WALDORF Langharigen" in contact met nette „stropdassendragers" Experiment in Den Haag PANDA EN DE SUPERSCHAT wr POLLE, PELLI EN PINGO fHOE IS HET ONTSTAAN?^ ugestipt WERKSCHUW": DOEN WAAR IK ZIN IN HEB Professor Pope in Zuid-Afrika neemt ontslag 8 yy w-3 ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1968 Feuiileton door JAMES GOLDMAN Sjaloom-groep nn-i biggetje!" Smokkel Aanbod genoeg Dit woord: PINK Dit woord: OVERBODIG Dit woord: FRAK Dit woord: ZIER Kees Stip Na apartheidsbesluit yy yy Het duwen ging net zo zwaar en onhandig als bij een vlot. De inham vernauwde zich aan de zeezijde en kleine draaikolken, die het gevolg wa ren van de stroming in de ooeaan, begonnen vat te krijgen op de drij vers. De ruimte tussen de punten van de vleugels en de rotswanden aan weerszijde bedroeg niet meer dan een halve meter. Het vliegtuig kwam in een sterke dwarsstroom terecht. Ze zetten zich schrap en deden hun uiterste best om tegendruk te geven. Ze hoorden een vleugelpunt langs de rotswand schuren. Er was niets beschadigd; tot zover ging het goed. De oceaan was nu niet meer dan een meter of zes van hun verwijderd en er kwam meer golfslag. Hannah, die nog steeds achteruit liep, bevond zich in open water. Het kwam tot haar middel en even later zelfs tot haar borst. Ze zouden het vliegtuig in zulk diep water nooit in bedwang kunnen houden. Het lot zou beslissen: óf het vliegtuig bleef drij ven, óf de drijvers werden opengere ten op de rotsachtige kust. Tot aan hun borst in het water staand, gaven Waldorf en Reino een laatste duw en vielen bijna voorover in de branding toen het vliegtuig vooruit schoot. Het dreef naar links, toen naar rechts, maakte een halve draai, scheen regelrecht af te steve nen op de scherpe rotsen bij de in gang van de inham, beschreef een grillige boog en dreef behouden de donkere oceaan op. Het valt niet mee enthousiast op en neer te sprin gen als je tot aan je kin in het water staat, maar ze presteerden het. Ze vielen elkaar om de hals. Het doel was bereikt, ze waren vrij, vrij om naar huis te gaan. Het vliegtuig dreef snel in westelijke richting zee op. Hannah merkte het het eerst. Ze wees en zwaaide met beide armen. Toen zette ze zich stevig af tegen de bodem en begon er achteraan te zwemmen. Het vliegtuig dreef snel. Door zo hard mogelijk te zwemmen slaagde ze er in het langzaam in te halen. Het ging er alleen maar om hoelang ze het vol zou kunnen hou den. Ze hoorde achter zich een luid geplas en geproest in het water. Waldorf zwom met veel gespat en erg onregelmatig en Reino deed het helemaal niet volgens het boekje. Hij had een eigen manier van zwemmen bedacht die geschikt was voor de lan ge afstand voor dictators in ge vaar, zo had hij haar verteld toen ze naar New Skye zwommen, was af stand belangrijker dan snelheid maar nu ging het erom een behoor lijke snelheid te halen. Ze sloot haar ogen, haalde diep adem en zwom verder. Een poosje later hield ze op. Ze moest uitrusten. Ze knipperde met haar ogen om het water eruit te ver wijderen en keek voor zich uit. Het vliegtuig was verdwenen. Iemand riep haar. Ze draaide zich om. Het was Waldorf; hij hing luid roepend aan een drijver. Ze was het vlieg tuig voorbijgezwommen. Ze strekte zich uit op haar rug en wachtte drij vend tot de Knackwurst bij haar was. Ze zaten alle drie op de drijvers, uit geput maar grijnzend. Ze waren on geveer 'n halve mijl van New Skye verwijderd. Het eiland en de kust wa ren donkere vlekken. Tot nog toe waren er geen tekenen die op een achtervolging wezen. Dat zou spoedig