CONCERTGEBOUW WERD „ALBERT HALL
MET LICHTE EN SERIEUZE MUZIEK
Polonaise met slingers en confetti
feestelijk slot derde Festival
FESTI(GE)
VALLETJES
Klavecimbel
in Frans Hals
Museum
Onvergetelijke jazz in
het Electric Centre
Zelf doen in
W orkshops
slaat aan
Henri Arends en
Sevenhuysen
gehuldigd
„Fantasia", een
film die niet
oud wordt
Dankbaar publiek
voor Koreaanse
danser
Goed pianospel
van Wayenberg
BEGENADIGD GITAARSPEL
DOOR JOHN WILLIAMS
7
DINSDAG 31 DECEMBER 1968
Confetti
M. Kloos.
Albert Hall
J. H. Moolenijzer
J. H. Moolenijzer
Ralph de Jong
(Van een onzer verslaggeefsters)
HAARLEM Honderden onvermoeibare Harte-
wens-Festivalgangers hebben gisteren rond midder
nacht in een grote confetti-polonaise en onder het ge
roep van „Henri", „Wij willen Pim" en „Hi-Ha-Har-
tewens" hulde gebracht aan het festival, zijn leider
Henri Arends en de presentator van de twee grote
concerten, Pim Jacobs. Dat geschiedde allemaal in
een kleurige warrig, zeer feestelijk Concertgebouw,
waar men vermoedelijk een heel jaar weer niet zo uitbundig vrolijk zal
kunnen zijn. Het was het einde van het tweede Hartewensconcert maar
vooral het einde van het derde Hartewensfestival in Haarlem.
In het Festivalkrantje stond:
„Liesbeth List werd Liesbeth
Mist".
ln onze krant stond, dat het
NPhO Liesbeth niet had kunnen
bijhouden. Het was natuurlijk
zo, dat het haar niet kon bij
houden, omdat Liesbeth het or-
kiest niet kon bijhouden en dat
kwam omdat ze gewoon het
ritme niet kon bijhouden waar
door de zaak de mist inging.
Op die twee concerten merk je
pas wat een decor doet als de
televisie er is maar vooral wat
het doet als zij er niet is.
Pim Jacobs zei dat Mozart op
het klavier simpel lijkt. Wij
hoorden: klaversimpel.
Aan het eind van het tweede
concert was het „Community
with Coby" tot in het twaalfde
maand van het jaar.
Als alles nóg een nacht door
gaat, hebben we het Harte
wensfestival 1969 ook meteen
gehad.
Vier uur lang werd er, met slechts
een onderbreking van een half uur,
muziek gemaakt, en wat het program
ma zo aantrekkelijk maakte: allerlei
soorten muziek. Terwijl men het ene
moment nog ademloos had zitten
luisteren naar een pianoconcert door
de Israëlische Varda Nishry of de
Russisch-Zwitser Ruben Lifschitz
swingle het volgende moment de hele
zaal,, met inbegrip van de mensen op
het balcon en het podium op soul- of
bluesmuziek. Het ene moment ontroer
de een kleine Vera Beths iedereen
met haar vioolsolo in een stuk van
Saint Saens: het volgende moment
danste zij zo!f even hard mee op een
zeer recent hitnummertje.
HAARLEM. Zaterdagmorgen
speelde in de Renaissance-zaal van het
Frans Hals Museum de Tsjechische
musicoloog en klavecinist Vaclav Jan
Sykora. Hij gaf een recital, samenge
steld uit werken van bekende en min
der bekende oude meesters. Mede door
de keuze van de werken was een af
wisselende en boeiende ochtend het
resultaat.
Te lang en enigszins overbodig in
geleid door Willem Hielkema, bleek
Sykora een bescheiden musicus te
zijn, die de muziek, waarvan het mees
te door hemzelf uit de vergetelheid is
gehaald, niet altijd even exact, maar
op een sympathieke wijze en met in
tens plezier vertolkt. Ik geloof, dat
daarbij de snelheid, waarmee Sykora
zijn programma afwerkt, een belang
rijke factor is ten gunste van het over
komen van de muziek naar het pu
bliek. In één roes werd men gecon
fronteerd met een overvloed van 18de-
eeuwse muziek.
