SUPPORTERS WORDEN STILLE" GENIETERS Elke dag trekken tien boeren naar de stad R Glazuurlak tegen tandbederf -/f* 1 968 DECEMBER ZATERDAG 99 V .v« a al w - Inplaats van fluor..* mumwanwummmummmmmmammm jtnnnnnnrn juinnnnnnm HONKBAL is veruit de popu lairste publieksport in de Verenig de Staten. Vooraanstaande prof clubs uit de major leagues (ere divisie), zoals de San Francisco (Van een medewerker) Giants en de Detroit Tigers spelen voor onvoorstelbare aantallen kijkers. En zelfs teams van het tweede plan, zoals de New York Mets,, opereren meestal voor uit- verkochte stadions. Hetgeen dan betekent in het geval de „Mets" dat er zo'n 125.000 toeschouwers om de „ruit' '(speelveld) samen gepakt zitten! NU VALT actief „supporteren" in zo'n mensenmassa niet mee. De ware fan wil zijn favoriete spelers zo nu en dan met een persoonlijk woordje ondersteunen. Maar hoe hard hij ook brult, zijn boodschap bereikt de spe lers niet. Zij gaat roemloos onder in het geschreeuw van de honderddui zenden, die te zamen een geluidsvo lume als van een vulkaaneruptie voortbrengen. Individuele aanmoedi- gingskreten hebben, onder die om standigheden, geen enkele zin meer. TWEE VERWOEDE aanhangers van de Mets vonden er iets anders op. Zij kochten, in een winkel voor reclamemateriaal, een groot aantal etalagekartons en „lichtgevende" reuzenletters. Daaruit brouwden zij allerlei strijdkreten en teksten in het bekende supporters-jargon. U ziet een van hen op beide foto's in volle actie. Hoog boven zijn hoofd houdt hij zijn aanwijzing voor slaglieden of fielders. Op de ene foto: „Maak hem af!", op de andere een (onver taalbare) baseballkreet: „Doe je din getje" hetgeen zoveel wil zeggen als: sla de bal het stadion uit. IN FEITE niets nieuws, zult u zeg gen. Want ook ,op de vaderlandse sportvelden hanteren de supporters, bij belangrijke wedstrijden, teksten op spandoeken. Daar is dit inderdaad een variant op. Maar de twee New Yorkse honk- balfanataci hebben meer pijlen op «üsssk- m hun boog. Hun opvouwbare kartons nemen weinig plaats in. Daardoor kunnen zij een hele collectie slag zinnen meenemen naar het stadion, een voor elke zich voordoende gele genheid. Wekt de scheidsrechter hun ongenoegen, dan ontvouwen zij de hartekreet: „Kill the referee". Heeft een slagman van de Mets een twee- honkslag geproduceerd, dan wordt hij beloond met een hoog-geheven „Atta boy!". Maar slaat de tegenpartij een home run, dan wuiven de Mets-fans verwoed met een protestbord met bijvoorbeeld „Foul play" (gemeen spel) erop. IN HET afgelopen zomerseizoen heeft deze „schriftelijke" vorm van supporteren veel aandacht getrokken. De twee initiatiefnemers hebben al aanbiedingen gekregen van verschil lende lieden, die hun repertoire van „oorlogsteksten" in grote aantallen willen gaan nadrukken „voor de han del". En ook de coaches van diverse baseballclubs zijn hevig geïnteres seerd. MAAR HET tweetal zelf stelt geen belang in de commerciële mogelijk heden van hun idee. „Je kunt er toch geen octrooi op nemen", zeggen zij, „en iedereen kan dus vrijelijk onze kartons namaken en eventueel ver kopen. Voor ons is het voornaamste, dat we ons niet meer schor hoeven te schreeuwen bij de wedstrijden van de Mets. We stoppen zelfs watjes in onze oren, om het geloei van al die mensen niet meer te horen. Sup porter-zijn is nu weer een genoegen, in plaats van een helse marteling en dat is ons voldoende. Je wordt al leen wat moe in je armen DAT IS een nobel standpunt. Dat hopelijk op grote schaal navolging zal vinden, en niet alleen in de honk balstadions. Want ook op de voetbal tribunes bijvoorbeeld zouden spelers en omwonenden naar ik dacht hoge lijk gebaat zijn bij een wat minder lawaaierige supportersschaar. In Watergraafsmeer bijvoorbeeld, als Ajax thuisspeelt. Wie