- over de Spelen heen - N ET NAAR ST. MORITZ H ZO NAAR VOOR MIJN MAN Onder leiding van haar echtgenoot ILJA KEIZER-LAMAN - na verloren seizoen - STERK TERUGGEKOMEN MARJAN JANUS DE JONGSTE Medaille kandidaten •i MEXICO 1968 TOCH EXAMEN INCASSEREN IISS-BSBilla «ST1 mts»* WMiiaR a RUDY LUBBERS DENKT AAN PROFKAMPIOENSCHAP MEXICO „Sommige mensen beweren dat de Olympische Spe len van Mexico voor mij een goede springplank zijn naar het professiona lisme". Rudy („met een ypsilon graag") Lubbers laat deze woorden lang zaam en weloverwogen uit zijn mond komen. En hij vervolgt: „Ze konden wel eens gelijk hebben. Ik hoop in ieder geval een medaille mee naar huis te brengen. Het liefst goud natuurlijk. Als dat lukt zullen we wel eens verder zien". Neerlands meest getalenteerde bokser tuurt nadenkend voor zich uit. „Ik wil wel eens kijken of Nederland geen kampioen bij de professionals kan krijgen". Een stoutmoedige uitspraak die onbe scheidenheid doet vermoeden? Integendeel. Het is een voornemen van een erudiet man die vastbesloten is zijn doel te verwezenlijken: en dat is slagen in de maatschappij. Als het even kan via de sport. Rudy Lubbers is bereid daarvoor te vechten. Letterlijk- en figuurlijk. Hij heeft dat trouwens niet van een vreemde. Evenals zijn ouders beschikt hij in ruime mate over een eigenschap die hem geen bergen te hoog en geen kuil te diep doet zijn. Deze in Heerhugo- waard geboren Nederlandse kampioen (vijf keer in totaal) heeft geen gemak kelijke jeugd gehad. Al heel snel heeft hij ontdekt wat de strijd om het bestaan betekent. „Een paar jaar na de hongerwinter ging mijn vader werken bij De Schel de in Vlissingen, daar werd hij ontsla gen. Hij had last van zijn rug. maar men dacht dat hij simuleerde. Dat bleek later overigens wel anders. Vader kwam op straat'te staan en met zes kinderen thuis was dat geen pretje. Met moe der is hij toen op de kermis gaan staan. Ze zijn heel klein begonnen. Met mo- lentjes en piepertjes. Nu hebben wij twee grote schiettenten en een swing- mill". standig en leert hem de eerste tegen slagen zelf te incasseren. Op vijftien jarige leeftijd bezoekt hij .tijdens de vakantie hij zit dan in de derde klas van de HBS de boksschool van ome Nelis Bisschop, die ook de leermees ter is van zijn broers Frans en Jan. „Er werd thuis over de bokssport ge sproken, mijn ouders gingen kijken. Er werden extra biefstukjes voor de jongens klaargemaakt. Dat was alle maal heel wat anders dan zo'n jaar of drie daarvoor. Toen durfde ik op zon dag niet de straat op omdat ik geen behoorlijke kleren had. Wat dat be- treff ben ik altijd nogal gevoelig ge weest". Boksleraar Nelis Bisschop zag onmiddellijk dat hij een ruwe diamant onder zijn handen had. Vier weken nadat hij voor het eerst bij de sportschool heeft aangeklopt, is 't grote moment al aangebroken. Rudy bokst zijn eerste partij. Hij dwingt zijn tegenstander al snel tot overgave. Een lot dat nog vele anderen moeten onder gaan. Deze aspirantleraar in de licha melijke opvoeding heeft tot nu toe 89 wedstrijden gebokst. Vijf keer werd hij tot verliezer uitgeroepen. „Boksen is een gezonde, harde, man nelijke sport", zegt Rudy. „In het be gin was ik wel een beetje bang. Ik heb altijd voorzichtig gebokst. Dat doe ik nu trouwens nog. Ik geef liever een klap minder als ik daar iets mee kan voorkomen. Dat kan ik me trou wens veroorloven omdat ik er een goe de kijk op heb. Ik weet vantevoren of ik heb verloren of gewonnen. Ik boks echt met plezier. Misschien omdat ik zo ver ben gekomen. Ik zou geloof ik ook eventueel in een andere sport tot de top zijn doorgedrongen. Ik heb veel opgeofferd, altijd serieus geleefd en keihard getraind". Toch kent ook Rudy Lubbers zijn moeilijkheden. „Ik vond het de eerste keer zielig toen ik mijn tegenstander