ONDERGRAVING VAN CENSUUR Prof. K .van het Reve richtte Alexander Herzenstichting op RUSSISCHE ONDERGRONDSE LITTERATUUR WORDT NU IN ZES TALEN UITGEGEVEN Marnix Gijseti: DE VAL VAN ZIJNE EXCELLENTIE MINISTER PLAS F. ten harmsen van der BEEK: Neerbraak TONEEL- notities ZATERDAG FEBRUARI 1970 (Van een onzer redacteuren) MET GROTE REGELMAAT verschijnen in de westelijke wereld de laatste tijd boeken, die in de Sovjet-Unie niet worden uitgegeven, omdat de censuur ze niet laat passeren. En niet alleen ver schijnen die boeken in het Engels, Frans, Duits en Nederlands, maar een deel wordt ook uitgegeven in het Russisch. In vele gevallen is dat het werk van de Alexander Herzen Stichting in Amsterdam en de man die deze stichting in nauwelijks meer dan een jaar een internationale faam heeft bezorgd is prof. dr. K. van het Reve, hoogleraar in de Slavische letterkunde aan de universiteit van Leiden. Door zijn contacten met Russische schrijvers, gelegd in de jaren 1967-1968, toen hij correspondent was van Het Parool in Moskou, is hij in het bezit gekomen van een aantal manuscripten be horend tot de zogenaamde „Samizdat", „de „doe-het- zelf '-litteratuur, die in Russische intellectuele kringen circuleert. En ook nu, terug in Nederland, blijven de manuscripten naar hem toekomen. Niet verboden H er zenstichting Simpele methoden Meer speelruimte Prof. dr. Karei van het Reve A nti-climax Nederlandse litteratuur Te oubollig Tederheid Musische toon IN EEN LEZING, onlangs in Utrecht, en in een aansluitend ge sprek, heeft hij over deze ondergrond se lectuur iets meer verteld. De Rus sische ondergrondse literatuur is niet te vergelijken met de Nederlandse verzetsliteratuur uit de bezettings tijd, omdat de manuscripten niet wor den gedrukt of gestencild, maar over getypt of gefotografeerd. Voor deze boeken bestaan lange wachtlijsten en soms mag een lezer een dergelijk werk maar 24 uur houden. HET MERKWAARDIGE van de Russische wetgeving is, dat het ver menigvuldigen van een manuscript dat niet is uitgegeven, niet is verboden, evenmin als het publiceren ervan in het buitenland. Voor de Russische po litie is het dus bijzonder moeilijk de mensen die aan de verspreiding van „Samizdat" deelnemen, te vervolgen. Meestal gebeurt dat dan ook op een andere overtreding. Daategenover staat, dat de officië le uitgeverij in de Sovjet-Unie onder bijzonder stevige controle staat: niets wordt gepubliceerd dat niet tweemaal door de handen van de censuur is ge gaan. De direkteur van een drukkerij die iets drukt waarvoor de censor geen toestemming heeft gegeven, krijgt acht jaar gevangenisstraf. De cen sor op zijn beurt wordt geleid door een lijst van zaken „die niet openbaar gemaakt mogen worden", in de wande ling „de talmoed" genoemd. Een van de onderwerpen op die lijst is: de cen- DE ALEXANDER Herzenstichting, door Van het Reve opgericht samen met de Amsterdamse hoogleraar in de Slavische talen Bezemer en met de Londense docent Peter Reddaway, stelt zich ten doel boeken, die voldoen aan zekere minimale literaire kwali teiten of werken van enige publieke betekenis die in de Sovjet-Unie niet kunnen worden gepubliceerd, in de openbaarheid te brengen. Vaak is dat ook de effectiefste manier om het boek in de Sovjet-Unie zelf bekend te ma ken: Amerikaanse, Duitse, Engelse of Zweedse radio-uitzendingen in het Russisch brengen het weer het land binnen. Van het Reve heeft al tijdens zijn Moskouse jaren meer dan eens kans gezien documenten buiten Rusland be kend te maken. „Het is", zegt hij, „altijd leuk om te wachten hoe lang het duurt voor een bepaald document weer via de radio bij je terugkomt. Het is wel gebeurd, dat het binnen 48 uur al zover