1 MEVROUW CORETTA KING IN EEN VRAAGGESPREK: illfc Hatta bestrijdt legendes over Indonesiërs onafhankelijkheid HH REGERING-NIXON BEÏNVLOED DOOR ZUIDEN DER V.S. J1P J i ZATERDAG 21 FEBRUARI 1970 Erbij 20 (Van onze correspondent) BARCELONA Mevrouw Coretta King, weduwe van de vermoorde Amerikaanse negerleider Martin Luther King jr., de winnaar van de Nobelprijs voor de vrede, maakt op het ogenblik een rondreis door Euro pa. Het doel is de verkoop te stimuleren van haar boek „Mijn leven met Marten Luther King", waarvan de op brengst gedeeltelijk gebruikt zal worden voor de voort zetting van de burgerrechtenbeweging die opgericht is door haar man. Op haar reis langs Londen, Amsterdam, Oslo, Bonn, Milaan, Barcelona en Parijs, vanwaar zij weer naar de Verenigde Staten terugkeert, wordt zij door staatshoofden en regeringsleiders ontvangen. CONSERVATIEF NAAR MARS ARBEIDS GELEGENHEID Jfe, BOBBY SEALE Kwaad, bloed Soekarno kwam zelf te laat" Vergelijken Vreemd Titelblad van Hatta's brochure. Sumatraan ,Nu, Boeng' LEIDERS NODIG „Ernstigste probleem in Verenigde Staten de werkgelegenheid" MEVROUW KING volgt een bijzon der druk bezet reisprogramma en heeft buiten de massale persconferen ties eigenlijk geen tijd om journalis ten te woord te staan. Niettemin stond zij ons, kort voor het begin van haar officiële bezoek aan Barcelona het vol gende exclusieve vraaggesprek toe. „Is de burgerrechtenbeweging van de Amerikaanse negerbevolking ach teruit gegaan na de moord op uw echtgenoot in april 1968? Mevrouw King: „Onze beweging heeft ongetwijfeld veel geleden door de dood van mijn man, maar aan de andere kant zijn er nu vele anderen die zijn werk voortzetten, zodat de be weging van het geweldloze verzet toch vooruitgang maakt. Wij hebben nu een meer collectieve leiding en waar vroeger een enkele man in staat was zoveel werk te verzetten, beschikken wij nu over meerdere leiders. Natuur lijk is het moeilijk om één enkele per soon te vinden die hetzelfde soort lei ding zou kunnen geven dat mijn man de beweging bood. Maar aan de an dere kant zijn er nu veel personen die zich gedwongen voelen aan het hoofd van de beweging te staan, juist om dat er geen Marten Luther King meer is". j,WAT IS uw oordeel over de huidi ge stand van zaken en de mogelijkhe den van de beweging, gezien de poli tiek die de huidige Amerikaanse rege ring voert? „Wij hebben veel bereikt op het ni veau van de federale wetgeving, maar in ons land is het altijd moeilijk deze op het peil van de verschillende sta ten van toepassing te brengen en dat is dan ook onze voornaamste taak op dit moment. Ik geloof dat de regering van Nixon een politiek voert die de vooruitgang die men tot nu toe in de integratie had bereikt, zal vertragen. Dit is klaarblijkelijk een gevolg van een conservatieve mentaliteit. Dat wil zeggen, de regering van Nixon wordt beïnvloed door de politici v^n het zuiden die hem steunden voor zijn verkiezing". „Een politiek compromis dus?" „Precies, dat is het". Wat denkt U en wat denken uw men sen wanneer u hoort dat de V.S. 322.000 dollar uitgeven voor één dode Vietcongstrjjder, terwijl men voor elke arme Amerikaan per jaar 53 dol lar steun uittrekt? „Het feit dat men zoveel uitgeeft om te doden en zo weinig om de arme te helpen, toont in grote mate aan welke waarden onze natie aan haar priori teiten hecht. Ik ben ervan overtuigd dat er hoognodig een nieuwe volgorde voor onze prioriteiten opgesteld moet worden. Het is heel lelijk en betreu renswaardig dat een natie met zoveel rijkdommen als