anders worden. Licht als de nacht op dat moment was, moest het vliegtuig vanaf de kust als vuurwerk zichbaar zijn. Er was geen tijd om uit te rusten. Reino stond op, rekte zich zover mogelijk uit, bereikte met zijn hand de deur van de cabine en rukte die open. Hij klom tegen een stijl op en werkte zich naar binnen. Toen stak hij hun hijgend de hlepende hand toe. Het vliegtuig schommelde zachtjes. De cabine was een triomf van de stijl uit de jaren dertig. Zware, be- klede, ronde crapauds stonden breed uit op de ingelegde vloer. Aan de glanzende, notenhouten betimmering waren armblakers bevestigd, uitge voerd in wat net geen Art Nouveau was. Meer naar voren, gerekend vanaf de cabinedeur, stond aan bakboord zijde een prachtige mahoniehouten bar met twee koperen stangen; de ge bruikelijke stang om de voeten op te zetten en een tweede stang, ter hoog te van het middel, waar men zich aan vast kon houden als het vlieg tuig in remous terechtkwam. In de keuken en het toilet was eenzelfde stang. De ramen vierkante schuif ramen met brokaten gordijnen stonden open en lieten 'n zacht briesje binnen. Alles samengenomen had de cabine veel weg van 'n hoek je in de salon van de Queen Mary. Reino haalde diep adem, blies de lucht met volle wangen uit, klapte in zijn handen en glimlachte. „Nu, kinderen, wie kan vliegen?" De stilte woog loodzwaar. „Kun jij het niet?" vroeg Hannah. „Ja en nee". „Je kunt het of je kunt het niet". „Je praat met een man die zeer in tensief over vliegen gelezen heeft. Ik ken hele passages woordelijk." Rei no stond statig op. „Theoretisch kan ik de Sprit of St. Louis vliegen." Hij begaf zich naar de cockpit. Het zag er somber uit. Het instru mentenpaneel was één grote warwin kel. Er waren wijzerplaten en me ters voor vele soorten druk (een gro te verscheidenheid op het gebied van olie- en hydraulische druk) en allerlei snelheden (de vliegsnelheid, het toerental) en instrumenten die een veelheid van gegevens verstrek ten over de motoren, remkleppen, ho ge en lage temperaturen, richting, hoogte; er waren grote en kleine knoppen en schakelaars en aan deze wasboel ontsproot, in het midden aan de onderzijde, een uitwas van korte versnellingshandels. Van geen enkel instrument werd het doel, door teken of symbool, aangegeven. Er was één uitzondering; een klein, koperen, doosvormig apparaat waarop, mooi gegraveerd, te lezen stond: Automa tische piloot. Het was duidelijk een hopeloze zaak. Reino knikte, mompelde „Mooi mooi" en ging zitten. Hij had inder daad enige ervaring. Hij was weliswaar nog nooit zelf met een vliegtuig opgestegen, maar hij had wel eens wat rondgevlogen. „Kun je hem starten?" Hannah gluurde over zijn schouder. „Twijfel je daaraan?" Reino voel de zich beledigd. Hij strekte en boog zijn vingers enige keren om ze soe pel te maken deed een greep naar een schakelaar en draaide gedeci deerd. Het licht ging aan. (Wordt vervolgd) (Van onze correspondent) DEN HAAG „Op een gewoon kan toor word je niet geaccepteerd. Ook op een normaal uitzendbureau heb je geen kans. Ik kan je met die lange haren en bakkebaarden niet naar een klant sturen, is het excuus. De mensen knappen af op je uiterlijk". Kreten, opgetekend uit de mond van enkelen van de 60 jongeren die in dienst zijn van het vier weken oude bemiddelingsbureau voor „werk schuwe jongeren" in Den Haag. In eerste instantie werken de meeste uitzendkrach ten om het geld. Idealisme en ongebon denheid zijn echter belangrijke nevenfa cetten. De 23-jarige ex-popgitarist Frank Nuij- ens: „ik werk, omdat ik een