was". OVER DE MANIER waarop deze manuscripten de Sovjet-Unie uitkomen blijft Van het Reve uiteraard wat vaag. „Maar het gaat niet met microfilms °f koffers met dubbele bodems", zegt hij. „De simpelste methoden zijn vaak de beste, omdat de Russische brief censuur nu eenmaal onmogelijk alle uitgaande reizigers grondig genoeg kan controleren". Wel is het moeilijk als buitenlander onbevangen contact te hebben met Russen. „Het was ons als buitenlandse journalisten verboden anders met Rus sen contact te hebben dan via het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik heb me daar nooits iets van aangetrokken. Maar uiteraard moest je bij die contacten bepaalde minima le regels van voorzichtigheid in acht nemen". Van het Reve's activiteiten hebben hem op 15 januari jongstleden een aan val bezorgd in de Prawda, het orgaan v.an Russische communistische par tij. Het blad noemt daarin de Alexan der Herzenstichting een „gifpil", zon der dat het vertelt wat de stichting eigenlijk precies doet: „Dat mag na tuurlijk niet van de censuur". Voor de goede Russische verstaander moet het volgens Van het Reve, wel duidelijk zijn: Alexander Herzen was een Rus sische schrijver uit de eerste helft van de vorige eeuw, de eerste die in het westen boeken en tijdschriften publi ceerde, die niet door de (tsaristische) censuur waren gegaan. Dat de rol van de stichting ingewij de Russen duidelijk is, bleek onder an dere rondom de jaarwisseling toen er, met een vertraging die veroorzaakt werd omdat de Nederlandse posterijen het adres niet kenden, een briefkaart binnenkwam waarin alle leiders en medewerkers een voorspoedig 1970 werd gewenst. Op de voorkant van de kaart stond de afbeelding van een schilderij uit de beroemde Hermitage van Leningrad: Samson, de tempel van de Filistijnen verwoestende. Hoe groot is de kring van dege nen die in Rusland de ondergrond se literatuur lezen? Van het Reve schat dat die voorna melijk tot intellectuelen is beperkt, maar die zijn er dan ook wel allemaal van op de hoogte. Is uit deze literatuur op te maken hoeveel mensen er bij benadering op politieke redenen gevangen worden gehouden? „Heel noeilijk te zeggen, maar naar mijn schatting toch wel een paar hon derdduizend". PROF. VAN HET REVE vindt het moeilijk, te beoordelen hoeveel in vloed er uitgaat van deze ondergrond se, die over het algemeen zoveel kriti scher is ingesteld tegenover de Sovjet maatschappij dan de officiële. Maar dat de speelruimte van het zelfstandig denken er groter door wordt, lijkt hem vrijwel zeker. Ook onder wetenschaps mensen neemt de neiging het systeem kritischer te beoordelen toe. En op hun beurt worden partijfunctionaris sen, die met deze wetenschapsmensen en schrijvers in aanraking komen weer beïnvloed. Zij moeten kennis ne men van nieuwe ideeën om te kunnen meepraten, zij moeten ook kunnen twijfelen om voor vol te worden aangezien. Misschien, zegt Van het Reve, heeft de Sovjet-Unie in 1980 zijn eerste Cha- gall-tentoonstelling, worden in 1985 de werken van Freud gepubliceerd en wordt de censuur (gedeeltelijk) opge heven in 1990. De vrijheden die een maal bestaan, kan men moeilijk meer terugnemen, al slaat het regime meer defensieve overwegingen nog wel eens hard terug. Aan het versnellen van die vrijheden levert in ieder geval de Nederlandse Slavist Van het Reve met plezier en overgave zijn bijdrage. W mm '-■■■ ft DE JONGSTE politieke verbeelding van Marnix Gijsen is wel een amu sant maar geen geslaagd boek. Het verhaal is een soort satire op corrup tie, baantjesjagerij in de politiek in het algemeen, en op de onbenulligheid van sommige politieke figuren in het bijzonder. De ministeriële hoofdfiguur