Een strijdbare blauwkous contra een „verlicht59 despoot
Enkhmzer Almanak nog
altijd een „topper"
m
Mad. De Staël
en Napoleon I:
twee strijders
die aan elkaar
gewaagd waren
375ste jaargang omvat
208.000 exemplaren
ALMANAK
JANUARI
1970
zaterdag
Anna louise germaine
NECKER, na haar huwe
lijk baronesse De Staël
Holstein, was zonder twijfel één
der boeiendste figuren onder het
Franse consulaat en het keizer
rijk. Zij was koningin van de
litteraire salon uit die dagen en
haar invloed deed zich niet
slechts in het letterkundige, doch
evenzeer in het politieke leven
gelden. Aan haar vrouwenhart
paarde zij het intellect van een
man. Lord Byron vond dat zij
eigenlijk een man had moeten
zijn. De Engelse geschiedschrijver
Macaulay vond haar de grootste
vrouw van haar tijd! Als zeer
strijdbare „blauwkous" behoorde
zij tot de drie grote intellectuelen
die Bonaparte, later Napoleon I,
het nodige te piekeren hebben ge
geven. De andere twee waren
Chateaubriand en Benjamin Con
stant, die evenals hun beroem
de zuster in de kunst nu eens
in vrede leefden met de Corsi-
caanse dwingeland, meestal even
wel in de oppositie waren.
-
Sim Teunisse
3
Nova Zembla
ENKHUIZER
MADAME DE STAEL heeft veel
te verduren gehad; vaak door eigen
schuld; door haar eigenzinnigheid
werd zij slachtoffer van het despo
tisme, waartegen Engeland en Euro
pa zich moesten verenigen om het
ten val te brengen.
Van haar lotgevallen heeft zij ver
teld in haar werk „Tien Jaren Bal
lingschap" en in het geknechte Euro
pa van die dagen heeft zij in het
belang van de nobelste idealen der
mensheid haar stem verheven.
Voor Napoleon, die haar later zou
verbannen, heeft zij aanvankelijk
grote verering gekoesterd. Zij ont
moette hem voor het eerst in decem
ber 1797, ten huize van De Talley
rand. Zij was toen 31, de generaal 28.
Zoals geheel Frankrijk, zag ook
Madame de Staël in de held van
Rivoli en Arcole de man die het land
uit de nood kon redden.
Wat haar vooral voor hem innam,
was zijn belangstelling voor wijsbe
geerte en letteren. Hij was lid van
het „Institut" geworden en men
noemde hem „een wijsgeer aan het
hoofd der strijdkrachten".
In Napoleon geloofde Madame de
Staël de man te hebben gevonden
die de Revolutie kon beëindigen en
de voorvechter van vrijheid en men
selijkheid zou worden.
AFGEZIEN VAN haar kleine in
triges, haar persoonlijke eerzucht,
waren dit de idealen die haar hele
politieke denken en handelen be
heersten. De grote denkbeelden van
haar leermeesters Rousseau en Mon
tesquieu, kortom, die van het „Tijd
perk der Verlichting", wilde zij ver
werkelijkt zien.
BEZIELD door deze idealen, zou
zij tot één der meest strijdbare te
genstanders van Napoleon uitgroeien,
temeer daar de roem van haar in
die dagen nog zo populaire vader op
haar afstraalde, hetgeen haar verlan
gen had gewekt in de politiek een
rol te spelen.
Voor deze rol was zij reeds voor
bereid in de salon van haar moeder,
waar regelmatig de grote geesten der
dan ook zoals later de dochter
sterk onder Engelse invloeden.
Door Lodewijk XVI beurtelings
ontboden om het land uit de finan
ciële nood te redden en dan weer
afgedankt, was Necker van mening
dat een evenwichtig beheer der
staatsfinanciën slechts mogelijk was
in een land met een gevestigde en
geëerbiedigde grondwet.