knock-out sloeg. "Weet u een k.o. is al tijd een gelukstreffer. Die kun je niet van tevoren berekenen. Eigenlijk ben je in de ring net een jager.Zoals die man met zijn geweer in aanslag de be wegingen van een konijn volgt, zo volg ik alles wat mijn tegenstander doet en probeer op het juiste moment toe te slaan. En dat moet snel en zeker ge beuren. Juist het in de lucht slaan put je uit". Niet zielig maar wel vervelend vindt deze krachtfiguur (biceps 39 cm., mid del 83 cm, borstomvang 108 cm., in geademd 121 cm) het feit dat hij op de Academie voor Lichamelijke Opvoe ding en Sport een achterstand heeft opgelopen. „Vergeleken met de Oost- Europese landen liggen wij op het ge bied van de begeleiding knap achter. Begrijp me goed, ik wil geen bevoor rechte positie. Maar als ik door aller lei boksactiviteiten op het lesschema achterraak, moet ik tóch op een be paalde datum examen doen. Ik zou "iet zo fijn vinden als zo'n examen enige tijd verschoven zou kunnen worden. Neem de Russen nu eens. Die kerels hebben zogenaamde trainingspaspoor ten en worden op alle mogelijke ma nieren tegemoetgekomen. Toch is dat eigenlijk ook een uitdaging. In Moskou tijdens dat internationale toernooi van cember 1967 kwamen zeventien Russen in de finales. De andere drie finalisten waren een Mexicaan, die het lichtge wicht won, Jan van Ispelen en ikzelf. In die zwaargewichtfinale ontmoette ik de pre-Olympische kampioen, de Rus Viktor Barranikov. En juist het fejt dat die jongen zo veel meer mogelijk heden heeft, stimuleerde mij zo dat ik hem kon verslaan. Het was tot nu toe mijn mooiste overwinning". Hoe liggen de Olympische kansen nu voor deze „doorstoter" eerste klasse, die zichzelf wat stijl betreft vergelijkt met boksers als Johansson en Milden- berger. „Uit Europa komen wel een paar jongens die ik goed in de gaten moet houden. Een paar Russen een Italiaan. En dan moet er ook nog een goeie in Bulgarije zitten. En dan heb je natuunijk de Amerikanen. Maar dat zegt ook niet alles. De winnaar van de Golden Gloves verloor onlangs in Duitsland van Renz en die heb ik twee keer gepakt. Ik heb het voordeel wat sneller te zijn. Ik weeg ongeveer 87 kilo en ben daardoor lekker snel. Die andere kerels torsen bijna allemaal een kilo of twintig meer mee. Ik moet het dus van mijn snelheid hebben. Daar maak ik me overigens helemaal geen zorgen over. Weet je wat ik wel ver velend vind? Dat ik in Mexico vier weken niets hoef te doen. Je mist je omgeving en alle andere dingen zo". Schetst hij het succes van zijn ou ders in enkele korte trekken, in wezen is dat natuurlijk allemaal niet zo een voudig gegaan. Het kermisseizoen loopt van april tot oktober. Daardoor mist deze op 17 augustus geboren sport jon gen veel lesuren. Hij komt steeds te laat en moet steeds te vroeg de school verlaten. Desondanks is hij bijna al tijd nummer één. Na de lagere school volgt de mulo en gaat hij in Amster dam op kamers. Het maakt hem zelf- Het vertrek naar Mexico was voor Myrna v. d. Hoeven een bevrijding MEXICO Ook in de aan loop tot Mexico hebben de presta ties van Myrna van der Hoeven „Olympische" kwaliteit behouden. In Parijs snelde de frêle Haagse op 8 september naar een tijd die de insiders opnieuw diepe te vredenheid schonk. Haar 53,3 in haar laatste „grote" wedstrijd voor Mexico stemde ook Myrna van der Hoeven tot. voldoening. „Ik bleef opnieuw ongeslagen. En ik was naar Parijs gekomen om te win nen". Een opvatting die zijn re denen had. Myrna van der Hoe ven: ,De twee Franse dames Bes- son en Noiret waren met een Amerikaanse, de Engelse Lilian Board en Lia Louer de enigen die dit jaar sneller waren geweest dan ik". Op de 400 meter in Parijs ver sloeg de wilskrachtige Olympia '48-atlete de twee Frangaises ruirnl schoots. Hoge verwachtingen