GESPREK MET JOS VRIJBURG ODO FELLOWS een halve eeuw werken al bijna Haarlem m „Mijn huwelijk zet ik in ieder geval door" Gereformeerd werelddiakonaat breidt werk in Indonesië uit Een herdershond in Vietnam Terug naar Nyborg Kindercommunie in Lutherse Kerk ZATERDAG NOVEMB E R 1968 Erbij Verantwoord experiment Sfeer van vroeger Preekgroepen Vrijheid Ons zelf blijven Professional Kees Maas (Van een onzer redacteuren) HAARLEM Dinsdagavond zal de Independent Order of Odd Fel lows (voor het koninkrijk der Nederlanden en het koninkrijk België) voor het eerst via de tele visie (Nederland II) in de gelegen heid worden gesteld bekendheid te geven aan haar doel: het bevor deren van de broederschapsgedach te onder alle mensen, ongeacht godsdienst of politieke overtuiging. In Haarlem bestaat al bijna een halve eeuw de Kennemer Loge. De leden komen regelmatig in het ge bouw van het departement Haar lem van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen aan de Lange Veerstraat bijeen. Er bestaat een commissie van voorlichting en na dere inlichtingen zijn verkrijgbaar bij de heer J. P. Priester, Ver- spronckweg 337, Haarlem, tele foon 61913. Van jongere datum is de Haarlemse Vrouwenloge, die in hetzelfde gebouw haar bijeenkom sten houdt. Zitting „Wij zijn typisch aangelegd op de verkondiging. Zoals de dichter samenpakt in woorden wat in de mens leeft, zo zien wij als onze taak het woord van het evangelie gaande te houden. Breken en confron teren met wat er aan de hand is Het evangelie, dat centraal staat, wordt omzongen en omspeeld" Zo formuleert pater Jos Vrijburg zijn opvatting over de taak van hem en zijn collega's als studentenpastores. Het woordprobleem blijkt overigens uit de vorige zin: want is Jos Vrijburg nog een pater en zijn zijn colle ga's nog collega's? De Jezuiet Jos Vrijburg mag mo menteel niet preken of de sacramenten toedienen. Deze pater, die het preken als zijn voornaamste taak ziet, is op non-actief gezet. Vol spanning wacht de priester, die tot een toetssteen geworden is, af, nu de studentenparochie positief heeft gereageerd op een enquête over de getrouwde priester. Wat doet het epis copaat? Jos Vrijburg een pater met een portret van zijn verloofde op zijn kamer wil liever niet op de ontwikkelingen vooruitlopen. Hij had nooit verwacht dat zijn zaak de eerste van deze aard in Nederland zou worden. „Blijkbaar zijn wij hier toch wat vrijer, zodat een van ons heeft kunnen doorbijten. Bij vorige gevallen zag de betrokkene er achteraf altijd vanaf om te vragen zijn priesterlijke bevoegd heden te mogen blijven bekleden". Maar juist omdat zijn zaak nu zo be langrijk is acht hij iedere overhaasting verkeerd. Behalve inzake zijn huwe lijk dan. „Natuurlijk ga ik binnenkort trouwen, hoe de zaak ook uitpakt. Het zou niet eerlijk tegenover mijn ver loofde zijn als ik ons huwelijk op de lange baan zou schuiven in afwach ting van een beslissing van hoger hand". De zaak-Jos Vrijburg heeft bisschop Zwartkruis van Haarlem onlangs tot de verklaring gebracht dat de pater geen priesterlijke bevoegdheden meer heeft nu hij heeft aangekondigd te wil len trouwen. „Eigenlijk is het kerk rechtelijk anders" zegt Jos Vrijburg. „Pas op het moment dat ik trouw kan men maatregelen nemen. Maar in we zen verandert het natuurlijk niet, daar om heb ik er ook de voorkeur aan ge geven mijn voornemen aan te kondi gen". Het lijkt me ook sjieker tegen over de gemeente". Meent Jos Vrijburg dat het er eigen lijk toe moet komen dat iedere pries ter het recht krijgt te trouwen? .Nee, dat lijkt me niet gewenst. Ik geloof dat het een goed plan zou zijn een aantal priesters, die willen huwen, op een bepaald aantal plaatsen daarvoor de vrijheid te geven. Zodoende zou men een verantwoord experiment begin nen. Het is tenslotte