VERSLAG VAN
EEN ZOMER
Artis in een crisis-situatie
T reinramp
bij Weesp
Steun van Rijk
gevraagd voor
sanering
PANDA EN DE SUPERSCHAT
h
Nederlandse maatschappijen
wapenvluchten aangeboden
POLLE, PELLI EN PINGO
WITTE KRUIS
^mngestipt
i
m
9
Ons vervolgverhaal
WETHOUDER DE WIT VAN AMSTERDAM:
Zendingen voor
Nigerië en Biafra
i
HIJ HOUDT HET
BIJ POEDERS
I X imam
WOENSDAG 11 SEPTEMBER 1968
Vijftig jaar geleden
we konden wier komen,
MEESTER, WANT W& MOESTEN
POK-ES MOEDER MET DE
WAS HEtPÉN
v1
En U? Cachets of tabletten? Houd
het in elk geval bij Witte Kruis:
aktief tegen griep, verkoudheid en
i pijnen. Witte kruis spaart boven -
dien de maagl
Kees Stip
andenboeynants weer
wethouder in Brussel
eet] weuwe radio, ben <m pasgekocht.
A
'lobfftih
Een Peruaanse roman door
Julio Ramón Ribeyro
16)
Snel trok zij haar hand terug.
Loop! Ik wou je geen hand geven
zei ze, opeens verschrikkelijk ern
stig. Ik wil alleen maar dat brief
je terug.
Ik gaf het haar en zij verfrommel
de het. Daarna scheurde zij het in
stukjes die zij onder het lopen een
voor een liet wegdwarrelen. Intussen
werd de uitdrukking van haar ge
zicht steeds grimmiger.
Felipe is een slechte kerel, zei ze
Hij buit alles uit. Je moet hem
s nachts, wanneer hij slaapt, een keer
met een knuppel op zijn hoofd slaan.
Je slaapt toch in dezelfde kamer?
Maar sla zo dat hij een gat in zijn
hoofd heeft. Een flink diep gat.
Ik h^i het vroeger al eens opge
merkt, Waar nu begreep ik pas goed
hoe wreed Leticia kon zijn. Met een
gevoel van beklemming dacht ik aan
wat me te wachten zou staan, wan
neer ik de wedstrijd zou verliezen.
Ik voel me een beetje moe, begon
ik. Mijn benen doen me nog steeds
pijn. Misschien kunnen we beter
gaan wandelen.
Aha. Je bent bang. Ik was onge
steld toen we de berg oprenden en
toch heb jij.
Wat mankeerde je dan?
Zij kleurde.
Niks. Ik had teveel gegeten.
Zullen we geen wandeling gaan
maken bleef ik aandringen.
Een wandeling gaan maken? Ik
denk er niet over. Ik wandel niet
graag met iemand bij me. Let op,
we gaan tot aan de eerstvolgende
kromming en wanneer we daar bij
de boom zijn beginnen we te rennen.
En vergeet de straf niet! voegde zij
eraan toe en liet haar kleine witte
tanden blinken.
Een beetje verslagen liep ik naast
haar. Tot aan de kromming zeiden
we geen van beiden iets. Maar nau
welijks waren we bij de boom aan
gekomen of zij riep: Af! en ging
er als een bezetene vandoor. Ik volg
de. Ik merkte al gauw dat het me
met enige inspanning wel zou luk
ken om haar in te halen. Maar ik
hield me in. Zij moest eerst den
ken dat zij zou winnen. Bij moei
lijke, slecht begaanbare plaatsen
kreeg zij toch een voorsprong. Zij
sprong met zoveel behendigheid over
plassen en steenhopen dat zij wel be
hekst scheen. De kleine, met rotsen
omgeven bocht, waar de rivier be
gon, was nog niet eens in het zicht
toen ik in de gaten kreeg dat in de
inspanning niet lang meer zou kun
nen volhouden. De afstand tussen
Leticia en mij werd steeds groter.