begint ermee? «uuumnnnnnnnnnnni1 jmnAfywinnnnnnnnfinnnnnru-.normr-1-n—r— Het Noorse platteland loopt leeg Bodö, 70 km boven de Pool cirkel, eindpunt van de Noord- land-spoorlijn en handelscen trum, groeide in enkele tien tallen jaren naar 14.000 in woners. (Van een medewerker) HET SILHOUET van Kristiansand wordt in de haven gedomineerd door het nieuwe Caledonia Hotel. Daarmee accentueert „De poort tot Noqrwegen" dat de „natietvan boeren, houthakkers en vissers" zijn oude image verliest. De Noorse handelsvloot is de derde ter wereld, de vis vangst brengt meer op dan ooit en er wordt veel hout geproduceerd. Maar het land verstedelijkt snel. Binnen enkele jaren verdubbelde Kristian- sands bevolking tot boven de 60.000. KRISTIANSAND heeft werk genoeg in verbruiksindustrieën, export, scheeps-, huizen-, wegenbouw en toe risme. De lonen liggen gunstig. Om een paar voorbeelden te geven: een kamermeisje verdient 1000 kronen per maand, een kelner ook plus 12% pet van de service-pot (een kroon is iets meer dan 50 cent.) Een kok kan 1500 tot 2000 kronen verdienen. Kristian sand is een centrum van onderwijs en vakopleiding. Een deel van de school kinderen uit de omgeving wordt da gelijks per bus gehaald en gebracht. Een hogeschool is er nog niet, al lijkt Het type van de legendarische Peer Gynt hier voorgesteld door een boer uit het Gud- brandsdal is bezig te ver dwijnen de prachtige kweekschool er met zijn uitgebreide programma wel op. Om er te studeren komen kwekelingen uit heel Sörlandet Noorwegens zuid punt hier wonen. NIET ALLEEN kwekelingen, maar vooral de boeren trekken naar Kris tiansand en andere steden. In Sörlan det wordt per dag één boerderij ver laten, door heel Noorwegen zijn het er dagelijks tien. Ook vroeger was het rendement van een boerderij vaak te gering. De boer had dan een ne- venverdienste in bosbouw, visserij of iets anders. Maar hier en daar werd het verschil te groot, bijvoorbeeld als een bedrijf maar 40 percent van een normaal rendement opbracht. Som mige jonge boeren hebben daarom voorlopig de zaak gesloten en zijn naar de stad getrokken, in afwach ting van beter tijden. ANDEREN zijn niet van plan terug te komen en hebben alles verkocht. Tot de kopers horen mensen als Abraham en Margot Stole in Vigmo- stad, een kilometer of 80 ten westen van Kristiansand. Ze hebben nu 1000 ha grond, die vroeger bij vijftien boe renbedrijven hoorde. Abraham, die ook timmerman is, gebruikt alleen de produktiefste stukken. Hij laat er 100 schapen grazen, doet iets aan land bouw en verhuurt de opgekochte boer- deijen en enkele zomerhuisjes aan vakantiegangers waardoor zijn bedoe ning wel rendeert. ER ZIJN meer boeren die blijven, zoals Abraham Stole. Maar als ze geen opvolger hebben stopt de zaak op de duur toch. Want naast economische m 'WW f^V^wlÉSiT argumenten hebben jonge mensen an dere wensen: Ze willen minder isole ment. Een voorbeeld van de veroude ring is hier en daar te vinden in het Setesdal, het 300 km lange stroomge bied van de Otrarivier, ten noorden van Kristiansand. Er wonen 9000 mensen in enkele tientallen dorpen en dorpjes. Een zo'n plaatsje heeft nog maar twee inwoners beneden de vijftig jaar. Een naburig dorp bezit een bejaardentehuis met louter bewoners boven de zeventig. Velen zijn zelfs een stuk ouder. Zeven tig is hier niet zo bejaard: een zekere mevrouw Nilsen van 70 wil niet in het tehuis, ze blijft samenwonen met haar moeder van.102. Intussen gaat de ontvolking door. Tien jaar geleden woonde bij Evje de uit twintig men sen bestaande familie Dale in drie boerderijen. Zeven mannen en jon gens droegen de naam Olav. Van deze clan rest nu nog één man, op één boerderij. GUNSTIGE uitzondering in het Se tesdal is Bygelandsfjord, welks 300 in woners leven van de nieuwe elektri sche