IJmuider Courant
Hief Kamerlid over zijn werk en zijn leven
Tweede Kamer kan in Den Haag
niet behoorlijk meer werken!
„Gebrek aan ruimte, tijd, telefoons, adviseurs, ja eigenlijk aan alles
Unanieme Macht van onze volksvertegenwoordigers:
Hulp
Kennis
Toto
Dokter
3ÉI
Wederhelft
Achtergrond
Gezin
Kroost
Apartheid
>Wt;,
Erbij
(Van onze parlementaire redacteur)
DE TWEEDE KAMER kan in
Den Haag niet meer werken. De
huidige toestand is schadelijk voor
het land. Staatszaken moeten wor
den besproken aan een tafeltje in
een restaurant. Moeilijke pro
blemen kunnen nauwelijks worden
bestudeerd.In een paar krappe en
slecht toegeruste vertrekken aan
het Binnenhof zitten telefonerende,
heen en weer lopende, discussiëren
de, lezende en schrijvende volks
vertegenwoordigers op elkaar ge
pakt. De recente uitbreiding van
de werkruimte per fractie is totaal
onvoldoende. Vrijwel unaniem
eisen de Kamerleden een werk
kamer per een of twee man. ,.Gooi
de ministeries het Binnenhof uit",
zeggen velen. Bouw een geheel
nieuw, modern toegerust Kamer
gebouw", willen anderen.
HEEL VEEL Kamerleden vinden
het nodig dat de staat de parlements-
fracties geld geeft om adviseurs-van-
buitenaf te kunnen inschakelen. Dit is
noodzakelijk geworden voor een zo goed
mogelijke oordeelsvorming over inge
wikkelde zaken, waarvoor een zeer toe
gespitste specialisatie nodig is. Eeri
groot aantal heeft moeilijkheden met
de talen in het eenwordend Europa.
Franse tolken-vertalers vooral zouden
volgens hen nodig zijn!
Heel wat Kamerleden geven toe dat
zij wel eens met zichzelf in conflict ko
men doordat zij zich hebben aangeslo
ten bij een fractie-standpunt over een
probleem, waarvan zij niet precies
alle kanten kenden. Zij beseffen hun
fout achteraf, als zij in de praktijk zien
wat de betekenis was van dat fractie
standpunt.
ZEKER 25 Kamerleden vinden dat
zij het noorden van het land niet goed
kennen. Ongeveer 30 zeggen dat zij het
zuiden, met inbegrip van Zeeland niet
goed kennen. Zij zouden meer van die
streken willen weten. De indruk be
staat, dat ook de kop van Noord-Hol
land bij velen slecht bekend is.
Zeer veel Kamerleden hebben een
gevoel dat het contact met de kiezer
ietwat doodgelopen is. De meesten zou
den de band met de kiezer wel nauwer
willen aanhalen, maar zij weten niet
hoe. Vrijwel niemand ziet meer nieuwe
mogelijkheden buiten de versleten ver
gaderingen en spreekbeurten voor in
hoofdzaak eigen partijgenoten.
IN TEGENSTELLING .tot 900.000 Ne
derlandse gezinnen en alleenstaanden,
speelt van de Kamerleden die onze vra
gen beantwoorden er nagenoeg niet
e e n in de voetbaltoto mee. Ook in de
gezinnen van onze volksvertegenwoor
digers, die oordelen moeten over een
der eerste volksdriften de goklust
doet bijna niemand met de toto mee.
De staatsloterij vindt evenmin meer
dan een paar inzetters onder deze Ka
merleden en hun gezinnen.
TENMINSTE 25 Kamerleden hebben
van hun dokter wel eens de raad ge
kregen het .kalmer aan" te doen. Zelf
vinden de meesten hun gezondheids
toestand redelijk tot zeer goed. De Ka
merleden zijn weinig ziek, wel dikwijls
zeer vermoeid. Vermoeidheid wordt
door velen ook gevoeld als een gevaar
lijke handicap in het verkeer. Zeer ve
len zitten vaak in grote haast met hun
auto op de weg. Drie Kamerleden heb
ben door „de gejachtheid" wel eens on
gelukken gehad. Tamelijk veel zeggen
In de afgelopen vakantietij d zond onze Haagse
redacteur de leden van de Tweede Kamer een
vragenlijst toe, teneinde een beeld te krijgen van
het Kamerlid, zijn werk en levensomstandig
heden. Vijfenzestig Kamerleden hebben de meer
dan 100 vragen beantwoord. Vijfentwintig an
deren gaven telefonisch hun mening op de hoofd
punten. De overige Kamerleden waren buitens
lands of door ziekte bij voortduring onbereik
baar.
De fracties van de V.V.D., A.R.P., C.H.U., D'66,
B.P., Groep-Harmsen, P.S.P., S.G.P. en G.P.V.
leverden een grote tot zeer grote bijdrage. Rela
tief wat minder complete beantwoording kwam
uit de P.v.d.A. De bijdrage uit de K.V.P.-fractie
was naar verhouding klein.
