Ontwikkeling van regionale omroepen kan van invloed zijn op het landelijk bestel Radio biedt meer kans van slagen dan de televisie ZATERDAG 26 OKTOBER 1968 Erbij streekomroepen? binnen twee jaar mogelijk Het buitenland Technische mogelijkheden Voordelen streekzender In Kennemerland Wel radio,geen tv Verwerping AGRO-plan Geen hoge investeringen Verhouding dagbladen Geen commissies (Door VY'im J. van Luyken) HAARLEM In Nederland is volgens ar tikel 47B van de omroepwet een regionale zender mogelijk Er staat dat per gewest, streek of stad aan een voor dat gebied re presentatieve culturele instelling zendtijd kan worden verleend voor het uitzenden van door die instelling voorbereide en samengestelde programma's. Deze mogelijkheid bij de wet is door tal van gemeenten, bedrijven en in stellingen aangegrepen om over te gaan tot het treffen van voorbereidingen tot een regio naal of lokaal radio- en/of televisiestation. Bekende voorbeelden zijn Amsterdam en Rotterdam, in welke laatste stad de gemeente raad zich begin oktober met overgrote meerderheid uitgesproken heeft voor een plaatselijk r.t.v.-station. De zendmachtiging is aangevraagd en men streeft ernaar de uit zendingen te beginnen op 31 december 1969. Op initiatief van twee raadsleden is men ook in Amsterdam van start ge gaan met de bestudering van plannen voor zo'n station. In Kennemerland gaat deze materie actueel worden als deze maand de burgemeesters van zeven gemeenten uit deze streek onder meer gaan beraadslagen over een regionale omroep voor Kennemerland. KENNEMERLAND REGIONALE OMROEP VOOR De belangstelling van de mens voor zijn directe omgeving komt vooral tot uitdrukking in de gunstige ontwikke ling van de regionale dagbladen. De mens wil geïnformeerd worden over hetgeen in zijn woonplaats of streek gebeurt. Het dagelijks leven van een indivi du speelt zich doorgaans in een betrek kelijk klein gebied af, waar hij mo gelijkheden tot ontspanning en sport beoefening vindt. Hij woont het liefst dicht bij zijn werk en ook de kerk en de scholen staan in de onmiddellijke omgeving. Hij is dus in sterke mate op zijn woonplaats aangewezen. DAT ER behoefte bestaat aan een regionale omroep waarin de binding met de streek of stad tot uitdrukking kan komen, blijkt misschien uit de er varingen die men opdoet bij de Haar lemse Ziekenomroep „Radio Parade". De patiënten luisteren veel naar Pa rade, terwijl men daarnaast toch Hil versum 1 en 2 en Veronika kan kie zen. Parade dankt haar succes niet alleen aan de wijze waarop men de patiënten bij de programma's betrekt, maar ook aan de ruime mate van van aandacht die wordt besteed aan de actualiteit van de streek. In de ac tualiteitenrubriek en de sportuitzen- dingen komt dat goed tot uitdrukking. WELKE TAAK kan nu een regiona le radiozender in een gemeenschap als die van Kennemerland vervullen? Alvorens hier een antwoord te geven is het verstandig zich af te vragen welke toekomst de radio, naast de te levisie, heeft. Uit onlangs gepubliceerde cijfers blijkt dat de verkoop van radiotoestel len stijgt .Voorts neemt de luister dichtheid van dit medium weer toe, alle pessimistische voorspellingen uit de jaren vijftig ten spijt. Toen be weerde men bij de komst van de tele visie dat de rol van de radio was uit gespeeld. Niets is minder waar. De televisiekijkers raken, nu de nieuwig heid van de tv eraf is, verzadigd. Zij bemerken dat wanneer er een televi sietoestel in de huiskamer aanstaat men aan handen en voeten is gebon den. Radio daarentegen is niet zo in dringend en laat bovendien ruimte voor de creativiteit van de mens. De radio heeft de intrede van de tv goed opgevangen door ondermeer de programma's tijdens de zendtijd van de tv af te zwakken en de goede uit zendingen pas te spuien wanneer de tv geen zendtijd ter beschikking had. REGIONALE radiostations vinden wij overal ter wereld. Vooral in Ame rika waar iedere Amerikaanse staats burger een