Nederlanders maakten voor 700.000 dollar Kema-documentaire voor Amerikaanse t.v. 15 r ZATERDAG 2 NOVEMBER 1968 Erbij Reputatie Maanlandschap Roversbenden Stamveten Spiegelbeeld Ijstaart 1 1 Vissersparadijs (Van een onzer redacteuren) HILVERSUM In een Hilversumse flat maakt een schichtige kameleon zich onzichtbaar tussen klimcp- blaadjes en klautert een soortgenoot kleurbekennend in de gele gordijnen. Uitheemse dieren, door filmer André Gunn voor zijn kinderen meegebracht uit Afrika, waar hij zelf met aanmerkelijk grotere griezels verkeerde: de monsterlijke krokodillen van Kenia's Rudolphmeer. In deze op de kaart „witste" uithoek van het zwarte werelddeel, waar de schaarse bewoners op één stam na nog een zwervend bestaan leiden en waar zelden blan ken doordringen, maakte hij de afgelopen drie maanden onder onvoorstelbaar moeilijke omstandigheden unieke opnamen voor een Amerikaanse televisieproduktie. MET DE CAMERA TUSSEN DE KROKS EEN DOCUMENTAIRE van een uur misschien anderhalf uur, die het Co lumbia Broadcasting System dit sei zoen op zijn beste zendtijd, zaterdag avond na 8 uur, „van kust tot kust" in kleur zai uitstralen. Het is een pe perduur paradepaardje geworden. De kosten stegen ver hoven het gebudget teerde bedrag uit tot het gigantische bedrag van 700.000 dollar. Maar de producenten hebben zoveel vertrouwen in de kwaliteit van hun (door de recla mes van „sponsor" Westinghouse in moten te hakken) documentaire, dat zij nu al vast rekenen op een „Emmy" de jaarlijkse televisie-onderscheiding voor de beste produkties. DE SERENE glimlach van deze gouden tv-muze zal dan mede bestemd zijn voor de kleine Nederlandse ca mera- en geluidsploeg die voor deze produktie werd aangetrokken. De 37- jarige Hilversumse freelance - filmer André Gunn, die als assistenten J. M. Janssen van de NTS en Douwe Fern- hout meenam, dankte deze opdracht aan vorig werk voor de Amerikaanse televisie. Zo volgde hij, eveneens in Afrika, een ontdekkingsreiziger van onze tijd, de astronaut John Glenn, op het spoor van diens voorgangers Stanley en Livingstone. VANWAAR die Amerikaanse voor keur voor Nederlandse cineasten zo als André Gunn en George Sluizer? „Wij in Holland hebben nu eenmaal de reputatie, documentaires te kunnen maken en ze weten en waarderen het ook, dat we steeds bereid zijn te wer ken en dat bij ons altijd alles kan", meent de Hilversumse filmer, die nu alweer is gepolst voor een Afrika-do- cumentaire voor Metro-Goldwyn Mayer. De inmiddels door de VARA voor Nederland geclaimde documentaire voor de CBS vervaardigd door Wolper Productions wordt de eerste van een serie. William Holden maakt er zijn tv-debuut in. Deze bij ons vooral door „The bridge on the river Kwai" be kende acteur woont al zo'n jaar of tien in Afrika. Hij is er niet alleen mede-eigenaar van de exclusieve en exorbitant-dure Mount Kenya Safari Club, maar legt er ook een levendige interesse aan de dag voor de inheem se levensvormen onder de primitiefste omstandigheden. In de film nemen hij, een eveneens in Afrika wonende Amerikaanse d:e- renvanger en een Britse beroeps jager de toeschouwer als het ware bij de hand om hem het werkelijke Afrika te tonen, zoals zich dat ten Noorden van de berg Kenia tot de grenzen van Soedan en Ethiopië uitstrekt. Om dit mogelijk te maken moest een expeditie worden uitgerust, die voor André Gunn wel wat weg had van een legeropmars. „De afstand die we had den af te leggen was niet zo groot, maar om het Rudolph-meer te berei ken moesten we door het meest bar re landschap dat ik ooit heb gezien: on begrijpelijk dor en onbegaanbaar. Het eerste gedeelte was te berijden zolang het niet regende, maar toen we in bergachtig gebied kwamen moesten we ons een weg zoeken door een eruptie- gebied van gestolde lava, groter dan Nederland en bezaaid met door de vul kanen diep uit de ingewanden van de aarde gebraakte rolkeien. Er was nauwelijks doorheen te komen. Ik be grip niet wat die maanreizigers be zielt: wat zij zoeken is veel dichterbij naar Amerika. (Gunn