Men hoorde achtereenvolgens Pre
lude en Fuga uit het Wohltemperierte
Klavier van Bach, waarbij de befaam-
de strengheid van Bachs fuga een
royale hoeveelheid Tsjechisch enthou
siasme mee kreeg, zeven pretentielo
ze, maar aardige Sonatinen van Georg
Benda, de geestige vogelimitatie „Die
Meise" van de Tsjech Brixi en een
Rondo van Felipe Rodriquez. Een wel
dadige stroom van muziek.
Aansluitend kon men luisteren naar
de Sonate van de Spanjaard José Gal
les, een boeiend stuk, waarvan de de
len goed tegen elkaar afgewogen zijn
en dat uitstekend werd gespeeld. Zo
wel door zijn karakter als door zijn
uitgebreidheid vormde deze Sonate een
zelfstandig geheel binnen het pro
gramma.
In de muziek, die als laatste op het
programma stond, enkele Toccata's
van de Portugese componisten Sousa
Carvalho en Carlos Seixas, werd nog
sterker dan daarvoor duidelijk, dat
Sykora een musicus is, die zijn per
soon ondergeschikt weet te maken aan
de muziek. Hij slaagt erin een sfeer op
te roepen, waarin men zich laat mee
slepen door de muziek, waarin het
muzikale gebeuren op de eerste plaats
staat en kleine oneffenheden in de
interpretatie gemakkelijk verge
ven worden. Vooral de drie Toccata's
van Seixas kregen een bruisende, le
vendige vertolking, waarbij de tegen
stelling tussen de ijle stemming van
de tweede Toccata en de felle, agressie
ve van de andere twee goed tot zijn
recht kwam.
Als toegift speelde Sykora een uit
1760 daterend werkje, Cantallos, waar
van de componist onbekend is en dat
hij gevonden heeft in de bibliotheek
van een Zuidamerikaans klooster. Het
is één van de resultaten van zijn
speurtocht naar nieuwe of vergeten
bronnen en een voorbeeld van zijn
voorliefde, juist die muziek te spelen,
die men zelden hoort. Als pleiter voor
die muziek is Sykora een musicus van
betekenis.
Niemand onttrok zich aan de over
weldigende vreugde. In een baldadige
bui gooide wethouder P. W. Voskui
len papierenslingers naar beneden.
Mevrouw De Vaal van Culturele Zaken
liet stiekem een handvol confetti op
het hoofd van haar buurman dwarre
len. De orkestleden gooiden even en
thousiast of stootten elkaar aan en
klapten en wiebelden later op de lich
te muziek mee. Enkele jeugdige vio
listen verlieten zelfs tijdens het op
treden van de soulgroep Euson and
Stax het podium om zich in rokkos-
tuum onder de golvende menigte te
begeven. Rechts danste een jonge mu
sicus ritmisch rond, terwijl zijn oudere
collega roerloos in het tumult tussen
twee contrabassen bleef zitten.
Een zeer groot succes oogstte ook
de Haarlemse Oskar Benton Blues
Group, die de zaal wist op te zwepen
tot een massale reidans.
Hans Dulfer Soul Incorporated zaai
de wat verwarring onder de luiste
raars en ook de orkestleden draaiden
zich wat verdwaasd om. Met zijn
experimentele jazz-klanken oogstte de
groep afkeuring en succes tegelijk.
Toen er uit protest werd getoeterd,
haalde drummer Han Bennink een
roestig trompetje voor de dag en blies
even hard terug.
Een onverdeelde waardering gold de
zangeres Christine Cünne, die de lie
deren van Mikis Theodorakis wat min
der commercieel dan gewoonlijk, ten
gehore bracht.
Folkzanger Joost Nuisel ontlokte de
zaal menige lachuitbarsting door de
spitse vondsten in zijn teksten en hij
kreeg een welverdiend applaus. Min
der gelukkig hierin was Cobi Schreijer,
nu uit de vertrouwde omgeving van
„De Waag", toen zij om half twaalf
voor een moe geworden en minder at
tent publiek enkele oude liedjes zong.
Zij moest vroegtijdig het veld ruimen.
t
(Van een onzer verslaggeefsters)
HAARLEM De tekenfilm „Fanta
sia" van Walt Disney, die ter gele
genheid van het Hartewensfestival de
afgelopen drie dagen in Haarlem draai
de, heeft zeer veel bezoekers getrok
ken.