Haar haren fladderden in de wind.
Zij keerde zich geen enkele keer om
Ik liep harder. Haar voorsprong
werd kleiner. De eerste oeverstrui
ken kwamen in zicht.
Ik was al zo dichtbij haar dat ik
haar met de hand had kunnen aan
raken. Maar juist toen ik de hoek
om wilde gaan stak daar uit de
scheidsmuur die tot kniehoogte reik
te een tak tevoorschijn. Ik probeerde
hem te ontwijken, maar bleef eraan
vasthaken en sloeg voorover. Even
bleef ik verlamd van pijn en als aan
de grond vastgenageld liggen. Toen
ik me eindelijk weer kon verroeren
en opstond zag ik dat ik mijn knie
had opengehaald. Ik lette daar ver
der niet op en begon opnieuw hard
te lopen. Leticia was in geen velden
of wegen te zien. Misschien was zij
bij mijn val snel over het muurtje
gesprongen om de weg naar de ri
vier via de oeverbegroeiing af te
snijden. Wat daar ook van zij, toen
ik bij het water aankwam, lag zij
daar al op de buik en koelde haar
gezicht in het rivierwater.
Ik heb gewonnen, riep zij en zij
smeet handenvol water naar me toe.
Nu kan je niks meer zeggen. Van
avond zal ik ze eens wat te vertel
len hebben! Ik heb je overwonnen.
Je hebt voor me moeten onder doen.
Zij bleef dat maar herhalen en
danste, in de handen klappend, in
het rond. Zij hield daar pas mee op
toen zij merkte hoe ik eraan toe was
Ik rolde mijn broekspijp op om haar
de wond te laten zien. Ik hoopte zo
haar medelijden op te wekken.
Nou geen uitvluchten! protesteer
de zij. Straks kun je doen wat
je wil. Maar nu moet je je aan onze
afspraak houden.
Wat voor afspraak? vroeg ik
schijnheilig.
De straf.
Zij had al haar bekoorlijkheid ver
loren. Vergeefs zocht ik in haar ge
zicht, dat er onverbiddelijk uitzag,
naar enig teken dat het allemaal
maar spel was. Ik wilde weglopen
toen ze naar me toekwam, maar
mijn knie deed zo'n pijn. dat ik niet
verder kwam dan tot de dichtsbij-
zijnde boom.
Ik ging daar zitten, met mijn rug
tegen de stam. Leticia kwam lang
zaam naderbij. Zij was bleek en
ademde moeilijk, alsof zij nu pas de
gevolgen ondervond van het inspan
nende hardlopen.
Zij legde haar handen op mijn
schouders, ik sloot de ogen en gaf
het op. Opeens vlijmde er een gevoel
van zoetheid door me heen: haar lip
pen hadden mijn wang aangeraakt.
Maar zij beet niet. Haar mond zocht
de mijne, vond hem en drong zich
erin vast, als het vlees van een
vrucht die wenst verzwolgen te wor
den. Ik tilde mijn armen op en wilde
ze om Leticia heen slaan, maar ik
was te laat. Zij had zich al los ge
maakt, sprong over de muur en ver
dween in het hoge alfafagras.
HOOFDSTUK VI DE TERUGKOMST
VAN DE INGENIERO
De volgende dagen doorleefde ik als
een slaapwandelaar; ik merkte ter
nauwernood wat er om mij heen ge
beurde. Ik bleef uren op mijn ka
mer zitten en vloog er dan weer uit
om de weilanden in te rennen, waar
na ik onzinnig lange wandelingen
maakte. Verscheidene malen keerde
ik naar de rivier terug, naar de
boom onder welks takken ik zo iets
wonderbaarlijks had beleefd. De ver
latenheid van het landschap verer
gerde slechts mijn verwarring.
(Wordt vervolgd).
