Voorontwerp-streekplan gereed Industrie in West-Friesland moet worden gestimuleerd Primeur voor Noord-Holland - REPETITIES „SWEET CHARITY" - KNIPSELKRANT Alarm in het Witte Huis -3 «'S feestelijke 9 varieer met vis tal, - f V'mM WOENSDAG 4 DECEMBER 1968 Stedenontwik keling Zuiver water Geheel nieuw rolmops gemarineerde haringfilets bokkingfilets kippers maatjesharing i: Éɧk, Beter verdiend Gehuwde priester Door Robert F, Kennedy) Stomverbaasd V er kiezingen Leagens (Van een onzer verslaggevers) HAARLEM. De regering zal het be leid om industrievestiging te stimuleren in het streekplangebied Westfriesland- Oost aanzienlijk moeten versterken. Voor andere landsdelen, die voor een ongeveer gelijke taak staan als dit gebied, gelden wel meer stimuleringsmaatregelen. „De ze discriminatie doorbreekt het ruimte lijk beleid." Aldus het voorontwerp-streekplan voor West-Friesland-Oost door de streekcom- missie, die in 1966 werd ingesteld. Op lan gere termijn zal behoefte zijn aan 400 tot 450 hectare industrieterrein, zo zegt de commissie, die het inwonertal in dit ge bied rond de eeuwwisseling schat op 300.000. Het rapport vindt het zeer gewenst in de woonwijken van stedelijke en te ver stedelijken gebieden in West-Friesland- Oost kleine schone industrieën en am bachtelijke bedrijven te vestigen, bijvoor beeld confectie-ateliers en grafische nij verheid. Hoewel men geen volledige uitspraak kan doen over de soort van de aan te trekken bedrijven, meent men wel te moeten wijzen op het grote belang om de scholingsgraad van de huidige en de toe komstige industriële beroepsbevolking zo hoog mogelijk op te voeren. Een succes volle ontwikkeling van deze streek moet gepaard gaan met een verbreking van de nog te eenzijdige beroeps- en economi sche structuur, zo zegt het rapport. Hier toe zal ook het algemeen vormend en voortgezet technisch onderwijs door uit breiding van de outillage een bijdrage moeten leveren. Groot belang hecht de commissie voorts aan het eerst ontwikkelen van de steden. Een voorspoedige ontwikkeling komt uit het oogpunt van werkgelegen heid en verzorging de gehele streek ten goede. Ondanks industrialisering zal de land en tuinbouw een belangrijke plaats blij ven innemen. Voor verbetering van de agrarische structuur zal modernisering en ruilverkaveling noodzakelijk zijn. De veehouderijen tenderen in de richting van eenmansbedrijven, hetgeen het rap port voor de bedrijfsvoering uit sociaal oogpunt minder gewenst acht. Voor een aantal kleine bedrijven be staat wellicht de mogelijkheid geheel of gedeeltelijk over te schakelen naar ande re teelten, zoals bloembollen en fruit, al dus de commissie. Zij meent dat West- Friesland ook in de toekomst een belang rijk centrum voor bloembollenteelt zal blijven. Voor het behoud van een goede kwali teit van het water is de lozing van vuil water van de stedelijke bebouwing en in dustrieën op de poldersloten in de toe komst niet langer verantwoord, zo schrijft de commissie. Derhalve wordt gepleit voor de aanleg van riolen en riool waterzuiveringsinstallaties. Het rapport doet de suggestie aan de hand om goede voorzieningen te treffen voor de recreatie. Onder meer wordt ge wezen op de mogelijkheden van de sportvisserij en de watersport. Met na me wordt gepleit voor meer jachthavens. Tot slot noemt het rapport West-Fries land een archeologisch uniek gebied in West-Europa. Het wil daarom bepaalde •treken als „cultuurmonument" be schermd zien om wetenschappelijk bo demonderzoek mogelijk te maken. Zo heeft men in dit gebied sporen gevonden van nederzettingen uit 2500 vóór Christus. Verder worden er zeer oude grafheuvel- velden aangetroffen. Het voorontwerp-streekplan dient als basis van het overleg dat door de Wet op de Ruimtelijke Ordening door Gedepu teerde Staten moet worden gevoerd met de betrokken gemeente-, water schapsbesturen en rijksdiensten. Dit be tekent dat in het voorontwerp nog aller lei veranderingen kunnen worden aange bracht voordat het als ontwerp-streek- plan door GS ter visie wordt gelegd, waarna ledereen bezwaarschriften kan in- ADVERTENTIE dienen. Pas na de behandeling van de be zwaarschriften stellen Provinciale Staten