heeft zich door financiële manipulaties rijk dom verworven en hoewel hij behalve van financiën van niets verstand heeft wordt hij toch op een ministerzetel ge- plaats, als dat de partijgenoten zo uit komt. Zijn beeld in de roman lijkt op de politieke cartoon, een karikatuur van iemand die we in normale proporties -kennen. Nu zijn karikaturen alleen leuk als je ze inderdaad kunt confron teren met de ware gestalte en mis schien is dat voor Belgen mogelijk, voor Nederlanders is de politieke ge stalte van minister Plas onherken baar. Minister Plas is daardoor een onvoorstelbare figuur, zo dom, zo on handig en potsierlijk, dat je hem zelfs te karikaturaal zou vinden voor een klucht. Dat geldt ook voor zijn te genspeelster, de secretaresse Lisa Cortenberg, die zich langzaam maar zeker een onmisbare positie verwerft bij de minister, tot ze hem tenslotte het koude hart weet te ontfutselen. Als dit verhaal een sleutelroman is, een voor Belgen herkenbare satire op clinatie en zuchtte". Of: „indien men wil doen begrijpen dat de burgemees ter van de hoofdstad een maitresse- en-titre heeft, dan schrijft men dat Zijne Edelachtbare niet ongevoelig is voor vrouwelijk schoon. Indien de jongedame door een spijtig toeval Schoonaers heet, dan spelt men vrou welijk Schoon met hoofdletters, zo blijft men ruim binnen de perken door de wet gesteld." Wanneer minister Plas nu niet zo'n karikaturale per soonlijkheid was geworden, dan had dat woordgebruik allerlei insinuerende en nuancerende trekjes aan zijn beeld kunnen toevoegen, nu vergroot de „sappige" ironie een totaal van oubol ligheid. HOEWEL DE ROMAN „De val van zijne excellentie minister Plas" heet, wordt zowel zijn opkomst, zijn minis terschap, als zijn aftreden en tenslotte zijn gelukkig huwelijk met de secre taresse en zijn kasteelheerschap in Frankrijk beschreven. Nu is natuurlijk de opkomst van 'n minister Plas al een val, en nu valt er inderdaad weinig uiterlijk succes aan de carrière af te lezen, in wezen was de carrière van minister Plas, eindigend in een gelukkig huwelijk en op een kasteel, allerminst ongeslaagd. De graad van ironie van de titel is niet in overeenstemming met die van de rest van het verhaal. Het is jammer dat Gijsen zich als landelijk grappenmaker gaat ontpop pen; Nederland heeft al voldoende aan minister Luns. bestaande personen, dan is de roman geschikt voor Belgen en dan had Gij sen er beter aan gedaan de exempla ren voor Nederland cadeau te doen aan de ambtenaren van het Ministe rie van Buitenlandse Zaken. GIJ SEN'S taalgebruik is wat ik „smeuiig ironisch" zou willen noe men: bijvoorbeeld „de premier hield van Bourgonge de melk der bejaar den" en „Hij trok aan zijn puntbaard, zette zijn lorgnet op een scherpere in- VAN F. ten Harmsen van der Beek van wie vooral de bundel „Geachte Muizenpoot en achttien andere gedich ten" bekendheid kreeg, is nu weer een verhalenbundel verschenen. Het is een verzameling „Neerbra ken". Wat daaronder verstaan moet worden legt de schrijfster als volgt uit in het als verklarende inleiding dienen de eerste verhaal „Neerbraak": „Je zou kunnen zeggen dat een neerbraak moet zijn: de neerslag van een ge dachte over het een of ander van een schrijver, zó geformuleerd dat een (voor)oordeel wordt door broken bij de lezer", en „Je hebt goeie en slecht ge schreven neerbraken. Met dat verschil ten opzichte van andere vormen van literaire berichtgevingen, dat in een echte neerbraak zich zo kies mogelijk een geheime prikkel tot ontroering ver bergen moet die 's lezers gemoed ont vankelijk maakt voor opvattingen (om trent het behandelde onderwerp) die af wijken van of zelfs tegenovergesteld zijn aan, zijn eigen manier