DE BERGEN
HUISVUIL
WORDEN
ELK JAAR
GROTER
■Mi
¥E@UW
llllii
Engeland stapt
over op de
internationale
mode-trend
Diëetrecepten
met kip
1970
JANUARI
ZATERDAG
I i ll
■Pfi
mmÊÈ
Jin SëÉI
(Van onze moderedactrice)
OMDAT HEEL ENGELAND zo
langzamerhand wel is uitgekeken
op de winkeltjes in de Londense
Carnaby Street en zelfs de boe
tieks in het artistieke Chelsea niet
meer zulke goede zaken doen, heb
ben de tien invloedrijkste Londen
se fabrikanten van exclusieve con
fectie onlangs besloten om geen
Britse maar internationale mode
te gaan maken. Een stoutmoedige
beslissing, die in feite op een fusie
van de Engelse met de Franse
mode neerkomt. Iets wat toch
eigenlijk niemand na het wereld
succes van de fameuze Britse
mini-rokjes had verwacht.
Gaston Gourmet
vNN\ Vl ^XV'-V*
W Sn *-
HOEVEEL KILOGRAM HUISVUIL gooit u per
week weg? Een vraag waarop geen enkele huisvrouw
een zinnig antwoord kan geven. Een ding is zeker: het
is veel, het wordt steeds meer en het vuilnisvat is vaak
te klein om alle rommel te kunnen bevatten die een
gezin in drie a vier dagen produceert. De enorme berg
afval die we gezamenlijk in Nederland de deur uit
werken groeit voortdurend. Dit zijn de cijfers van een
grote gemeente in de randstad: in 1954 werd per be
woner en per jaar 230 kg huisvuil weggegooid, in 1960
was de hoeveelheid tot 300 kg en in 1965 tot 400 kg per
inwoner per jaar gegroeid. Verwacht wordt dat elke
Nederlander binnen enkele jaren wel zo'n 500 tot
600 kg afval per jaar kwijt zal willen.
EEN FORS probleem, vooral voor
de mens die in hoogbouw woont maar
niet minder voor de gemeentelijke rei
nigingsdiensten die de rommel moeten
wegwerken. In de grote steden zijn
deze diensten tijdens de laatste jaren
overgegaan tot het aanstellen van rei-
nigingskontroleurs. ook wel reinigings-
inspekteurs genoemd. Hun werk be
staat voor 90 percent uit het geven van
voorlichting aan huisvrouwen.
Het ideale systeem voor vuilnisaf-
voer uit hoogbouwwoningen bestaat in
Nederland (nog) niet, zeggen reini
gingsdeskundigen. Dat hangt onder
meer samen met de omstandigheid
dat iedere stad of streek in dit landje
er eigen „huisvuilgewoonten" op na
houdt die onderling nogal kunnen ver
schillen. Generaliserend spreken over
„het beste systeem" is vrijwel niet
mogelijk. Wat in de ene gemeente tot
volle tevredenheid werkt wordt elders
verguisd.
Het meest efficiënt lijkt op het
ogenblik de methode waarbij de bewo
ners zelf hun (goed en uniform ver
pakte) huisvuil naar een speciale op
slagruimte in het gebouw brengen,
waar het door de reinigingsdienst
wordt weggehaald. Naast zo'n specia
le opslagruimte zou in flatgebouwen
dan bovendien een afsluitbare ruimte
voor het zogenaamde „grof vuil"
moeten worden gebouwd.
OP „VUILNISBAKKENDAG" in de
nieuwbouwwijken van een grote Ne
derlandse stad kan men de aard van
de bewoners een beetje leren kennen
via de manier waarop ze hun huisvuil
aan de ophaaldienst presenteren. In
keurig gevulde emmers en plastic zak
ken, maar ook in uitpuilende vuilnis
vaten, slordige kartonnen dozen en ge
scheurde papieren verpakkingen.
De heer S. J. van Veen, reinigings-
kontroleur van een grote gemeente in
het centrum van ons land, weet tijdens
een autorit door zijn stad meteen de
straten en woonblokken aan te wijzen
waar hij resultaten van zijn werk ziet.
Zijn oordeel over de manier waarop
een en ander staat uitgestald varieert
van „keurig werk" tot „kijk, dat lijkt
helemaal nergens naar". De bewoners
op wie deze berisping van toepassing
is kunnen erop rekenen dat de reini-
gingskontroleur binnenkort aan hun
deur verschijnt.
Niet om een donderpreek te houden.
„Verre van dat. Ons werk bestaat voor
90 percent uit voorlichting", zegt de
heer Van Veen Hij is tijdens werktijd
in uniform gekleed en hij houdt er re
kening mee dat Nederlanders alleen
al bij het zien van een uniform vaak
een beetje dwars worden. „Je moet de
zaken gemoedelijk aanpakken", vindt
hij. „Niet meteen gaan dreigen met de
bevoegdheid tot verbaliseren die een
reinigingscontroleur heeft".
