90 C Mede-oprichter Hoogovens sprak woorden, die historie werden... Vïjftig jaar In Jelvlacht" Toe wij ding, geloof in de zaak en vindingrijkheid steeds op de been m hebben gehouden Tien jaar weg K* VITALE TACHTIGER IR. A. H. INGEN HOUSZ: 50 JAAR HOOGOVENS ****1* VAV IDEAAL EERSTE SPADE OPTIES BLIK GAS VATENFABRIEK GESTOLEN BREEDBAND M GROEI VERKOPEN Jtm HDBSBWEHS IJMUIDEN „Urr KLEINE GEDACHTEN ONTSTOND EEN GROTE SCHEPPING" „ZOOALS heden uit kleine vlam een groote brandt, zoo ontstond uit kleine gedachten een groote schepping, dank zij aller eendracht, samenwerking en groote toewijding. Aan het geheele personeel daarvoor op dezen dag mijn oprechte dank". (Van een onzer verslaggevers) DEZE WOORDEN zond H. J. E. Wenckebach initia tiefnemer en mede-oprichter van het nu vijftig jaar be staande Hoogovenbedrijf per telegram bij de ingebruik neming van kooksbatterij I op dinsdag 22 januari 1924, aan het bedrijf dat op 20 september 1918 is opgericht. Hij kon daarbij wegens ziekte niet aanwezig zijn. Zijn echtgenote echter verving hem en ontstak het vuur in de eerste hoogoven. Het was het begin van de produk- tie van het Hoogovenbedrijf, dat sindsdien onverdroten voortgegaan is, met steeds hogere produktiecijfers, steeds meer produkten en steeds grotere aantallen personeel. Alle tegenslagen ten spijt. En tegenslagen heeft deze basisindustrie gekend in de achter ons liggende halve eeuw. Vijftig jaar nu bestaat Hoogovens en ook de aange sloten bedrijven kunnen op een bijna even lange, dan wel iets kortere bestaanstijd bogen. Vijftig jaar achter een verlaten steeds meer produkten in steeds grotere hoeveelheden de poorten van het snel uitbreidende fa briekscomplex. Vijftig jaar achtereen stromen arbeiders in ploegendienst de poorten in en uit; vijftig jaar al ziet men de verkeersstroom naar en van het bedrijf toene men; vijftig jaar lang ziet men in de lucht boven het bedrijf de gassen en dampen in allerlei kleurnuances hangen en weer verdwijnen, uitgestrooid in alle wind richtingen. Een eens begonnen klein hoogovenbedrijf is uitge groeid tot een gigant. Ontwikkeld en opgebouwd, later geleid en uitgebouwd door een kleine groep mannen, die allen even klein zijn begonnen door hun inzicht en on verdroten werken het bedrijf hebben gemaakt tot een van de grootste industrieën van ons land en tot de groot ste staalproducent binnen de landsgrenzen. Het heeft welvaart gebracht, zowel in direkte omgeving als elders in het land. Welvaart en arbeid. Arbeid aan de 500 man waarmee men begon; nog meer arbeid aan de ruim 17.000 personeelsleden, die er nu nog in dienst zijn. De voorgeschiedenis van het Hoog- overbedrijf dateert reeds van ver voor de dag waarop de eerste spade de grond in gegaan is. Reeds vóór 1900 voelde men in Nederland behoeft aan een ijzer- en staal- producerende industrie, waarvoor wel plaats aanwezig was, doch elke poging liep op niets uit. Steeds weer stuitte men op de volslagen onmogelijkheid om tegen het buitenlandse staal te concurreren. Wel slaagde men erin de gietstaalfabri- cage op dreef te brengen. De eerste in dustrie was de nv Nederlandse Staalgie- terij voorheen J. M. de Muinck Keizer in Zuilen; doch van het stichten van werke lijke hoogovens was nog geen sprake. Een man. die het initiatief daartoe moest nemen, die de zaak zou weten te mcre- tiseren ontbrak. Deze man bestond ech ter al wel, maar nagenoeg niemand ken de hem. Het, was H. \T. E. Wenckebach, wiens werkelijke ideaal was mee te mogen wer ken aan de oprichting van 'n hoogovenbe drijf in Nederland. Hij werkte bij de staatsspoorwegen in Utrecht; slaagde er naderhand in de staatsmijnen op te rich ten; werd directeur-generaal; vertrok in 1908 naar Nederlands-Indië: bracht daar allerlei land sbedijven, die onder verschil lende departementen ressorteerden onder één centrale en keerde op 52-jarige leef tijd in 1913 