al of niet conform het ontwerp van GS het streekplan vast. De weg die de provincie Noord-Holland bij de vaststelling van het woensdag ver schenen voorontwerp volgt is voor ons land een geheel nieuwe procedure inge volge van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Een en ander houdt in dat het plan waarschijnlijk pas november van het volgend jaar door Gedeputeerde Sta ten kan worden vastgesteld. De samenstellers van het voorontwerp zijn van mening dat bij de wegenaanleg in dit gebied het openbaar vervoer bij zondere aandacht moet krijgen. Dit be treft met name de ligging van de bussta tions, de nieuwe spoorwegstations en het feit dat wegen te minste zes meter breed moeten zijn. Op de streekplankaart is geen rekening gehouden met een terrein voor een vliegveld. Maar wel zal bij het plan voor de Markerwaard rekening wór den gehouden of hiervoor bij Groot-Hoorn wel behoefte bestaat. 5 dec. Freek koopt gauw 'n paar zakdoekjes, 't Kan nog net. op de valreep. v Kijkje bij de repetitie van de musi cal „Sweet Charity", waarvan de Nederlandse première op 26 decem ber in de Stadsschouwburg van Til burg zal worden gegeven. Van rechts naar links Milly Scott, Jasperina de Jong en Jacco van Renesse. In het midden op de achtergrond Chris S chefer. Om de Nederlandse Nieuwe Katechismus is al een en ander te doen geweest. De Katechismus werd, ondanks verbod van het Vaticaan zon der kerkelijke goedkeuring in verscheidene landen gepubliceerd. Theo logen van tegengestelde richtingen konden het niet eens met elkaar worden. Paus Paulus benoemde een commissie kardinalen. Deze zei dat er van ketterij geen sprake is, maar dat wel een aantal leerstukken ver duidelijkt dient te worden. ALGEMEEN HANDELSBLAD merkte hierover op: lijkt vrije verkiezingen uit te voeren. En toch moet dat gebeuren. De kwes tie Nieuw Guinea is een internationale zaak. De sfeer is er gespannen. Het Papoese volk probeert de overeen komst te respecteren, maar als men zich in '69 niet aan de afspraak van New York houdt, dan zal de hele be volking die overeenkomst aan haar laars lappen. Dan zou het een com plete oorlog worden. Deze even vriendelijke als princi piële verklaring heeft door publikatie in de Acta Apostolicae Sedis het ge wicht van een kerkelijke uitspraak ge kregen. De Nederlandse bisschoppen zijn bereid die verduidelijkingen aan de Katechismus toe te voegen. Hier mede is de conservatieve ketterjagers de pas afgesneden en worden de ultra- progressieven gedwongen water in de wijn te doen. Voor beiden is het ple zier er af. De kerkelijke autoriteiten hopen nu dit teken van tegenspraak" te hebben geneutraliseerd en het ru moer althans te hebben gedempt. De vraag is, of men zich in de el kaar bestrijdende kampen zo gemak kelijk de domper op laat zetten. Mo gelijk wel, omdat men ondanks alle tegenstellingen koste wat kost een openlijke breuk wil vermijden. Het rooms-katholieke dagblad De Tijd merkt over deze kwestie op: Als men ziet hoe ondanks het knar send uiteenlopen van de meningen de schijn van conflicten naar buiten toe zorgvuldig wordt afgedekt, moet men tot de conclusie komen dat kosten noch moeite gespaard worden om het schisma inderdaad uit de tijd te hou den. Dit is een pijnlijke zaak van wel ke kant men het ook bekijkt. En verder: Maar intussen hoeven de progres sieve Nederlanders zich geen illusies te maken. De correctie is een feit en als het zin heeft in deze zaken van winst of verlies te spreken, is er maar één conclusie mogelijk: de bis schoppen hebben het pleit verloren. De traditionele theologen vinden het blijkbaar afkeurenswaardig dat de Nederlandse katholieken leren met on zekerheden te leven. Een ontsluiering van de rijke inhoud van het geloof is hen, naar het schijnt, minder waard dan de starre dogmatische formule ringen ervan. Tot slot schrijft het blad: Het is jammer dat zoveel goede be doelingen en werkelijke geloofsovertui ging aan de grond dreigt te worden gehouden door de last van zware woor den, moeizame interpretaties. Neder land had beter verdiend. Eind 1969 zullen de Papoea's kiezen of zij bij het Indonesisch imperium willen blijven of dat zij onafhankelijk willen