dus voor Mexi co? Myrna van der Hoeven die zich tot dit seizoen alleen maar op de 100 en 200 meter liet zien, wenst zo'n vraag uiterst voorzichtig te beantwoorden. De 20-jarige: „ik streef naar een plaats in de finale. De 400 meter in Mexico wordt op 14, 15 en 16 oktober gelopen. Ik houd er wel een beetje reke ning mee dat ik er op de laatste dag nog bij zal zijn". Zij weet zich in die uitspraak ge sterkt door de wetenschap dat zij na half juni temidden van de Europese 400 meter cracks geen enkele wed strijd heeft verloren. Myrna van der Hoeven: „Maar ik moet natuurlijk nog -.j, afwachten hoe de dames uit Amerika en Australië het gaan doen". Pas op 10 juni liep de pupil van trai ner Cock Mooiman haar eerste wed strijd op de 400 meter. In Venlo bleef Myrna toen al met 54,9 seconde 0,1 seconde onder de Olympische limiet. Al gauw daarna reikte de nieuwelinge aan het 400 meter-front bij voortdu ring naar tijden die onder de 54 secon den lagen. Op de tartanbaan in het Londense Chrystal Palaoe vestigde de elke dag trainende Haagse, die een paar weken later Nederlands kampioe ne zou worden, met 53,6 een nieuw na tionaal record. Later liep Lia Louer op dezelfde baan 53,2. Myrna van der Hoeven: „Geweldig, het hielp haar helemaal over de inzinking heen. Maar ik hoop in Mexico natuurlijk wel weer onder die 53,2 te komen". Vanaf haar raketachtige opkomst op zondag in Venlo tot nu heeft Myrna van der Hoeven de kenners vooral ook verbaasd door de handhaving van een zeer constante vorm. Zijzelf daarover: „Waarom ook niet? Ik heb altijd enorm hard getraind. Ik hoop steeds sneller te kunnen". Trainen ook in Mexico. „In de eerste week deden we het allemaal heel rus tig aan. Maar daarna trainde ik weer op het schema van Cock Mooiman". De Haagse maakte in augustus de tiendaagse trip van de atletiekploeg naar de hoogten van Sankt Moritz niet mee. Op eigen initiatief verkoos zij thuis te blijven. Niet nadelig, die hou ding voor de komende Mexico-kans? Myrna van der Hoeven: „Helemaal niet ik ben gewoon door blijven trainen, ter wijl de anderen zich daar meer ont spanden. Nee, ook technisch gezien vond ik het niet nodig. De ploeg kwam na die tien dagen toch ook weer naar beneden. En ik weet toch dat ik me in Mexico drie weken kan aanpassen. De motivering verdient aanvulling: „Het leek me ook echt niet nodig om mijn man zomaar ineens tien dagen in de steek te laten. Voor Mexico ligt dat natuurlijk wel anders". In september heeft daarbij de tijd wel gedrongen. Myrna van der Hoe ven over de tijd tussen 8 september, (Parijs) en het vertrek naar Mexico: „Ik had nergens zin meer in. Natuur lijk blijf je doortrainen, maar ik was heel blij dat er geen wedstrijd meer was. Je hebt je zo enorm voorbereid op Mexico. Dan wil je er ook zo gauw mogelijk naar toe. Dat moet ook. Van dat wachten in Nederland, met dat na achten trainen in het donker, word je atletiekmoe. Het vertrek naar Mexico is gewoon een bevrijding geweest". v,. MEXICO. Wanneer, zo weet wereldrecordhoudster Vera Nikolic, het in Mexico aankomt op het laatste rech te stuk, dan ben ik in staat om de Olympische 800 meter voor dames te winnen. De Joegoslavische beheerst het krachtigste eindschot, dat goed kan blijken voor goud. Van dezelfde kwaliteit heeft Hans Keizer zijn vrouw Ilja dit jaar kunnen overtuigen. Nog zegt hij: „Praat maar liever niet over goud of ander eremetaal. Een finale plaats is de -eerste opzet". Maar in Mexico telt Ilja Keizer door haar voortreffelijke eindsprint wel degelijk voor de concurrentie mee. De 23-jarige atlete is gerijpt en heeft zelfvertrou wen, dat in Sankt Moritz begin sep tember nog eens werd bijgeschaafd na een nederlaag tegen Tilly van der Made. Maar zij moet wedstrijdinzicht tonen. Twee seizoenen geleden, toen Ilja La- man als