OVER DE VUILNISAF V OER uit
uuinnnnnnnnnniwwrr"—
juifumniMinnrWMinnnnnnnn"—
DE FRANSE invloed strekt zich
zelfs al tot Bondstreet uit waar Yves
Saint-Laurent de boutiek van Mary
Quant overnam. Mary, die in maart
haar eerste baby verwacht wil het wat
kalmer aandoen en sloot daarom al
haar boetieks. Ze zal in het vervolg
alleen nog maar voor de confectie-in-
dustrie ontwerpen.
BIJ DE eerbiedwaardige koninklijke
kruidenier, waar in jacquet geklede he
ren behalve jam ook uitzonderlijk sjie-
ke dameskleding verkopen, moesten de
traditionele tweed mantelpakjes van
hofkleermaker Hardy Amies plaats ma
ken voor overhemdjurkjes van de suk-
sesvolle Parijse couturier Emanuel
Ungaro en voor fleurige mantelpakjes
van zijn collega Louis Féraud. De
creaties die beide in Engeland wer
den geconfectioneerd komen op onge
veer tweehonderd gulden.
In het deftige warenhuis Harrods
waar zelfs koningin Elizabeth af en
toe komt winkelen, worden bijna even
veel doorkijkblouses van Courrèges als
degelijke wollen Shetland truitjes ver
kocht. Mantels met bloembladkragen
waarvoor Sophia Loren en koningin
Fabiola bij Pierre Cardin in Parijs
ruim drieduizend gulden betaalden,
zijn in een eenvoudiger uitvoering
maar toch gesierd door het fameuze
Cardin-etiket voor ongeveer driehon
derdvijftig gulden bij het warenhuis
„Miss Selfridges" te koop.
BIJ SELFRIDGES IN Oxfordstreet
waar men wanneer men dat wil, zelfs
door een Franse verkoopster uit de
Parijse Pierre Cardin boutiek kan wor
den geholpen, is er ook nog keus uit
originele Patou, Laroche, Givenchy en
Paco Rabanne creaties, die in prijs
van ongeveer tweehonderd tot vijfhon
derd gulden variëren.
Omdat de door de Parijse couturiers
ontworpen jurken, pakjes, mantels en
avondjurken in Engeland voor alle ge-
menebestlanden worden geconfectio
neerd kan men zonder dat de model
len per warenhuis een massa-artikel
worden, de prijzen toch bijzonder laag
houden. En de prijzen zouden volgens
Britse modedeskundigen nog verder
kunnen dalen, wanneer Engeland zou
toetreden tot de Euromarkt. Door het
maken van betaalbare zeer exclusieve
coutureconfectie zijn de Britse fabri
kanten hun tijd ver vooruit, want vrij
wel alle toekomstvoorspellers zijn het
er in de internationale modewereld
over eens dat haute-couture binnen af
zienbare tijd geen privilege voor de
„happy few" meer zal zijn.
MAAR DOOR DIT wel zeer vooruit
strevende initiatief zijn de Londense
boutiek-ontwerpers, die er niet in
slaagden aan de internationale mode
lijn aan te passen of die niet met zeer
vooruitstrevende modellen voor de dag
wisten te komen, van de ene dag op
de andere brodeloos geworden.
Simon Massey heeft zich wel aange
past en lanceerde een hele reeks jurk
jes in een jugendstil-print. Zijn colle
ga Marlborough voelde meer voor
stretch hansoppen. Harbro zorgde
voor een hele garderobe in mistige
tinten voor de sophisticated vrouw.
Terwijl Hildebrand pakjes en mantels
met zoveel fantasie en met zoveel zorg
afwerkte, dat zelfs voor insiders het
verschil tussen confectie en haute-cou
ture moeilijk was te zien.
DE BRITSE mini- en maxi-jurken,
de mantelpakjes met bijzonder korte
rokken, maar ook de zwierige voile
avondcapes zullen van zo'n zestig tot
driehonderd gulden wanneer het En
gelse creaties betreft en zo'n drie tot
Bij de foto's (links): Engelse mode
met Franse stijl. Hierboven: Mary
Quant blijft ook voor 1970 trouw
aan haar zwarte, wat sensuele,
mode.
zeshonderd gulden wanneer het gaat
om in Engeland geconfectioneerde Pa
rijse haute-couture modellen het vol
gend voorjaar ook in Nederland te koop
zijn. Evenals de jurken en pakjes van
de 35-jarige Mary Quant.
MARY IS NOG de enige Engelse
ontwerpster, die niet van de fameuze
Chelsea look, die haar al twaalf jaar
geleden bekend maakte, is afgestapt.