worden. De 29-jarige Papoea Ferdinand Korwa, werkzaam op het ministerie van Landbouw en Visserij vertelde ter gelegenheid van de Natio nale West Papoea/Melanesiëdag op 1 december Hans Wierenga van TROUW over deze kwestie onder meer het volgende: Onze zaak is haalbaar, zegt Korwa vol vertrouwen. Nederland en Indone sië hebben in het verleden ruzie ge maakt om Nieuw-Guinea. Wij zijn het middel geweest, waardoor de goede betrekkingen tussen beide landen weer zijn hersteld. Op onze beurt verwach ten wij nu dat zij de overeenkomst correct zullen uitvoeren. Of er gevaar bestaat, dat dat niet ge beurt? Beide landen zeggen van niet, maar Indonesië heeft de overeenkomst al meermalen uitgelegd, zoals haar dat het best schikt. En voor Nederland zijn we nog banger. Luns zegt: ik hoop dat ze die stemming goed zullen doen verlopen, maar Nederland heeft nog geen enkel protest aangetekend tegen de schendingen van de overeenkomst. Dat zou namelijk de goede betrekkin gen weer verslechteren. Nederland heeft tegen Indonesië geen enkele stok achter de deur. De herdenkingsdag houden wij ieder jaar, zegt Korwa, omdat wij doelbe wust streven naar een onafhankelijke West-Papoea-staat. Het feit, dat Indo nesië in Nieuw Guinea aanwezig is, is volgens ons tijdelijk. Onze vrijheid is alleen een paar jaar opgeschort. 't Had ook in '62 al gekund. Op zo'n dag er komen ongeveer vijfhonderd mensen praten we over deze din gen, wakkeren we het nationaal be wustzijn aan. In Nieuw Guinea zelf wordt de dag ook gevierd. In stilte, vanwege het militaire bewind. Vooral in het binnenland, waar ook wel eens onze eigen vlag wordt gehesen. Ster ker nog: koninginnedag wordt er nog gevierd. Er is veel kontakt tussen ons comité en de mensen daar. We weten van week tot week op welke wijze Indo nesië zijn bewind daar voert. De din gen, die het land daarvan zelf ver telt, zijn gericht op nationale consump tie. Op die manier wordt er een sfeer geschapen, waardoor het onmogelijk In de ingezonden brievenrubriek van de NIEUWE ROTTERDAMSE COU RANT reageert ds. L. F. A. Mulder- Granberg uit Wageningen op de kwes tie van de gehuwde priester, die met name actueel is geworden door de Amsterdamse kapelaan Jos Vrijburg, die aangekondigd heeft te zullen trou wen, maar die toch zijn priesterlijke taak wil blijven verrichten. De huwende priester zal geen sa crament meer mogen bedienen. De parochie kan dat dan wel goedvinden - blijkens enquête maar de baas keurt het af. En het is nog altijd de bisschop die het voor het zeggen heeft. Zo staan straks de zaken in de r.k.- kerk in ons land. Wat leert ons dit? Of liever, welke associatie roept dit bij ons op. De hervormde kerk heeft de vrouw dit jaar 1968, in het ambt toegelaten, d.w.z. dat zij in de uitoe fening van haar beroep zich niet meer behoefde te beperken tot het preken en sociale bezigheden. Een vergelijk met kapelaan Vrijburg dringt zich op: het bedienen van het sacrament wordt voor de vrouw èn de huwende priester losgekoppeld van de rest van het ambt. Zou het nu, dooranalyserend, zo kunnen zijn, dat het aureool om het sacrament (reëel bf symbolisch, dat is hier niet in 't geding) gehavend zou worden, indien bediend door iemand die ons doet denken aan het bestaan van menselijke begeerte? In het ene geval door de priester die 's nachts bij zijn vrouw heeft geslapen in het andere geval door de vrouw, die voor de ouderlingen (immers: synode van de hervormde kerk!) de gedachte aan seksualiteit doet opkomen, ondanks toga. Het zouden dus niet in hoofdzaak godsdienstige bezwaren zijn die tegen de gehuwde priester in het geweer ge bracht worden, maar onbewuste taboe- gevoelens ten opzichte van de seksuali teit. Want de parallel met de hervorm de bezwaren tegen de vrouw als sa cramentele uitdeelster van het brood en de wijn zijn wel frappant. Dan zeg ik van mij hoeft het allemaal niet meer. Een goed feest is voor mij ook een sacrament. Maar voor pater Vrijburg zal dit (nog) niet vol doende zijn. En daarom leef ik met hem mee. Zonder sacrament. Dinsdagochtend, 16 oktober 1962, even na negen uur, belde president Kennedy mij op en verzocht mij naar het Witte Huis te komen. Hij zei alleen dat