Minder cipier, meer mens IJmuider Courant Beter leef klimaat in gevangenis Experiment in in twee gevangenissen lw nriü m: - itf-tc m (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG Op het ronde „vlak" midden in de Strafgevangenis 1 aan de Pompstationsweg in Den Haag staat een volière. Gekooide vogels tussen gekooide mensen. Honderdvijfentwintig man kan dit sombere ge sticht bergen. Soms zijn het er meer, soms minder. Werken, luchten en ontspannen doen ze gezamenlijk. Alleen eten en slapen gebeurt in af zondering: „op cel". De bewaking telt veertig man. Een minderheid tegenover een overmacht. Een bewaarder, die al twintig jaar meeloopt. „Als je in dit vak begint, onderga je de sfeer als angstig, beklemmend. Nu zelfs misschien nog meer dan vroeger. Toen stond je als bewaarder tegenover één gevangene, nu als eenling tegenover een groep. Er is hier vrijwel algehele gemeenschap. Bij het luchten van zon 120 man ben je bijvoorbeeld maar met vier bewaarders". i 1 „Bejegeningsstaf" Oordeel gevangenen „WANNEER ik eraan terugdenk, hoe ik me vóór mijn sollicitatie de taak van bewaarder had voorge steld. dan moet ik eerlijk bekennen dat ik meende met een bos sleutels te moeten rondlopen en mensen opsluiten." Het stereotiepe beeld van een cipier, en heel het complex van onaangename gevoelens dat het oproept, blijkt een taai leven te hebben. De werkelijkheid is, dat het be roep van bewaarder een proces van grondige vernieuwing doormaakt. De sleutelbewaarder van weleer verliest langzamerhand terrein. Hij maakt plaats voor een man die in de behandeling van gevangenen een meer positieve rol speelt: die door zijn houding en gesprekken een gunstige invloed op hen heeft. Dit nieuwe type bewaarder past in het streven van de Direktie Gevange niswezen, de nadruk in de gevan genispraktijk te leggen op het ge schikt maken van de gedetineerden voor hun terugkeer in de maat schappij. Doel: het terugdringen van de recidive (het opnieuw ver vallen tot misdrijf). Die bewaarder-nieuwe stijl is te vinden in een jeugdgevangenis als „Nieuw Vosseveld" in Vught. Hij draagt geen uniform, maar een ge woon pak. Hij geeft leiding aan kleine groepen van gevangenen. Hij heeft legio mogelijkheden voor een vertrouwelijk gesprek. De bewa kingstaak van deze groepsleider zoals hij heet is tot een minimum teruggebracht. Ze is overgenomen door bewaarders in de eigenlijke zin. Die splitsing van functies is een experiment dat, als het slaagt, ook in andere gevangenissen zal worden uitgevoerd. IN DE meeste gestichten is het zover nog niet. De selectie, accommo datie en de onderbezetting aan per soneel staan de overgang naar deze nieuwe vorm van bejegening voor lopig in de weg. Toch voltrekken zich ook daar veranderingen in het leefklimaat. In strafgevangenis I aan de Pompstationsweg in Den Haag vindt de recreatie van de ge detineerden binnenkort in kleinere groepen plaats. De toezichthouden de bewaarders wordt op deze ma nier intensiever contactmogelijk heid geboden. Sinds een jaar kent deze gevangenis ook een commis sie van gedetineerden, die wensen van de gemeenschap bepleit bij de directie. Voorts is een „bejegenings- coördinator" aangesteld, die de communicatie tussen bewaarders en staf, en tussen gevangenen en di rectie moet gaan bevorderen. DE INHOUD van de bewaarders functie is veranderd. Het accent is van beveiliging verlegd naar de be ïnvloeding. Dat stelt aan de geeste lijke bagage van de bewaarder an dere eisen. Twee jaar terug is daar om door het Centraal Opleidings instituut voor het gevangeniswezen (COI) een verplichte basisopleiding voor bewaarders in het leven ge roepen. Ook de werving van ge vangenbewaarders is op een nieu we leest geschoeid. Belangstellen den worden binnen