de onze zo ver komt om haar mogelijkheden om te doden belangrijker te achten dan de ontwik keling van haar menselijke reserves". ZIET tl tekens van een bereidwil ligheid om een nieuwe volgorde voor de prioriteiten op te stellen? „Neen, ik heb niet voldoende bewij zen gezien van een bereidwilligheid om de prioriteiten te herzien, ook al klinkt er een dagelijkse woorden stroom van „Dit is nu juist wat wij aan het doen zijn, wij beginnen juist onze prioriteiten te herzien". Maar in werkelijkheid wordt er niet veel ge daan om de stand van zaken te veran deren." Wat denkt u dat de V.S. eerder zul len bereiken: de aankomst op Mars of de ontwikkeling van de armen? Mevr. King (met een glimlach): „Tenzij de prioriteiten worden herzien zullen wij waarschijnlijk eerder op Mars aankomen dan dat men de ar men heeft geholpen. Dit zal alleen voorkomen kunnen worden als wij erin zouden slagen de regering ertoe te bewegen de prioriteiten te herzien en het ziet er naar uit dat wij voldoen de vooruitgang in die richting boeken. Men schijnt zich in Washington •r meer om te bekommeren het heelal in kaart te brengen, dan om menselijke wezens te helpen". WELKE VAN ALLE huidige proble men, lijken u het meest urgent en wel ke zouden het gemakkelijkst opgelost kunnen worden? „Ik geloof dat het ernstigste pro bleem waar wij nu mee worstelen de kwestie van de arbeidsgelegenheid is. En dit probleem zal opgelost kunnen worden op hetzelfde moment dat onze natie zal besluiten alle mogelijk heden hiervoor in te zetten. Het is ze ker geen oplosbaar probleem. Eigen lijk zou deze kwestie nog gemakkelij ker af te doen zijn dan de integratie van de scholen, ondanks het feit dat die eigenlijk al opgelost had moeten zijn sinds het besluit van het oppers te gerechtshof van 1954. Helaas is niets minder waar: zelfs vandaag de dag zijn de scholen nog niet geïnte greerd." „Aestaat er een racistisch instinct of is dit te wijten aan de opvoeding of aan de economische omstandigheden? „Ik geloof dat het een combinatie van beide is. Het huidige maatschap pelijk systeem in Amerika maakt het moeilijk de mensen bij te brengen om hun medemens op zijn juiste waarde te schatten, want het is een onsamen hangend systeem. Wij hebben onze mond vol over „gelijkheid" en over het idee dat alle schepsels als gelij ken ter wereld komen. Maar daaren tegen hebben wij een dergelijke opzet van sociale- en onderwijsinstellingen, dat dit een heel andere gedachtengang aan het licht brengt. Dit heeft de mensen geconditioneerd en het is zo sterk dat het bijna op een instinct lijkt. Ons economisch systeem discrimineert nog steeds tegen de ne gers, ondanks het feit dat dit bij de wet niet meer is toegestaan. Maar wij moeten daar nog steeds tegen strijden om de wet in praktijk te kunnen bren gen. Ik geloof dat wat wij nodig heb ben een algehele omvorming van al onze instellingen is, zowel op het ge bied van het onderwijs als in de eco nomie, als in de politiek. De opkomst van politieke negerleiders die al be gonnen is zal hiertoe veel bijdragen". DE SCHRIJVER Thomas Merton stelt dat de hele maatschappelijke structuur van de V.S. diepgaand ver anderd moet worden, wil men de racis tenmentaliteit doen verdwijnen. Bent u het daarmee eens? :tV." ■- v HH I Mevrouw King in gesprek met koningin Juliana. „Ongetwijfeld moet het systeem ver anderd worden en ik geloof dat onze geweldloze beweging dit inderdaad binnen onze democratische structuur kan bereiken. Als er ook maar iets is dat de racistenmentaliteit kan ver anderen, dan