er grote moeilijk heden dreigden. Kort daarna ver telde hij me op zijn kantoor dat een U-2-verkenningsvliegtuig juist was teruggekeerd van een fotogra fische opdracht en dat de inlich tingendienst er zeker van was dat de Sovjet-Unie bezig was met het stationeren van raketten en atoom wapens op Cuba. Dit werd het begin van de Cuba- crisis een confrontatie tussen twee atoommogendheden, de Verenigde Sta ten en de Sovjet-Unie, een crisis die de mensheid aan de rand van de ver nietiging met kernwapens zou bren gen. Vanaf dat moment in het kantoor van de president tot zondagochtend 28 november ging het om mijn leven, in feite om het leven van alle mensen. Die dinsdagochtend om kwart voor twaalf kwam een aantal hoge rege ringsfunctionarissen bijeen in de ver gaderzaal van het kabinet, waar de CIA een officiële verklaring aflegde. We kregen foto's te zien, er kwamen deskundigen met kaarten en aanwijs stokken. Ons werd verteld dat we, als we goed zouden kijken, zouden kun nen zien dat er een raketbasis werd gebouwd vlak bij San Cristobal op Cuba. Ik moest het van hen aanne men. Ik bekeek de beelden heel nauw keurig maar ik kon er niet veel an jers uit opmaken dan dat er een bouw terrein werd klaargemaakt voor de bouw van een huis. Ik was opgelucht toen ik later hoorde dat praktisch alle aanwezigen, ook president Kennedy, zo hadden gereageerd. Ook nog enkele lagen daarna, toen het werk al verder was gevorderd, maakte hij de opmer king dat het net een voetbalveld leek. Alle aanwezigen toonden zich stom verbaasd. Niemand had verwacht dat de Russen ballistische raketten op Cuba zouden plaatsen. Ik moest den ken aan mijn gesprek met de Russische ambassadeur Anatolv Dobrynin van enkele weken geleden. Hij kwam me toen vertellen dat de Russen bereid waren tot een verdrag voor het stop zetten van kernproeven in de at mosfeer, mits wij toezeggingen wilden doen met betrekking tot ondergrondse proeven. Ik zei hem toen dat ik dit bericht met de begeleidende documen ten aan president Kennedy zou door geven. Ik liet hem ook weten dat wij binnen de regering ernstig bezorgd wa ren over de hoeveelheden militaire uitrusting die naar Cuba werden ge zonden. Diezelfde ochtend had ik dit onderwerp namelijk met de president en de ministers van Defensie en Bui tenlandse Zaken besproken. Er waren bewijzen voor dat de Russen, behalve de luchtdoelraketten die er werden op gesteld, bezig waren met de aanleg van een grote marinewerf en een basis voor onderzeeërs. Dit werd allemaal nauwkeurig in het oog gehouden door agenten in Cuba, die beperkte maar vaak belangrijke berichtgeving ver zorgden over de militaire opbouw via ondervraging van vluchtelingen die gevolgd en ondervraagd werden als ze in Florida aankwamen en door U-2- vluchten. tendheid bleven volgen, dat hij wel moest bedenken dat het plaatsen van raketten op Cuba de ernstigste gevol gen zou hebben. Hij verzekerde me dat dit nimmer zou gebeuren en ver trok. Ik bracht over dit gesprek verslag uit aan de president evenals aan mi nister van Buitenlandse Zaken Dean Rusk en aan minister van Defensie Ro bert McNamara. Ik gaf uitdrukking aan mijn eigen sceptische gevoelens en stelde voor dat wij wellicht een ver klaring zouden kunnen uitgeven waar uit in niet mis te verstane bewoor dingen zou staan dat de Verenigde Staten nooit zouden tolereren dat er aanvalsraketten of andere aanvalswa pens op Cuba zouden worden gesta tioneerd. Nog diezelfde middag verzond de president een soortgelijke waarschu wing, naar een ontwerp van onder minister van Justitie Nicholas Katzen- bach en mij, en wees op de ernstige consequenties die de bewapening van Cuba zou hebben. Een week later, op 11 september, ontkende Moskou open lijk elk plan tot het ondernemen van een dergelijke actie en bevestigde dat er geen enkele noodzaak bestond voor het transporteren van kernwapens naar landen buiten de Sovjet-Unie, met inbegrip van Cuba. Het was verkiezingstijd. De herfst dagen van september en oktober wa ren vol beschuldigingen en tegen be schuldigingen. Republikeinen „zagen met verontrusting" dat de Verenigde Staten niet voldoende stappen ter be scherming van onze veiligheid onder