AMSTERDAM. Een sombere Am
sterdamse wethouder, drs. De Wit, heeft
dinsdag gesproken over een crisissitua
tie van „Artis". De dierentuin, die in
1963 het 125-jarige bestaan vierde, is aan
een grondige sanering toe, ondanks het
feit dat er na 1952 al tal van belangrijke
investeringen zijn gedaan. Sommige die
renverblijven, met name het berenver-
blijf, zijn er zo slecht aan toe dat hand
having in de huidige toestand niet langer
verantwoord is.
Al eerder, vlak voor de oorlog, verkeer
de Artis in een deplorabele toestand.
*wvwwwwvm#wvwwvw«ni
(Van onze correspondent)
WEESP Vijftig jaar geleden, in 1918,
was vrijdag 13 september werkelijk een
fatale datum. Op die dag verongelukte bij
Weesp een reizigerstrein, waardoor 41
mensen om het leven kwamen en 42 zeer
ernstig gewond werden.
Die morgen was trein 102 met een suk
kelgangetje om 10.11 uur uit Hilversum
vertrokken. Het was het laatste jaar van
de eerste wereldoorlog en de steenkolen
waren schaars en slecht. De trein kon niet
voldoende vaart krijgen. En het was nog
wel een sneljrein. In de coupés werd ge
praat over de berichten van het front en
over de uitgifte van nieuwe bonkaarten.
LANGZAAM REED DE TREIN om half
elf bij Weesp de helling van de brug over
het Merwedekanaal op. Er was niet vol
doende stoom voor meer snelheid. De lo
comotief had juist de brug bereikt toen
het ongeluk gebeurde. De bagagewagen
helde plotseling achterover. De trein
schoof nog even door, de locomotief sloeg
tegen de brug en de houten personenwa-
gons achter de bagagewagen gleden van
de dijk. Even was het angstig stil en toen
verscheurde een onmenselijk gejammer
en gegil de stilte. De trein was met een
groot gedeelte van de dijk weggegleden in
een sloot en in een weiland. Van de wa
gons was niet veel meer over dan een
hoop versplinterd hout.
OP DE MUIDERSTRAATWEG mar
cheerde juist een bataljon van het vierde
regiment infanterie uit Naarden. Deze mi
litairen waren het eerst op de plaats van
de ramp. Ook 250 arbeiders in dienst bij
de aannemer Boltje uit Heerenveen, die
in de omgeving aan het werk waren,
snelden toe om hulp te bieden. In de trein
bevond zich, in een wagon die niet ver
splinterd was, de bekende medicus pro
fessor Treub. Hij organiseerde de eerste-
hulpverlening.
HET GROTE PROBLEEM was het ver
voer van de gewonden. Aannemer Boltje
hield in het destijds nog zo geheten Mer
wedekanaal een sleepboot met een aantal
lege schuiten aan. Met hooi van de wei
landen en kussens uit de versplinterde wa
gons werden ligplaatsen voor de gewon
den geïmproviseerd. Zo kwamen in de
loop van de middag de gewonden en do
den in de hoofdstad aan. Zij werden tot
vlak bij het Binnengasthuis gevaren erf
op draagbaren naar de ziekenzalen ge
bracht. Onderweg waren enkele gewonden
overleden.
GERUIME TIJD LATER bracht een
commissie van deskundigen een rapport
uit over de oorzaak van de ramp. Er had
zich water opgehoopt in het dijklichaam,
waardoor de adhesie tussen de zandkor
rels verloren was gegaan en een deel van
de spoorbaan met rails en al als een la
vastroom naar beneden was gegleden. Het
had ook kunnen gebeuren op een moment
dat er geen trein passeerde
Toen konden de problemen worden opge
lost doordat Amsterdam met hulp van de
provincie voor 1.131.000 de grond en op
stallen kocht en daarmee tevens de zorg
voor het onderhoud op zich nam. Deze
zorg is inmiddels een last geworden. Ar
tis kostte Amsterdam in 1968 in totaal
1.927.000, de provincie 125.000 en de
universiteit 30.000.