naar Nederland terug. Het jaar daarop zocht hij contact met geïn teresseerden in en buiten het Nederland se bedrijfsleven voor de verwezenlijking van zijn ideaal: de stichting van Neder landse hoogovens ergens aan de Neder landse kust. Na drie jaar van praten, onderhandelen, reizen, vergaderen werd op 31 mei 1917 gegrondvest het „Comité voor de oprichting van een Hoogoven-, Staal- en Walswerk in Nederland". Over leg met de regering leidde tot een wets ontwerp om van regeringswege voor 7,5 miljoen deel te nemen in het oprichtings kapitaal. Particulieren brachten f 17.5 mil joen bijeen uiteraard met zeer veel moeite zodat uiteindelijk het beginka pitaal van 25 miljoen er was. De vennootschap werd opgericht en toen bleek, dat de fabrieken aan het Noordzeekanaal zouden worden gebouwd, nam de gemeente Amsterdam ook nog voor 5 miljoen deel. Dit kapitaal van 30 miljoen was groter, dan ooit tevoren in Nederland was bijeengebracht voor de oprichting van een industriële onderne ming. Dankzij de medewerking van de Staat der Nederlanden kreeg de jonge onderneming de toezegging een onmiddel lijke in verbinding met de open zee staan de fabriekshaven te mogen bezitten; vol gens de nieuwe arbeidswet in drieploegen dienst te mogen werken en een overeen komst aan te gaan met de Staatsmijnen in Limburg inzake de leveranties van l.O; len en cokes. bereiding was er dus ook. Een bewijs hoe grondig de voorbereiding van al de plan nen onder leiding van Wenckebach reeds was. In 1920 besloot men tevens een be langrijk pakket aandelen te verwerven van een van de grootste Duitse staalon- dernemingen. waarvan de koopsom als gevolg van de toenmalige Duitse inflatie gering was. In 1919 ging in Velsen de eerste spade de grond in voor de zeehaven. Spoorver bindingen volgden. Gemakkelijk neerge schreven, doch men bedenke, dat alles met de hand moest worden gedaan, dat de hedendaagse machinerieën ontbraken, en in dat licht bezien dus een gigantische onderneming. De overige bestellingen welke moesten leiden tot de bouw van het hoogovenbedrijf volgden. Het werd moeilijk, toen het bedrijf zich begon af te tekenen, om de directie in één hand te houden. G. A. Kessler werd in 1920 be noemd tot direkteur en ir. A. H Ingen Housz reeds drie jaar bij het bedrijf in dienst als ingenieur tot prokuratie- houder. Wenckebach werd voorzitter van de directie. Het kleine kantoor in Den Haag bleef het hoofdkantoor In 1923 werd proefgedraaid met de electrische en me chanische installaties; op 6 september van dat jaar kwam de eerste ertsboot, de „Fafner", welke 4000 ton erts op het op slagterrein achterliet. Een nietig hoopje, dat niettemin de voorbode is geweest van een onafgebroken stroom van schepen en keten van ertsvoorraden. De leiding van het bedrijf werd het jaar daarop overge dragen aan ir. A. H. Ingen Housz. een van de grootste „captains of industry die ons land heeft voortgebracht. Dinsdag 22 januari 1924 om kwart over elf werd de eerste hoogoven ontstoken door mevrouw Wenckebach. Hoogovens was begonnen! Precies een maand later overleed onverwacht de heer Wenckebach G. A. Kessler bleef met de leiding belast, Ingen Housz werd mede-directeur. De start was goed, het produkt uitstekend en de prijs concurrerend. Deze resultaten waren dermate bemoedigend, dat een tweede cokesbatterij en een tweede hoog- Hoogovens stroom leveren op basis van de kostende prijs. Een ander lonend bijprodukt was hoog ovenslak, dat verwerkt kon worden tot hoogovencement. In samenwerking met de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) in Maastricht, werd in 1930 op gericht de Cementfabriek IJmuiden NV (CEMIJ). In 1932 ging deze fabriek draaien mét één cementmolen. Thans zijn er drie in bedrijf. De hoogovenslak vindt overi gens ook toepassing in wegenbouw en als grondstof voor drijf stenen en steen wol, waartoe andere firma's