FILATELIE
Dammen
Weet je?
Prijspuzzel
ZATERDAG 21 FEBRUARI 1970
Erbij
25
ir
1, 2, Hondje
IERLAND. Ter gelegenheid van het
Europese Natuurbeschermingsjaar
1970 verschijnen op 23 februari twee
bijzondere zegels in de waarden 6 en
9 p. De zegels geven een symbolische
voorstelling die is samengesteld uit een
gestyleerde vogel en de drie blaadjes
van een klaverblad, (afbeelding).
Tsjechoslowakije. De dag van de
Postzegel werd gevierd door de uit
gifte van een zegel van 1 kcs. met een
symbolische voorstelling, ontworpen
door de schilder Jaroslav Lukavsky,
in de kleuren bruin, blauw en goud.
COOK-EILANDENDe koerserende
serie frankeerzegels met voorstellingen
van bloemen verscheen thans in een
nieuwe oplage op extra-wit papier met
synthetische gom. Bovendien hebben
ie zegels een voor het oog onzicht
bare onderdruk van het wapen der
eilanden in fluorescerende inkt (zicht
baar met een UV-lamp)
ROEMENIE. Van 24 februari tot 5
maart worden in Boekarest en Galati
de wereldkampioenschappen hockey
voor de groepen B en C gehouden. Dit
gaf aanleiding tot het uitgeven van
vier zegels in de waarden 20 en 55
bqni, 1.20 en 2.40 lei, waarop verschil
lende momenten uit een ijshockey-
wedstrijd te zien zijn.
TURKIJE. Ook dit land bracht bij
zondere zegels in omloop ter gelegen
heid van het Europese jaar van de na
tuurbescherming 1970: 50+ 10 k. be
scherming van de flora in het land
schap en 130 10 k. bescherming van
de wilde dieren (stootvogel grijpt
prooi). De zegels zijn ontworpen door
Sulhi Sümer. (afbeelding).
rmKtt
FRANKRIJK. Op 2 maart zal een
bijzondere zegel van 45 c. worden uit
gegeven met het portret van maar
schalk Alphonse Juin (1888-1967). De
zegel is ontworpen en gegraveerd door
Gandon.
BRAZILIË. Ter herdenking van de
150ste geboortedag van de Duitse chi
rurg Hermann Blumenau (1819-1899)
de stichter van de naar hem genoemde
Braziliaanse staat, werd een zegel van
20 c. met zijn beeltenis in circulatie
gebracht.
OOST-DUITSLAND (DDR). De 525e
Internationale Leipziger Pelswarenvei-
ling van 7 tot 12 februari gaf aanlei
ding tot de uitgifte van vier zegels van
10, 20, 25 en 40 pf. Voorgesteld toorden:
10 pf. tam konijn, 20 pf. vos, 25 pf.
nerts en 40 pf. hamster.
LUXEMBURG. In het kader van het
Europese Natuurbeschermingsjaar
1970 worden op 9 maart twee zegels
verkrijgbaar gesteld in de waarden 3
en 6 francs. De 3 fr. geeft de afbeel
ding van het wildemanskruid (Ane
mone Pulsatilla) en de 6 fr. toont een
egel met jongen. De zegels zijn in veel
kleurige heliogravure uitgevoerd door
Courvoisier te La Chaux-de-Fonds.
(afbeelding).
Damclub IJmuiden vierde 15 februari Een oude vriend van mij beweert stee-
op grootse wijze haar negende lustrum; vast dat het moeilijker is goed bridge te
door de prachtige damsuccessen van het spelen, dan een lange lijst met conventies
afgelopen seizoen hebben de leden daar- te hanteren. Dit ter overdenking aan hen
toe wel bijgedragen. Het eerste tiental die menen dat men met punten tellen en
werd kampioen en promoveerde naar de supersignalen de moeilijkheden van dit
ereklasse van de KNDB. Het tweede tien- fraaie denkspel voldoende kan overwin-
tal werd kampioen van haar afdeling en nen. Goed nadenken en vooral juiste
promoveerde naar de eerste klasse van conclusies trekken uit hetgeen de tegen-
de Haarlemse Dambond. C. Pippel werd stander doet of nalaat, zijn de onmis-
persoonlijk kampioen van Noord-Holland bare ingrediënten in de keuken der
en T. Tielrooy werd kampioen van Ken- meesterklassers. Maar zelfs daar zou het
nemerland. onderstaande spel nog de nodige moeilijk-
Tal van toernooien en wedstrijden heeft heden geven. Het is écht moeilijk pro-
DCIJ in haar 45-jarig bestaan georgani- beer er eens uit te komen:
seerd. Het eerste grote optreden van DCIJ
was op 5 september 1930, toen de toen
malige wereldkampioen Ben Springer een
simultaanseance gaf voor de leden van
DCIJ. Springer speelde die avond ook
een blindpartij tegen de kampioen van
Groot-IJmuiden, de heer H. de Boer
(thans loco-burgemeester van Velsen).