en de zijnen hebben meer dan 30.000 meter film volgeschoten) en nam het verse groen ten, fruit en soms ook wel ijstaarten en gebak mee terug. ja, f ,jf - i de mobiele koelkastbatterijen, die niet alleen voorkwamen dat de emulsie van de film smolt en dat bij eventuele slangebeten geen serum voor handen zou zijn, maar ook de neger kok in staat stelde, midden in de bushbush heerlijke zes-gangen-diners op te die nen. Zij hielden voorts de frisdranken fris en het bier koud en dat was be langrijk omdat het water ver gehaald, en dan nog gekookt en gefilterd moest worden. Een aparte wagen vol krat ten bier bleek geen overbodige luxe: het aantal blikjes, dat dagelijks sol daat werd gemaakt, varieerde van zes tot twintig per man. Jonge krokodil, zojuist gevangen en klaar voor consumptie. te vinden.er groeit nauwelijks een plantje en je vindt er soms honderd kilometer lang geen water". HET LIGT -voor de hand dat deze moeizaam volbrachte, veel extra-dagen vergende reis hoge eisen stelde aan het transportmaterieel. De eerste van de 15 voertuigen, die de geest gaf, was een voor 28.000 dollar in Engeland gebouwde truck, waarvan het voornaamste doell was, andere ge strande vrachtwagens los te trekken. Een Engelse monteur werd overge vlogen om deze met hydraulische kra nen, platformen en vierwielaandrijving uitgeruste mastodont weer aan het rol len te krijgen. WANT de inwendige mens heeft niet geleden onder de ontberingen, die de arbeid onder moordende condities (48 graden in de schaduw) van de film ploeg eiste. Indrukwekkend waren DE 27-JARIGE Amerikaanse produ cer David Seltzer beschikte over circa dertig inheemse safari-leden, die de Amerikanen en Europeanen de kolo niale luxe van een persoonlijke be diende deelachtig deden worden. De Keniase regering had bovendien een militaire lijfwacht bijgedragen in de vorm van een kameelkorps, dat met argusogen en geladen geweren voor het konvooi uitschommelde om dit te be schermen tegen de rondzwervende roofzuchtige benden Shifta-krijgers. Tabak, oker en stieren honoreerden de toestemming van stamhoofden, opnamen te maken van curieuze cere moniën, zoals het ruige besnijdensri- tueel, waarbij de jongens zonder een kik te geven een met roestige messen verrichte, weinig aantrekkelijke ope ratie ondergaan die hun de mannelijke status geven. Zo'n inwijdingsplechtig heid pleegt te exploderen in een wild feest. Vele stamleden bereiken dan al dansend een zodanige staat van op winding dat zij alles om zich heen vergeten en gevaarlijk voor zichzelf en anderen kunnen worden. „De krij gers eten voordien ongelofelijk veel vlees, zij zijn dronken van het vlees, maar bovendien uiterst gespannen door gebrek aan rust en het gebruik van opwekkende middelen." „Het is een onvergetelijk schouw spel, de nadering van een falanx van helemaal met rode klei ingesmeerde naakte mannen met hun blinkende speren en hun strijdknotsen", vertelt André Gunn. „Bij het dansen springen zij voortdurend, onder het uitstoten van een soort leeuwegebrul, zo hoog mogelijk op. Sommigen krijgen ver schrikkelijke toevallen, liggen schuim bekkend en schoppend op de grond of brengen zichzelf bloedende verwondin gen toe. De laatste keer dat we een dergelijke ceremonie filmden, hadden we moei lijkheden. De „voorbesprekingen" wa ren wat stroef verlopen en op een ge geven moment kregen de stamleden de pé in. Ik stopte ermee toen er een met opgeheven speer op me af kwam. Een van onze geweerdragers, ook be horend tot deze stam, heeft ons toen snel meegenomen. „Dat gaat fout", voorspelde hij. Bepaalde opnamen zijn niet door gegaan omdat gewaarschuwd werd dat het feest uit de hand zou kunnen lopen, wat een rooftocht der inboor lingen tot gevolg zou kunnen hebben. Zo moesten we onder andere afzien van filmen in een stuk „niemandsland' waar verschillende door kindersterfte geteisterde stammen raakgebieden hebben en elkaar niet zelden bevech ten. Deze nomaden bezitten kamelen als lastdieren en melk- en vleesleve ranciers, maar ze rijden er niet op. Het