nationale crack ook interna tionaal hoog geschat werd, leverden de Europese kampioenschappen een te leurstelling op. Toen het spel werkelijk begon telde de Nederlandse niet mee. Ilja weet nu waarom. „Ik was dode lijk nerveus, m iste zelfvertrouwen". Na die teleurstelling volgde nieuwe tegenslag. Zij werd een 1 usteloos trai nende atlete, die artsen bezocht, om een vermoed lichamelijk tekort op te sporen. Het bleek bloedarmoede, waar voor prof. Biersteker de remedie vond. Onder leiding van echtgenoot geworden Hans Keizer begon na een mislukt 1967 de weg terug, die d it atletiekseizoen leidde naar een reeks van triomfen. Nationaal en internationaal. „Het gaat gemakkelijker. Ik durf zelf initiatieven te nemen. Ik ben op de eerste 400 meter niet meer van anderen afhanke lijk. Ik heb zelfvertrouwen". Wat be langrijk was: Ilja's eindsprint moest even gevreesd worden als vroeger. Het waren omstandigheden, die haar aan het begin van het atletiekseizoen woor den in de mond lieten nemen als: „Ik wil graag Maria Gommers ontmoeten. Ik durf de strijd aan". Dat was een ontmoeting met vraagtekens, want in het jaar, waarin Ilja Keizer voor de topatletiek verloren leek, had de Lim burgse met opvallend succes de heer sende rol overgenomen. Het duurde lang, voordat het sportieve conflict tot stand kwam. Ilja won dat. Tempoloop ster Maria Gommers bemerkte, dat de atlete uit Nieuw-Vennep door een kei hard tempo niet kapot te krijgen was. Het vlammende eindschot was daarna voor Gommers te veel. De Nederlandse hegemonie was niet voldoende. Ilja en echtgenoot mikten doelbewust op Mexico, toen zij in de stilte van de wintermaanden aan een come back werkten. In de drukte van de voor-Olympische maanden was in de plannen plaats voor een ontmoeting met Vera Nikolic, geldend als de sterk ste loopster van Europa en groot kan didate voor Olympisch goud. Hans Kei zer: „Ik had Ilja graag tegen haar ge zien. Ik had wel eens willen weten, waaraan wij toe zijn. Hoever we nu zijn." Het k wam er niet van, de KNAU vond geen wedstrijden om beide atletes tegenover elkaar te zetten, al leken er voor de buitenwacht mogelijk heden aanwezig. Toen het ineens wél mogelijk was, veertien dagen na de Nederlandse kampioenschappen, op de snelle tartanbaan van Chrystal Palace in Londen, verkoos Vera Nikolic de hoogte van Saftkt Moritz, die juist toen voor Ilja Keizer weer niet leek wegge legd. Op dat tartan, waar Vera Niko lic enkele weken daarvoor met 2.00.5 een nieuw wereldrecord liep, faalde de Nederlandse tegenhangster. Zij liet zich verrassen door Tilly van der Made, de keiharde wedstrijdatlete met misschien in Mexico onvermoede resul taten. Ilja verloor, liep eenzaam weg naar het dichtbij gelegen hotel en gaf aanleiding tot vermoedens over een in storten van de vorm. Bondscoach West- phal gaf toen deze verklaring: „Ilja had meteen na de Nederlandse kam pioenschappen naar Sankt Moritz ge moeten. Zij heeft het geharrewar over de plaats, waar we ons verder op Mexico konden voorbereiden niet goed kunnen opvangen" Hans Keizer had dat al voorspeld. Na de nationale kampioenschappen zei hij: je trainde de laatste weken met min der animo. Vanaf mei wordt er ge werkt onder een enorme d ruk. De spanning is te groot". Hoe groot bleek in Londen, veertien dagen later. Geluk kig voor Ilja had de KNAU toen einde lijk de vorm gereed, waarin de voor bereiding op Mexico paste. De atle tiekploeg kon alsnog naar Sankt Mo ritz. „Tot rust komen, de spanning ver minderen. Sterk zijn voor Mexico", al dus Westphal toen. PMarjan Janus van de Heemsteedse i HPC is- de jongste deelneemster van de Nederlandse ploeg. Mexico kan voor haar een leerschool en spring- plank zijn naar latere Spelen en kampioenschappen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 33