half jaar zonder geld heb gezeten. Op een gege ven moment moet je gewoon geld heb ben. Dit tracht je dan zo prettig moge lijk te verdienen. Zag zeer positieve din gen in dit uitzendbureau. Werk bij de plantsoenendienst. Leg bospaden aan en heb niet het gevoel, dat ik voor een werk gever werk. Meer voor iedereen. Ga je in een fabriek werken, dan wordt er door een man geld aan je verdiend. Nu werk je in het belang van de gemeenschap. En dan blijken je verdiensten toch niet zo belangrijk te zijn. Het is weieens goed om de ene keer veel en vlak daarop wei nig te verdienen. Je moet je aanpassen aan je verdiensten en afstand kunnen doen van bepaalde dingen". Frank Nuijens, zoon van een beroeps militair „ik heb een zeer goede ver standhouding met mijn ouders" ziet het uitzendwerk niet als iets, waarmee hij zich jarenlang zal bezighouden. Ook de 20-jarige Willem van Strij de Regt, ex-banketbakker, metaalwerker en elektricien, ziet het uitzendbureau niet als een eindfase. Meer een toegeven aan de passie voor het experiment. „Ik wil alles doen waar ik zin in heb. Ik werkte twee weken voor het bureau bij de gemeente reiniging. Het beviel me' niet. Ik zoek een bepaalde geestelijke toekomst in het werk, dat ik doe en die vond ik daar niet. Wel bij de plantsoenendienst. Het contact met de voorman is zeer goed en het werk geeft je voldoende gelegenheid om af te reageren. Daarnaast zit ik nog op de Vrije Academie". De verhouding met zijn ouders heeft zich deze nieuwe werkzaamheden enigs zins gewijzigd. „Het was in het begin wel wennen. Over het algemeen vatten ze het positief op en zien ze er een vaste vorm in". Eén van de twee initiatiefnemers van het bureau, de 25-jarige Frits Berger, heeft na vier weken draaitijd, veel ver trouwen in zijn geesteskind, ontstaan uit en overkoepeld door de „experimentele maatschappij". Het projekt is door de werknemers reeds omgedoopt in „bureau de laatste kans", een benaming, waar Berg'er niet weinig trots op is. Voorlopig gevestigd in de Adelheidstraat 74, een pand van het Sjaloom plein oecu menisch centrum, waar kleurrijke kreten als „deel van je welvaart. Leef gelukkig" op de ongeregelde tijdstippen binnenval lende werkzoekende bezoeker toelachen, oefent hij zijn praktijk uit. „We zijn nog op zoek naar een ruimte, hebben dit pand voorlopig gehuurd van 47. De Indianen-hoofdman daverde in volle snelheid over het wedstrijd-spoor. Gelukkig hield hij zijn blik daarbij vlak voor zich op het pad gericht en dat gaf Joris de gelegenheid om in de struiken opzij te sprin gen. „Oef.prevelde hij hijgend, terwijl hij haastig door het gewas brak. „Daar ben ik aan ontsnapt. Zul ke eenvoudige wedstrijden zijn wellicht een aardig volksvermaak, maar niets voor mij. En zie eens aan! Daar is de tempel.' Waar we de kroon hebben gevon den! Nu kan ik mij tenminste verstoppen.Hij stap te opgelucht het bouwwerk binnen en daar vond hij tot zijn verrassing bij de ingang het kostbare voorwerp. „Het kleine Panda-baaske moet het daar hebben te ruggelegd", mompelde hij. „Hoe aardig. Nu kan ik me met deze rijkdom terugtrekken en rustig naar huis toe varen. De Indianen zullen me missen maar wellicht vinden ze Panda en Bill Dollar, om zich bezig te hou den. Met dergelijke lelijke gedachten vervuld liep hij van de tempel weg en daarbij kruiste zijn pad dat van het opperhoofd. Die was intussen op de terugweg van de hardloopwedstrijd, en draafde zo hard hij kon i ER N06 NIET TO£6EK0MEN LEZENn WACHT DAN NOG MAAR EEN DAGJE HÉLA! DAT STAAT BESLIST NIET IN JE BOEK IK BEN HET TE POLLE