vergunning voor een sla tion kan aanvragen. Hij moet dan kunnen aantonen dat het betreffende station wenselijk is, dat hij betrouw baar is, over voldoende financiële mid delen beschikt, uitgesproken belangen in de streek heeft en in staat is uitzen dingen te verzorgen. De aanvrager moet daarnaast aantonen dat er een golflengte beschikbaar is en dat hij andere stations niet zal storen. Momenteel is de situatie zo dat er ruim drieduizend lokale en regionale omroepen zijn. In de stad New York alleen al opereren 24 radiozenders, in Los Angeles 20 en in Detroit 16. Cana da en Australië tellen eveneens vele zenders. In Engeland is men vorig jaar be gonnen met het oprichten van een net werk van regionale stations. Voor 1980 wil men daar over tachtig tot negen tig zenders kunnen beschikken. De BBC en de plaatselijke vertegen woordigers werken samen met de op bouw van de stations. De eerste ex perimentele omroepen zijn in gebruik genomen: Radio Leicester, Sheffield, Stoke-on-Trent, Leeds en Durham. Ra dio Leicester heeft een bereik van ruim 200.000 luisteraars. Kennemer land telt ongeveer driehonderddui zend inwoners, waarbij wordt uitge gaan van een gebied dat in het noor den wordt begrensd door Heemskerk en in het zuiden loopt tot aan de bol lenstreek. Als de proef met de acht zenders in Engeland slaagt, gaat men door met de opbouw van het netwerk. Later zal de BBC ook beslissen of zijzelf of een andere instantie de zenders zal gaan beheren. Overigens kent men in Engeland al sedert 1922 lokale radiostations die la ter echter zijn opgegaan in landelijke zenders vanwege het gebrek aan be schikbare golflengten. De intrede van FM (frequentie modulatie) maakte het mogelijk uit te zenden in een be perkt gebied. KENMERKEND voor FM is het ge ringe bereik. Voor een zenderstraal van vijftien kilometer is een zender met een vermogen van 250 watt reeds voldoende. In ons land wordt betwijfeld of een net van FM-zenders wel te realiseren is. Men acht het niet uitgesloten dat deze zenders elkaar zullen storen. Daar komt nog bij dat 's avonds door de invloed van de ionosfeer het bereik van een zender groter wordt. In Ame rika kent men daarom „daytime" en „nighttime". Om ongeveer vier uur 's middags begint .nighttime", hetgeen inhoudt dat de stations met de helft van hun vermogen gaan uitzenden terwijl men toch hetzelfde gebied blijft bestrij ken. Wat het storen van andere zenders betreft, als in New York met een op pervlakte zo groot als Utrecht, 24 zen ders op technisch verantwoorde wijze in bedrijf zijn, moet het in Nederland zeker mogelijk worden geacht een aantal FM-zenders in gebruik te ne men. Volgens een rapport van D'66 over regionale radio en televisie kunnen in Nederland 64 percent van alle bezit ters van radiotoestellen van vijftien jaar en ouder FM ontvangen. Gezien het feit dat tegenwoordig de meeste radio's met ontvangstmogelijkheid voor FM worden afgeleverd zal dit percentage de komende jaren aanzien lijk stijgen. Een aanzienlijk deel van de markt omvatten bovendien de draagbare radio's en de autoradio's welke met FM ontvangst zijn uitge rust. DE TAAK van regionale zenders kan uitzendingen omvatten die tot doel hebben de publieke belangstel ling voor het culturele gebeuren te stimuleren. Volgens D'66 kan een der gelijke zender ook een bijdrage zijn tot het beter functioneren van de plaatselijke democratie. Dit blijkt eveneens uit de nota van de twee Am sterdamse raadsleden de heren Van Thijn en Dooijes: „bepaalde uitzendin gen kunnen bijdragen tot een betere informatie van de burgerij over het lokale gebeuren en kunnen de actie ve deelneming daarin aanmoedigen. Op de lijst van mogelijke onderwer pen voor uitzending in regionaal ver band staan ondermeer sportwedstrij den en het plaatselijke amusement. Dat de regio vooral wat sport betreft niet voldoende aan haar trekken komt komt in de uitzendingen van Sport in Beeld tot uitdrukking. Bijvoorbeeld de