de gestichtsmu ren zelf voorgelicht. HOE ervaren de bewaarders zelf deze klimaatsverandering in het ge vangeniswezen? Terwille van het contrast kozen wij een gesticht waar de vernieuwing nog maar nauwelijks van de grond is geko men (Den Haag) en een, waar het experiment in volle gang is (Vught) Erbij HIJ HEEFT de tijd nog meegemaakt dat contacten tassen bewaarders en ge detineerden niet op prijs werden gesteld. „Toen was de stelregel: van praten i\.omt praten. Als je je wat langer dan nodig was met een gevangene ophield, werd je op het matje geroepen. Nu wordt er juist op aangedrongen, dat je praatHet gezag dat hij vroeger had, noemt hij afschrikwekkend. „Als je een celdeur open deed moest zo'n man gaan staan". Wat de huidige bewaarder aan gezag heeft ingeboet, heeft hij aan menselijkheid gewonnen: „je persoonlijkheid komt meer naar voren. Vroeger niet. Als je maar een deur open en dicht kon doen, dan was het goed. Sleutelbinken noemden ze ons". i j TOCH IS HIJ het niet met alle ver nieuwingen eens. „Kijk, 't gaat niet meer zo ordelijk toe, hè. De tucht gaat verslappen. Een bepaalde lijn is er niet meer. 's Morgens om halfacht moeten we hier de gevangenen uit sluiten. Dan gaan ze beneden, in het vlak, op appèl staan. Vroeger stonden ze netjes aangetreden. Nu hangen ze maar wat rond. Als ze om twaalf uur van het werk komen, worden ze weer geteld, de namen afgeroepen en dan gaan ze hun cel in om te eten. Vroe ger was het zo: als een gedetineer de van zijn werk kwam, dan leek het wel een paard. Dan ging hij voor zijn cel staan. Maar nu niet. Nu is het hier een praatje maken, daar een krantje pakken, 't Loopt allemaal door elkaar". HOE DENKT hij over de commis sie van gedetineerden? „Die commissie is als zodanig goed. Ze hebben al heel wat klaar gekregen bij de directie: ge meenschappelijk luchten, gezamenlij ke recreatie. Voorheen ging dat altijd in groepen. Alleen met de manier waarop die commissie er gekomen is, waren de meeste van mijn collega's het niet eens. Ze hebben destijds ge- eist: Wij willen en zullen recreatie hebben op een dag, dat er helemaal geen recreatie was. Ze dreigden zelfs met opstand. Gelukkig zitten er nu an dere figuren in de commissie, alhoe wel er nog wel een paar dwingelanden onder huizen". EEN JONGERE collega pas twintig maanden in het vak heeft het nog steeds moeilijk met de twee ledigheid van zijn functie: beveiliging en bejegening. ,Stel, ik heb een ver trouwelijk gesprek met een gevange ne, die in moeilijkheden zit en ik moet die man na een kwartier weer in zijn cel sluiten. Dat geeft je dan iedere keer Weer een naar gevoel." Een tweede, oudere bewaarder meent ronduit: „Dat kan niet samengaan. Dat Sleutelbewaarder wordt helper en vertrouwens man der gedetineerden is tegen de natuur van een mens om vertrouwen te winnen en tegelijk op je hoede te zijn". Zijn jonge collega vindt, dat aan de opvang van beginnende bewaarders nog wel iets schort: „In mijn geval ging het zo. Ik liep een week met een oude bewaarder mee, toen kreeg ik gelijk een sleutel. Na vier maanden praktijk ging ik pas naar die cursus van het C.O.I. Waarom eerst niet een tikje theorie, al was het maar een week. Nu moet je meteen meedraaien" Hij vindt het vak van bewaarder moeilijk. „Soms geeft 't wel een enor me voldoening, als je iemand die in moeilijkheden zit. hebt kunnen helpen. Of ik het wil blijven? Ik geloof dat je dat pas weet als je een jaar of drie, vier meeloopt". ROND 120 JONGENS tussen 18 en 23 jaar vormen sinds december van het vorige jaar de inzet van een ex- 1 Het wachtwoord voor de groepsleider (ex-„cipier" zonder uniform) is: veel praten met de gedetineerden over hun moeilijkheden, of over andere „interessante zakenZo wint men vaak meer