Ze is de enige die onvoorwaardelijk
trouw blijft aan de minirokken en ze
is ook de enige die dezelfde materialen
een jersey-jacquard blijft gebruiken,
terwijl wollen gabardine, popeline en
zijde bij haar collega's veel populair
dere materialen geworden zijn. Mary
Quant maakt er zich niet druk over,
ze ontwerpt trouwens ook niet voor
mevrouwen, maai sinds ze haar car
rière vijftien jaar geleden op een zol
derkamertje begon, nog steeds voor
schoolmeisjes en piepjonge verpleeg
stertjes en typistes, die nog niet zo
veel geld hebben om aan hun kleren
uit te geven en er toch leuk uit willen
zien.
onze hedendaagse hoogbouw valt nog
al eens een onvriendelijk woord. De
vuilnisafvoer is een van de meest be
kritiseerde aspecten van de moderne
omhoogstrevende woningbouw en voor
al het stortkokersysteem komt er bij
bewoners en reinigingsdienst vaak
slecht af: het is lawaaiig, de contai
ners zijn vaak te klein van inhoud, de
ruimte waarin ze staan is vaak te be
nepen en de deuren kieren soms zo
royaal dat ongedierte er moeiteloos in-
en uitloopt. Allemaal waar, maar rei
nigingscontroleur Van Veen vindt wel
dat de hoogbouwbewoners zich ook
eens moeten bezinnen op hun eigen
aandeel in de vuilnismisère.
Na ruim twee jaar werken in zijn
nog jonge beroep is zijn ervaring dat
mensen die in de anonimiteit van een
groot flatgebouw gaan wonen, onmid
dellijk slordiger met het huishoudelijk
afval gaan omspringen. „Iemand die
op een flat woont is zorgelozer met
huisvuil dan de man die in een huis in
een net straatje woont", is zijn me
ning. Het bezorgt hem extra veel tijd
verlies, want zoek in een woontoren
maar eens uit wie die rommel op het
trottoir heeft neergezet.
WAT ZIJN DE ondeugden op vuil-
nisgebied van hoogbouwbewoners?
„Dat er op het laatste nippertje aller
lei rommel bij de containers wordt
neergezet", zegt controleur Van Veen,
„Flessen, stoelen, soms heel grote
stukken, 't Gebeurt altijd in de avond
uren en de dader ligt op het kerkhof.
Verder vind je in de containers al
lerlei zaken die er niet in thuis horen.
Men neemt bijvoorbeeld de moeite en
tijd niet om de kartonnen dozen in
kleine stukjes te scheuren. Toegege
ven, de containers zijn te klein, maar
als iedereen de spullen nu maar goed
fijn maakte zouden we heel wat min
der last hebben".
De reinigingscontroleur blijft lank
moedig. Hij gaat niet meteen met grof
geschut werken, maar begint met het
uitreiken van stencils waaruit de be
woners kunnen leren hoe het wel en
niet moet met de verpakking en afvoer
van vuilni ,,.o'n Zstenciliseginejlkis
van vuilnis. „Zo'n stencil is eigenlijk
meer dan een dringend verzoek om
medewerking", zegt de heer Van Veen,
,.In flats waar nog met emmers wordt
gewerkt is het gemakkelijker. De em
mers zijn genummerd en je kunt dan
al gauw zien wie zo'n stenciltje moe
ten hebben omdat bepaalde emmers
steeds te vol worden gestampt".
ALS DE CONTROLEUR ergens re
gelmatig „ernstige verontreiniging"
ziet gaat hij ook aanbellen en een
praatje maken. „Dan ontdek je dat
het lang niet altijd onwil is, zeker bij
jonge mensen niet. Ze weten vaak niet
beter. Lezen gewoon over de bekend
making heen. Maar de mensen zijn
echt wel voor rede vatbaar en ik krijg
veel medewerking".
Uitzonderingen zijn er natuurlijk
wel en dan komt er, na een keer of
vier vijf vergeefs waarschuwen, uit
eindelijk een proces-verbaal van. „Dat
doe ik liever niet, hoor", zegt contro
leur Van Veen, „Ik zie veel liever dat
de mensen mijn adviezen opvolgen. Ze
moeten langzamerhand vertrouwd ra
ken met het instituut van de reini
gingscontrole. De medewerking van de
huismeesters in de hoogbouwwonin
gen is ook belangrijk, die moeten
streng optreden als dat nodig is.
We zullen ook consequente eisen aan
de verpakking van huisvuil moeten
stellen. Voorlichting aan huisvrouwen
door middel van dia's blijkt ook heel
goed te werken. Ik durf op dit ogen
blik wel te zeggen dat die reinigings
controle effect heeft en dat ik in
mijn rayon geen echte vervuiling
meer zie".