Germaine Necker trouwde niet uit
liefde. Zij was geen vrouw zoals Na
poleon ze graag zag: een vrouw die
vóór alles vrouw was. Zij huwde om
Dank zij zijn vrouw werd de di
plomatieke salon van de Zweedse ge
zant in de Rue du Bac de meest be
zochte en beroemdste van Parijs.
ONDANKS de samenwerking met
haar man op politiek gebied, was
haar huwelijk niet harmonisch. Na
enkele jaren traden de tegenstellin
gen in beider karakters steeds dui
delijker aan het licht en werden tij
delijke scheidingen noodzakelijk.
Naar het woord van graaf Ségur,
die na een lange afwezigheid de sa-
nen als De Talleyrand, de graaf De
Ségur en Narbonne hebben haar het
hof gemaakt. Vooral de laatstge
noemde heeft zij zeer liefgehad.
Steeds meer vervreemd van haar
man, niet langer beschut door de
gunst en de populariteit waarin haar
vader zich verheugde, zocht zij naar
middelen om Narbonne groot te ma
ken, om zich te koesteren in zijn
roem, zoals eens in die van haar
vader. Van Narbonne droomde zij.
als redder der monarchie, held der
Revolutie!
Vv
V
y -.;
A'S#
>V.'| 'fe; ;t-. -
Franse Academie verschenen en
waar de ideeën van de grote finan
cier Necker een klankbodem vonden.
Toen haar moeder oud en ziekelijk
werd, nam de dochter die, nog geen
20 jaar oud, de Zweedse gezant te
Parijs, baron Von Staël Holstein ge
huwd had, allengs haar plaats in en
werd zij door haar geest en ontwik
keling het middelpunt van de salon
aan de Rue Bergère, waar de familie
Necker woonde, afgezien van een
verblijf van enkele jaren te Coppet,
aan het Meer van Genève, Daar, in
de Rue Bergère, leerde zij de grote
mannen van haar tijd, onder anderen
De Talleyrand en Narbonne kennen.
Zij stond toen nog sterk onder in
vloed van de ideeën van haar vader,
die geboren in het vrijheidlieven
de Zwitserland sterk afweken van
die der tot dan toe in Frankrijk
heersende klasse. De absolute staats
vorm was hem vreemd en hij stond
zich door de positie van haar man
meer bewegingsvrijheid en invloed
te verschaffen.
BARON DE STAEL had het oog
op Neckers dochter laten vallen, om
dat hij verwachtte dat de beroemde
financier zijn berooide financiën kon
saneren. Misschien had hij nimmer
Neckers tegenstand overwonnen, als
hij geen voorspraak had gekregen
van Marie Antoinette en van een
vriendin van Gustaaf III, Madame
De Boufflers.
In de telegrammen van de Zweed
se gezant Von Staël aan zijn koning
is de invloed van de „salon" van
zijn vrouw duidelijk merkbaar. In
de bewogen dagen van 1789 geeft hij
geen verslag van de redevoeringen,
evenmin noemt hij Mirabeau. doch
meldt hij van een zitting de afwe
zigheid van zijn schoonvader, diens
ontslag en terugroeping.
Ions van Parijs „zeer in hun nadeel
veranderd" vond (de politieke harts
tochten hadden ze in strijdtonelen
veranderd), gold de salon van Ma
dame De Staël nog steeds als de
schitterendste. Weinig redenaars
overtroffen haar in verve en wel
sprekendheid, Zij was verbazingwek
kend, sprak meeslepend en met
kracht van overtuiging.
De oorsprongen der constitutionele
partij moeten dan ook gezocht wor
den in het kabinet van Necker en
de salon van zijn dochter, die haar
volgens de dichter Lamartine „de
betovering van haar jeugd, van haar
genie en hartstocht schonk". In deze
salon ontmoetten elkaar de meest
invloedrijke mannen van haar tijd.
HEEFT MADAME de Staël de
Eerste Consul, Bonaparte, nimmer
zijn koelheid later verstard tot
onverzoenlijkheid vergeven, man-
VELEN HEBBEN in Madame De
Staël een tweeslachtigheid gezien:
vrouw was zij wat zinnelijke harts
tochtelijkheid betrof; man in de ener
gie en de omzichtigheid waarmee zij
haar doel te bereiken zocht.