Gezien het feit dat slechts 35 percent
van de bezoekers Amsterdammers zijn
en dus 65 percent „buitenmensen" en ge
zien het feit dat de culturele en weten
schappelijke betekenis van Artis een na
tionaal belang kan worden genoemd,
meent wethouder De Wit dat Amsterdam
dat voor zeer grote financiële problemen
zit op allerlei gebied, gerechtigd is een
beroep te doen op het rijk, financiële me
dewerking te verlenen bij de sanering
van de dierentuin. Er is enige tijd gele
den een Structuurplan-commissie Artis
ingesteld die een investeringsplan op
lange termijn heeft uitgewerkt. Dit vergt
over een periode van meer dan 10 jaar
uitgesmeerd een investering van 18 mil
joen gulden.
De absolute noodzaak van vernieuwing
van het berenhuis heeft B. en W. er toe
gebracht een overigens sterk beknot plan
voor de nieuwbouw van een berenver-
blijf waarmee 1.300.000 gemoeid is
bij de gemeenteraad in te dienen. Als dit
plan genade vindt in de ogen van de
raadsleden zullen de bruine beren en de
ijsberen in Artis tenminste gered worden
Of de verdere plannen kunnen worden
uitgevoerd zal, blijkens de mededelingen
van de wethouder, afhangen van een be
slissing van de minister van C.R.M.
68. Panda en Bill Dollar brachten de kroon naar een
museum en daar werden ze vorstelijk betaald voor het
kostbare voorwerp. „Dat was een mooi avontuur,
vriendje!" sprak Bill, toen. ze weer naar buiten stap
ten. „Ik heb nog eens wat van de wereld gezien, en een
aantal fraaie plaatjes voor de jongens thuis gemaakt.
Het was alleen jammer dat het spook niemand anders
was dan meneer Goedbloed. Maar je kan niet alles heb
ben. Hier heb je je geld. Tenslotte heb je meegeholpen
om die kroon te vinden en eerlijk is eerlijk, zols we
thuis altijd zeggen." Panda pakte dankbaar de bank
biljetten aan, en nam opgewekt afscheid van de toerist.
„Dat was datmompelde hij, terwijl hij in zijn
autootje wegreed. „Jollipop kan tevreden over me zijn.
Ik heb geld verdiend - en bovendien heb ik geleerd dat
je nooit iemand meteen moet vertrouwen en zéker
Joris Goedbloed niet
EINDE VAN DIT VERHAAL.
W6 GAAN EEN EINDJE
lOPEN, DAN DROOST
DE WAS VMJ66ER
OEI! WAT EEN
WIIUDVMAG
WAAROM WAREN
JUtUE VAN DAAS
NIET OP SCHOOI-
r m
(Van onze correspondent)
DEN HAAG. Twee Nederlandse char
termaatschappijen, Transavia en Martin
Air Holland, zjjn de afgelopen maanden
herhaaldelijk benaderd voor wapenvluch
ten naar Biafra en Nigerië. De tussenper
sonen in Madrid en Parijs houden de na
tionaliteiten van hun opdrachtgevers in het
vage. Ook voor minder geheimzinnige
transporten zijn aanvragen binnengeko
men. Het ging hierbij om wapentranspor
ten vanuit de Bulgaarse hoofdstad Sofia
via Lissabon naar het eiland Sao Thome.
Van hieruit worden de wapens verder naar
Biafra en Nigerië getransporteerd. Beide
maatschappijen hebben definitief „nee"
gezegd tegen de aanbiedingen.