centrale, een plastic-industrie zo merhuisjes- en botenbouw. De meeste leidende functies worden bezet door een nieuwe, gevestigde generatie. Een ontwikkeling, die ook weer wijst in de richting van verstedelijking, zoals dat door heel Noorwegen en vooral in het ver noordelijke Finmarken het ge val is. Er wordt wel beweerd dat dit gebied nu meer mogelijkheden krijgt om de Russische buurman te tonen hoe een Westers land de ontwikkeling aan pakt. Feit is, dat dit Noordeuropese randgebied snel tot bloei komt. Nieuwe koers KIRKENES in Finmarks noord oosthoek, oostelijker dan Istanboel groeide binnen een halve eeuw tot een ijzererts-producent van betekenis. In 1905 stonden er vijf huizen en trokken er wat Lappen rond met hun kudden. De Sydvaranger mijnbouwmaatschap- pij veranderde na 1906 de situatie grondig. De open groeven in het na burig Björnevatn produceerden tot 1952 een miljoen ton erts per jaar, nu vijf miljoen ton. Kirkenes, dat door terugtrekkende Duitse troepen met de grond gelijkgemaakt werd, is nu een welvarend stadje van 6000 in woners. De rol van de Sydvaranger is te vergelijken met „The company" in bepaalde Amerikaanse steden. Kirke nes dankt er een prachtig zwembad met turnzaal aan, een modelschool met vakopleiding, een modern hotel en goedkope flats. Zo verloopt het le ven in deze uithoek gerieflijk. De Rus sen zitten zes kilometer verderop, maar je merkt er weinig van. De grens is enkele jaren geleden gesloten, naar verluidt omdat het zo gemakke lijk was. aan gene zijete goedkope spi ritualiën te halen. Te zien is er wei nig: de weg er heen is ongeplaveid, met veel gaten en stopt plotseling bij een prikkeldraad-versperring. Aan de andere kant: zo nu en dan een Rus sische patrouille verder niets. HET STERK verbeterde verkeer heeft Finmarken uit zijn isolement ge haald. Wel waren veel havens ijs vrij door de Golfstroom, maar vol- voltooiing van de spoorlijn naar Bodö boven de poolcirkel aanleg van wegen en frequente vliegdiensten leg- den dit land tenslotte open. De ver stedelijking gaat er verder, zoals blijkt uit de groei van het stadje Alta, 500 km. westelijk van Kirkenes. Ook hier een mijnbedrijf, dat het jaar rond kwartsiet produceert - een fraaie steen soort, die de vloer van menig Neder lands gebouw siert. Het wonen op een vaste plaats kreeg-ook vat op de Lap pen in Finmark. De meesten hebben nu een permanent huis, waar de fa milie het hele jaar woont, terwijl en kele leden bij de rendierenkudden blijven en soms even per auto of sneeuwscooter aanwippen. Een keer zijde van de moderne tijd is voor hen het duurdere leven, waardoor alleen nog grote kudden rendieren. Eigenaars van minder dan 200 dieren moeten sa men doen of soms een ander beroep kiezen. ONGEVEER 5000 Westduitse school kinderen van verschillende leeftijds groepen zullen binnenkort aan een unieke tandheelkundige proef worden onderworpen. Tijdens deze twee jaar durende proef wil de jeugdtandarts van Wetzlar in de deelstaat Hessen de gebitten van deze kinderen voorzien van een nieuw soort tandlak. Dr. Jo sef Lungwitz heeft tijdens een verblijf van 12 jaar in de VS en Canada meege werkt aan de ontwikkeling van deze speciale lak. De verzegeling van de tan den met dit middel garandeert een drie jaar durende bescherming tegen caries. Met welke van de verschillen de in de VS reeds toegepaste metho den van het eenvoudige toucheren van de tanden met de lak tot het „in bouwen van het materiaal in het tand glazuur" door elektrische stroom men in Wetzlar zal werken, hangt af van de praktijkproeven van de Duitse fabriek, die de lak vervaardigt De kosten van de verzegeling van een heel gebit zijn, zoals Dr. Lungwitz mede deelde, geringer dan de vulling van een aangetaste kies.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 19