Ruim 18.000 personeelsleden komen
dagelijks gezond de poorten in
ai
Vanuit het hoofdkantoor gaat
een „hot-line" naar de politie
r r®
Met spade en spierkracht bouwde men de hoogovens
Maar moeten ook gezond naar huis toe
v
v
s
De bewakingsdienst
moet alles kennen
en kunnen
50 JAAR HOOGOVENS IJMUIDEN
'V
V
Oorzaak
Gemeen goed
'!u'
al 1 li
w *a
Kennen en kunnen
(Van een onzer verslaggevers)
IJMOND. Dagelijks passeren 18.500
mensen de poorten van Hoogovens op
weg naar hun werk. Gezond komen zij
de fabrieken en kantoren binnen. Gezond
moeten zij er weer uit. Het is een van de
taken van de Veiligheidsdienst van Hoog
ovens om daarvoor te zorgen. Geen een
voudige taak indien men de fabrieksinstal-
laties beziet en tezelfdertijd een oog richt
op het intens drukke verkeer op het ter
rein van deze basisindustrie. De fabrie
ken herbergen gelijk iedere fabriek of
Werkplaats, waar dan ook talrijke
mogelijkheden om een ongelukje op te lo
pen. En daar waar met zwaar en gloei
end heet materiaal wordt gewerkt, is het
gevolg van onachtzaamheid ook zoveel
erger dan elders. Het is een grote zorg
om dan allerlei ongevallen en ongelukjes
te voorkomen.
Deze zorg was er al in de beginjaren
van het Hoogovenbedrijf Het begon toen
de direkteuren ir. A. H. Ingen Housz en
ing. F. W. E. Spiesz een studiereis naar
Amerika ondernamen om daar bij diver
se gelijksoortige bedrijven de maatregelen
op veiligheidsgebied te bestuderen. Bij
hun terugkomst kon men de direkteuren
allerwegen op het terrein zien lopen met
een veiligheidshelm op. Zij voelden, dat
zij er zo'n beetje „voor schut" bij liepen,
doch hielden vol om het personeel ver
trouwd te maken met deze helmen. En hun
streven is bekroond. De helmen zijn niet
alleen geaccepteerd, doch men heeft het
belang ervan leren inzien, zoals men ook
inziet hoe belangrijk al de andere veilig
heidsmaatregelen zijn.
De man, met wie wij daarover spra
ken. is de heer G. Wijnschenk, adjunct-
direkteur van de Veiligheidsdienst. Hij
kan er uren over praten en is dan nog
niet aan het einde van zijn Latijn. Veilig
heid is dan ook een eindeloos onderwerp.
Eindeloos, omdat de veiligheid er is voor
de mens en het „de mens" is, die deze
veiligheid waar moet maken. Veiligheid,
namelijk is het bewust nemen van risico's
De risico's van het Hoogovenbedrijf plus
de risico's van het gewone werken.
„En de mens, die deze risico's moet
nemen is een gecompliceerd wezen zo
vertelde de heer Wijnschenk. Enerzijds
heeft hij de wil om te blijven leven. An
derzij ds bezit de mens een zekere drang
tot zelfvernietiging. Een vreemde uitspraak
welke wel enige verklaring vereist. Voor
«1 ten aanzien van het laatste. Deze zelf-
vernietigingsdrang spruit namelijk voort
uit allerlei tekortkomingen, welke elke
mens heeft. Het zijn zo zegt men
bij de Veiligheidsdienst de zogenoemde
„on-eigenschappen", als onachtzaamheid
Een van de taken van de Bewa
kingsdienst is het controleren bij de
hoofdingang. Uiteraard kan niet
iedereen worden aangehouden en
onderzocht. Men neemt steekproe-
onoplettendheid, ongeduld, onwetendheid,
onervarenheid en onbekwaamheid; met
daarnaast om maar enkele te noemen
hoogtevrees, duizelingen, doofheid. Kort
om allerlei onvolmaaktheden.