De K.V.P.-fractieleiding gaf geen aanbeveling
aan onze vraagstelling mee, doch liet haar leden
individueel vrij. Veel leden zagen dit als een
negatief advies en wilden niet afwijken van ,.het
standpunt van de fractieleiding".
Het P.v.d.A.-fractiesecretariaat meende dat bij
de vraagstelling te weinig eerbied was betoond
voor de status van haar leden. Bovendien heeft
het secretariaat bezwaar tegen niet-wetenschap-
pelijk verantwoorde vragen. Niettemin deden vrij
veel fractieleden mee.
Uiteraard heeft onze vraagstelling niets uit
staande met wetenschappelijke studies zomin
als met welke denkbare andere zaak dan die van
nieuwspublicatie.
Zojuist is onder de parlementsleden een en
quête gehouden door prof. dr. H. Daalder van de
Leidse faculteit der rechtsgeleerdheid (politieke
wetenschappen). Prof. Daalder stelt een omvang
rijk onderzoek in naar plaats en functie van het
parlement over een lange periode. Tussenresul
taten van deze enquête zijn begin volgend jaar te
verwachten. Een volledige publicatie zal mogelijk
nog voor de Kamerverkiezing van 1971 gereed
komen.
innrnrr-r
De drie foto's geven een indruk
van de „werkruimte" voor de
39 leden der K.V.P.-fractie: een
stuk bibliotheek, twee minieme
werkkamertjes, een wat groter
vertrek. Verder is er een zaal.
maar daar wordt voortdurend
vergaderd.
•v
peiMaap_a»MWi W w W
dat zij er wel eens op het nippertje
goed zijn afgekomen.
Ongeveer driekwart van de ant
woordende Kamerleden zegt dat hij
of zij wel eens met echtgenoot (of echt
genote) overleg pleegt over politieke
problemen. De helft zegt dat de echt
genote thuis soms kritiek heeft op be
sluiten waaraan zij in Den Haag heb
ben meegewerkt. Bij ongeveer een
kwart heeft het gezin van het Ka
merlid hinder van opmerkingen van
anderen over zijn politieke stellingna-
me: „het ergst is het als leraren deze
dingen regelmatig ter sprake brengen
in de klas waar je kinderen zitten".
DE LEEFTIJDEN van de leden van
de Tweede Kamer variëren van 31 tot
67 jaar. De gemiddelde leeftijd is on
geveer 49. Van elke tien Kamerleden
hebben er zes een (al of niet voltooi
de) academische opleiding, twee een
middelbare opleiding en 2 eenvoudig
of wat meer aangevuld lager onderwijs.
De leden van de groep die onze vra
gen beantwoordde, zeggen dat zij, als
zijn geen Kamerlid waren geworden,
hoofdzakelijk bestuursfuncties zouden
hebben bekleed, eventueel in vakorga
nisaties. Ook zouden velen in het be
drijfsleven zijn gebleven.
VOORAL de drang „iets tot stand te
brengen", voorts politieke belangstel
ling, eerzucht, en „verzoeken van an
deren" hebben hen gemaakt tot af en
aan reizende volksvertegenwoordigers
met volgens hun eigen gemiddelde
opgave een zesdaagse werkweek van
vijftig tot zestig uur voor Kamer- en
partijwerk. Wat zij daarnaast nog doen,
loopt sterk uiteen. Bijfuncties, die de
meesten wel hebben, vergen twee tot
vijftig werkuren per week. Zij leverén
extra netto-jaarinkomsten op, die va
riëren tussen de uitersten van 500
(voor 'n paar radiopraatjes) en 50.000
Sommigen zeggen dat zij hun bij-werk
juist aanhouden „omdat je er nooit ze
ker van bent of je in de Kamer blijft".
De meesten vinden het Kamerlid
maatschap waardevol genoeg om dat
risico te dekken. Velen vinden het een
goede maatschappelijke springplank.
Bijna allen zeggen dat zij weer Kamer
lid zouden worden, als zij opnieuw
konden kiezen (twee zouden dat niet
doen, tien weten het niet zo zeker)
Velen willen toch niet „eeuwig" Kamer
lid blijven. Bovenaan de wensenlijst voor
de verdere loopbaan staan: burgemees
ter in een niet te grote plaats, weten
schappelijk werk, onderwijs.
OPMERKELIJK veel Kamerleden
zijn zo verstandig geheel niet te roken.
Wie wel rookt en dat stug doet, beves
tigt zonder uitzondering dat hij te veel
is gaan roken door het drukke werk.
Pep-middelen worden volgens de eigen
opgaven slechts door een enkele ge
slikt. Wel maar ook door weinigen
slaapmiddelen en kalmerende midde
len. Slechts de helft drinkt op bijeen
komsten en tijdens gesprekken meer
dan hij anders zou doen, eet zwaarde
re maaltijden en ook onregelmatig.
Daartegenover staat weinig lichaams
beweging: even lopen van bushalte of
parkeerplaats af, soms fietsen, zelden
noemenswaardige sportbeoefening.