afgelopen zondag. Men vertoonde beel den van Sparta-Feijenoord en Volen- dam-NEC. Bij de laatste wedstrijd stond niets op het spel, terwijl in Schiedam tussen SVV-Haarlem strijd werd geleverd om de bovenste plaats van de eerste divisie! DE MOGELIJKHEDEN in een streek als Kennemerland zijn talloos. Vooral de gemeentelijke overheden en de culturele instellingen zien voorde len in een regionale radiozender als communicatiemiddel. De directeur van de Stadsschouwburg de heer P. Lohr: „Een advertentie met een aan kondiging voor een toneelstuk bereikt alleen het vaste publiek. Een titel zegt de meeste mensen niets. Een radio, zo zegt hij is in staat het toneel dichter bij de mensen te brengen. Een opname van een repetitie met daarbij een interview met de hoofdrol speler en men weet wat die avond in de Schouwburg te wachten staat. „Erg fijn èn belangrijk", zo rea geert de adjunct-directeur van het Frans Halsmuseum de heer D. Schwa- germann. Volgens de heer Schwager- mann schuilen er in het directere con tact met de bevolking grote voorde len, al was het alleen maar om de mensen op bepaalde recreatieve mo gelijkheden te wijzen dichtbij huis. „Er is veel meer te doen in Kenne merland dan men eigenlijk wel weet" aldus de directeur van de NZH mr. J. P. A. van Ballegoijen De Jong. „De culturele ontwikkeling zou men door middel van een regionaal radiostation een stimulans kunnen geven. Ik zie er dan ook grote mogelijkheden in". Tot die conclusie komen de politie en de brandweer ook. Een woordvoerder van de politie: „Een duidelijk voor deel bij spoedeisende berichten. Zoals in geval van het verliezen van ge vaarlijke geneesmiddelen". Maar ook bij verkeersopstoppingen, het waar schuwen bij plotseling opgekomen gladheid en het attent maken van de weggebruikers op wegomleggingen. DE BRANDWEER kan incidenteel baat ondervinden van de plaatselijke radio, maar de commandant van de Haarlemse brandweer de heer Ch. H. J. Brauers duidt tegelijk op een enorm gevaar, waarbij hij een voor beeld uit Amerika aanhaalt. Bij een diner was voor uitzending de plaatselijke tv aanwezig, toen in het gebouw brand uitbrak hetgeen recht streeks in de huiskamers kwam. Tal loze mensen verlieten hun woning om naar de brand te gaan kijken en be letten de brandweer dichter dan acht honderd meter bij het vuur te komen. Er vielen ruim honderd doden bij de ze brand. In Nederland kennen wij ook zo'n voorbeeld. Toen het ANP via de radio berichtte dat een vliegtuig op Schip hol een noodlanding zou gaan maken raakten in korte tijd de wegen rond het vliegveld overvol en ontstonden verkeersopstoppingen, waardoor de verschillende hulpdiensten niet snel genoeg ter plaatse konden zijn. De plaatselijke overheden staan over het algemeen positief tegenover de komst van een regionale omroep. Men verwacht meer rendement van het ge ven van achtergrondinformatie via de radio dan van de gemeentelijke in formatieblaadjes. Resumerend verlangt men een station dat als doel heeft het dienen van de streek zonder dat het politieke of reli gieuze bindingen heeft. Het moet on afhankelijk van de omroepen in Hil versum kunnen werken en beter de be langen van de streek behartigen dan de landelijke zenders doen en kunnen doen. IN AMSTERDAM en Rotterdam wil men radio èn televisie, waarbij de nadruk wordt gelegd op de tv. In bei de steden is de overheid de initiatief neemster, hetgeen gezien de financieel zwakke positie van deze gemeenten en de exorbitant hoge kosten van tele visie op zijn minst enige bevreemding wekt. In Rotterdam begroot men de jaarlijkse exploitatie op drie miljoen gulden, waarvan 2miljoen voor de televisie. Hoezeer men ook over tuigd kan zijn van het welslagen van deze ondernemingen, toch is en blijft het een experiment. Radio is naar verhouding spotgoedkoop en biedt veel meer mogelijkheden. Op de bedrijven zal men tijdens het werken wel naar de radio luisteren maar geen televisie aanzetten en