Het heeft jaren geduurd voor en aleer
men dit had ontdekt en daarna duurde
het weer jaren voordat men een serie
maatregelen had afgekondigd aan de
hand van de opgedane ervaringen. Maat
regelen om ongevallen te voorkomen. Wat
is nu precies een ongeval? Bij de Veilig
heidsdienst van Hoogovens zegt men: een
ongeval is elke ongewenste gebeurtenis,
welke heeft plaatsgevonden door een on
veilige handeling of situatie. Zulke ge
beurtenissen zijn talrijk in ieders da
gelijks leven. Daarom zijn ze in nog ster
kere mate bij een bedrijf als dal van
Hoogovens. Van al die hele kleine en heel
grote gebeurtenissen gebeurden er in het
afgelopen jaar 6500 op het bedrijf. Dit
aantal is echter bijzonder gering, wanneer
men bedenkt, dat toen er 7500 mensen bij
Hoogovens werkten, er 3200 van deze „on
gevallen" plaats hebben gehad. Thans
werken er 18.500 (bijna 2.Vz maal zoveel)
met 6500 ongevallen. En van dit laatst
genoemde aantal zou men 2/3 geen echte
ongelukken kunnen noemen. Voor een vuil
tje in het oog namelijk moet men bij
Hoogovens naar de Verbandkamer, waar
de behandeling dan als een ongeval ge
registreerd wordt. En vuiltjes zijn er veel
in de lucht boven het Hoogovenbedrijf. Het
aantal mensen, dat dat kan beamen is
groot. Hetzelfde geldt voor spatjes vuur of
heet vloeibaar staal, welke men oploopt.
Voor al die kleine zaken moet men zich
laten behandelen.
Het is verplicht het wordt gestimu
leerd door het bedrijf. Een ongeval is een
naar ding, met soms bijzonder veel men
selijk leed op de achtergrond. Echter bij
de Veiligheidsdienst heeft men geleerd
niet te kijken naar de gevolgen
van een ongeval. Daar staat als belang
rijkste op de voorgrond „de oorzaak" van
het ongeval. Deze oorzaak dient te wor
den weggenomen en daaraan wordt
dag en nacht gewerkt door de mensen,
die deze dienst vormen. Elke dag leert
men meer, elke dag worden allerlei situ
aties doorgenomen en waar maar enigs
zins mogelijk ook verbeterd.
De veiligheid op het bedrijf begint in
feite op de tekenkamers, waar de bouw
van fabrieken en installaties wordt voor
bereid. Al die tekeningen worden doorge
nomen met een veiligheidsdeskundige, die
er zijn goedkeuring aan moet hechten.
Overigens is het opmerkelijk, dat de mees
te ongevallen plaats hebben bij bouwvak
arbeiders en mensen van firma's, die op
het Hoogoventerrein hun werk doen. Van
deze categorieën worden er regelmatig et
telijken van het terrein gestuurd. Zij mo
gen dan nimmer meer terugkeren, omdat
zij niet de hand hebben gehouden aan vei
ligheidsvoorschriften. En daar komt dan
weer die stelling van de gecompliceerde
mens naar voren: Zeer recent hadden op
het bedrijf twee dodelijke ongelukken
plaats doordat bepaalde maatregelen niet
nageleefd waren. Twee uur later stelde
men op dezelfde plaats vast, dat anderen
hier ook de voorschriften niet naleefden.
Zij werden zonder pardon ontslagen. Bij
nieuwbouw werkt men thans zelfs met vei
ligheidsnetten. Echter na zeer langdurig
overleg, want elke verandering is nog geen
verbetering. Daarom moeten al die veilig
heidsmaatregelen op ruime schaal door
gesproken en bestudeerd worden.
Veiligheidshelmen, -handschoenen,
-schoenen en -brillen zijn al gemeengoed
geworden, men heeft er te goede ervarin
gen mee opgedaan. Daardoor is men ook
de andere maatregelen gaan begrijpen en
gaan navolgen. Men leert er van de op
gedane ervaringen en van de narigheden
van anderen. En elke dag leert men er
meer.
Daarom ook, dat de actie „Goed Huis
houden" in de fabrieken zo is ingeslagen
Deze wordt ieder jaar gehouden en be
oogt onder meer, naast het veilig werken
ook het opruimen en schoonhouden van
de fabriek; het niet laten liggen van ma
teriaal en werktuigen; het direkt verwij
deren van olie en vetten. Zo beschermt
men de mens voor zich zelf, maar ook
voor de machines. Die veiligheid geldt
echter ook de weggebruikers op het Hoog
oventerrein ,waar zeer nauwgezet wordt
toegezien op het naleven van de ver
keersregels. Een maximumsnelheid wordt
hier al vanaf 1957 voorgeschreven, daar
naast doet men zeer veel aan het leren
en naleven van de verkeersvoorschriften
zoals die ook buiten het terrein gelden.