THUIS in de helft van de geval
len koophuis met flinke hypotheek, de
andere helft huurhuis zit het gezin
in een wat vergeten hoek. Bij de mees
ten zijn alleen zaterdagmiddag en -avond
vrij. Zondag moet er vaak weer voor
bereidend werk worden gedaan. Wordt
de week niet doorgebracht in Haagse
hotels of huurkamers, dan kan het Ka
merlid er thuis elke avond op rekenen
gestoord te worden voor vergaderin
gen of gesprekken.
Moeilijkheden van de kinderen op
school lopen soms uit de hand door een
zekere verwaarlozing. Een Kamerlid
over een ander pijnlijk aspect van het
eeuwig-bezig-zijn: „mijn vrouw had
*9
een auto-ongeluk gehad. Vanuit het
ziekenhuis zochten ze mij overal, ik was
nergens te bereiken. De volgende da
gen kon ik haar niet opzoeken omdat
er juist belangrijke Kamervergaderin
gen waren".
Hun kroost, zeggen de meeste Ka
merleden met rijpere jeugd, heeft be
langstelling voor politiek en dan
(„nog..") voor de partij van vader. In
vele gevallen zou het Kamerlid zijn kind
een politieke loopbaan niet afraden.
HET KAMERLID en zijn gezin staan
wel iets apart in hun omgeving. Hoe
precies weten zij vaak zelf niet. Wel
krijgen gezinsleden vaak iets afbre-
kends of prijzends te horen over „de
politiek"
Alleen in de vakanties komt het ge
zin aan zijn trekken. Het Kamerlid
vindt dat kinderen tot 18 jaar er bij
behoren te zijn. De meeste vakanties
worden in het buitenland doorgebracht.
Frankrijk is nogal populair Tamelijk
veel Kamerleden gaan tweemaal per
jaar op vakantie. De kosten schatten
zij gemiddeld op tweeduizend gulden.
DIE VAKANTIES zijn nu om, de druk
ke Kamerperiode is weer begonnen.
Met veelal honderd stukken post per
week een zegt: veertien kilo). Met
daarbij slechts een tiental brieven van
,het publiek" Met slechts enkele mon
delinge contacten met kiezers die niet
altijd partijlid zijn. Met tijdgebrek om
het anders te doen. Met enkele vaste
spreekuren, waarover opmerkingen zo
als: „Daar komen alleen nog maar
dorpsgekken en lieden die proberen
een advocaat uit te sparen.
EEN TWINTIGTAL Kamerleden zou
wel minister willen worden. Zij noe
men allerlei departementen. Velen heb
ben voorkeur voor Verkeer en Water
staat. Drie zouden niet terugdeinzen
voor het ondankbare ministerie van
financiën.
Het is een bekend feit dat de Kamer
fracties aan het Binnenhof krap in hun
werkruimte en verdere accommodatie
zitten.
Nu de Kamerleden daarover een»
massaal hun mening konden laten ho
ren, blijkt dat het om heel wat meer
gaat dan om een „moeilijke zaak" die
telkens op de lange baan kan worden
geschoven.
Hier is hun relaas
Noodgedwongen, door gebrek
aan ruimte op het Binnenhof, combina
tie gezocht met andere werkkring,
waaraa kantoor verbonden was".
„Bezoekers ontvang ik tegenwoordig
het meest, in het restaurant. Van rustig
werken komt niet veel. Af en toe in de
bibliotheek".
„Men kan soms in de fractiekamer
terecht, soms in de leeszaal, soms in
een kamertje op zolder. Van rustig wer
ken is geen sprake, omdat men telkens
de hele boel weer moet oppakken. An
dere leden willen per slot ook ergens
zitten".
„Van rustige studie of intensief werk
kan geen sprake zijn; veel kostbare
tijd gaat nutteloos verloren."
„Het lawaai van de gangen dringt
tot in de fractiekamer door. Dat is
voor het werken zeer bezwaarlijk. Ik
kan het dan ook geen Kamer noemen."
„In geval van nood trek ik me maar
terug op een hotelkamer. Je kunt in
het Kamergebouw je werk niet rustig
doen".
ZO WERKEN" onze volksverte
genwoordigers in Den Haag. Zij vra
gen veel meer werkkamers in de nabij
heid van de vergaderzaal. Zij wijzen
ook op de belachelijke situatie dat er
nauwelijks ruimten zijn om rustig te
telefoneren of bezoekers te ontvangen.
Nergens „ja, misschien in het groot
hertogdom Luxemburg" is de toe
stand in het buitenland zo schandalig
slecht.
Niet alleen ruimte ontbreekt. De Ka
merleden zeggen dat zij te weinig assi
stenten hebben voor correspondentie en
documentatie. Ook hier zijn dringende
voorzieningen nodig. Zonder die blijft
het voor een groot deel moeilijk im
proviseren. Enkele Kamerleden zeggen
dat zij, nu de vergoedingen voor het
lidmaatschap worde verhoogd, een
deel van hun inkomen gaan besteden
om secretariaatshulp te gaan „kopen".