is het onze doctrine van de geweldloosheid, want deze werkt op het geweten van de mensen. Dit is juist de essentie, dit is het wat mijn man probeerde te tonen: een doctrine van liefde, een doctrine van begrip. Wij hebben inderdaad voorbeelden ge zien van mensen die door onze doc trine een innerlijke verandering door maakten". „Maar kunnen uw mensen het geduld opbrengen dat hiervoor nodig zal zijn? „Inderdaad lijkt de vooruitgang klein. Wij willen de vrijheid nu meteen want de vrijheid is al te lang uitgebleven. Niettemin geloof ik dat de meerder heid van onze mensen er nog steeds van overtuigd is dat onze methode van de geweldloosheid de beste is. Wij willen niet op het gebruik van geweld terugvallen om de veranderingen tot stand te brengen". BOBBY SEALE, de Zwarte Panter- leider, zegt: „De vijand is niet de blanke man of de zwarte man, de vij and is het kapitalisme. „Is dat ook uw mening? „Ik zou niet graag willen zeggen dat ik het hierin met Bobby Seale eens ben, maar evenmin dat ik het geheel met hem oneens ben. Ik geloof ook dat het probleem van economische aard is in zoverre dat de kern van de zaak niet in het individu ligt. Wij willen on derscheid maken tussen het individu en zijn kwaadaardige en onrechtvaar dige praktijken. Het is beter te vech ten tegen het systeem dat het indivi du ontaardt, dan tegen het individu op ^HPH (Van onze correspondent) DJAKARTA. Oud-vice-president Mohammed Hatta trekt in de zojuist verschenen brochure „Rond de procla matie" opnieuw ten strijde tegen de fabels en legenden over de Indonesi sche vrijheidsproclamatie van 17 augustus 1945. Voor het eerst reageert hij nu ook op een voor hem minder vleiende passage in de autobiografie („As told to Cindy Adams") van zijn oude strijdmakker Soekamo De brochure bevat slechts een deel van hetgeen Hatta in de maanden maart-september in het „East-West Center" op Hawai op papier heeft ge zet, maar Hatta hoopt op deze wijze een groter publiek te bereiken. Bij het door hem in die maanden verrichte onderzoek is hem gebleken, dat ook vele buitenlandse schrijvers een on juist beeld hebben gegeven van de geschiedenis van de vrijheidsprocla matie. Vaak ook, omdat zij als het ware elkaar citeren, volgens Hatta. Zijn oor spronkelijke plan om een critiek te schrijven op deze boeken heeft hij laten varen, omdat daarvoor bij de doorsnee-lezer weinig belangstelling zou bestaan. Het tegendeel hoopt hij voor het nu verschenen verslag van „iemand die zelf in die geschiedenis betrokken was". WAT VOORAL kwaad bloed zet bij de schrijver is de hardnekkige legende, dat Soekarno en Hatta alleen bereid waren de vrijheid van Indonesië te proclameren nadat zij daartoe door de jongeren waren gedwongen. Volgens Hatta was het uitroepen van de vrijheid geen probleem meer. De tekst van de proclamatie was al op 22 juni 1945 vastgesteld door een commissie. Het stuk was tevens be doeld als preambule van de grondwet- 1945. De onafhankelijkheid van Indo nesië was al goedgekeurd door de Ja panse regering, die de verdere uitvoe ring officieel al had overgedragen aan de commissie voor de voorbereiding van de onafhankelijkheid van Indone sië. Het ging nu alleen nog maar om de wijze waarop die onafhankelijkheid moest worden uitgeroepen. Op dit punt stonden inderdaad twee menin gen diametraal tegenover elkaar. De revolutionaire jongeren, bestaan de uit de groep-Soekarno (de huidige voorzitter van de Partai Moerba, Charroel Saleh (in 1966 in de gevan genis overleden) en Adam Malik, stu denten van de medische