fabrieken en in stallaties bouwden op het Hoogoventer rein. Toen dat bereikt was volgde de eigen lijke oprichting op 20 september 1918 in het kantoor van het comité aan het Nas- sauplein 25 in Den Haag Direkteur van de nieuwe vennootschap werd H. J. E. Wenckebach; voorzitter van de raad van commissarissen D. W. Stork en se cretaris G. A. Kessler. IJmuiden in de gemeente Velsen werd de vestigings plaats. De opties welke men had op de toenmalige Breesaap kregen hun beslag; het graven van de zeehaven begon, de aansluiting van het fabrieksterrein op het spoorwegnet kon beginnen. De eerste we reldoorlog was toen ten einde materiaal- prijzen en lonen stegen ongekend, reden waarom het besluit viel. dat slechts een deel van de grote opzet uitgevoerd zou worden. Alleen het eigenlijke hoogoven bedrijf zou worden gebouwd en geëxploi teerd. De bouw van een staalfabriek en een walserij moest wachten. Deze vooruitziende blik had tot gevolg, dat er voldoende financiële middelen over bleven om de bouw te bevorderen van twee Siemens Martinovens met een wal- gerij voor betonstaal en ander staafstaal bij de Nederlandse staalfabriek voorheen J M. de Muinck Keizer in Zuilen waar van Hoogovens reeds in 1919 vijftig per cent van de aandelen in handen had. Al eerder beschikte men over een kalksteen groeve met kalkovens in België. Kalk steen, een onmisbare hulpstof bij de ijzer- oven in 1926 in bedrijf werden gesteld Van 1927 tot 1930 beleefde men een grote uitbreiding: er kwam een derde hoog oven, welke als reserve dienst moest gaan doen. Om zich een plaats te veroveren op de wereldmarkt het bedrijf maakte al snel meer ruwijzer dan in Nederland kon worden verwerkt moest de kostprijs zo laag mogelijk zijn. Het maken van een goed produkt alleen was niet vol doende. De lagere kostprijs bleek een haalbare kaart te zijn, wanneer men overeenkomstig het standpunt van Wenckebach aandacht ging besteden aan het verwerken van bij produkten. De vrijkomende hoeveelheden cokesovengas werden geleverd aan de gasbedrijven van Velsen, Beverwijk, Krommenie, Wormer- veer, Zaandam en Haarlem. Daarna werd de gehele provincie voorzien van cokes ovengas. In de zogenoemde bijproduk- tenfabriek van het bedrijf ontstaat onder meer teer. Voor de verwerking daarvan werd Hoogovens voor de helft eigenaaar van het in Uithoorn gevestigde teerdestil- latiebedrijf van Van Semmeren. Samenwerking met de Bataafse Petro leummaatschappij leidde tot het oprich ten van de nv Maatschappij tot Exploita tie van Cokesovengassen (Mekog), die ammoniak ging produceren en dit vervol gens verwerkte tot stikstofmeststoffen. Het gasoverschot bleef echter een pro bleem, totdat in 1929 voor de duur van 30 jaar met het PEN in Bloemendaal een overeenkomst werd getekend voor het op richten van een electrische centrale in IJmuiden door de provincie. Deze centra le ging alle overtollige gassen van Hoog ovens als brandstof gebruiken en Men was er voortdurend op uit zoveel mogelijk van de geproduceerde ruwijzer in eigen land af te zetten. Een van de mogelijkheden om de binnenlandse afzet te verhogen was het stichten van een Buizengieterij. Daarbij werd niet over één nacht ijsgegaan. Hoogovens bouwde eerst een proeffabriek waar een zelf ont wikkelde werkwijze werd geperfectioneerd. Daarna werd de definitieve Buizengieterij gebouwd welke eind 1936 in bedrijf kwam. In deze tijd van ruwijzerproduktie gingen de gedachten doorlopend uit naar het ver vaardigen van staal. In de zomer van 1937 viel het besluit: „Wij gaan zelf staal maken". De keuze viel op het Martin proces, het werd dus een Martinstaalfa briek. De financiën stonden echter nog niet toe een walserij te bouwen. Wel wist men echter reeds dat zodra de mo gelijkheid er was de walserij er een zou zijn voor het vervaardigen van dikke en middeldikke plaat. Het jaar daarop, 1938 bouwde de toen malige Nederlandse