vertrouwen. perimenteel stuk groepswerk binnen het gevangeniswezen. Plaats van han deling: de jeugdgevangenis „Nieuw Vosseveld" in Vught. De gevangenen zijn ingedeeld in zes groepen van twintig man. Iedere groep heeft een vijfkoppige bejegeningsstaf (een paviljoenshoofd en vier groepslei ders), plus, ter beveiliging, een be waarder. Drie groepen zijn onderge bracht in paviljoens houten barak ken drie bevinden zich in het hoofd gebouw. Het contact tussen de jon gens en de groepsleiding is zeer in tensief. De maaltijden worden geza menlijk gebruikt, de vrije uren geza menlijk doorgebracht. EENS in de week wordt per pavil joen een gespreksavond georgani seerd, waarop in theorie een „in teressant" onderwerp wordt aangesne den, maar in de praktijk kri tiek wordt geleverd door de jongens, door de groepsleiders. De groepsleiders zijn deels geselec teerd uit het bestaande bewaarders korps, deels aangetrokken van buiten. Zien de ex-bewaarders onder hen hun taak aanzienlijk verruimd, voor de be waarders die met de beveiliging belast bleven houdt de opzet een verschra ling van hun bezigheden in. „Dat is in derdaad een probleem," zegt directeur P. J. L. Soons. „Kijk, nu kunnen deze mensen de groepsleiders en pavil- joenshoofden, die van buiten komen, nóg met hun raad en ervaring bij staan. Maar waar gaat dat in de toe komst naar toe? „DE DOORSNEE-MAN. die na een zorgvuldige selectie gevangenbewaar der wordt, heeft helemaal niet de men taliteit om het aspect van de vrij heidsbeneming in zijn denken voorop te stellen. Zelden realiseert hij zich, dat hem in de eerste plaats een be veiligende taak wacht. Wat hem voor al in dit beroep aantrekt is het con tact met mensen". Dat zegt drs. M. de Vaal, psycholoog bij het adviesbureau personeelsselectie van het Gevangenis wezen. Hij weegt de sollicitanten naar het bewaarderschap via een schrifte lijke test op hun geschiktheid. „Kunt u iets zeggen over het karak ter van de bewaarder?" „Ja. Ten onrechte meent de buiten- wacht vaak, dat zo'n man iets bijzon ders moet hebben om dit vak te am biëren. In wezen is het een doodgewo ne man. Door de bank genomen is hij betrouwbaar, zacnt, goedmoedig en in elk geval bereid tot helpen. Hij wil graag, zoals hij dat uitdrukt, helpen delinquenten op net goede spoor te brengen. Soms stelt hij zich van dat laatste te veel voor. Dat zal hij dus echt in de praktijk moeten leren". Gaan bewaarders, die na een aantal jaren meelopen bepaalde trekken ver- toenen? „Ik kan u daar geen concreet ant woord op geven. Alleen de mogelijke veranderingen kan ik aanduiden. Op den duur kan ontnuchtering ontstaan bij de bewaarder, die tot bitterheid kan uitgroeien. Verbittering tegen de vescheidenheid van straffen, waarbij de ene gevangene volgens zijn gewe tensoordeel te zwaar, de ander te licht is gestraft. Verder zijn er in de prak tijk ook bewaarders, die teleurgesteld zijn over de vaak geringe mate van hulp die zij de gevangenen kunnen bieden". Heel veel bewaarders hadden een ander beroep voordat zij in het gevan geniswezen terechtkwamen. Zijn be waarders maatschappelijk mislukten? „De grootste categorie komt uit een ander beroep. Zij wilden veelal om heel begrijpelijke redenen veranderen. Eenvoudige handwerkslieden of kleine zelfstandigen die het niet meer kon den bolwerken. Redenen van het mi lieu spelen ook een rol. De vrouw had bijvoorbeeld heimwee naar een be paalde plaats, waar de man zijn oude vak niet meer kon opnemen. Een twee de, veel kleinere groep, had voorheen een beroep dat hun niet lag en had daarin moeilijkheden". Een trefwoord in gesprekken met bewaarders is spanningen" „Ik neem aan, dat een bewaarder die pas begint, zich met een zeker ge rechtvaardigd wantrouwen tegenover de delinquent