van den ken". HIERMEE is de „neerbraak" nog niet voldoende verklaard, nog niet vol doende afgezet tegen willekeurige an dere verhalen die toch ook vaak „een geheime prikkel tot ontroering" ver bergen. Maar dit uitgangspunt van de schrijfster betekent ook dat de compo sitie van het verhaal, de logische aan eenschakeling van gebeurtenissen, voor haar niet meer altijd interessant is. Ze vertelt springerig van alles door elkaar, wat op zich zelf al erg amusant is; „bekoorlijk" is misschien het beste adjectief voor dit proza, dat weliswaar de lezer van vooroordelen wil gene zen of andere denkmogelijkheden wil bieden, maar dat altijd „teder" wil blijven. „Hoe meer beroerdigheid, hoe lieflijker men zich maar te gedragen heeft. Ik wil me daar best in oefenen". Die „tederheid" in de neerbraken is onmiddellijk terug te vinden in de zorg vuldige formulering, de inspinnende lange zinnen, die het ene voorbehoud aan het andere koppelen. „IK HERINNER me nog goed dat, waar het getakte overgaat in weg langs weilanden, ik naast mijn vriend ging lopen om te zeggen dat ik opgemerkt had dat gesnuif en gestamp in voch tige herfstochtendlucht een volstrekt andere klank veroorzaken dan ze in vorstlucht doen, zodat een gevoelige, warm-ingepakte blinde, uitsluitend af gaand op de weerklank van zijn kolos sale snuiven de temperatuur misschien wel tot op graden nauwkeurig zou kunnen.maar dat vond hij belache lijke onzin, zodat om het over iets eigen raars te hebben ik nu zei, ja wonderlijk niet waar.etc. Het merkwaardige van deze soms wel een pagina durende zinnen is, dat het verband niet zoek raakt: een me lodie die met heel kleine variaties, voortdurend toch varieert, zodat je na afloop de melodie niet kunt nafluiten, maar wel onmiddellijk herkennen. Dit is de voornaamste kwaliteit van dit proza, die opmerkelijke zinsbouw, waaruit een onvergetelijk soort toon ontstaat, die verwant is aan de toon, de musische kwaliteit, die som mige poëzie zo onmiddellijk herken baar maakt. Daarom is het boekje als een bundeltje gedichten dat tot herle zing bij gedeeltes aanzet, niet om beel den, om anecdotes weer te lezen, maar om die toon weer op te vangen. Voor liefhebbers. ANNEKE VAN LUXEMBURG (Marnix Gijsen. De val van zijne excellentie minister Plas. Nijgh' Van Ditmar. F. ten Harmsen van der Beek Neerbraak. De Bezige Bij). TERWIJL HET Nederlandse to neel de laatste tijd de gevolgen ondervindt van de „spreidingspoli- tiek" der na-oorlogse jaren, be gint in Frankrijk de toneelsprei ding, die daar „decentralisation dramatique" heet, pas goed op gang te komen. Maar de eerste moeilijkheden, voortvloeiend uit het daaraan verbonden subsidie systeem, hebben er zich nu al voor gedaan. De minister van culture- Ie zaken ziet zich geplaatst voor de vrijheid van de kunste naars" en een verdeling van de subsidies volgens „objectieve en zo mogelijk voor iedereen bevre digde criteria". Hij heeft nu aan gekondigd dat zijn ministerie „een kwesties die door het toneel in zijn totaliteit worden opgeworpen". (Hoe bekend klinkt dat voor ons!) Intussen heeft de minister twee inspecteurs-generaal benoemd die de werkzaamheden van alle ge subsidieerde gezelschappen voort durend in 't oog moeten houden. DE BEKENDE Australische ac trice Judith Anderson, die al tien tallen jaren in Amerika woont en er veel belangrijke toneel- en film rollen heeft gespeeld, gaat dit jaar een toernee van zes maanden do r de Verenigde Staten maken met Shakespeare's „Hamlet". In die tragedie heeft Judith Anderson vroeger veel succes gehad als ko ningin Gertrude, maar nu een enzeventig jaar oud gaat zij in travesti de titelrol spelen. Zij volgt daarmee twee beroemde voorbeel