„Wereldstrafwetboek nodig om de
angst voor oorlog te verdrijven
Groot tekort aan artsen
in Afrika neemt nog toe
NORTON FILTER KING SIZE
Prof. J. M. van Bemmelen verlaat na
37 jaar leerstoel voor strafrecht
en criminologie in Leiden
Promotor van tal
van nieuwe
richtingen
'-'Waa
Van mij mag het best
DINSDAG 3 SEPTEMBER 1968
9
Reclassering
Uitbouw
Studenten
Internationaal
Levensloop
vM
IBHh
I olgens Wereldgezondheidsorganisatie:
Opleiding
dat ook U aangaat.
Steeds meer mensen roken filter king size sigaretten.
Wat gisteren een verschuiving leek in de rookgewoonten,
is vandaag een duidelijke revolutie! In 1968 roken de
mensen anders, ze roken filter king size. Norton heeft
daaruit de enig mogelijke konsekwentie getrokken:
25 voor fl. 1,50
Misschien rookte u nog geen filter sigaretten.
Probeer dan Norton Filter King Size!
De voile echte tabak van de meest selecte
amerikaanse plantages, het direct® filter en
het interessante king size formaat maken
van Norton Filter King Size die regelrechte,
vitale sigaret die U onmiddellijk herkent.
Steek er een op juist dat direct® filter
geeft die zachte en toch verrassend-echte smaak!
Norton Filter King Size - rijp, vitaal, echt...
World Registration Pending
v.
Van onze correspondent)
LEIDEN „Willen wij afkomen
van de angst voor een nieuwe we
reldoorlog die de wereld nu al tien
tallen jaren gevangen houdt, dan
moet er een wereldstrafwetboek tot
stand komen en een organisatie die
naleving van de daarin vastgestelde
regels kan afdwingen. Ik hoop aan
de verwezenlijking daarvan ook nog
een steentje te mogen bijdragen na
dat ik als hoogleraar met emeritaat
ga".
Aldus prof. mr. J. M. van Bemmelen,
die zondag, bij de ingang van het nieuwe
academische jaar na een Leids professo
raat in het strafrecht, de strafvordering
en de criminologie dat hij 37 jaar ge
leden aanvaardde, in verband met het
bereiken van de pensioenverplichte leef
tijd dit hoogleraarschap heeft beëindigd.
Prof. Van Bemmelen heeft in die 37
jaren bij voortduring getoond, dat een
juridisch hoogleraar bepaald niet uitslui
tend een kamergeleerde behoeft te zijn,
maar in vele opzichten nauw contact
met de dagelijkse praktijk van het recht
kan onderhouden en grote invloed kan uit
oefenen op de ontwikkeling van de rechts
praktijk waar hij middenin kan staan.
Prof. Van Bemmelen is de promotor ge
weest van talloze „nieuwe richtingen" in
de strafrechtpleging en heeft bijvoorbeeld
naam verworven door zijn pleidooien voor
de weekeindstraf (al in 1925) die thans in
ruime mate toegepast wordt, voor de ont
wikkeling en verbetering van de reclasse
ring, voor de voorwaardelijke niet-vervol-
ging, en bovenal als promotor van het
onderzoek naar en het naar waarde schat
ten van de oorzaken en achtergronden
van de criminaliteit. Hij heeft deze be
kendheid niet alleen verworven door zui
ver wetenschappelijke arbeid en werk in
de rechtspraktijk maar ook door vele pu
blicaties onder meer in dagbladen en tijd
schriften buiten de wetenschappelijke
sfeer.
Gevraagd naar een schatting merkt
prof. Van Bemmelen op, dat hij in de
loop der jaren zeker tienduizend studen
ten mede heeft opgeleid tot jurist, en ook
daardoor is zijn invloed op de ontwikke
ling van het strafrecht en de criminologie
bijzonder groot geweest. Ongeveer dertig
van deze tienduizend studenten hebben
onder zijn leiding een dissertatie samen
gesteld.
