het slacht
offer zijn van de list van jullie opdracht
gevers, die er zelf met het goud vandoor
willen gaan. Ik werd door hen gestuurd
om jullie aandacht af te leiden.
„Smoèsjes", zei de hoofdman.
„En als het smoesjes zijn, hoe kan ik
dan weten, wat er in het briefje stond,
dat jullie door de postduif is gebracht?"
vroeg Bram. Hij zei de tekst letterlijk op
en daar stond de hoofdman wel versteld
van.