den, namelijk Felicita von Vestva- li, die een eeuw geleden in West- Europa opzien baarde met haar vertolking van de Deense prins, en Sarah Bernhardt, die in 1899 (zij was toen vijfenvijftig jaar) hetzelfde deed. m DE ENGELSE AUTEUR Peter Shaffer (van wie in ons land „The private ear and the public eye" en „Black comedy" zijn opgevoerd) heeft een nieuw stuk geschreven dat „The battle of Shrivings" heet en waarvan de Londense toneel wereld grote verwachtingen had Maar Laurence Olivier, die het stuk aanvankelijk door het Natio nal Theatre had willen laten op voeren, zag daar later van af. De première heeft nu plaats gehad in het Lyric Theatre, met Patrick Magee in de rol die Olivier zelf had zullen spelen en John Gielgud als een oude filosoof en pacifist (waarin sommige recensenten een nogal hatelijk portret van de pas overleden Bertrand Russell me nen te zien) die door een voorma lige aanhanger wordt ontluisterd De Engelse pers heeft het stuk met gemengde gevoelens ontvan gen maar de vertolkers zeer ge prezen. ER KOMT dit jaar in Nancy geen internationaal festival van het studententoneel, zoals dat daar in de drie vorige jaren is gehou den. De organisators willen eerst eens onderzoeken of zij op de goe de weg zijn. Daarom zullen zij ir de aanstaande zomer de leiders van de belangrijkste studenten-to neelgezelschappen uit een aantal landen uitnodigen voor een studie conferentie waarop de verschille de stromingen van het hedendaag se toneel nauwkeurig zullen wor den bestudeerd. IN HET MOSKOUSE Maly Teatr (Kleine Theater) is de première gegeven van Viktor Lavrentjevs toneelspel „De mens en de aard bol", waarin de moeilijkheden wor den getoond die Russische geleer den moesten overwinnen bij het ver vaardigen van hun eerste atoom bom. De Amerikaanse president Roosevelt wordt er in voorgesteld als een naar wereldheerschappij hunkerende man, die door middel van een nucleaire oorlog niet al leen Duitsland en Japan maar ook Rusland en Engeland in zijn macht wilde krijgen. De schrijver doet het zelfs voorkomen of Roosevelt tevoren op de hoogte was van de Japanse aanval op Pearl Harbor en die aanval toejuichte als 'n goed ex cuus voor het uitvoeren van zijn atoombomplannien. Dat dit alles in tegenspraak is met de historische werkelijkheid schijnt voor Lavrent- ;iev geen bezwaar te zijn geweest. DE DUITSE regisseur Harry Buckwitz, die bekend is geworden door zijn ensceneringen (onder meer van de stukken van Brecht) in Frankfurt am Main en de vorige maand de nieuwe schouwburg van Dusseldorf 'nwijdde met zijn op voering van „Trotzki im Exil' van Peter Weiss, is benoemd tot d'- recteur en artistiek leider van het Schauspielhaus in Zurich. Hij begint zijn werkzaamheden daar in het najaar. Zijn voorganger, Peter Löf- fler, werd onlangs nog geen hall jaar na zijn ambtsaanvaarding ontslagen omdat hij een te eenzij dig links-gericht repertoire liet spe len. MAURICE ESCANDE een der directeuren van de ComedieFran- gaise, gaat aan het einde van dit seizoen met pensioen en het touw trekken om zijn opvolging is in Pa- rijse toneelkringen nu in volle gang. Volgens onbevestigde ge ruchten zou de functie officieel al zijn aangeboden aan Jean-Louis Barrault en zou deze het aanbod nog in overweging houden. Een an dere candidaat is de toneelcriticus van Le Figaro, Jean-Jacques Fau- tier. Als Barrault inderdaad tot di recteur zou worden benoemd, zou dat een prachtig eerherstel voor hem zijn na de beledigende manier waarop hij in verband met de Parijse studentenrellen in mei 196P door de regering De Gaulle ui1 het Théatre de France (het vroe gere Odéon) werd weggewerkt. S K

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 18