allemaal nog een onzekere kwestie. Hoeveel priesters willen er nu eigenlijk trouwen, dat weet men toch helemaal niet?" Jos Vrijburg is een van de vijf Je zuïeten. die in öe Amsterdamse studen- tenecclesia werken. Zij zijn niet be noemd door universiteit of studenten, maar aangesteld door de bisschop van Haarlem op voordracht van hun pro vinciaal. Hun opdracht is de verkondi ging van het evangelie in het milieu van de studerenden, in eerste instan tie van de universiteitsstudenten, ver volgens ook aan studerenden in rui mere zin: leerlingen van Sociale Aca demie, Academie voor Lichamelijke Opvoeding, enzovoorts. Het centrum van de evangelische activiteit is de kapel van het Ignatiuscollege. „Wij houden het voornamelijk bij de zondag" zegt Jos Vrijburg. „In de diensten staat de preek centraal, maar daarnaast hebben wij een strakke, veeleisende liturgie. Wij gaan er steeds van uit dat er sprake moet zijn van een vrij aanbod. De zondagsplicht zien wij als een plicht voor ons. om er iedere week te zijn. Wij willen niet achter de mensen aanlopen, zij moeten van onze aanwezigheid weten. Het ligt ook niet op onze weg om het voor te stellen of men alleen maar bij ons terecht kan. Er zijn in Amster dam vele bewegingen en actiegroepen, die op dit errein werkzaam zijn. In elk geval gaan wij van ons eigen stand punt uit: het brengen van het woord van het evangelie. Als anderen liever Marcuse of Marx als uitgangspunt wil len nemen is dat hun zaak Het valt niet mee met Jos Vrijburg theologische kwesties aan te snijden, omdat hij daarvan vreest dat ze het gesprek te snel in de sfeer van vroe ger brengen. Hoewel hij in zijn preken niet schroomt begrippen als zonde en verlossing indringend te analyseren, voelt hij toch weinig meer voor de af gepaste hokjesmentaliteit van vroeger. „Zo zien wij in de eucharistie meer verkondiging. De consecratie is wel een herkennen maar dan meer opge nomen in andere elementen. Ik geloof niet dat het nuttig is om dilemma's te koesteren We kennen di lemma's als priester-leek, plaatselijke gemeente-bisschop. In het eerste komt nu beweging, in het tweede eveneens dankzij het pastoraal concilie, waar pogingen zijn gedaan de stemming weer te kanaliseren. Ik geloof dat het bij al deze ontwerpen belangrijk is dat bij de gesprekken de partners zich steeds weer bezinnen op hun argumen ten. Als wij preken dringen wij de luis teraars ook geen dilemma's op, maar wijzen juist op de derde weg, die uit de tweestrijd kan voeren". Buiten de zondagse diensten hebben de pastores vele taken Zo is men nu bezig met het opzetten van een aantal preekgroepen, onder meer over „Na tuur en ethiek", „strafethiek" en „De stad van de mens" naar Harvey Cox. „Bovendien moeten wij ieder elk jaar 6000 binnenbrengen, hetgeen leidt tot lesgeven als part-time-jobDe vijf pastores hebben in een nota duidelijk hun visie kenbaar gemaakt op hun taak. Zij zien de noodzaak van een „field- worker" die als continue luisterpost de bewegingen in de gemeente kan ka naliseren. Hij zou gastheer kunnen lijn in de cantine, werkgroepen met een concreet project kunnen stimule ren, de verlangens van de gemeente naar de pastores kunnen doorgeven. Deze medewerker zou geen priester hoeven te zijn. Naar aanleiding hiervan geven de pastores hun visie op het priesterschap. „De eerste taak van de priester is de prediking" zo stellen zij. „Daartoe zal hij vrij moeten zijn. Althans voor de toekomst lijkt dit de prioriteit van de priesterlijke werkzaamheid. Hiervoor moet hij tijd vrijmaken, uren van stu die, uren van overleg met collega's. De priester is geen manusje van alles, geen gatenvuller, maar temidden van de vele specialismen in de samenleving heeft hij als eerste beroepstaak de verzorging van de prediking. Uit de ervaring blijkt dat