automobilisten beschik ken wel over radio in hun auto's. Naast de hoge exploitatiekosten voor de tv zijn ook de investeringen die men zich moet getroosten omvangrijk. En dat voor een half uur per dag, want meer wil men niet uitzenden. Voor radio rekent men op twee uur zend tijd per dag. Een van de punten die radio tot een geslaagd communicatiemiddel kunnen maken is de frequentie waarmee men het publiek kan benaderen. Het lijkt hoogst onwaarschijnlijk dat de opzet van Amsterdam en Rotterdam in dit opzicht z,al slagen. Stel dat men, zo als in Rotterdam van vijf tot zeven uur in de namiddag uitzendt dan valt er al een belangrijk deel van het pu bliek af: de huisvrouwen. Zij zullen tussen vijf een zeven uur weinig tijd .vinden voor het luisteren naar de -ra dio. Een radiozender moet de hele dag uitzenden. Men wil immers via deze zenders de belangen van de streek dienen? Dan moet dit station ook met de plaatselijke bevolking „opstaan" en „naar bed gaan". Angst voor gebrek aan stof behoeft men niet te hebben. De uitzendingen moeten zo als in Amerika worden aangepast aan het luisterpubliek. Men dient zich te realiseren wie men op een bepaald tijdstip van de dag kan bereiken. Volgens de wet kan een zendmachti ging worden aangevraagd door repre sentatieve culturele instellingen. In hoeverre de gemeentelijke overheden, van bijvoorbeeld Rotterdam hieraan voldoen zal de minister moeten beslis sen Over het algemeen voelt men wei nig voor door de plaatselijke overheid beheerde en gecontroleerde zenders, hetgeen volgens de wet ook niet mo gelijk is. EEN KLACHT TEN aanzien van de landelijke zenders is dat er veel wordt gepraat. Het is aanbevelenswaardig, dan zeker niet het plan van de Aca demische Radio Omroep, de ACRO te aanvaarden. Dit plan beoogt de oprich ting van drie regionale zenders voor de randstad Holland. Er zou een FM- zender moeten komen in Zoetermeer, in Amsterdam-West en in Zeist, Haar lem, in casu Kennemerland zou dan bij Amsterdam worden ingedeeld. Afge zien van de bezwaren uit deze streek om ondergeschikt te worden gemaakt aan Amsterdam, kleeft er nog een bezwaar aan het ACRO-plan. De ACRO vindt namelijk dat een belangrijk deel van de zendtijd van de regionale om roepen ter beschikking van hen moet staan voor wetenschappelijk en hoger onderwijs. Op deze basis biedt de ont wikkeling van de het verschijnsel re gionale omroepen weinig kans van sla gen. Voor uitzendingen voor het onder wijs kan men beter een landelijke on- derwijszender instellen. Via deze om roep zou iedere vorm van onderwijs, ook voor de scholen, kunnen worden gegeven zonder dat niet-geïnteresseer- den worden gedwongen ernaar te luis teren. Indien de ontwikkeling van de regio nale radiozenders gunstig verloopt dan moet het waarschijnlijk worden geacht dat dit van invloed zal zijn op het landelijke omroepbestel. In Amerika, houden de landelijke maatschappijen, zoals ABC, NBC en CBS zich uitslui tend bezig met het vervaardigen van produkties die te duur zouden zijn voor regionale zenders. Tegen betaling van rechten nemen de plaatselijke stations de programma's over. De landelijke omroepen in Nederland zullen de komst van regionale zenders met lede ogen gadeslaan, maar er ligt een an dere markt open zoals die in Amerika. De plannen om te komen tot een koppelnet zullen eveneens van invloed op het landelijk bestel kunnen zijn. Deze plannen houden in dat wanneer er bijvoorbeeld in Friesland een ac tualiteit wordt uitgezonden die van belang kan zijn voor het gehele land door het gebruik van het koppelnet door andere regionale zenders zou kunnen worden overgenomen. DE KOSTEN voor een radiozender zijn niet al te hoog. Een zendinstal- latie voor een bereik van vijftien kilo meter en met een vermogen van 250 watt kost volgens het D'66 plan tien mille. Het getuigt in Rotterdam van durf om voor een experiment een ma quette te laten maken voor een nieuwe bouwstudio, maar het is niet