IK HEB EENS een hoofdredac
teur gekend, die mij opdracht gaf
een rubriek ter lengte van twee
kolom te vullen met uitsluitend kip-
recepten. Hij bekende mij daar een
dolle liefhebber van te zijn. Nu pas
realiseer ik mij dat hij dan moet
behoren tot de 28 percent van de
Nederlandse bevolking waar zon
dags kip op tafel komt. Vaste da
gen waarop dit gevogelte graag op
gediend wordt zijn verder kerstmis
ende verjaardagen. Het eten van
kip heeft voor 37 percent van de
1100 ondervraagde huisvrouwen in
70 Nederlandse gemeenten iets ex
tra feestelijks, zoals onlangs is ge
bleken uit een onderzoek van het
Produktschap voor Pluimvee en
Eieren.
Kip blijkt het meest (37 percent)
te worden gekocht in de super
markt. De poelier blijft op de twee
de plaats met een marktaandeel
van 25 percent. Bijna dertig percent
van de huisvrouw zou graag een te
voren in vieren gedeelde kip willen
kopen. Tenslotte blijkt, dat 35 per
cent van de huisvrouwen niet aan
experimenten in de keuken toekomt
uit angst voor mislukkingen, of
door gebrek aan waardering van de
huisgenoten.
DAT IS EEN argument dat mij
heel onaangenaam in de oren klinkt.
Maar ze zijn er die onheuse, en
onhoffelijke huisgenoten, die nim
mer een waarderend woord voor de
prestaties van de huisvrouw in de
keuken over de lippen krijgen. Kijkt
u maar eens om u heen. U kunt
ze tot bij de Chinees aantreffen,
waar ze loempia's bestellen „om te
beginnen", die ze opensnijden en
uitspreiden zoals ze de stamppot
over het bord verdelen om hem te
laten afkoelen. Dan gaat de linker
arm beschermend om het bord
en wordt de Chinese gevulde panne-
koek tevreden-knorrend naar bin
nen „geschoffeld".
Voor die groep eters zijn de on
derstaande recepten niet bestemd.
Meer nog: het zijn dieetrecepten,
voor zoutarme en vetarme patiën
ten. De recepten zijn vervaardigd
door mevrouw D. Defesch, in sa
menwerking met een diëtiste en de
Nederlandse Bond van Poeliers en
Wildhandelaren.
DEZE DIEETRECEPTEN MA
KEN deel uit van een serie van ruim
veertig bereidingsvoorschriften, die
zijn samengebracht in een boekje
met kalender voor het jaar 1970,
welke bij de poelier bij aankoop
van vers wild en gevogelte voor
de Nederlandse huisvrouw beschik
baar is.
Ik citeer hier wat dieetrecepten
voor 1 persoon.
Kip met mandarijntjes (zoutarm):
Kruid een halve kip met paprika
poeder, die u met wat bloem hebt
vermengd in een plastic zak hebt
gedaan. Stop de halve kip erin en
schud flink. Bak de kip in boter
bruin en gaar in een koekepan met
deksel.
Kippeborst in gelei (vetarm): 1
kippeborst, 2 dl. water, zout, stuk
je wortel, takje peterselie, reepje
selderij knol, 3 blaadjes gelatine,
wit van 1 hardgekookt ei, 1 tomaat.
De kippeborst gaar koken in het
water met zout, wortel, peterselie
en selderijknol, in ongeveer een
kwartier. Leg de kippeborst dan
in een klein schaaltje, zeef de bouil
lon, neem hiervan 1% dl. af en los
er de gelatine in op. Voeg naar
smaak citroensap of azijn toe en
giet dit mengsel over de kip in
het schaaltje. Laat de gelei opstij
ven en garneer met fijngehakt eiwit
en de ontvelde en ontpitte tomaat
in kleine stukjes gesneden.
Kip met kersen (zoutarm): Be
strooi de kippebout alleen met pe
per en bereid ze, eventueel na pa
neren, in de frituurpan, of gewoon
in de koekepan met deksel. Het
vocht uit het blikje kersen binden
met wat maizena. De kippebout met
kersen opdienen. Met patates of
pommes frites (zonder zout).
Kippeborst in saus (vetarm): 1
kippeborst, 2 dl. water, zout, peper
peterselie, stukje wortel, reepje sel
derij knol, 1 eetlepel maizena, ci
troensap, 1 tomaat.
Kook de kippeborst gaar in watel
met zout, peterselie, wortel, selde
rij knol in ongeveer een kwartier.
Kip uit bouillon nemen, zeven, bin
den met aangemaakte maizena en
de saus afmaken met wat citroen
sap Roer er voorzichtig de ontvel
de, en ontpitte tomaat door heen.
Garneer met peterselie. In plaats
van stukjes tomaat kunt u ook twee
theelepels tomatenpuree nemen,
waardoor nog meer het karakter
van een tomatensaus ontstaat.