hogeschool, zoals Sjarif Thajeb (thans vice-voor- zitter parlement) en de groep- Sjah- rir, wensten een onafhankelijkheids proclamatie vrij van alles wat naar Japan riekte. Zij waren ervan over tuigd, dat een vrij Indonesië van Ja panse makelij door de geallieerden niet zou worden erkend. Niettemin wilden zij dat „Boeng Kamo" als volksleider voor de microfoon zou ver kondigen, dat Indonesië de vrijheid had veroverd op de Japanse macht hebbers. Volgens Soekarno-Hatta zou dat een fantasie in strijd met de werkelijkheid zijn, omdat Japan al in september 1944 had verklaard, dat Indonesië on afhankelijkheid zou krijgen. Hatta geeft toe, dat de vrijheid door Japan verleend niet de vrijheid zou zijn overeenkomstig de idealen van het In donesische volk, maar deze belofte zou men te zijner tijd kunnen hanteren tegen de Nederlanders die nog nooit de mogelijkheid van een vrij Indonesië hadden geopperd! De voorzitter en vice-voorzitter van de bovengenoemde commissie ter voorbereiding van de onafhankelijk heid, Soekarno en Hatta, werden bo vendien door de opperbevelhebber van de Japanse strijdkrachten in Z.O.-Azië uitgenodigd hem in Dalat bij Saigon te bezoeken om daar op 12 augustus de erkenning door de Japan se regering van de Indonesische onaf hankelijkheid in ontvangst te nemen. het in zijn originele vorm in de pers nog wel eens opduiken. Hatta verwijt ook de revolutionaire jongeren hun grote zwakte, dat zij zich niet mans genoeg achtten zelf de vrij heid te proclameren, maar met alle geweld wilden dat Soekarno-Hatta dat zouden doen. Het schijnt de tragiek van de Indonesische jeugd te zijn, want ook in 1966 bleven de leiders van het studentenfront KAMI bij een bezoek aan Soekarno het antwoord schuldig op de vraag of zij een rege ring konden vormen. In feite zoeken de studenten van 1970 ook nog naar een leider. GEZIEN OOK de samenwerking van Soekamo met de Japanse bezettings autoriteiten was het dus wel vreemd van hem te verlangen, dat hij als volksleider de Indonesische vrijheid zou moeten proclameren geheel los van alles wat naar Japans maaksel zou rieken. In tegenstelling met de revolutio naire jongeren waren Soekarno en Hatta van mening dat de vrijheids proclamatie zou moeten worden ge proclameerd door de al bestaande commissie van voorbereiding. Uitein delijk, aldus Hatta, maakte het voor de Nederlanders weinig uit of deze proclamatie een Japans of een eigen maaksel was, aangezien zij alleen maar hun macht wilden herstellen. Niettemin moet het Hatta toch bekend zijn dat de collaboratie van hem en Soekarno in de Nederlandse binnen landse politiek toch we] degelijk een rol heeft gespeeld. Bovendien is het gemakkelijk om achteraf de vrijheid toch als een Ja pans geschenk te erkennen, omdat zij later op de Nederlanders is bevochten en pas in december 1949 door Neder land bij de soevereiniteitsoverdracht werd erkend. Het laatste woord komt dan ook in de Indonesische geschiede nisboeken voor als „soevereiniteitser- kenning", maar de laatste tijd zien wij VOORTS SIGNALEERT Hatta even als zijn antagonist Adam Malik („de geschiedenis van de proclamatie") de afzijdige houding van Sjahrir, die pas in oktober 1945 bereid was naar voren te treden als de voorzitter van het werkcomité van het Komité Nasional Pusat (Centraal Nationaal Comité), een nood-parlement). Bij Adam Malik kan men hiervoor als reden lezen, dat Sjahrir de komst van de geallieerden wenste af te wachten, omdat hem uit radioberichten was gebleken dat zij Soekarno als oorlogsmisdadiger te recht zouden