noodzake lijk en gezien de financiële positie van de gemeenten ook niet wenselijk. Als Hierboven: Een foto uit Bill board, het Amerikaanse tijd schrift voor radio en televisie, toont de studio van de country- en westernmuziekzender van Nashville in Amerika. De op stelling van omroeper en tech nicus, zonder ruit van elkaar ge scheiden zou in Nederland on mogelijk zijn. Ook blijkf uit de foto van de studio van dit grote station de eenvoud van de appa ratuur. het goedkoop kan door in een bestaand gebouw te trekken, waarom dan zo duur? Datzelfde geldt ook voor de ini tiële kosten. In het rapport van D'68 schat men deze kosten, uitgaande van achttien uur zendtijd per dag, op twee tot drie ton. Deze kosten kunnen ab soluut lager. Alleen al voor de appa ratuur behoeft men niet meer uit te trekken dan ongeveer zestig mille. Technisch is men dan tot alles in staat. Alleen de reportagewagen ont breekt, maar deze is niet noodzakelijk en kan wellicht van de NRU worden gehuurd. De exploitatiekosten liggen volgens D'66 tussen de drie en vijf ton per jaar. In Rotterdam rekent men op 750.000 gulden. Hoger dus dan D'66, terwijl Rotterdam dan nog eens zes tien uur per dag minder uitzendt! Binnenkort komt er van het ministe rie van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk een maatregel van bestuur ten aanzien van regionale om roepen. Waarschijnlijk is dat aan ce apparatuur in deze maatregel mini mum eisen gesteld worden. Het is te hopen dat de eisen niet te hoog wor den gesteld. Hoe duurder alles wordt hoe minder snel men zal overgaan tot het oprichten van regionale zenders. DE INKOMSTEN moeten volgens de plannen van Amsterdam komen uit een bijdrage van de luister- en kijkgelden, uit persoonlijke of collectieve lidmaat schappen, uit indirecte bijdragen van gemeentewege en uit de opbrengst van reclameboodschappen. De laatste bron is de meest zakelijk en gezonde, maar ook de meest gecompliceerde. Hier komt immers de verhouding tot de streekbladen aan te pas. Het bestuur van de Nederlandse Dag bladpers wijst er met nadruk op dat de uitzending van lokale reclamebood schappen aan de reclame-inkomsten van de streekbladen ernstig afbreuk zal doen, ernstiger nog dan de lande lijke reclame. De landelijke bladen hebben een tijdelijke inzinking gehad ten gevolge van de invoering van de landelijke radio- en tv-reclame. Dit is zich nu aan het herstellen. Volgens de heer R. Möller, directeur van V D Haarlem en voorzitter van de stichting City Haarlem is er naast de krant ook een markt voor een plaatselijke radio. „Het publiek moet het niet alleen horen, maar de reclameboodschappen moeten ook worden ondersteund door een advertentie als memorandum*. Het bewijs voor deze stelling wordt ge leverd door een voorval in Amerika. Tijdens een typografenstaking ver schenen er geen kranten en liepen de omzetten van de warenhuizen terug, ondanks de plaatselijke commerciële stations. Rotterdam lost het pro bleem over de reclame op door voor te stellen de exploitatie in handen van de kranten te geven. In een streek als Kennemerland levert dit echter een ge compliceerd vraagstuk op gezien de vele bladen die er verschijnen. Als op lossing zou kunnen dienen tegemoetko ming aan de kranten op basis van het aantal abonnees. Ook is een combi natietarief mogelijk voor adverteren in de krant en via de omroep. Duidelijk is echter dat de instelling van een re gionale zender niet ten koste van de kranten mag gaan. WANNEER een regionale omroep kan worden opgericht hangt niet alleen af van de voortvarendheid van het mi- (Slot: zie volgende pagina) Dure technische apparatuur is niet noodzakelijk. Met de uitrusting van Radio Parade die ongeveer acht mille heeft gekost zou men al uitzendingen kunnen verzorgen. Deze apparatuur heeft echter enige beperkingen en is niet uitgebreid genoeg, maar duurder dan zestig mille behoeft men niet te gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 23