deze taak een taak voor halve dagen is, ge rekend naar een achturige arbeidsdag. De „vijf" vinden het niet juist als een priester volledig opgaat in zijn werk. Willen zij werkelijk 't evangelie bren gen als een vrij aanbod dan zullen ook zijzelf vrije mensen moeten zijn en geen werkezels. De priester is een figuur naast vele anderen in de samenleving, hij is per se geen sociaal hervormer, geen pedagoog, geen consellor, geen psycholoog, geen maatschappelijk wer ker. „Daarmee verdwijnt veel van het aureool om het priesterschap" oorde len de vijf, en zij achten dat geen na deel. „Wij zijn hier geen dag en nacht met ons werk bezig" licht pater Vrij burg toe, „we hebben kans gezien ons zelf te blijven. De vrijheid in eigen be staan is nodig, er moet tijd zijn om gedichten te lezen, of naar de schouw burg of de film te gaan. In het verle den werd het priesterschap geromanti seerd. De .priester moest totaal be schikbaar zijn. Misschien kwam dat ook wel door de zendingsdrift, die nu verdwenen is. Het is nu een zaak van „Wie het vatten kan, die vatte het. Ge heide indoctrinatie achten we ineffi cient. We lopen de mensen niet achter na, maar zorgen wel voor voldoende publiciteit." Het is de plicht van ieder zoveel mo gelijk te trachten zichzelf te zijn, is steeds weer het motto van pater Vrij burg. Steeds meer jonge mensen zijn bang voor bepaalde banen uit angst zich te verkopen. In de kerk, waar ve le problemen ook maatschappelijke problemen zijn, kan hetzelfde gelden. En heeft de critische universiteit niet weinig succes gehad omdat de mees ten toch bang voor hun portemonnee waren? „We zijn hier erg vrij in vergelijking met anderen" oordeelt Jos Vrijburg. „Ieder kan hier zijn eigen hobbies beoe fenen. We kunnen hier mens zijn." Maar nu heeft de polemiek hem toch bereikt. „In mijn zaak gaat het niet om mijn trouwen, het gaat om de vrijheid die mogelijk moet zijn" Hoe ziet Jos Vrijburg zijn priesterschap, ontleent hij dat aan zijn overheden of aan de mensen die hij verzorgt? „Dat is ook weer zo'n theologische vraag" zegt pa ter Vrijburg. „Ik ben aangesteld en be noemd door de bisschop Ik heb nooit wat aan mensen gevraagd maar ik ge loof dat de toetssteen is of je mensen wat te zeggen hebt. Of je het evange lie verstaanbaar weet te maken. Maar daarbij geldt natuurlijk dat het evan gelie niet altijd meespreekt, het kan iemand vierkant tegenspreken. Ik geloof dat we theologen ,pieer als auteurs moeten zien. Laat de studen ten meer vrij om zelf een keuze uit het aanbod van theologische lectuur te maken!" En dan nog een stokpaard: „Een priester moet een professional zijn. Een priester, die als speciale taak het bren gen van het woord heeft moet daarin ook geschoold zijn. Hij moet de wetten kennen van creativiteit, vormgeving en artistieke zegging. Een politicus die stottert moet schrijven en niet spreken. Zo bepalen wij ons hier tot die ar beid die wij beheersen. Wij gokken niet zozeer op huisgemeenten, maar bren gen het woord in een liturgisch kader, dat strak van vorm is. Je kunt zelfs zeggen dat er op het gebied van de ar tistieke vormgeving bij ons een uitge sproken tucht heerst." En om te besluiten citeert hij nog eens uit de al genoemde nota, die de volgende zes maatstaven geeft voor de taak van de priester: De verkondiging van het evange lie is de eerste taak van de pries ter. Het is voor de beleving van veel priesters onmogelijk om daar de hele tijd mee bezig te zijn. Het is voldoende als de strikte ver kondiging een half-time job is. In de resterende tijd is de priester vrij om al naar zijn gegevens zijn eigen tijd te vullen, met de ernst van een broodwinning Deze helft kan besteed worden aan pre-priesterlijk werk, maar ook aan heel andere menselijke moge lijkheden. Anderen zullen de resterende