namen. Sommigen, zoals senator Ho mer E. Capehart van Indiana, sugge reerden dat we militaire stappen tegen Cuba moesten ondernemen. Ik bracht ambassadeur Dobrynin president Kennedy's ernstige bezorgd heid inzake de toestand over. Hij ver telde me dat ik niet bezorgd moest zijn want dat hij instructies had ont vangen van premier Kroesjtsjev pre sident Kennedy de verzekering te ge ven dat deze militaire opbouw van generlei betekenis was en dat Kroesj tsjev niets zou doen dat de verhou ding tussen onze beide landen gedu rende deze periode voorafgaande aan de verkiezingen zou kunnen schaden. Hij zei voorts dat Kroesjtsjev Kenne dy heel graag mocht en hem zeker niet in moeilijkheden wilde brengen. Ik wees erop dat hij naar mijn mening dan een hele vreemde manier had om zijn bewondering te uiten; dat wat de Russen in Cuba gedaan hadden de Verenigde Staten met grote zorg ver vulde; en dat zijn vriendschapsbetui gingen weinig betekenden naast dè mi litaire activiteiten in de Caraïbische Zee. Ik vertelde hem dat wij de ont wikkelingen met de grootste nauwlet- In ditzelfde tijdsbestek bracht een hogere ambtenaar van de Sovjet-am bassade, die uit Moskou terugkwam, mij een persoonlijke boodschap van Kroesjtsjev aan president Kennedy over, waarin werd gesteld dat eerst genoemde de president de verzekering wilde geven dat er onder geen enkele omstandigheid raketten naar Cuba ge zonden zouden worden. Toen vertegen woordigers van de CIA de morgen van dinsdag 16 oktober de U-2-foto's ver klaarden, begrepen we dat het alle maal leugens waren geweest. De Rus sen stationeerden raketten op Cuba en ze waren al bezig geweest met de ver scheping en de bouw van de opslag plaatsen op het moment waarop die verzekeringen van Kroesjstjev aan pre sident Kennedy verstuurd werden We waren door Kroesjtsjev bedrogen, maar we hadden onszelf ook voor de gek gehouden. Geen enkele regeringsamb tenaar had ooit de veronderstelling te gen president Kennedy geuit dat de Russen weieens raketten op Cuba zou den kunnen stationeren. Verscheide ne keren had de president aan de CIA gevraagd wat de betekenis voor de Verenigde Staten kon worden van die opbouw. Het laatste rapport voor onze vergadering op 16 oktober was geda teerd 16 september en het berichtte de president dat de CIA na ampele discussies en onderzoek tot de conclu sie gekomen was dat de Sovjet-Unie van Cuba geen strategische basis zou maken. Het rapport stelde dat de Sov jet-Unie bij geen enkele van zijn sa tellietstaten in het verleden een der gelijke stap had ondernomen en het risico van vergeldingsmaatregelen van de zijde der Verenigde Staten veel te groot achtte. Later hoorden we dat er in septem ber 1962 rapporten van agenten bin nengekomen waren die de aanwezig heid van raketten op Cuba vermeld den. De meeste rapporten waren on juist; sommige doordat onervaren waarnemers de raketten niet hadden kunnen onderscheiden. Verscheidem rapporten bleken echter juist een van een vroegere employé van het Hilton Hotel in Havanna, die geloofde dat er een raketbasis fn de buurt van San Cristobal werd aangelegd, en een van iemand die de piloot van premier Fidel Castro op een avond had horen bluffen over de kemraketten die Cuba van de Russen zou krijgen. Maar voor deze rapporten uitge bracht werden, moesten ze gecontro leerd en nogmaals gecontroleerd wor den. Men achtte ze met betrouwbaar genoeg om doorgegeven te worden aan de president of aan hogere regerings functionarissen. Achteraf is dit mis schien fout geweest. Maar dezelfde na beschouwing leverde de conclusie dat de Verenigde Staten niet eerder tot daden had kunnen overgaan omdat zelfs de films die op 16 oktober beschik baar waren niet voldoende zekerheid gaven om de regeringen en de volke ren van de wereld te overtuigen van de aanwezigheid van aanvalsraketten op Cuba. Deze onzekere rapporten van vluchtelingen zouden stellig niet voldoende zijn geweest. Belangrijk is natuurlijk dat de raketten werden ont dekt en de regering en het volk op de hoogte gesteld konden worden voor de raketten in werking kwamen en vol doende op tijd om te kunnen han delen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 9