GAF MIJ DIT BOEK CADEAU, HET HEET "HOE WORD IK EEN LIEA r 4»IB 2744 de Sjaloomgroep. Het ziet er wel naar uit dat we spoedig iets krijgen". Van dat iets, een eigen ruimte, hoopt men een toe vluchtsoord te maken, waar een ieder evenals op het uitzendbureau kan komen en gaan wanneer hij wil. Een creatieve hoek, eventuele discussieavonden, een bi bliotheek en een koffiebar zullen de sfeer veraangenamen. Voorlopig is voor Ber ger de sociale fase van het geheel het be langrijkst. Dit betekent dat hij zich nog concen treert op het kweken van goodwill bij overheid en particulieren, het zo goed en zo snel mogelijk helpen van zijn werk nemers en het bestuderen van de verhou ding van zijn zorgenkinderen met de nieu we collega's en werkgevers. Helemaal te vreden blijken deze laatsten nog niet te zijn. „Over de verrichte werkzaamheden heb ben we niet te klagen. Ook de lange haar dos van de meeste uitzendkrachten levert geen problemen op. Men is wederzijds ge willig genoeg. Achteraf bleek echter dat vele krachten met hun leeftijd hadden ge smokkeld en om meer te verdienen een hogere leeftijd opgaven. Daarbij komt nog dat de adressen van de jongens moeilijk na te gaan zijn", dit aldus een woord voerder van de gemeentereiniging. De verwachte aanpassingsmoeilijkheden zijn er echter niet. Berger is vooral daar tevreden over. „De meesten passen zich wonderwel aan. Twee uitersten ontmoeten elkaar en worden collega's. De langhari ge, die altijd de pest aan de man met boord en conventionele stropdas had, ver andert gedeeltelijk van instelling. De an der merkt dat die provo in dat leren jas je niet de rotste is. Je krijgt dus van bei de kanten een reëlere kijk op de maat schappij. Verandert van mentaliteit ten opzichte van de ander. Zo kan een soort doorstro ming ontstaan. De aangetrokken krachten, gerecruteerd uit alle lagen van de samen leving ex-studenten, gymnasiasten, pro vo's e.a. komen op deze manier in con tact met een wereld die ze niet kennen. Soms blijken ze die te accepteren en er een soort zekerheid te vinden". Voor sommige jongeren is het contact met de werkende wereld niet zo zwaar, omdat zij maar enkele dagen per week gaan werken. Dit wordt in overleg met de werkgever geregeld door het bureau evenals een minimumloon Berger hoopt het loon ongeacht leeftijd en capa citeit op drie gulden schoon per uur te stellen. Een intense campagne is er niet ge voerd. Aanbod van werkkrachten is er echter genoeg. Mondelinge aanprijzing le vert vele belangstellenden op, die allemaal werk willen hebben. Berger probeert daarom ook naast de gemeentelijke plant soenendienst, gemeentereiniging, markt wezen en enkele particulieren, de over heid en andere bedrijven te interesseren voor zijn bemiddelingsbureau. Een bureau waar ook weggelopen meisjes hun weg naar toe vinden. Berger neemt voor hen contact op met de meer officiële instan ties. De eigenschap die alle pinken met elkaar gemeen hebben, is dat ze klein of jong zijn. Wij kennen het woord voor de kleinste vinger van de hand en ook als de benaming van een koe of stier van ongeveer een jaar oud en vervol gens als de naam van een vogeltje, de kleinste soort der watersnippen. Van al deze woorden is de etymologie on bekend. Dat is ook het geval bij pink voor een klein vissersvaartuig met een platte kiel en een ronde voorsteven. Merkwaardig is dat deze scheepsnaam in allerlei talen is overgenomen. Het Frans heeft pinque, het Engels en Deens pink, het Duits pinke, het Itali aans en Spaans pinco. Waarschijnlijk heeft men de bouw der Nederlandse