ta ken kunnen verrichten, daartoe door opleiding gekwalificeerd. „Het komt allemaal neer op ons thema: ook een priester moet zich zelf kunnen zijn" zegt pater Vrijburg. Voorlopig heeft hij zelfs geen half-time job. „Ik hoop dat ik spoedig weet waaraan ik toe ben" zegt hij. „Dit is verschrikkelijk, als al je werk je uit handen is geslagen." Pater Jos Vrijburg, verloofde priester. UTRECHT. Het gereformeerd we relddiakonaat van Nederland wil uit gebreide assistentie gaan geven aan de ontwikkeling van de kerkelijke sociale en maatschappelijke arbeid in Indone sië. Dit zal gebeuren door medefinan ciering van projekten, de uitzending van specialisten en de training van Indonesische krachten in Nederland. Men zal een deskundige naar Indone- In München besloot een groep stu denten, die walgde van de onverschil ligheid van hun stadgenoten ten aan zie van de grote internationale vraag stukken, een spectaculaire actie op touw te zetten. Zij kondigden met groot tamtam aan, dat ze een hond een Duitse herder levend zouden gaan verbranden op een van de stadsplei nen, zulks bij wijze van protest tegen het voortduren van de oorlog in Viet nam. Dadelijk ontstond er in heel de stad een golf van verontwaardiging. De 14000 leden van de Vereniging voor Dierenbescherming, vervuld van woe de en haat tegen de studenten, kwamen bijeen voor een felle protest-demon stratie en om te beraadslagen hoe ze, desnoods met de hulp van politie en le ger, het ongelukkige dier zouden kun nen redden. Daarop gaven de studenten een la- konieke verklaring uit, waarin zij te kennen gaven hun doe] te hebben be reikt. „De inwoners van deze stad heb ben nu bewezen heel wat meer begaan te zijn met het leven van .een dier dan met de ellende en de dood van miljoe nen menselijke wezens in Vietnam. Overigens hebben we helemaal niet de bedoeling gehad werkelijk een hond te doden" Aldus meldt het centraal mis siemaandblad „Bijeen". De Independent Order of Odd t el- lows is een wereldorganisatie met an derhalf miljoen leden die in het laatsi van de achttiende eeuw in Engeland is ontstaan. Wat Odd Fellows eigenlijk betekent weet men niet precies De meest gangbare uitlegging is om dat odd oudtijds ook betekende „op zich zelf staande" dat de eerste O. F.-leden rondtrekkende handwerks gezellen waren die daardoor moeilijk lid van een gilde konden worden, zich toch aaneensloten voor gezellig ver keer en zich nader verbonden tot on derlinge steun voor de gevaren van werkloosheid en dergelijke. De nieuwe vereniging of orde kreeg in Engeland langzamerhand jveral afdelingen Be halve het nastreven van het stoffelijk Md Thomas Wilden doel ging men zich ook toeleggen op de verstandelijke en zedelijke verhef fing van de aangeslotenen De Odd Fellows beschouwen Tho mas Wildey als de stichter, omdat hij er veel toe heeft bijgedragen dat de orde tot ontwikkeling is gekomen na dat hij in het begin van de vorige eeuw was vertrokken naar Amerika, waar hij met succes de beginselen uitdroeg. Thomas Wildey is op 15 januari 1782 in Londen geboren, bracht zijn jeugd in armoedige omstandigheden door en werd wagensmid. Als jongeman trad hij toe tot de loge 17 van de Orde der Odd Fellows in de City of Londen en door zijn bijzondere ijver en vlijt werd hij op 23-jarige leeftijd tot grootmees ter gekozen. In een periode van tien jaar heeft hij deze functie driemaal vervuld. In [y>nden zorgde Wildey voor uitbreiding van de gedachte der orde, maar nadat hij in de zomer van 1817 naar Amerika was vertrokken en op 12 september in Baltimore was aange komen kreeg hij gelegenheid het doel in Amerika te propageren. Er heerste in de havenstad gele koorts die vele slachtoffers maakte De eenvoudige handwerkman Thomas Wildey bleef niet bij de pakken neer zitten en voelde zich geroepen om