vatenindustrie Van Leer nabij de hoogovens een walserij voor dunne plaat, wlke de stalen blokken van de Martinstaalfabriek ging verwerken. Dit was de zo bekend geworden Walserij-Oost welke in 1941 de heer Van Leer ver trok naar Amerika - door Hoogovens werd overgenomen. Twee jaar daarvoor was dr. M. W. Holtrop als derde directeur toegetreden. In 1939 was men dan zover, dat begonnen werd met de bouw van Wal serij West, voor scheeps-, ketel- en con structieplaat. Het uitbreken van de tweede wereld oorlog vertraagde het werk, dat boven dien extra werd vertraagd, toen bleek dat de bezetter er bijzonder veel belangstel ling voor had. In 1943 toen de fabriek dan eindelijk nagenoeg gereed was, werd zij door de Duitsers afgebroken en naar Duitsland afgevoerd om daar weer te worden opgebouwd. Uit die periode dateert ook het smakelijke verhaal dat wij pu bliceerden bij het jubileum van de voor zitter van de Raad van Bestuur ir. A. Drij ver met betrekking tot het veranderen van de werktekeningen, waardoor het af te voeren water weer terugstroomde in I In Duitsland werd begonnen met het de in Duitsland weer opgebouwde fabriek, vakkundig afbreken van de gestolen Wal- Aan uitbreiding van het bedrijf viel in serij West, welke datzelfde jaar op het die jaren niet te denken. Direkteur Kess- Hoogoventerrein werd opgebouwd. Drie- Ier werd van het bedrijf verbannen door maal dus bouwde men aan dezelfde fa de bezetter doch illegaal werden de con- briek, welke nu eind 1945 definitief in ge- tacéen met hem onderhouden. Op 13 de- bruik werd gesteld; zo ook hoogoven II cember 1944 kwam het gehele bedrijf stil en de Buizengieterij. He*^aar_194L te liggen. In augustus 1945. enkele maanden na de bevrijding overleed de heer Kessler. een nieuwe watertoren; Mekog produceer de weer kunstmest en een derde hoogoven leverde nog meer ruwijzer. Op 30 april van dat jaar werd ir. A. H. Ingen Housz t voorzitter van de directie; werden de heren P. R. Bentz van den Berg en prof. dr. J. F. ten Doesschate benoemd tot direc- Voor het bedrijf brak een Periode vari haird Agn de MSF (Martinstaalfabriek) kon werken aan. De Cemij was het eerstel vi;fde Siemens Martinoven worden bedrijf ,dat weer op toeren kwam in ju toeaevoepd Een ruwijzergietmachine in 1945^ Enige maanden volgden 1948 bracht een belangrijke verbetering kooksovens en de Martinstaalfabnek. in det gjeten van de zogenoemde brood ies dat nu machinaal kon gebeuren. Kooks batterij IV kwam in 1949 in produktie; Cemij kreeg in 1950 de derde cement molen. BRUMMEN „Het ondernemer schap in ons land is in diskrediet ge raakt. De kranten en de andere publi citeitsmedia laten veel te veel alleen de negatieve kanten zien en besteden te weinig aandacht aan gewone din gen, die het bedrijfsleven zo mooi en zo boeiend maken. Neem nou eens een wielrenner, die een afstand in een recordtijd rijdt. Waarom nu alleen maar geschreven over die 2/10 se conde, die hij sneller rijdt dan de vo rige recordhouder en niet een ver haal over de fiets waarop hij de pres tatie leverde. Of over de fabriek, of over de vindingrijkheid van de con structeur, die het fietsje uitdacht. Dat is toch immers oneindig veel belang rijker dan die (vergankelijke) sport prestatie? Aan het woord is de onlangs tachtig jaar geworden Arnold Hugo Ingen Housz. oud-president-directeur van de Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken, die wij in verband met he' vijftigjarig bestaan van Hoogovens opzochten in zijn oud, wit huis in het Gelderse Brummen vlakbij het veer over ^0 IJsssl Het wel en wee van honderden ge zinnen hangt af van de toewijding van de ondernemers en daarom is het zo jammer dat als er eens één uitglijdt nmnnnrri Arnold Hugo Ingen Housz, die nu bijna tien jaar geleden op grootse wij ze afscheid nam van het bedrijf dat hij meer dan veertig jaar met hart en ziel had gediend, is een