vaartuigen nagevolgd en toen meteen de naam overgenomen. Geheel apart staat de zegswijze: bij de pinken zijn. De tegenwoordige betekenis van over bodig is: meer dan nodig is, overtol lig. Dit laatste woord is waarschijnlijk een jongere vorm van overtallig: over een bepaald getal heengaand. In het Middelnederlands kwam overbodig ook voor, maar toen bedoelde men er mee: bereidvaardig, genegen tot iets. Daar naast bestond ook orbodig, een woord dat teruggevonden wordt in het Duitse erbötig: bereid, gewillig. Bij Hooft vindt men ook de vorm volbodig, maar Hooft hield ervan nieuwe woorden te fabriceren. Men heeft nu wel gedacht dat uit de betekenis: bereid, zich die van kwistig en daaruit die van over dadig zou hebben ontwikkeld. Maar het is aannemelijker dat men onbewust verband gelegd heeft tussen overbodig en het werkwoord overbiedenboven het bod van een ander uitgaan. Een aardig voorbeeld hoe de mode van het ene land naar het andere reist en de naam van een nieuw kleding stuk met zich meeneemt, is het in Vlaanderen nog zeer gebruikelijk, maar in Nederland vrijwel verdwenen woord frak. Men verstaat er onder: een he renjas met lange panden. In het Frans bestond al sinds de 12e eeuw het woord froc dat monnikspij betekende. De Engelsen namen het over in de vormen frack en frock-, vandaar trok het naar Duitsland, eveneens in de vorm frack en vandaar kwam het in ons land. Bilderdijk noemt een frak: een ongeklede rok en ditmaal heeft hij groot gelijk, want de heel oude Fran kische vorm hrok wijst er op dat het grondwoord rok is. In Vlaanderen zegt men: iemand de frak uitkloppen voor: afranselen en de houten frak aantrek ken voor: sterven. Het woord zier komt alleen voor in de versterkte ontkenning geen zier voor: hoegenaamd niets, in het geheel niets. Deze zegswijze kwam reeds in het Middelnederlands voor. Ze is door talloze andere gevolgd, zoals: geen biet, geen spat, geen barst en zelfs: geen pijp tabak. Eigenlijk wil men dus met al deze uitdrukkingen zeggen: iets wat waardeloos is en niets te betekenen heeft. Een zier is namelijk een worm pje, een woord dat aan het Franse ciron is ontleend. Dit is een heel ander woord dan sier dat ook in het Middel nederlands voorkwam en dat: gelaat betekende. Men leest ergens: zij na men afscheid met vriendschap ende sieren (met zeer vriendelijk gelaat). Daaraan is onze uitdrukking: goede sier maken ontleend, die dus eigenlijk betekent: iemand met een vriendelijk gelaat ontvangen en dus: een vrolijk leventje leiden. i Het bericht dat het Amsterdamse Vëstzaktheater voorlopig gaat sluiten zal waarschijnlijk niet in staat zijn u op uw grondvesten te laten wankelen. Daarom zal ik proberen uit te leggen dat dit besluit van toneelleider Wim Burkunk de overheid doet wankelen op de grondvesten waarop ze haar taak als cultuurdrager vervult. De overheid draagt de cultuur als een witkiel die bij voorkeur geen kleine koffers aanneemt, zonder op de gedachte te komen dat er in de grote koffers schuimplastic kan zitten, en in de kleine goud. Het vestzaktheater heeft het hele af gelopen seizoen voor een volle zaal ge speeld, maar omdat er in die zaal maar 50 mensen kunnen was dat niet genoeg om te kunnen bestaan. In zo'n geval lijkt een aanvraag om subsidie niet onredelijk. Nu is het subsidiebeleid van de over heid een hachelijke onderneming. Ja ren geleden heeft A. Koolhaas een ar tikel geschreven waarin hij opmerkte dat de gesubsidieerde toneelspelers meer op ambtenaren leken dan op komedianten. Dit deed hem niet zon der weemoed terugdenken aan de