Hoewel de bemiddelaars zich in een
waas van geheimzinnigheid hullen, kan
men er zeker van zijn dat het om Oost-
europese opdrachtgevers gaat. De Sov
jet-Unie steunt beide partijen in het Nige-
riaans-Biafraans conflict met wapenleve
ranties. De Nigeriaanse regering heeft
echter een streepje vóór, omdat een bin
ding met de federale regering voor de
Sovjet-Unie van groter belang is dan met
Biafra. Ook Tsjecho-Slowakije en Bulga
rije hebben een groot aandeel in de Oost-
europese wapenluchtbrug naar Nigerië.
Voor hen zijn het vooral economische mo
tieven die gelden.
Een groot deel van de wapenleveran
ties wordt verzorgd door „wilde" vliegers,
zoals Hank Wharton met zijn overjarige
Dakota's, die voornamelijk vliegt op de
Oeli-strip op Biafraans grondgebied. Ook
hij handelt stellig in opdracht van een
Oosteuropese regering, hoewel dit niet
direct te bewijzen is. Transavia heeft on
der meer van de oud-oorlogsvlieger Skor-
zeny, die in de tweede wereldoorlog Mus
solini uit een berggevangenis in Italië be
vrijdde, een aanvraag gekregen voor wa
penvluchten vanuit Sofia. Na overleg met
de Rijksluchtvaartdienst en het ministe
rie van Buitenlandse Zaken is dit gewei
gerd.
Reden hiervoor is onder meer de vrees,
dat men met deze enigszins louche kar
weitjes zijn naam verspeelt, de risicofactor
is groot terwijl men ook de voedseltrans-
porten van het Rode Kruis in gevaar
brengt. Ook MAH wijst alle aanvragen af.
Directeur Schroder verklaarde, dat men
beslist niet van plan is om enige relaties
met deze vluchten aan te knopen.
Volgens een woordvoerder van de Rijks
luchtvaartdienst in Den Haag zijn de
chartermaatschappijen volkomen vrij om
dergelijke opdrachten te aanvaarden
mits het gaat om opdrachten van offici
éél erkende regeringen. Het ministerie
van Buitenlandse Zaken en de Rijkslucht
vaartdienst worden vrijblijvend op de
hoogte gehouden van de aanvragen. Hun
aandeel blijft echter beperkt tot het ge
ven van advies.
ADVERTENTIE
r
Wat een verrukking weer eens door
Parijs te rijden en het ritme van de
Franse hartslag te voelen kloppen!
Wacht even, er klopt iets niet. De dier
bare kinderhoofdjes waarmee het
Quartier Latin was bestraat en die dit
ritme met een alleen in Frankrijk be
reikbaar gebrek aan regelmaat op de
gevoelige delen van de autobestuur
der wisten over te brengen, zijn ver
dwenen, vervangen door een laag
spekglad asfalt. Wat is er aan de hand?
Gelukkig staat er op de hoek van el
ke Parijse straat wel een agent met
een wit knuppeltje om toeristen de
weg te wijzen naar het graf van Na
poleon en studenten naar dat van de
revolutie. Ditmaal staat er zelfs één
zonder knuppeltje. Wij glijden over de
speklaag naar hem toe en spreken
hem aan met „monsieur le prei eet",
meneer de hoofdcommissaris. Dat ho
ren zulke jongens graag. Deze ook,
want hij is toevallig de hoofdcommis
saris. „Bevallen onze straten u?",
vraagt de commissaris, die Doublet
heet, wat in onze taal een schot op
twee eendvogels betekent. Hemzelf be
vallen ze uitstekend, en er zijn inder
daad twee eenden in één klap mee ge
schoten. Het wegdek is glad en soepel,
zodat het zich uitstekend leent voor
het achtervolgen van automobilisten
die de maximum-snelheid overtreden.
Maar de hoofdzaak is dat nu die
straatklinkers veilig door een laag as
falt zijn bedekt, zodat niemand ze er
uit kan peuteren om ze een ander
naar het hoofd te gooien.
Wij verklaren de geestdrift van de
commissaris te delen wat de spannen
de achtervolgingen betreft, maar mer
ken voorzichtig op dat wij die straat
klinkers zullen missen omdat ze voor
ons bij de karakteristieke sfeer van
Parijs horen.