Op universitair terrein heeft prof. Van
Bemmelen onder meer sterk geijverd voor
uitbreiding van het aantal leerstoelen voor
criminologie en aanverwante vakken,
waarin zich een steeds verdere speciali
satie aftekent. Er zijn in Leiden thans vijf
leerstoelen voor het terrein waarop hij
eenling was toen hij zijn hoogleraarschap
aanvaardde. „Hoewel een verdere uit
breiding er niet direct in zit, is dit toch
nog niet voldoende. Er is bijvoorbeeld nog
altijd geen leerstoel voor vergelijkend
strafrecht". De bedoeling van de uitbrei
ding van leerstoelen en wetenschappelijke
staf was onder meer te bereiken, dat stu
denten geen repetitor meer nodig zouden
hebben, en zover zijn we nog lang niet.
Rechten is nu eenmaal een praatvak, en
de staf zou veel groter moeten zijn om
het- nodige contact te verwezenlijken tus
sen docenten en de tweeduizend juridische
studenten die Leiden thans telt.
Over de studenten van tegenwoordig
ziegt hij: „De studenten van nu verschil
len niet wezenlijk van die van vroeger.
Er zijn er meer, ook meer uit niet-uni-
versitaire milieus, en beide factoren le
veren nog wel eens moeilijkheden op,
maar mijn indruk is dat 90 pet echt goed
studeert. Dat is beslist niet minder dan
vroeger, misschien zelfs het tegendeel".
Ook in de studie zelf heeft prof. Van
Bemmelen belangrijke verbeteringen kun
nen doorvoeren. Al vijftien jaar geleden
bepleitte hij een strakkere indeling in ten
tamen-perioden en uitbreiding van de stof
voor het kandidaatsexamen met als conse
quentie dat er wel hard gewerkt moet
worden, hetgeen ook in latere studieperio
den zijn vruchten afwerpt.
De ontwikkeling van het strafrecht en
de toepassing daarvan heeft de bijzondere
aandacht van prof. Van Bemmelen gehad.
Veranderingen in de strafoplegging waar
hij een sterk voorstander van is, kunnen
naar zijn mening worden verwezenlijkt
binnen het raam van de huidige wetge
ving. Het gaat daarbij veelal uitsluitend
om de instelling van de leden van de
rechterlijke macht.
Prof. Van Bemmelen vraagt zich af of
het instituut van de niet-materiële straf
zoals de waarschuwing of de berisping
niet in ruime mate zou kunnen worden
toegepast. Korte gevangenisstraffen, zeker
in de gevangenissen en Huizen van Be
waring zoals wij die merendeels kennen,
hebben geen enkele opvoedkundige waar
de, integendeel. Bovendien kan men zich
afvragen, of straffen door de overheid
met middelen die zijzelf juist veroordeelt,
namelijk vrijheidsberoving en ontneming
van bezit, voor de overgrote meerderheid
der gestraften wel gerechtvaardigd is.
Per jaar worden in ons land ongeveer
7.000 gevangenisstraffen van minder
dan drie jaar uitgedeeld. Heeft dat zin?
Die straffen kosten de gemeenschap han
den vol geld en zij hebben geen opvoed
kundige waarde. Ondanks het ontbreken
van het paedagogisch effect recidiveert
veel meer dan de helft van deze kort-ge-
straften niet. Voor die gevallen zou in
eerste aanleg een waarschuwing of beris
ping afdoende zijn geweest.
Wanneer die 7.000 korte gevangenis
straffen tot een paar honderd terugge
bracht zouden kunnen worden, namelijk
de toch wel ernstiger gevallen en de reci
divisten, zouden zij een opvoedkundig en
psychiatrisch veel betere behandeling
kunnen krijgen hetgeen niet zonder effect
zou blijven na hun terugkeer in de maat
schappij. Dan wordt er inderdaad iets ge
daan aan verbetering van de mens, niet
alleen aan bestraffing.
Veel te veel wordt volgens prof. Van
Bemmelen voorts gewerkt met het
systeem van de voorlopige hechtenis, die
er vaak aanleiding toe wordt de straf
maat zodanig te bepalen, dat de duur van
die voorlopige hechtenis althans is goed
gepraat.
Zeer actief is prof. Van Bemmelen ge
weest op internationaal terrein, ten aan
zien van de opbouw van een internatio
naal strafrecht en internationale juridi
sche organisaties.