Zondagmorgen leek het of enkelen het
niet eens waren met de film en bij wij
ze van protestdemonstratie de zaal uit
liepen. Zij gingen echter weg voor een
bezoek aan de zondagochtendbijeen
komst in het Concertgebouw, waar on
der meer Liesbeth List optrad.
Opvallend is bij Fantasia de per
fectie die tot in het geringste detail
wordt doorgevoerd. Bovendien gaat
het om een rolprent, die al enkele
tientalen jaren oud is, terwijl deze
ouderdom nergens in het oog springt.
Het eerste gedeelte toonde vrije
beeldimpressies op een compositie van
Bach. Men zag de prachtigste kleuren
en de mooiste abstracte figuren.
Het grappigste van de film was de
interpretatie van de Pastorale van
Beethoven, waarin een loopje werd ge
nomen met de mythologie. Het wir-
warde op het witte doek van de pe-
gasussen, centauren en cupidootjes.
Behalve als artistiek werk dient
„Fantasia" ook als document in de
geschiedenis van de tekenfilm, die in
tussen alweer een ingrijpende ont
wikkeling heeft doorgemaakt.
Het Noordhollands Philharmonisch
Orkest, dat aan het begin van de avond
met de „Trumpet Volontry" van Clar
ke de Concertzaal omtoverde tot een
eigen Haarlemse „Albert Hall" ont
ving na zijn gloedvolle en met onver
minderd enthousiasme uitgevoerde be
geleidingen, van het publiek een lang
durig applaus. Dat gold natuurlijk spe
ciaal dirigent Henri Arends als initia
tiefnemer en leider van het Hartewens
festival. Hij en zijn compagnon Ru
Sevenhuysen van de Stichting „Jeugd
en Muziek Nederland", werden door
de voorzitter van het festival, de loco
burgemeester van Haarlem, D. J. A.
Geluk gehuldigd.
„We hebben een fijn feest gehad",
zei deze ondermeer in zijn korte toe
spraak en dat geldt vermoedelijk voor
alle festivalgangers die het slotcon-
cert van het derde Hartewens-Festi-
val mede tot zo'n onvergetelijke hoog
tepunt hebben bereikt.
HAARLEM Voor een klein maar
enthousiast publiek trad maandag
middag in de aula van het Coornhert
Lyceum de Koreaanse danser Won
Kyung Cho op. Alvorens hij de dan
sen uitvoerde, hield hij een inleiding
waarin hij iets vertelde over de tech
nieken, de bewegingen en de attribu
ten die bij de Oosterse dansen worden
gebruikt.
Het meest opmerkelijke was de me
tamorfose die de danser tussen de
verschillende nummers in onderging.
Op de klanken van exotische muziek
kon men niet alleen genieten van Oos
terse danskunst, maar ook van kleuri
ge gewaden.
Festival-leider Henri Arends werd
bedolven onder slingers en confetti.
HAARLEM. Maandag vermeldde
het jazzprogramma van het festival
concerten van Hans Dulfer's Heavy
Soul Inc. en het Nedly Elstak Kwar
tet. Haarlemmers die de laatste tijd
het vermaakscentrum „Paradiso" in
Amsterdam bezocht hebben, zijn mis
schien reeds vertrouwd met de klan
ken van Hans Dulfer's Heavy Soul
Inc.; deze groep, bestaande uit: Hans
Dulfer, tenorsaxofoon, Willem van
Manen, trombone, Maarten van Reg-
teren-Altena, bas, Steve Boston, con
gadrums en Hans Bennink, slagwerk,
speelde om twaalf uur in de grote zaal
van het Electric Centre, met alle
kracht en fantasie die ze in zich had,
en dat was niet gering.
Het concert omvatte twee vrij lange
sets, waarin ieder lid van de groep
zich voldoende kon laten gelden; men
maakte er gebruik van, wat bleek uit
spontaan applaus na de soli. Vooral de
slagwerkers benutten hun spare-time
tempowisselingen van 4/4 naar 3/4,
5/4, 5/8). Hoogtepunt van dit concert
was voor mij in de tweede set na een
aantal improvisaties een zeer langza
me Archie Shepp-achtige vertolking
van „Behmsa Swing", een compositie
van Thelonious Monk, overgaand in
een snel gespeelde versie.