Het Verbond .voor Veilig Verkeer heeft
Hoogovens in verband daarmede en met
de situatie op het gehele gebied gecom
plimenteerd met de gang van zaken.
„Dit stimuleert alleen maar om door
te gaan en betekent absoluut niet, dat
wij na zo'n compliment gaan denken dat
wij er al zijn" benadrukt de heer
Wijnschenk. De Veiligheidsdienst stimu
leert, adviseert, coördineert en contro
leert doorlopend. Overal wordt toezicht
gehouden en natuurlijk is het onze taak de
mensen te IRRITEREN, want niemand
vindt het leuk op zijn fouten te worden
gewezen. Doch juist dat irriteren is het,
dat de mens doet nadenken". En naden
ken moet men. Uiteraard bij al het werk,
doch zeker bij een bedrijf als Hoogovens.
Deze Hoogovenman kan blij lachen.
Hij droeg zijn helm, toen hij post
op de plek stond waar van 50 meter
hoogte een staaf staal van twee kilo
omlaag kwam en met een snelheid
van zestig kilometer per uur op zijn
behelmde hoofd viel. Een gat in het
hoofddeksel was alle schade. Op de
foto toont hij zijn beschadigde helm
en de staaf staal.
"'""•"•nthuuu-
«Ui
HOOGOVENS
UMUIDIN
IJMOND. Uniformen zijn op het Hoog
oventerrein bepaald niet onbekend. N.S.-
beambten. douanen om er maar enkele te
noemen, duiken hier en daar regelmatig
op in het gezichtsveld van de werkers
bij Hoogovens. Er is echter één catego
rie uniformdragenden, welke men het
veelvuldigst ziet, al doen zij hun werk
onopvallend. Dat zijn de mannen van de
bewakingsdienst van het Hoogovenbedrijf.
De „Hoogovenpelisies" zoals de volks
mond ze noemt. Zij bewaken de toe
gangspoorten tot het terrein en daar
vallen zij dan ook het meest op. Doch men
kan de leden van het 74 man tellende
korps overal op het gebied van Hoogovens
ontmoeten. Bewakend en controlerend,
doch volkomen onopvallend, tenzij er iets
plaats heeft, dat buiten de orde is. Dan
doen zij hun plicht en treden op. Zij het
in eerste instantie waarschuwend en niet
direkt ingrijpend.
„En dat is dan ook in eerste instantie
de taak van de Bewakingsdienst: contro
le houden op gedrag en het verkeer met
een opvoedende achtergrond. Dus niet
onmiddellijk met het opschrijfboekje in
de hand." aldus het hoofd van deze
dienst de heer K. F. Kampenhout, die het
hoofd is van alle niet-producerende, niet-
onderhouds- en niet-staf-afdelingen en die
als oud-kolonel van de Generale Staf van
het Nederlandse leger deze functie reeds
acht jaar bekleedt. De Bewakingsdienst
spruit voort uit het oorspronkelijke groep
je portiers, dat bij Hoogovens in dienst
was. Kort voor de oorlog werd het nood
zakelijk geacht voor de goede orde op
het bedrijf een bewakingsdienst te vormen
Het aantal fabrieksgebouwen en het aan
tal afdelingen nam toe; het verkeer werd
intenser daardoor werd het aantal on
gevallen ook groter. Zo ontstond de Hoog
oven-Bewakingsdienst, welke groeide met
het bedrijf. De mannen zijn allen onbe
zoldigd ambtenaar van de gemeentepoli
tie in Velsen en hun bevoegdheid strekt
zich in eerste instantie alleen uit tot het
gebied van Hoogovens. Het kan echter
voorkomen, dat zij voor de uitoefening
(Van een onzer verslaggevers)
IJMOND. Alle begin is moeilijk.
Zeer zeker kan daarover meespreken
het nu vijftig jaar oude, doch in werke
lijkheid en naar het oordeel van de
Raad van Bestuur nog jonge bedrijf
van de Koninklijke Nederlandse Hoog
ovens en Staalfabrieken. De Hoogovens
dus. Men begon heel in het klein zoals
men elders in ons blad kan lezen nog
kleiner, dan men oorspronkelijk voorne
mens was te doen. Niettemin werd er
een groot werk verricht, daar aan de
mond van het IJ. Bezien tegen de achter
grond van de tegenwoordige tijd met al
zijn moderne hulpmiddelen, is daar in
die beginjaren een gigantisch werk ver
richt.