„Internationaal strafrecht is het recht
van de toekomst", aldus prof. Van Bem
melen. Er moet zoiets als een wereldpo
sitie komen om de bepalingen van een
wereldstrafwetboek kracht bij te zetten,
zoals een verbod tot vervaardiging en ver
handeling van oorlogswapens. „Strafwet
geving is in wezen het enige middel om
eigenrichting te voorkomen en in ieder
ontwikkeld land wordt dit ingezien.
Merkwaardig en volkomen onverant
woord is, dat men er nog altijd niet toe
is gekomen, via een stelsel van strafwet-
regels ook internationaal dus tussen staten
onderling, die eigen-richting te voorkomen
die toch veel meer slachtoffers maakt en
ellende meebrengt dan de conflicten tus
sen individuen".
„De Verenigde Naties hebben wel gepro
beerd, iets dergelijks tot stand te bren
gen, maar men is er nog niet uit kunnen
komen omdat er vooral door Rusland
steeds op gewezen is dat agressie veel
meer omvat dan alleen wapengeweld,
doch bijvoorbeeld ook ideologisch of eco
nomisch of propagandistisch kan zijn".
De grote belangstelling van prof. Van
Bemmelen voor dit onderwerp blijkt wel
uit de bundel, die hem indertijd naar aan
leiding van zijn 65ste verjaardag werd
aangeboden. Deze bevat een grote reeks
verhandelingen op het gebied van het in
ternationale strafrecht.
„Ik hoop vooral op internationaal terrein
nog veel te kunnen doen na beëindiging
van mijn hoogleraarschap", aldus prof.
Van Bemmelen, die ook nu nog functies
in internationale organisaties blijft bekle
den. En verder? „Ik ga meer tijd beste
den aan schilderen en schrijven, onder
meer een Engelse vertaling van een cri
minologisch handboek".
Prof. Van Bemmelen, zoon van de Gro
ningse hoogleraar J. F. van Bemmelen
en kleinzoon van de beroemde Leidse
chemicus J. M. van Bemmelen, studeerde
rechten in Groningen welke studie hij in
1923 bekroonde met een promotie op een
proefschrift getiteld „Van zedelijke verbe
tering tot reclassering", een titel die
reeds een voorteken was van zijn toe
komstige maatschappelijke arbeid. In
1923 en 1924 was hij leraar in staatswe
tenschappen in zijn geboorte- en studie
stad, vervolgens tot 1926 advocaat in Rot
terdam, tot 1928 substituut-griffier van
het kantongerecht en tot 1931 substituut
griffier bij de rechtbank in de Maasstad.
Sinds 1929 had hij tijdens het ziektever
lof van prof. mr. A. J. Blok reeds colle
ges in het strafrecht in Leiden gegeven,
toen hij op 28 april 1931 diens opvolger
als Leids hoogleraar werd.
Gelijktijdig met zeer vele Leidse hoog
leraren nam prof. Van Bemmelen als pro
test tegen Duitse maatregelen in mei 1942
ontslag, doch in mei 1945 nam hij uiter
aard zijn taak weer op. Inmiddels had
hij van augustus 1942 tot juni 1943 als
gijzelaar in Sint Michielsgestel vertoefd.
Naast zijn Leids hoogleraarschap was
prof. Van Bemmelen sinds 1940 plaatsver
vangend president van de krijgsraad in
Den Haag, in de jaren 1944 en 1945 ju
ridisch adviseur van de commandant
binnenlandse strijdkrachten en in de eer
ste twee jaar na de bevrijding reserve-
luitenant-kolonel bij het militair gezag.
In de jaren 1939-1940 was hij voorts lid
van de Leidse gemeenteraad voor de Li
berale Staatspartij. Hij is opgetreden als
redacteur van het Tijdschrift voor Straf
recht, het Weekblad van het Recht, en
het Nederlands Juristenblad. Hij combi
neerde ook vele maatschappelijke functies
in Leiden en Nederland met bestuurs
functies van buitenlandse organisaties,
terwijl hij een actieve rol speelde in tal
rijke internationale congressen.
- bC- „J'-y-mZ;:
(Van onze correspondent)
DEN HAAG. In Afrika is het tekort
aan artsen nu zo groot, dat de verbe
tering van de gezondheidstoestand in dat
wereldeel tot stilstand dreigt te komen
ondanks het feit dat er voldoende kennis
bestaat om de vele voorkomende ziekten
goed te kunnen bestrijden en ondanks
het feit dat ook de financiële middelen
geen probleem opleveren.