Hagenaar van geboorte. Na zijn ingenieursstudie in Delft werd hij door de Koninklijke Petroleum Maatschappij uitgezonden naar de oliebronnen in Roemenië en de Kaukasus. Bij de Hollandsche Maatschappij voor Havenwerken werkte hij in Hamburg. Op 23 juli 1917 werd de heer Ingen Housz door het Comité voor de op richting van een hoogoven, staal- en walswerk in Nederland aangetrokken om naast zijn andere betrekking taken te verrichten op basis van werk voor halve dagen. Die halve dagen beval len Ingen Housz uitstekend: vooral met de secretaris van het Comité zijn sudentenvreiend Kessler kan hij het uitstekend vinden. Drie jaar later is hij volledig „over" en kort daarna wordt hij procuratiehouder met Wen ckebach en Kessler als directeuren. MWWMIMIWIM Op zesendertigjange leeftijd is de heer Ingen Housz directeur. Na~ het overlijden van ir. Kessler (op 21 augustus 1945) wordt ir. Ingen Housz op 17 april 1946 voorzitter van de directie. Eind 1958 treedt hij wegens het bereiken van de pensioengerech tigde leeftijd af. nAnnnnnnnnnnnnftn"*"'M"",,,">**"*"","l*<ll>l>**<l*<MI<M< Een bredere basis werd aan het bedrijf gegeven door de oprichting in samenwer king met de Staat van Breedband n.v. de walserij voor dunne plaat en blik, die in juni 1953 door koningin Juliana officieel /~\-»^C*|in bedrijf werd gesteld. Ongeveer tege- 111^^ lijk met het besluit Breedband op te rich- 1 ten werd besloten een nieuw hoofdkan toor te bouwen. Tot dan was men gehuis vest in de voormalige villa Bleyenhoeve. In 1951 was het nieuwe hoofdkantoor, een schepping van architect W. M. Dudok ge reed. Inmiddels is bekend geworden dat er een tweede hoofdkantoor zal komen naast het opleidingscentrum aan de Wenc- kebachstraat. De blokwalserij kreeg haar beslag in 1952. In de daaropvolgende jaren verre zen er een hogedrukcentrale en twee kooksbatterij en alsmede een sinterfabriek voor de ertsvoorbereiding. De vraag naar staal neemt toe, Hoog ovens bouwde daarom in de Martinstaal fabriek een zesde staaloven. Heet staal moet gekoeld worden, doch waarvandaan al dat water gehaald?. Het zoute zee water kan slechts voor enkele doeleinden worden gebruikt. De oplossing vormt een 80 kilometer lange waterleiding van Jut- phaas bij de Lek naar IJmuiden. In 1958 werd de vierde hoogoven in gebruik ge steld. De produktie werd groter. In die tijd kondigde zich een nieuw staalprocédé aan volgens het Oxystaal- proces. Werd in 1955 besloten de staalpro- duktie uit te breiden tot 1,1 miljoen ton staal per jaar; vier jaar later besloot men de produktie op te voeren tot 1.6 miljoen ton staal per jaar Een zevende kooksbatterij werd in werking gesteld; men ging nog meer produceren. Februari 1960 bracht het bericht, dat de produktie 1.9 miljoen ton staal zou worden; tien maanden daarna werd de produktie op 2.45 miljoen ton gebracht. De Oxystaalfabriek moest worden uit gebreid, in 1961 werd de vijfde hoogoven ontstoken; Breedband nam een tweede koudbandinstallatie ingebruik alsmede nog een baan voor het vertinnen van blik. Zo was de gang van zaken tot 1964. In dat - al of niet door eigen schuld- er van IJmuidense staalbedrijf, Hoogtepunten? ik hierover nog.^weleens vertel en met jaar gingH ^|°vfns<le Produktie van alle kanten „boehh" wordt geroepen rn de anderen maar meteen het etiket van onbekwaamheid wordt opgespeld. Dat is niet goed. Een héle verbetering zou het al zijn als wij voorbeeld in navolging van allerlei toeristische tochtjes naar kastelen, musea, etc. tochtjes zouden or ganiseren naar bedrijven. De mensen zou den dan kennis kunnen maken met het prachtige werk dat daar overal wordt verricht. Dan zouden zij ook zien dat er geen enkele reden is om zich so spoe dig op te winden, als er eens iets ge beurt dat niet helemaal „comme il faut" is. Zelf ben ik bijvoorbeeld onder de in druk wat er hier in de buurt (in Oost- Gelderland) gebeurt