Van zichzelf heeft zij gezegd dat
haar politieke denkbeelden niet an
ders waren dan eigennamen: met
Narbonne streed zij voor de monar
chie, met Benjamin Constant voor de
republiek. Het lukte haar inderdaad,
Narbonne tot minister van Oorlog
benoemd te zien, zoals ze er later in
zou slagen, Benjamin Constant, „de
Weerhaan", een plaats in de Assem-
blée te verzekeren!
Narbonne was een beminnelijke,
geestige grand seigneur, die een eer
volle militaire carrière achter zich
had. Hij was echter geen politicus en
aldus weinig meer dan een willig
werktuig van de vrouw die hem
aanspoorde. Madame De Staël kon
niet werkloos toezien. Weldra deelde
zij Narbonne een nieuwe rol toe:
begerig, hem de held van de dag te
maken, moest nij een belangrijk aan
deel hebben in het plan om Lode
wijk XVI, Marie Antoinette en hun
kinderen buiten het land te brengen
Wij weten dat dit plan mislukte,
doch het feit blijft dat menig aristo
craat zijn leven aan de onvermoeide
zorgen van Madame De Staël te dan
ken heeft gehad.
Zelfs voor haar politieke vijanden
heeft zij zich in geval van nood
onbaatzuchtig ingezet. Dank zij haar
kon De Talleyrand uit Amerika naar
zijn land terugkeren. Een andere
zaak is, of men haar er steeds dank
baar voor is gebleven.
NIET MINDER dan door haar deel
neming aan het praktische politieke
leven heeft Madame De Staël door
haar politieke en litteraire geschrif
ten roem verworven.
Haar „Gedachten over de Vrede"
droeg zij in 1795 op aan Pitt en aan
de Fransen. Merkwaardig is dat zij
met ieder nieuw werk de gunst van
Napoleon dacht te winnen, doch zich
juist steeds meer zijn ongunst op
de hals haalde, zodat zij tenslotte uit
Frankrijk werd verbannen, waarna
zij zelfs in Coppet door de agenten
van de keizer werd bespied!
Juist als gevolg van haar verban
ning echter heeft haar invloed zich
over geheel Europa verspreid. Zij
maakte reizen door Duitsland, Enge
land en Rusland en zij werd overal
gevierd als een der grootste vrouwen
van haar tijd.
Elk van haar werken is als een
politieke daad te beschouwen en
vooral met haar boeken „Over de
Litteratuur" en „Over Duitsland"
oefende zij enorme invloed op de
denkbeelden van haar tijd.
Met haar in 1802 verschenen werk
„Delphine" leverde zij een krachtig
pleidooi voor de „rechten van het
hart" tegenover de vooroordelen der
samenleving.
In haar wezen, een mengeling van
melancholie, lyrische geestdrift en
eerzucht, verenigden de idealen der
Romantiek zich met de erfenis der
18e-eeuwse Verlichting.
Zij overleefde twee jaar Napoleons
Waterloo.
(Van een onzer redacteuren)
U KUNT HET GELOVEN OF NIET, maar de „Enk-
huizer Almanak" is in de boekwinkels één van de
„bestsellers". De grote stapels van het mini-boekje, die
men tegen het einde van het jaar in vrijwel elke boek
handel kan aantreffen, zijn, als het nieuwe jaar nauwe
lijks begonnen is, verdwenen. Dat betekent wel iets,
want de „Enkhuizer" had voor 1970 een oplaag van
niet minder dan 208.000 exemplaren. Weinig bekend
is, dat er verscheidene edities zijn, bijvoorbeeld één
voor schippers, vissers en strandpachters, mensen die
belang hebben bij de watergetijden; één voor markt
kooplieden en kermisexploitanten, die in de almanak
de datums van markten en kermissen vinden, en één
voor boeren, die er veel gegevens over landbouw en
veeteelt in aantreffen.