Het gezicht van de commissaris be
trekt. „Als de sfeer van Parijs weer
eens karakteristiek wordt", zegt hij,
„hoop ik dat de straatklinkers u zul
len missen. In Parijs is deze wens
overbodig geworden, doordat we ze on
bereikbaar hebben gemaakt. Het is het
enige middel om een volgende revolu
tiepoging te verhinderen. Want de
Fransman is graaf dier"
Op onze duidelijke tekenen van on
begrip geeft de commissaris ons een
kort overzicht van de ontwikkelings
gang van de gallische beschaving.
„Reeds in de oertijd", zegt hij, heb
ben de bewoners van dit land zich ge
kenmerkt door de neiging overal te
graven en alles te ondergraven. Waar
gaat u heen? Naar de Dordogne? Ver
zuimt u dan niet een bezoek te bren
gen aan onze beroemde grotten met
de voor-historische rotstekeningen. De
grotten zijn ontstaan door de gewoon
te van de primitieve Fransman om
stenen uit de grond te grabbelen en er
zijn jachtbuit mee te bekogelen. Op de
rotstekeningen ziet u dat hiervoor mo
dernere wapens als speren worden ge
bruikt. Dit duidt op een zekere verfij
ning. die zich helaas niet heeft voortge
zet. De jongeren in dit land zijn terug
gevallen op de steen als wapen. En
hun jachtbuit is de politie.
Gelukkig is er één man die daaraan
een einde heeft gemaakt en het Franse
blazoen heeft gezuiverd. Het wapen
van Parijs zou een veld van bitumen
moeten zijn, met daaraan heerlijk ont
bloeiend de bloem van een herboren
cultuur, de Franse
Een dame die over het nieuwe weg
lek komt aangetrippeld leidt een ogen
blik zijn aandacht af. Wij helpen de
ommissaris aan zijn slotwoord. As-
'altlelie.
BRUSSEL (ANP). De voormalige
Belgische eerste minister Paul Vanden-
Boeynants, wiens regering in februari
jl. viel over taalstrijdproblemen, wordt in
oktober weer wethouder van openbare
Werken van de stad Brussel.
Deze functie, werd in de periode sedert
maart 1966, toen VandenBoeynants pre
mier werd, waargenomen door de wet
houder van Financiën van Brussel.
JA, KELLY... WE HEB-
DAW?
HIJ HEEFT een A.M.
BAUD EN we KUNNEN ER
ook op navigeren
Her KAM OOK
RADloBERtCH
TEN JAN VUEG
TUIGEN OPPIK-
Kt!MKT LEUK' IK7AL 'AA
aanzetten. misschien P/k
IK EEN VLIEGENDE!
SCHOTEL.
y
Sam Lcfp
APUiuus
RIB
S3?
aJSSöi
1238. In de brievenbus lag Bram lussen
de brieven, die hij niet had willen ver
snipperen, omdat hij een heilig ontzag
had. voor andermans post.
Hij voelde, hoe hij door de stroming
werd voortgestuwd naar onbekende be
stemming.
„Eén geluk", dacht hij opgewekt, „de
gleuven van de brievenbus zijn toevallig
bovenaangebleven. Anders zou de brieven
bus vol met water zijn gelopen, en dan
had het er slecht voor me uitgezien".
Toch was de toestand ernstig.
De stroom werd sterker en sterker, en
het landschap woester en woester. Bram
meende zelfs, dat hij de zeelucht al rui
ken kon. En hij twijfelde een beetje
aan de zeewaardigheid van brievenbussen.
Ook werd er wel eens zeepost ingegooid.
Per slot van rekening ging er ook lucht
post in de gleuf, maar een brievenbus
kon toch ook niet vliegen?
In een brede strook maanlicht dreef het
vreemde vaartuig verder.