In 1919 is daar de eerste spade de grond
ingegaan. Maar dan ook letterlijk. De
haven werd met de schop gemaakt èn met
mankracht. Spade voor spade, hoopje
zand na hoopje zand zo kwam de aan
vankelijke haven tot stand. Zo ook groef
men voor de fundamenten van het eerste
fabriekscomplex. Kleine treintjes met on
telbare karretjes achter zich aan zwoeg
den door het duinterrein. Zij brachten
het zand weg, voerden materialen aan.
Spieren waren de motoren voor dit stuk
werk. Spieren ook deden het werk, toen
de eerste hoogoven ontstoken kon worden
Waar eens een grillig duinterrein lag,
konijnen en vogels leefden ver buiten
het lawaai van de bewoonde wereld, daar
kwam de mens bezit nemen van de na
tuur. Duinen eerst, tuinderijen later moes
ten wijken voor het Hoogovenbedrijf, dat
naderhand in een halve eeuw uitgroeide
tot een staalindustrie met wereldnaam.
Vrijwel al die arbeid, ook de bouw van
de eerste hoogoven schreven wij al, ge
beurde met mankracht. Machinerieën en
zeker fabrieksinstallaties waren in deze
streek een onbekende factor. Toen dan
ook de eerste installaties verschenen, was
het begrijpelijk, dat menigeen met ver
bazing toekeek en het hoofd schudde bij
de gedachte, dat uit al die balken, stan
gen en rare apparaten een fabriek moest
ontstaan, welke ijzer zou gaan maken.
Erts, kolen, schroot, kalksteen en ande
re stoffen moesten er aan te pas komen,
hoorde men vertellen, doch slechts wei
nigen en dan nog maar de ingewij
den hechtten er geloof aan. Maar
degenen, die geloof hechtten aan het ini
tiatief van de mannen van het eerste uur,
waren niettemin toch zeer gespannen.
Zou het gaan Wat zou er zo al uit voort
vloeien Zou er welvaart komen in deze
tuindersstreek? Met het vorderen van de
bouwwerkzaamheden steeg het vertrou
wen; ook al door de zelfverzekerdheid
van de mannen, die hier de lakens zouden
gaan uitdelen. En toen het eenmaal zo
ver was, toen het eerste ruwijzer uit de
eerste hoogoven verscheen, steeg dat ver
trouwen in het Hoogovenbedrijf. Het werd
zelfs zo groot, dat de tuinders, die het
veld moesten ruimen bij verdere uitbrei
dingen, vooral de jongeren onder hen,
niet schroomden om van beroep te wis
selen. Zij gingen naar Hoogovens en
zijn daar gebleven. Hun zonen volgden
hen op, zijn er nog en hebben er geen
spijt van. Men hoeft zijn oor maar hier
en daar te luisteren te leggen om dit vast
te stellen.
Tuinders werden Hoogovenarbeiders
Werden de makers van het ruwijzer eerst.
Van staal later. Het oorspronkelijke hoog
ovenbedrijf groeide uit tot een staalbe
drijf. Het immense bedrijf, dat thans on
der de naam Hoogovens zonder dat
men daarbij direkt aan een originele
hoogoven denkt - wereldbekendheid heeft
gekregen. Deze tuinders en de man
nen uit de Duitse Hoogovenbedrijven. die
na de eerste wereldoorlog naar Neder
land zijn gekomen hebben de grond
slag gelegd voor dit alles. Zij hebben het
mogelijk gemaakt, dat men nu kan ju
bileren.
van hun ambt ook buiten de poorten van
Hoogovens moeten „opereren". Doch dat
geschiedt uitsluitend na informatie en
overleg met de Velser politie. Hetzelfde
geldt voor het Beverwijkse gebied, waar
Hoogovens fabrieken en terreinen heeft
Daar heeft het overleg plaats met de
Beverwijkse politie. Dit laatste voor
namelijk ten aanzien van het gebied ten
noorden van de Zeestraat.