MAAR NIET ALLEEN voor mensen
die een bepaald ambacht of bedrijf
uitoefenen, is de „Enkhuizer" een nut
tig naslagwerkje. Wie een strandwan
deling van Zandvoort naar IJmuiden
wil maken, zal voor de daarvoor geko
zen dag de tijden van eb en vloed wil
len weten. Wie naar de jaarmarkt in
Bolsward zal willen eaan. kan in d»
almanak daarvan de datum vinden en
wie naar de datum van tweede pink
sterdag 1981 zoekt, zal hem in de
„Enkhuizer" aantreffen: 8 juni.
En dan zijn er blijkbaar nog heel
veel goedgelovige lieden die menen dat
de almanak best eens gelijk kan heb
ben met de befaamde weervoorspellin
gen voor het hele jaar. Och, het komt
wel eens een keertje uit, maar dat is
zuiver toeval. De knapste weerkundi
gen kunnen u niet met zekerheid ver
tellen hoe het weer over een week zal
zijn, vooral niet in een klimaat als het
onze. Vertrouw dus bij het vaststellen
van uw vakantie de gegevens uit de
„Enkhuizer" maar niet. De uitgever
gelooft er zelf niet in. Hij zegt: „Dat
we die voorspellingen opnemen, is een
traditie van bijna vier eeuwen, waar
mee we niet willen breken. Het oude
gezegde „almanak leugenzak" is wat
die weerprofetieën betreft geen loze
kreet."
Daar staat tegenover dat de tempe-
ratuurvoorspellingen, welke sinds 1940
in de „Enkhuizer" worden opgenomen,
op statistische waarnemingen over een
periode van ruim zestig jaren berusten.
Ze ziin meestal verbluffend juist.
VAN TRADITIE gesproken, de
„Enkhuizer Almanak" is er zelf een.
Hij beleeft dit jaar zijn 375ste jaar
gang en is sinds 1595 zonder een en
kele onderbreking uitgekomen. Maar
waarschijnlijk is de almanak nog
ouder. In het Rijksmuseum in Amster
dam worden bij de andere overgeble
ven voorwerpen van de overwintering
op Nova Zembla in 1596 door Heems
kerk en Barentz een paar blaadjes van
de „Enkhuizer Almanak" bewaard. Zij
hebben dus het boekje aan boord ge
had en men mag niet veronderstellen
dat zij bij hun pooltocht de eerste edi
tie van een nog niet ingevoerde alma
nak meegenomen zullen hebben. Er
moeten dus vóór 1595 al vele jaargan
gen hebben bestaan, maar daarvan is
in de archieven van vorige uitgevers
niets terug te vinden.
DE EERSTE uitgever is de boekhan
delaar Stichter in Enkhuizen geweest,
aan wie daarvoor om de vijftien jaren
een octrooi werd verleend door Schout
en Schepenen. Het boekje verscheen in
de vorm en het formaat dat het nu
nog steeds heeft. Het had toen een
perkamenten omslag ter bescherming,
waarmee vooral vissers en schippers
gebaat waren.
DAT DE ALMANAK zijn naam
heeft te danken aan het feit dat de
eerste uitgever in Enkhuizen woonde,
is niet waarschijnlijk. Het boekje werd
er trouwens niet gedrukt. Enkhuizen
was echter in de jaren van de eerste
verschijning van de almanak een veel
belangrijker havenstad dan Amster
dam. De zeeschepen vertrokken uit
Enkhuizen naar de Oost, de Oost-Indi
sche Compagnie had er grote pakhui
zen. De belangrijkste watergetij
den waren die van Enkhuizen en uit
gever Stichter zal met het oog op de
zeer belangrijke plaats welke de stad
toen in Holland innam, voor zijn va
demecum de naam „Enkhuizer Alma
nak" gekozen hebben.