op het terrein van de industrie. Maar wie weet dat in Ne derland. Te veel ondernemers en dat is mijn critiek r doen er weinig of niets aan om behalve hun produkten ook hun bedrijf aan het publiek te verko pen. Dat is niet zo moeilijk als het er wel uitziet, zo meent de heer Ingen Housz. Een en veertig jaar lang heeft de heer Ingen Housz leiding gegeven aan het Ik heb veel bewondering altijd gehad voor de zeesleepvaart. Ik herinner me nog levendig de Hollandse sleepbootkapi tein, die na een lange reis een dok af meerde in de haven van Singapore. Een groot aantal journalisten vroeg toen aan die kapitein wat nu de mooiste ogenblik ken van de reis waren geweest. „Het ogenblik toen dat dok veilig en wel aan de kade was afgemeerd. Zo voel ik het ook. De dag van mijn afscheid was een onuitsprekelijk mooie dag. Die zal ik nooit vergeten". Met graagte spreekt de heer Ingen Housz over het verleden, over Wencke bach, die de geniale gedachte verwerke lijkte van een ijzer- en staalbedrijf aan de kust. „Het trok me sterk aan om met een man als Wenckebach te wer ken. Ik was erg onder de indruk van zijn visie. Wenckebach voorspelde dat de import van ertsen van overzee steeds ge wichtiger zou worden en dat een ijzer en staalbedrijf aan de kust moest wor den gesticht. De tijd heeft geleerd hoe juist die gedachte was. In 1924 gingen we van start. Een maand na het aan steken van de eerste oven overleed Wenckebach. De econoom Kessler werd president-directeur en ik de tweede man De tijden die kwamen waren zwaar, daar hebt U geen voorstelling van. Als name over de bittere armoe die we toen I platte produkten uitbreiden met gerpofi- gekend hebben dan word ik uitgelachen, leerde produkten en werden de kaliber- Men denkt dan ongetwijfeld die kerel walserijen gebouwd. Zij werden gevormd wordt oud en seniel en weet het niet zo door een blokwalserij, knuppel walserij, precies meer. Maar neemt U van mij staaf- en draadwalserij,. aan dat de situatie niet zo fijn was. Begin 1965 heeft Hoogovens het aande- Een ding heeft ons echter op de been lenpakket, dat de Staat in Breedband gehouden en dat was toewijding en liefde bezat overgenomen, waarna de n.v. kon en ook vindingrijkheid. Dat laatste resul- worden gelikwideerd. De ertsvoorberei- teerde in het ontwikkelen van bijproduk- ding kreeg drie sinterbanden, een breek- ten toen een felle concurrentie op de en een zeefinstallatie; het aantal kooks- ijzermarkt de winsten laag hield. Tot aan batterijen werd vergroot tot acht. de Tweede Wereldoorlog heeft het ge- duurd voor we konden zeggen dat Hoog- 1 V/o ovens zijn plaats in Nederland in de I wereld had veroverd. Zo groeide Hoogovens en groeit het nog. In juni van dit jaar werd het besluit van V I 1 AAL 1965 om de ruwstaalproduktie rond 1970 op 4 miljoen ton staal per jaar te bren- De vitale tachtiger Ingen Housz laat gen, overtroefd. De Raad van Bestuur zich niet verleiden tot uitspraken over van Hoogovens nam namelijk het besluit het wereldgebeuren, over de economi- het bedrijf nog verder uit te breiden ten- sche en sociale problematiek van deze einde de staalproduktie omstreeks 1973- tijd of andere controversiële zaken Hij 1974 te brengen op 5'4 miljoen ton staal constateert alleen dat er een geweldige per jaar. Daarvoor worden gebouwd een geestelijke revolutie iri de wereld gaan- zevende hoogoven, een nieuwe beitserij, de is die hij door veel te lezen intens een derde koudbandwalserij en een band- volgt. „Ongelooflijk boeiend is het wat er verzinkerij. Eind 1973 zal dan de perso- in de wereld gebeurt, zo boeiend dat de neelssterkte bij het bedrijf 19.000 perso- dag voor mij nog steeds te kort is om nen bedragen. alle facetten van die revolutie goed te Een enorme groei dus ir de halve eeuw kunnen volgen". I welke Hoogovens als bedrijf bestaat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 27