te helpen en te troosten. Geschiedsschrij- vers vertellen: „Hoewel de dood in zijn omgeving een rijke oogst binnen haalde, bewaarde de goddelijke voor zienigheid zijn leven en behield hem voor een veel uitgebreidere kring van liefdevolle werkzaamheid tot het wel zijn der mensheid". In de daar>p volgende periode zet te Wildey zijn pogingen voort. Dat re sulteerde op 26 april 1819 tot het stich ten van een luge. Deze dag wordt nog steeds als de stichtingsdag der nieuwe De orde wil de leden uit het dage lijkse sleur halen. Daartoe komen zij regelmatig bijeen. Een bijeenkomst begint met een zitting in de tempel, welke zitting volgens bepaalde vormen voortgang vindt Men luistert onder meer naar het openingswoord van de voorzittend meester en naar een voor dracht van een der leden Na de zitting volgt in een andere zaal een na-zitting, die in hoofdzaak tot doel heeft de be vordering van de vriendschap en het in nauw contact brengen van de le den onderling. De Orde van Odd Fellows werkt niet alleen met geestelijke woorden en ethi sche waarden. De leden willen prak tische mensen zijn en met open oog kijken naar de vele noden in de mo derne maatschappij. In de loop der jaren is veel goed werk gedaan en de laatste tijd werken de leden onder meer mee aan de Stichting Odd Fel low Invalide Kampen, die ek jaar zo merkampen en boottochten voor inva lide kinderen voorbereidt. Tenslotte zij opgemerkt dat de orde van haar leden verlangt, dat zij gelo ven in een Hogere Macht, onder er kenning van ieders recht tot het zelf standig beleven daarvan Zij dienen eerbied te hebben vooi ieders gods dienstig levensbeschouwelijk en poli tiek inzicht en de leden moeten met toewijding wrken aan het wegnemen van alles wat de mensen van elkaar scheidt. sië sturen om een goed hulpprogramma op te stellen. Een Indonesische maatschappelijke werkster, die een training van ander half jaar heeft gekregen in Nederland, is dezer dagen weer naar Djakarta vertrokken. Het is mej. Al- bertine Lumanauw. Zij werkte geruime tijd in de Nederlandse bejaardenzorg, onder andere in het centrum Beth San in Aalten. In Djakarta wordt zij hoofd van het bejaardencentrum bij de Kwi- tangkerk. Dit centrum werd onlangs na een brand herbouwd door de kerk van Djakarta met behulp van het wereld diakonaat. De inrichting wordt gefi nancierd door de diakonie van de ge reformeerde kerl^ te Aalten. Behalve voor bejaardenzorg zal het Kwitang- centrum ook fungeren voor de ontwik keling van ne' gemeentediakonaat in Djakarta. In Djakarta wil het werelddiakonaat verder een belangrijke uitbreiding gaan financieren van het werk in het weeshuis Dorkas. Dit weeshuis werd tachtig jaar geleden gesticht vanuit de Nederlandse gereformeerde kerk te Djakarta, waarvan de Kwitangkerk het bekende centrum was. In alle diensten in deze kerk kwamen steeds enige tientallen kinderen uit het weeshuis. Aan het bestaan van deze Kwitangkerk als Nederlandse gerefor meerde kerk van Djakarta kwam in 1961 een einde. Daarmee werd ook de oude diakonale band tussen deze kerk en het weeshuis Dorkas verbroken. Het zijn thans de gereformeerde ker ken van het Westland, die deze diako nale zorg van de voormalige gerefor meerde kerk in Djakarta voor dit wees huis willen o'-ememen in het kader van het werelddiakonaat. order herdacht. Was de orde in Enge land een vereniging gebleven voor hoofdzakelijke onderlinge steun, de blik van Thomas Wildey reikte verder en hoger. Hij wekte zijn medebroeders op om zich zelf te herzien, om te trach ten mens te zijn in de beste zin van het woord, om zich te binden door Vriendschap, Liefde en Waarheid en om zó iets bij te dragen tot de opbouw van een betere levensgemeenschap. Bij de dood van Wildey in 1861 tel de de orde reeds een half miljoen le den Van Amerika uit