Dan de afslag (tevoren afgesproken
eindoplossing), even stilte, en dan een
De commissaris der koningin, mr. F.
J. Kranenburg, met zijn echtgenote
in gesprek met de Israëlische pianis
te Varda Nishry.
HAARLEM. De verwachtingen
waren hoog gespannen voor het reci
tal van Caroline Kaart en D. Wayen
berg en de jongelui ruim honderd in
getal, die maandagmiddag in de Tuin-
zaal bijeen waren, konden hun opwin
ding nauwelijks verbergen.
Daniël Wayenberg begon met drie
stukken van Joh. Brahms, die hij te
voren inleidde bij zijn jeugdig gehoor.
Deze inleiding echter was nauwelijks
nodig, want zijn spel verklaarde meer
dan zijn woorden hadden kunnen
doen. De stoere, boerse klanken die
in een botsend ritme over ons heen
tuimelden, spraken een duidelijke
taal; eerlijke ongekunstelde muziek,
wars van zwijmelarij en valse roman
tiek.
Helaas, Caroline Kaart kon gisteren
het antwoord niet geven op de muzi
kale stellingen die door Wayenberg
waren opgebouwd. Zij begon met een
nogal vrijblijvende verklaring over de'
vrijheidsliefde van het Tsjechische
volk in verband met de Zigeunerlie
deren van Dvorak. Mevrouw Kaart
was beslist niet in vorm gisteren. De
zigeunerliederen van Dvorak hadden
nu meer dan nodig van „smartlappen"
De jeugd applaudiseerde enthou
siast, maar die weet niet beter. Da
niël Wayenberg redde het recital door
zijn prachtige spel, overigens was ik
teleurgesteld. Ik wil niet onaange
naam zijn, maar ik moet eerlijk
blijven.
HAARLEM. Nog nooit is een uur
muziek zo snel voorbij gegaan, als het
uur gitaarspel van John Williams,
maandagmorgen in de Tuinzaal van
het Concertgebouw. Hij speelde voor
een honderdtal deelnemers aan het
Hartewens Festival, die muisstil zaten
te luisteren en zich niet durfden ver
roeren uit angst om door een enkel
gerucht de betovering te verbreken.
Eenvoud is kenmerk van het ware,
zegt een goed Hollands spreekwoord
en John Williams was het levende be
wijs van dit gezegde. Zonder uiterlijk
vertoon, zonder hovaardij en zonder
„artistieke" aanstellerij buigt hij zich
over zijn gitaar en op dat moment is
het al doodstil, hij begint te spelen
en hij openbaart ons het wonder der
muziek. Met zijn lenige linkerhand
vormt hij de melodie en de akkoorden
en met zijn rechterhand, die telkens
op een andere plaats de snaren beroert,
kleurt hij zijn boeiende verhaal.
Het begon met drie dansen van Pre-
torius en de inleider Robert Weeda
vertelde ons, dat deze componist (1571-
1621) ook de schepper is geweest van
het grote theoretische werk „Syntag
ma Musicum", waarin alle muzikale
kennis van die tijd is samengevat en
dat beschouwd kan worden als de be
langrijkste oude muziekencyclopedie.
Twee sonates van Scarlatti en een
treurzang van Weiss (tijdgenoot van
Bach) volgden hierop en zo kwamen
wij terecht bij de grote Johann Sebas
tian zelf. Hoewel ze niet oorspronke
lijk voor de gitaar geschreven zijn,
bleek wel dat de vier dansen die Wil
liams van Bach speelde, uitermate ge
schikt zijn voor dit instrument. Zijn
toucher is zo delicaat, dat hij de rijk
geschakeerde registers van het klave
cimbel weet te evaren. Zijn versie
ringstechniek en de manier waarop
hij de moeilijkste trillers op de gitaar
weet te realiseren zijn bewijzen van
een verbluffend technisch kunnen. Het
applaus was niet tegen te houden, hoe
wel het enerzijds storend werkte, maar
wij konden onze handen niet stil hou
den
Onmiddellijk daarna werd hem de
gelegenheid gegeven zijn instrument te
stemmen in de gespannen stilte die hij
daarvoor nodig had. Na Bach volgde
de Spaanse school: Albeniz Granados
en Turina; alle mogelijkheden van het
gitaarspel werden ons ten toon ge
spreid en wij luisterden ontroerd en
verbluft naar muziek die ons ver
plaatste in de hemelse heerlijkheid
zelve.