DE „ENKHUIZER" kwam in het
jaar 1800 in het bezit van Van Staden
door diens huwelijk met een mejuf
frouw Stichter, die de uitgaverechten
van de almanak had geërfd .Sedert
dien is de naam Stichter als uitgever
verdwenen, maar hij wordt nog steeds
op de titelpagina vermeld. Stichter
heeft de almanak van 1595 tot 1893 in
Amsterdam gedrukt en uitgegeven.
Van 1894 tot 1948 werd het boekje ge
drukt en uitgegeven in Haarlem, daar
na van 1949 tot 1960 weer in Amster
dam en sindsdien bij de NV Gebroe
ders Van Staden in Apeldoorn.
De nnoads rermurde Ens C Stichter'»
voor het jaar 1970
Aanwijzende de voornaamste Jaarmarkten, Kermissen,
Paarden-, Vee- en andere markten in het Koninkrijk der
Nederlanden. Benevens de Watergetijden, Verduisteringen,
de Op- en Ondergang van Zon, Maan enz. volgens M.E.T. Dn
sterrenkundige berekeningen zijn opgemaakt door A. A.
Schoenmaker, verbonden aan 's Rijks Sterrenwacht te
Leiden.
375ste jaargang
Te Apeldoorn by GEBRS. VAN STADEN N.V.
Amersfoortseweg 25
Nadrukken, ook van gedeelten van de inhoud, it
verboden.
Titelpagina van het jaarboekje
1970. Aan tekst en vormgeving
is eeuwenlang nauwelijks iets
veranderd.
VAN POLITIEK heeft de almanak
zich in al die eeuwen weinig aange
trokken. Hij bleef verschijnen ondanks
drukpers verboden in de Franse tijd.
En in de eerste jaren van de Duitse
bezetting ontbraken de verjaardagen
van de leden van het Koninklijk Huis
niet, evenmin als de tijden van eb en
vloed aan de Nederlandse kust, welke
volgens de Duitsers strikt geheim
moesten blijven met het oog op een
mogelijke invasie van zee uit
„DE „ENKHUIZER" heeft vroeger
ook bijgedragen aan „de verheffing
van het volk" In de vorige eeuw wer
den in samenwerking met de Maat
schappij tot Nut van het Algemeen
„leerrijke verhandelingen, zang- en
dichtstukjes" opgenomen. Nicolaas
Beets en dr. Jan Pieter Heije waren
daarvan omstreeks 1845 de vaste le
veranciers. „Het Nut" had reeds in
1800 met de uitgever de contractuele
verplichting aangegaan het zogenoem
de „mengelwerk" verhandelingen,
anekdoten en gedichtjes, belangeloos
ter beschikking te stellen. Ook daar
door kreeg de almanak een grote po
pulariteit. Hij werd toen reeds door
tienduizenden in het hele land gelezen
vanwege de „vele leerzame en verma
kelijke stukjes". In 1844 had de „Enk
huizer" zelfs de primeur van een lied
van dr. J. P. Heije, dat nu iedereen
nog kent: het „triomfantelijk lied van
Piet Hein, die heit gewonnen de Zil
veren Vloot".
De .Enkhuizer Almanak" heeft al
zijn concurrenten uit vroeger eeuwen,
zoals de „Utrechtsche", de „Zutphen-
sche, de „Opregte Jouster" en de „Op-
regte Sneeker", die meestal door
schoolmeesters en kloosterbroeders
werden samengesteld, overleefd. De
samenstelling van de lezerskring is in
de loop van 375 jaren maar weinig ver
anderd. De almanak is bij schippers,
vissers, marktkooplui en kermisreizi
gers nog steeds een veel geraadpleegd
naslagwerk. Maar ook vele anderen
kopen de „Enkhuizer". misschien om
de voedingsmiddelentabel, de postta-
rieven, het overzicht van de groei van
het Nederlandse wagenpark of de ad
viezen voor eerste hulp bij ongeluk
ken of de tijden van op- en ondergang
van zon en maan. Een oplaag van
208.000 exemplaren spreekt in dit op
zicht boekdelen.