Het tekort, dat steeds groter wordt, Is
volgens een nog niet geheel afgerond on
derzoek van de wereldgezondheidsorgani
satie (WHO) alarmerender dan men tot
dusver heeft geweten.
Volgens een doelstelling van de Ver
enigde Naties moet men tegen 1970 in
de mindër ontwikkelde landen kunnen be
schikken over één arts per 10.000 inwo
ners. Afrika had er in 1962 één per 18.000
en in 1965 één per 20.500. De achterstand
wordt niet alleen groter door de zeer snel
le bevolkingsgroei, zij blijkt ook wanneer
men afgaat op absolute cijfers: 26 Cen
traal-Afrikaanse landen hadden in 1962
4700 gekwalificeerde artsen. In 1965 wa
ren het er nog 4400. Die teruggang is een
gevolg van het feit dat steeds meer blan
ke medici Afrika verlaten. Bovendien
werkt echter een groot aantal afgestu
deerde Afrikaanse medici in rijke lan
den en denkt er niet over naar Afrika te
rug te keren. Naar schatting emigreren
jaarlijks ongeveer 1200 medici naar Ame
rika. De helft van dat aantal komt uit
minder ontwikkelde gebieden,
Afrika is het enige deel van de „derde
wereld" waar een grote meerderheid van
de afgestudeerde medici bestaat uit zo
genaamde „expatriates" hoofdzakelijk
afkomstig uit Europese landen. Het zijn
zendelingen en missionarissen, artsen in
dienst van nationale regeringen en (de
grootste groep) mensen die uitgezonden
werden in het kader van programma's
voor technische bijstand.
Van de dertig landen die hierover cij
fers konden verstrekken, zijn er maar ne
gen (met in totaal dertig miljoen inwo
ners) die een meerderheid hebben van
Afrikaanse artsen. In 21 landen (met sa
men meer dan 137 miljoen inwoners) is
de helft of nog meer van het aantal dok
ters buitenlander en in dertien van die
landen (44 miljoen zielen) zelfs driekwart
In Azië en Latijns-Amerika is er waar
schijnlijk geen land met meer dan drie
miljoen inwoners dat geen school heeft
voor de opleiding van medisch personeel.
(Het tekort beperkt zich namelijk niet tot
de artsen, maar geldt evengoed voor
vroedvrouwen, verpleegsters, assistenten
Geldt dat ook voor mij? Deze non
chalante bruine beer vindt kenne
lijk dat waarschuwingsborden met
een korreltje zout genomen dienen
te worden. Hij staat klaar om lek
kernijen aan te pakken van toeris
ten bij de „Grootvader-berg" in een
wildreservaat bij Linville, North Ca
rolina. De toeristen hier worden op
het bord gewaarschuwd uit de buurt
van de beren te blijven en ze niet
te voeren.
enzovoort). In Afrika zijn echter nog al
tijd negen landen die het volkomen zon
der opleidingsmogelijkheden moeten stel
len.
Negen landen in Midden-Afrika (waar
onder Nigerië, Kongo, Tanzanië, Kenia, en
Ivoorkust) hebben samen elf medische
scholen. Vorig jaar verwachtte men dat
in totaal 170 Afrikaanse studenten hun
studie zouden afsluiten.
Tegen 1970 zou dat totale aantal om
streeks 400 moeten zijn. Nu groeit de be
volking (ongeveer 200 miljoen) van Afrika
met jaarlijks ongeveer twee percent ofwel
zo'n vier miljoen. Om de normale bevol
kingsgroei op de voet te kunnen volgen
zouden jaarlijks 400 nieuwe afgestudeerden
nodig zijn. Van een wegwerken van het
grote tekort is dan nog geen sprake.
En een belangrijke vraag die buiten
beschouwing is gelaten: mag Afrika voor
zijn medische verzorging afhankelijk blij
ven van buitenlanders? De Afrikaanse lan
den zouden net als andere landen in de
„derde wereld" hun gezondheidsdiensten
zo spoedig mogelijk willen bemannen met
inheems personeel. Het uitzicht daarop
ontbreekt echter volkomen.
ADVERTENTIE
Belangrijk nieuws
lOUWjWrfe.-J