Denkt u niet dat ik overdrijf, we
hebben geluisterd naar een goddelijk
genie een begenadigd kunstenaar
een eenvoudig mens met een eenvou
dige naam: John Williams.
stormachtig applaus van de circa hon-
derdzestig aanwezigen; een verdiend
applaus voor een uitstekende groep.
Jam-sessions 's middags met Nedly
Elstak, piano, Wim Essed, bas, Erik
Kromhout, viool en Ralph de Jongh,
slagwerk; collectieve improvisatie en
composities van Nedly Elstak werden
geïnspireerd gespeeld.
HET LAATSTE concert in het Elec
tric Centre werd al even druk bezocht
als de voorgaande. De beurt was aan
het Nedly Elstak Kwartet, bestaande
uit: Nedly Elstak, trompet en piano,
Wim Essed, bas, Martin van Duynho-
ven slagwerk en Sofie van Lier, voice.
Ook hier twee lange sets, veel stuk
ken in up-tempo, zoals „The Machine",
„The Star", en medium-tempostukken
zoals „Coffeemill", „Love You So".
In „5 Machine Songs" vervulde Mar
tin van Duynhoven geweldig goed de
hem toebedeelde rol, terwijl Wim Es
sed daarin prachtige soli op bas streek.
Elstak is zowel op piano als op trom
pet een kunstenaar van grote klasse,
en zijn composities hebben een onmis
kenbaar eigen karakter en zijn zeer
geladen van sfeer.
In de tweede set werd het kwartet
uitgebreid met Erik Kromhout; viool;
uniek samenspel van viool en bas,
glissandi die aangevuld werden met
staccatospel van de trompet, dit alles
in het laatste stuk, een vrije improvi
satie.
Voor alle bezoekers zijn deze con
certen een onvergetelijke gebeurtenis
geworden.
Met een grote inzet repeteerden de
jongelui verscheidene volksdansen.
Het waren de voorbereidingen voor
het gisteren gehouden „Non-stop
Volksdans Bal" onder leiding van
Frits Meyer.
HAARLEM. Eerst schuchter en
ingetogen, later vol enthousiasme, heb
ben de festivallers aan de workshops
Folksong, Folkdance en Jazz, deelge
nomen die respectievelijk werden ge
houden in het gebouw St. Bavo aan de
Smedestraat, de gymzal van de R.-k.
Schoolvereniging aan de Cruquius-
straat en in Electric Centre aan de Ba-
kenessergracht.
De Jazzworkshop is helaas mislukt. In
wat men zou kunnen noemen ,de pe
gelzaal" van Electric Centre (de wan
den zijn zwart en het plafond geeft de
indruk van een ijsdruipsteengrot) wa
ren te weinig jongelui die zelf een in
strument bespeelden. Toeschouwers
waren er wel. De jongelui luister
den naar experimentele jazz uitgevoerd
door Joop Cavé en een ander lid van
zijn Quintet en door de schaarse doe
het zeivers. Daarnaast traden Eksep-
tion, het Carl Schulze Trio en natuur
lijk het reeds vermelde Joop Cavé
Quintet op.
Het meeste succes was weggelegd
voor de workshop Folksong onder lei
ding van Wiebe Plantinga, Jan Waas
en Ben Davis. De jongelui lieten zich
vaak op de temperamentvolle muziek
meeslepen. Zaterdagmiddag kon men
een vreemd contrast waarnemen. Ter
wijl men luisterde naar de warme
Zuidamerikaanse klanken van Los
Amigos del Parana, zag men door de
ramen de sneeuw naar beneden dwar
relen. Onverwacht werd folkzanger
Tony oos uitgenodigd een liedje te zin
gen. Hij was als omroeper aanwezig
voor Radio Parade. Tot slot traden
enige festivalgangers voor het voetlicht
om hun kunnen te tonen.
Bij de workshop folkdance heerste
saterdagmorgen verwarring toen de lei
der ervan, Dan Heiman uit Amsterdam
zonder opgaaf van redenen wegbleef.
Zonder muziek is men toen onder
leiding van Loes Fikkerman van Folk
Club '65 Israëlische volksdansen gaan
instuderen als voorbereiding op het
non-stop volksdansbal dat gisteren is
gehouden.