hjd toen de kreet nog opgeld deed:,,De komedianten komen. Haal de was bin nen". Hij heeft hierover heel wat te ho ren gekregen. Iedereen was het er over eens dat een toneelspeler goed betaald behoort te worden, en de was veilig buiten moet kunnen hangen. Maar Manuel van Loggem heeft zo juist in een nieuw artikel verklaard dat subsidies aan toneelgezelschappen, als ze eenmaal zijn toegewezen, auto matisch blijven doorlopen, onafhanke lijk van de vraag of de tegenwoordi ge prestaties van het gezelschap dit rechtvaardigen. Dit gaat ten koste van nieuwe gezelschappen die met meer recht steun verdienen. Dit is een wankel punt, maar niet het enige. Wie bepaalt welk gezel schap in aanmerking komt voor subsi die? De regering, zelf geen oordelaar van schone kunsten, heeft daarvoor de Raad voor de Kunst aangewezen. Een collega van bekwame luiden. Het zou natuurlijk mogelijk zijn een ander be kwaam college samen te stellen, dat de subsidie aan andere gezelschappen zou gunnen, maar het is evengoed mo gelijk een andere regering te benoe men die de Raad voor de Kunst zou afschaffen, dus laten we dat maar zo laten. De Raad voor de Kunst heeft ge adviseerd het Amsterdamse Vestzak theater in aanmerking te laten komen voor subsidie. En nu komt het wankel- ste punt: onze overheid valt in zulke gevallen uiteen in de onheilige drieën- heid van rijk, provincie en gemeente. De gemeente en de provincie waren bereid het Vestzaktheater subsidie te verlenen, mits het rijk meedeed. Het rijk deed niet mee. Vestzak dicht, broekzak dicht. Vestzaktheater dicht. Mensen, hang je wollen goed buiten. De komedianten komen. Ze hebben het koud. KAAPSTAD (Reuter). De Zuidafri- kaanse hoogleraar aan de universiteit van Kaapstad, M. W. Pope, heeft ontslag ge nomen uit protest tegen het besluit een Afrikaanse lector, Mafeje, niet tot de uni versiteitsstaf toe te laten. Mafeje was aanvankelijk aangesteld als lector in de sociale antropologie. Maar deze aanstelling werd later door het uni versiteitsbestuur ingetrokken toen de re gering bezwaar maakte. Prof. Pope dien de zijn ontslag in nadat 300 studenten een zitstaking hielden om kracht bij te zetten aan hun eis, dat de maatregel tegen Mafe je zou worden ingetrokken. mt, BRAND MAAR 6ÊEN KAARSEN MOR Mt, vriend.. her kan wet. EVEN DUREN!. de mme zou me uitlachen IK Zie Jb NO6 Ml, MARCO! OMMNN VERMOEDENS. DN MOET IK ZE Cf OPKNAP- WANNEER KOM TERuQ, DAJY2 HiHUM» 1217. DE HOOFDMAN had toch al niet zo'n best humeur, nu er in plaats mn goud eierkolen in de kist bleken te zitten. Dat er een verrader in hun midden was deed zijn woede tot kookpunt stijgen. „Aha..een indringer, nietwaar?" bul derde hij. „Een bedrieger.een hand langer van de politie.een vijand van de georganiseerde misdaad. Mannen, wat zullen wij met hem maken?" „Korte metten", riepen ze allemaal. Bram had nu sidderend in een hoekje moeten wegkruipen. Maar in plaats daar van hief hij rustig de hand op en zei: „Heren, ik ben in uw macht.u kunt u dus veroorloven even rustig r.aar mij te luisteren. Ik ben namelijk geen verra der. Ik denk, dat wij allemaal het slacht offer zijn van de list van jullie opdracht gevers, die er zelf met het goud vandoor willen gaan. Ik werd door hen gestuurd om jullie aandacht af te leiden. „Smoèsjes", zei de hoofdman. „En als het smoesjes zijn, hoe kan ik dan weten, wat er in het briefje stond, dat jullie door de postduif is gebracht?" vroeg Bram. Hij zei de tekst letterlijk op en daar stond de hoofdman wel versteld van.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 8