wiel kennen zij niet, evenmin als de uitsluitend van de visvangst leven de Molo's, de primitiefste stammen, en de enigen met een vaste verblijf plaats aan de troosteloze oevers van het steeds weer door hevige stormen opgezweepte Rudolph-meer. TOCH accepteerde de visser, die als gids voor de filmexpeditie fungeer de de trucks, het vliegtuig, de even eens meegenomen boot en alle andere wonderen der beschaving alsof hij er altijd mee had geleefd. „Maar wat hij wel grenzeloos gek vond", herinnert André Gunn zich, „was dat zijn beelte nis op dezelfde plaats bleef als hij een spiegel ronddraaide". Die Molo's („interessante, lieve men sen, een gelukkige gemeenschap") passen de simpelste vismethode toe: zij spietsen de kanjers, die in het TOT DE karavaan behoorden ook twee tien-tonners voor het transport van auto- en vliegtuigbenzine. De laat ste als voeding voor een bijna lood recht landend en opstijgend Zwitsers gletsjervliegtuig, dat niet alleen goe de diensten bewees bij het opsporen van wild e.d., maar ook de verbinding met de beschaafde wereld onderhield. We kelijks bracht het de belichte kleuren films naar Nairobi voor verzending André Gunn, met kameleons, sou veniers van een dure tilm- safari. meer haast voor het grijpen zijn. An dré Gunn: „Het tilt op van de vis, on voorstelbaar zoveel als er zit. Wan neer je in het water staat, krioelen de vissen om je heen en komen sommige, waaronder heel grote meervallen, aan je benen snuffelen. Schuwheid kennen ze niet". Werd er door leden van de filmploeg zo'n verfrissend bad genomen, dan stond er aan de kant altijd iemand stenen op elkaar te slaan om te ver hinderen dat er ook een krokodil zou komen „snuffelen". Op bepaalde plaatsen van het meer, vooral tussen de riet-vegetatie en de biezen in de bochten, wemelt het van deze vraat zuchtige schobbejakken. Ook op het grimmige, al twee eeu wen onbewoonde Zuideiland („voor portaal van de hel") waar de Neder landers eens hebben overnacht, wa ren zij talrijk. Het was een onvergete lijk schouwspel, bij de landing van het vliegtuig op een klein strandje een huzarenstukje, dat nog niet eer der was gepresteerd de krokodil len naar alle kanten te zien wegspui ten. DE MOLO'S zijn niet alleen goede vissers, maar ook keien in het kroko dillen jagen. Onverschrokken gaan zij erop af in de overtuiging dat de kroko dil reden heeft banger voor hen te zijn, „want wij eten hem op". De man nen naderen zo'n monster tot op een meter afstand en doden hem dan met een trefzekere speerstoot pal achter de kop. Een heftige zwiep van de staart en het beest is er geweest. Op de wal wordt dan direct een feestmaal aange richt, waarbij de jagers zelfs met de tanden het vet van de darmen afschra pen. Wat zij niet opeten wodt gedroogd en meegenomen „voor thuis". De kost bare huid is voor de Molo's waarde loos en die gooien zij dus weg. ANDRé GUNN heeft een keer voor een uniek stukje film 1/t uur lang in zwembroek met zijn zware camera achter een man aangesjouwd, voor wie het een koud kunstje was een vis van 200 pond te spietsen, en die uiteinde lijk 5 a 600 pond vis aan een lijn ach ter zich door het water sleepte. „Tij dens die expeditie heb ik zeker vijftig krokodillen gezien. Ik bleef maar zo dicht mogelijk bij hem. De visser wist echter wel, dat ik me niet safe voelde, want op een gegeven moment draaide hij zich naar me om en wees geruststellend op zijn speer. Maar het was toch geen prettige sensatie. Ik hoop het nooit meer te beleven". Overigens is de Hilversumse filmer nu uitblazend van zijn „typisch kwa- jongensavontuur voor volwassen mannen", er in de weinige dagen dat hij terug is alweer helemaal overtuigd, dat de risico's van de Afrikareiziger niets zijn vergeleken met de gevaren waaraan de Nederlandse weggebrui ker zich elke dag weer blootstelt Het redden van dieren die met uitsterven worden bedreigd, was een der objecten voor de documentaire. Hiervoor was onder meer deze jeep met vangmiddelen beschikbaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 15