verspreidde de orde zich over alle delen van de we reld. Na 1870 werden in vele Europese landen loges opgericht. In 1877 kwam de orde in Nederland, waar in Amster dam de eerste loge werd gesticht. In de loop der jaren zijn in Nederland en België een veertigtal mannenloges en een twintigtal vrouwenloges tot stand gekomen. De conferentie van Europese kerken CEK, die, genoemd naar de eerste vergaderplaats, bekendheid kreeg als „Nyborg-conferentie", zal over twee jaar opnieuw in deze Deense kust plaats bijeenkomen. De volgende vergadering van de CEK (Nyborg VI) is namelijk van 26 april tot 3 mei 1971 in Nyborg Strand. Het thema is voorlopig geformuleerd als: „De dienst aan God en de dienst aan de mensen", met duidelijke na druk op de verhouding tussen beide. Dit waren twee van de voornaamste beslissingen van het zeven theologen sterke presidium van de CEK, dat en kele dagen geleden in Ravello, Zuid- Italië in najaarsvergadering bijeen was. De „Nyborg"-conferentie van Euro pese kerken is steeds verder weg ge raakt van het strand van Nyborg. De vierde vergadering, 5-9 oktober 1954, werd gehouden op het motorschip Bornholm ter hoogte van Nyborg in internationale wateren liggend. Dit om moeilijkheden van Oostduitse deelne mers bij het verkrijgen van papieren voor het bezoeken van een NAVO-land te omzeilen. „Nyborg V" werd van 29 september tot 5 oktober 1967 gehou den in het Oostenrijkse plaatsje Pört- schach (am Wörthersee) Het plan een eigen centrum te verwerven in het neutrale Oostenrijk (geen lid van enige militaire verdragsorganisatie) ging ten slotte niet door. In 1971 is de CEK dus weer terug op de vaste wal van Nyborg. Dr. Glen Williams, secretaris-gene raal van de CEK. benadrukte bij de structuursvergadering in Ravello. dat het pan-Europese karakter van deze kerkenconferentie behouden moet blij ven. Dan zou de CEK ook des te beter de taak van het bevorderen van de verzoening in Europa kunnen vervul len. Op hun in Amsterdam gehouden na jaarsvergadering hebben de lutherse predikanten in ons land zich bezigge houden met het onderwerp: „Kinder communie en confirmatie". Uitgangs punt voor gesprek vormde het zojuist verschenen boekje van de Amsterdam se ds. C. Pel „Avondmaalsgast en kerklid". Hierin wordt onder meer ge steld: velen hebben geen zicht meer op de betekenis van de onderrichtstaak van de kerk; een onderricht dat in fei te heenleidt naar het deelnemen aan het Heilig Avondmaal. In de praktijk is dit onderricht verworden tot een korte stoomcursus, of een afsluiting van alle kerkelijk onderricht: bij kerkdiensten en gespreksgroepen laten velen zich nooit meer zien. Een andere vraag is: kan de kinder doop nog wel gehandhaafd worden vanneer de gedoopte kinderen later geen godsdienstonderwijs meer krijgen Ds. Pel stelt nu voor en dit voor stel is aan de lutherse synode voorge legd om de bestaande vorm van confirmatie te „ontvlechten" in avond- naalstoelating op jongere en confirma tie op de nu daarvoor gebruikelijke leeftijd De t elating tot het avondmaal kan gesteld wordei op de leeftijd van ongeveer twaalf jaar Dit voorstel van ds. Pel doorbreekt het schema, dat nu geldt voor vrijwel alle protestantse kerken Wanneer de evangelisch-lutherse kerk de kinder communie zou aanvaarden zou dit voor de andere protestantse kerken mis schien nog wel eens een stimulerend werkend voorbeeld kunnen zijn. Per soonlijk is ds. Pel er van overtuigd dat een kindercommunie een interim- zaak zal moeten zijn. Als de huidige ontwikkeling afname van het aantal kinderdopen doorzet, zullen weldra alleen maat volwassenen worden gedoopt Daarmee is de kerk dan teruggekeerd tot de si tuatie van de eerste jaren van haar ontstaan en van de kerk op het zen- dingsveld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 14