Er is niet alleen politie in uniform ver
bonden aan de Bewakingsdienst men
kent er ook een afdeling recherche waar
van de leden dezelfde bevoegdheden heb
ben. Over het algemeen worden voor de
ze diensten uitsluitend mannen aangetrok
ken, die in het bezit zijn van een politie-
diploma. Het zijn dus politiemannen die
de gemeente- of rijksdienst vaarwel zeg
gen; maar ook marechaussee's die na
zes jaar kort verband een burgerpolitie-
baan zoeken. Ook oud-militairen treft men
aan in de gelederen van de Bewakings
dienst. Allen moeten dus een bepaald ni
veau hebben. Dat is een vereiste. Zo
dra zij in dienst komen van Hoogovens
krijgen zij een opleiding in bedrijfsken
nis, leren zij de geografische gesteld
heid van het Hoogoventerrein en worden
zij op de hoogte gesteld van „hoe de pro-
duktie in elkaar zit". Dit laatste in ver
band met een onverhoopt ongeval of on
geluk in een fabriek. De mannen van de
Bewakingsdienst worden dan het eerst
opgeroepen en zij zijn het, die maatrege
len moeten nemen. Allereerst wordt bij
een alarm een man met een mobilofoon
uitgezonden, die de contacten gaat onder
houden. Onmiddellijk achter hem komen
de brandweer en de ambulanceauto's
De mannen van de Bewakingsdienst moe
ten dan al hebben ingegrepen, als deze
laatsten komen. Zij moeten weten wat
gevaarlijk is in de fabriek en waar het
gevaar kan opleveren. Zij moeten ook de
goede plaats kiezen voor de ambulance
auto's, opdat deze niet in de weg staan,
wanneer de brandweer arriveert. Snel en
goed handelen bij een ramp of ongeluk
van kleinere omvang zijn het allerbelang
rijkst. Daarom dienen zij de weg te weten
op het terrein en in de fabriek; daarom
ook moeten zij het gevaar onderkennen.
Allen hebben zij een ehbo-opleiding ge
had en sinds vorige maand gaan zij
ook naar de anti-slipschool in Zandvoort,
want ook bij slecht weer en gladheid die
nen zij snel en juist te handelen. Overi
gens geldt dit handelen niet alleen op de
weg of bij de fabriek, maar ook op de
rails. Hoogovens heeft een respectabele
lengte rails op het terrein liggen en ook
daar moet dikwijls worden opgetreden.
Daarom dat de cursussen voor loco-drij
vers van het transportwezen steeds be
zocht worden door mannen van de Bewa
kingsdienst. Ook op dat gebied moeten
zij hun weetje weten.
Wie een man van de Bewakingsdienst
langs de weg ziet, is geneigd deze te ver
eenzelvigen met degenen, die aan de poort
iedere binnenkomende en vertrekkende
bezoeker controleren. Dat gebeurt ook in
derdaad, doch bij het lezen van het bo
venstaande zal men stellig een andere
indruk krijgen van deze man in zijn don
kerblauwe uniform. Ofschoon het be
lang van de controle aan de poorten ze
ker niet mag worden onderschat. Wat te
zeggen van aanhoudingen, waarbij lieden
allerlei oneerlijk verkregen zaken naar
buiten poogden te smokkelen Deze con
trole is zeker zo van belang als de contro
le op de werkende mens, waarvan de een
het werk doet, dat hem is opgedragen en
de ander er niet tegen opziet om voor
zichzelf een „klusje" te doen in de tijd
van de baas. Op dit alles moeten even
zeer worden toegezien als op het verkeer,
dat bij Hoogovens even intens is, zo niet
intenser als bij een stad van dezelfde
grootte.
Er gaat dagelijks bijzonder veel om op
het Hoogovenbedrijf. De mannen van de
Bewakingsdienst weten ervan mee te
spreken. Van het kantoor van de heer
Kampenhout gaat ook een zogenoemde
„hot-hne" naar hqt hoofdbureau van po
litie in Velsen. Het is een inductor-lijn;
de goede oude methode van het draaien
aan een zwengel om de verbinding tot
stand te brengen. Maar een doeltreffende
methode en daarop komt het aan. Men
kan immers niet weten wat er onver
hoopt kan gebeuren. Het gebied van de
Bewakingsdienst, welke in vier ploegen
haar werk doet, is niet gering, het werk
sterkt zich ook uit tot de onderkomens
van de buitenlandse arbeiders zoals die
aan boord van de „Arosa Sun" en de
„Casa Marina" en tot degenen, die hun
werk op het Hoogoventerrein verrichten
en toch niet behoren tot het personeel
van de KNHS. Elke dag rijden de man
nen van de Bewakingsdienst uit voor een
of andere oproep. En zij rukken vaak
voor niets uit. „Maar liever voor niets,
dan te laat" is hun devies.