stellen. Het is bepaald amusant de lezingen te vergelijken van de ontvoering van Soekarno en Hatta en hun overbren ging naar het plaatsje Rengasdengkok, zoals die gegeven worden door Hatta en Adam Malik. Bij de laatste is het een revolutionair epos door de jongeren geschreven, dat wel. Hatta tekent als belangrijkste gebeurtenis aan, dat de eerste zoon van Soekarno, Goentoer, toen negen maanden oud zijn broek beplast. Principiëler is de zaak van de tekst van de vrijheidsproclamatie op 17 augustus 1945, zoals deze nu eenmaal de geschiedenis is ingegaan. Volgens Meli (nu parlementslid) en volgens Hatta door hemzelf aan Soekarno ge dicteerd. Volgens de eerste lezing tikt Meli de test op de schrijfmachine, maar een feit is dat de proclamatie door Soekarno met de hand is ge schreven. Alleen over de plaats van samenkomst, waar de tekst werd vast gesteld, bestaat overeenstemming: ten huize van de Japanse admiraal Maeda, aan de vooravond van de 17de augus tus, 1945. ontvangen de Japanners van admiraal Patterson, die inmiddels in de haven van Djakarta is aangekomen aan boord de „Cumberland", vergezeld door Van der Plas, het bevel de status quo niet te veranderen. Vanaf dat moment zijn de Japanners agenten van de geallieer den, aldus Hatta. Kortom, op 17 augustus om tien uur 's morgens zal voor de woning van Soekarno de proclamatie worden voor gelezen en Hatta die bekend staat als punctueel man is vijf minuten voordien present. Niet aldus Soekarno op blz. 331 en 332 in zijn autobiografie, zoals verteld aan Cindy Adams: „Nu Boeng, nu", riep het volk. „Spreek nu de proclama tie uit." „Hatta is er niet", zei ik, „als Hatta er niet is, wil ik de proclamatie niet uitspreken." „Wij willen Boeng riep: Niemand Hatta." „IK HAD hem dig, zo vervolgt DEZE DATUM heeft een heilige, ma gische klank gekregen in de Indone sische geschiedenis, maar Hatta stelt nu heel nuchter vast, dat als het inci- dent-Rengkasdengkok er niet was ge weest, de proclamatie in alle rust op 16 augustus 's morgens had kunnen ge schieden in een vergadering van de commissie van voorbereiding. Met volledige Japanse medewerking, want pas in de middag van die dag (eigenlijk) niet no- deze autobiografie. „Net zo goed dat ik ook Sjahrir niet nodig had, die weigerde de voorlezing van de proclamatie bij te wonen. Eigenlijk kon ik het alleen wel af en in feite deed ik het ook helemaal al leen. In deze twee zenuwslopende da gen speelde Hatta geen rol in de ge schiedenis. In de periode van de strijd speelde hij geen eigen rol. Het was alleen Soekarno, die hem naar voren schoof. Ik had deze man, die „leider" werd genoemd, nodig op grond van één overweging. Ik had hem nodig omdat ik een Ja vaan ben en hij een Sumatraan en in deze dagen had ik iemand van Suma tra nodig. Hij was de beste weg om de steun van de bevolking van het tweede grootste eiland van Indonesië te ver zekeren. Op dit kritieke moment in de geschiedenis wachtten Soekarno en het vaderland op de komst van Hatta." Dit is de uitspraak van een dictator Soekarno, die zichzelf verhoogt en zichzelf vergeet, anders dan de vroe gere Soekarno, leider van het volk tijdens de proclamatie en daarvoor, verzucht Hatta. Nu, bijna 25 jaar na die proclamatie, is Soekarno gevangene in het huis van zijn Japanse ex-vrouw Dewi en Hatta adviseur van de nieuwe president Soeharto. zich. De blanke mensen of de zwart» mensen, niet zij zijn het probleem, maar het probleem ligt in de maat schappelijk structuur. Wij moeten het systeem zoals het nu is en functio neert