opstelt. Naarmate men als bewaarder langer meeloopt, maakt dat wantrouwen olaats voor een zeke re gewoonheid, een redelijk vertrou welijke verhouding. Komt nu een ge vangene in opstand en hij doet iets, dan komt die bewaarder met schrik tot de ontdekking dat hij opnieuw volgens zijn functie bewaarder moet zijn terwijl hij op weg was om „mens te worden". Dit beroep wordt vaak onderschat wat de psychische zwaarte betreft". DE GROEPSLEIDERS zijn bijzon der enthousiast over de nieuwe ontwik keling. „Je krijgt nu veel meer inzicht in de persoon van iedere gevangene. Dat was er vroeger beslist niet bij. de psycholoog en de maatschappe lijk werker krijgen wij nu voorge legd. Het contact tussen de jongens en ons is ook veel gemakkelijker, veel persoonlijker. Je staat er niet boven, maar tussen. Dat kweekt vertrouwen. Ze geven zich meer. Wat ook een ge weldige verbetering is, is dat wij geen uniform dragen. Alleen de bewaarders doen dat nog." „Dat uniform, daar keken ze tegenop Dat was voor hen het uiterlijke teken van het gezag. De jongens zelf dragen ook niet meer de klassieke gevange- Het leefklimaat verbetert, de be huizing is nog ouderwets-grim mig en kil in de meeste gevange nissen. nisuitrusting: kakioverhemd en man chesterbroek. Hun nieuwe garderobe bestaat uit een blauwe spijkerbroek en een overhemd. Zondags hebben ze een „echt" pak aan: een grijs tweedcol bert en een grijze pantalon. Gevangenbewaarder: een beroep in beweging. In het ene gesticht sterker dan in het andere, door ieder persoon lijk anders beleefd. Maar in elk geval komt de ontwikkeling voor die ene be waarder net voor zijn pensioen. T® laat: „Jammer, dat ik er uit moet. Nu breekt net de mooiste tijd aan". Zit er niet iets tweeslachtigs in de functie van de bewaarder, die zowel beveiligen moet als contact opnemen met de gevangenen? „Dat is inderdaad een bijna absurde opdracht aan een mens, die dan ook uitmondt in een bijzonder opmerkelijk verschijnsel: een enorm verlangen naar promotie. Gedeeltelijk zal het dan wel om het geld gaan, maar dat is toch ondergeschikt. Het promotiebeleid in het gevangeniswezen en de psychopa tenzorg is belangrijker dan elders, om dat het voor de mensen een bijzondere psychische steun betekent wanneer ze hogerop komen." Ziet u die tweespalt afnemen bij het nieuwe type bewaarder, de groepslei der? „Nee. Ik zie hoogstens verbetering door betere opleidingen, het met zich zelf over deze zaken in het reine ko men via studie en voorlichting. Dat was met de oude bewaarder niet het geval. Die moest er jaren over doen voordat hij de wijsheid bezat om dit gespleten werk te kunnen verrichten." WAT vinden de gevangenen van de veranderingen in hun leefklimaat? We vroegen het de acht leden tellen de „commissie van gedetineerden" in Den Haag, die in haar samenstelling een goede afspiegeling is van de ge stichtsbevolking. We vroegen het ook de ontspanningscommissie in Vught. Hieronder enkele van hun uitspraken: „De buitenwacht stelt zich bewaar ders voor als cipiers, maar het zijn gewoon mensen." „Ik geloof dat de naam bewaarder ook veel doet. Die klinkt zo gek." „Al die inspanning om het leven in de gevangenis beter te maken, is in feite het oppoetsen aan de buiten kant van een vrucht, die van binnen rot is. Schaf de gevangenisstraf af." „Soms krijg je de indruk, dat de an dere gevangenen als je in de com missie van gedetineerden zit. je als een verlengstuk van de directie zien. Vooral als een voorstel wordt afge wezen." „Geef mij maar groepsleiders, die vroeger bewaarder zijn geweest Die weten tenminste hoe ze in dit sys teem moeten werken Je weet waar je aan toe bent. Die lui van buitenaf missen vaak zelfvertrouwen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 13