veranderen, dan zullen wij ook de personen kunnen veranderen. Wanneer wij over integratie spreken dan bedoelen wij niet alleen de verwij dering van legale of sociale obstakels, maar juist een totale menselijke sa menvoeging op alle gebieden, zowel sociaal, als economisch en politiek. Wij willen op alle niveaus vertegen woordigd worden door een aantal lei ders dat in verhouding staat tot het aantal van onze mensen. Wij vor men twaalf percent van de Amerikaan se bevolking. Daarom willen wij ook een vertegenwoordiging van twaalf percent in bijvoorbeeld het Nationale Congres". Wat is vanuit uw gezichtspunt het belangrijkste aspect van de „Zwarte- Panter"-beweging: het feit dat zij een gewelddadige strijd voeren of het feit dat zij eveneens voor de negers strijden? „Hoewel ik geloof dat zij misschien hetzelfde doel nastreven als wij, zijn hun méthodes anders. Zij zijn zoals u weet geen geweldloze beweging, en hun methodes staan lijnrecht tegen over de onze, hetgeen niet door hun doelstellling gerechtvaardigd kan wor den. Wij menen zelfs dat hun metho de juist tegenwerkt tegen wat wij ho pen dat het uiteindelijke resultaat zal zijn, namelijk gelijkheid en broeder schap". MEENT U dat het klimaat van de gewelddadigheid in de Verenigde Sta ten hen helpt? „Misschien in zoverre dat het hen aanmoedigt, maar ik geloof niet dat het hen positieve resultaten opbrengt omdat het alleen maar nog meer ge weld tegen hen oproept. Rechtvaardigt u het? „Ik geloof dat hun manier van op treden begrijpelijk is, omdat zij uit wanhoop reageren. Mijn man zei al tijd „het geweld is de taal van dege nen die ongehoord gaan", dat wil zeg gen mensen die voelen dat niemand naar hun luistert en die gehoord wil len worden vallen terug op het ge weld. Het optreden van de „Zwarte Panters" is overigens een duidelijke aanwijzing van de wanhopige toestand waarin sommige mensen in onze maat schappij gedwongen worden. Natuur lijk is er een reden voor hun optre den. Maar wij kunnen dat optreden niet goedkeuren en doen dat ook niet, wij begrijpen hen wel, maar recht vaardigen hen beslist niet". HEBBEN zij de geweldloze bewe ging geschaad? „Inderdaad hebben hun acties d# zaak van de geweldloosheid geschaad. Immers voor de mensen die een ex cuus zoeken om te kunnen zeggen: „zie je wel wat er van komt als je die nikkers hun zin geeft, dan krijg je alleen maar meer geweld! Voor dit soort mensen geven de „Zwarte Pan ters" precies wat zij zoeken, omdat zij geen onderscheid willen maken tus sen gewelddadige en geweldloze bewe gingen. De „Zwarte Panters" geven de voedingsbodem voor de backlash. Gaat Amerika in de richting van een grotere eenheid tussen de ver schillende delen van het volk of naar een nog wijdere splitsing? „Ik geloof dat de Amerikaanse maat schappij een moment heeft bereikt waarop de roep om de eenheid kan en zal worden gevolgd. Wij geloven dat wij met onze geweldloosheidsdoc trine dit bevorderen. Maar het pro bleem is dat de Amerikaanse maat schappij nu niet beschikt over de na tional e leiding die nodig is voor een eenwording. Ik bedoel dat deze rege ring niet de leiding, de morele leiding, biedt. De regering zou tegen het Ame rikaanse volk moeten zeggen: „Dit is het wat onze natie nodig heeft", zo dat mensen die nu in hun schulp krui pen en niet vooruit durven te gaan, een bondgenoot in de nationale rege ring zouden vinden. Ik ben er zeker van dat onze burgerrechtenbeweging betere leiders heeft dan de Amerikaan se natie als geheel".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 20