Het is wel aardig om de lezers deze partij
nog eens te laten naspelen. De partij ging
voor de heer De Boer verloren; op de
22ste zet werd de winst verzuimd. Tevens
zullen de jeugdige dammers eens kunnen
V 6 4 3
9 B852
O H 10
A V 8
Weer is er slechts één juiste weg:
1) d7-d8 Paard! Ka8. 2) Pc6 mat.
Terug naar de beginstand en de zwart»
koning op f7 gezet.
A
V?
O A V 8 6 4 3
H B 10 9 6 4
Zuid is gever, allen kwetsbaar. Bied-
zien hoe" er toen "gespeeld werd door de verloop: zuid één ruiten west één har-
top van DCIJ. ten noord één schoppen oost twee
Wit: H. de Boer; zwart B. Springer (blind) harten zuid vijf klaver OW passen
1) 32-28 18-23. 2) 33-29 23x32. 3) 37x28 verder noord verhoogt nog tot zes
20-24. 4) 29x20 15x24. Zwart luidt de klaver.
klassieke partij in. 5) 34-30 12-18. 6) 41- Tegen dit slembod start west met har-
37 17-21. 7) 37-32 7-12. 8) 46-41 21-26. ten drie en zuid troeft oosts harten tien
9) 41-37 18-23. 10) 39-33 12-18. 11) 44-39 af met klaver vier. Slag 2 is voor klaver-
1-7. 12) 50-44 7-12. 13) 30-25 10-15. aas (OW bekennen), in slag 3 wordt
14) 40-34 14-20. 15) 25x14 9x20. 16) 34-29 klavervrouw gespeeld waarop oost schop-
23x34. 17) 39x30. Deze typische korte- pen acht bijspeelt. Hoe gaat u als zuid
vleugelruil werd gespeeld door wit om verder??
tempi te verschaffen. 17) 20-25. Het lijkt natuurlijk een dóódsimpel spel,
18) 44-39 25x34. 19) 39x30 18-23. 20) 30- daar er normaliter alleen nog maar een
25 5-10 21) 31-27 10-14 22) 49-44 12-18?? ruitenslag verloren zou kunnen gaan
Stand na de 22ste zet van zwart.
B. SPRINGER
POLEN. Op 20 januari verscheen
een zegel van 60 gr. ter gelegenheid
van het eeuwfeest van de Drukkers
vakbond. Op de zegel wordt het werk
in een oude drukkerij voorgesteld,
alsmede drie cirkels in de grondkleu-
ren van de moderne veelkleurendruk.
DENEMARKEN. Naar aanleiding
van het 25-jarig bestaan van het kin-
ierfonds „Red Barnet" (Red het Kind)
wordt op 13 maart een weldadigheids
zegel met toeslag verkrijgbaar gesteld
van 60 plus 10 'óre, waarop een jongen
met omhooggeheven armen is afge
beeld.
EGYPTE (VAR). Voor de „Dag van
de Posf werd een zegel van 100 m
uitgegeven, waarop een modem schil
derij „De drie gesluierde vrouwen
van Mahmoud Said is gereproduceerd.
H. DE BOER
Maar nadenken brengt ons op het spoor,
dat hier niet van een normale verdeling
sprake is. Dit hebt u reeds in slag 1 kun
nen zien, toen de man die het eerst har
ten bood (west) meende met harten drie
te moeten uitkomen, waarop zijn partner
(oost) slechts harten tien bijsneelde. Dit
wijst erop, dat west zijn partner direct
aan slag wilde brengen. Waarom? Na
tuurlijk om iets in te troeven dus
moeten wij ervan uitgaan, dat de west-
speler renonce in ruiten heeft. In feite
had west de volgende spelverdeling:
B 9 5 2 9AH 9 7 4 3 0 - 75 2.
Speelt zuid het spel „op zijn jan-boeren-
fluitjes" af en zou hij een derde ronde
troef spelen, dan gaat hij down, omdat
oost met B 9 7 5 2 in ruiten, later twee
slagen in die kleur zal gaan maken.
Het winnende spel is, in slag 3 de
klavervrouw van noord overnemen in
zuid met klaverheer en in slag 4 een
kleine ruiten uit zuid spelen. Troeft west,
dan maken OW verder geen enkele slag.
Troeft west echter niet, dan moet in
noord ruitenheer genomen worden ver
volgens ruiten tien, die oost natuurlijk
Hier verzuimde de heer De Boer het dekt met ruitenboer, waarop zuid ,.ge-
„Springer-zetje" uit te voeren door de woon" een kleine ruiten bijspeelt! Niets
volgende combinatie 27-22 18x27 32x21 kan nu meer verhinderen dat NZ hun
23x41 21-17 11x22 42-37 41x32-38x29 met slemmetje maken, want zuid komt aan
gewonnen stand voor wit. 23) 44-40 4-9. sjag (bijvoorbeeld met een ingetroefde
24) 40-34 14-20. 25) 25x14 9x20. De harten), speelt een kleine ruiten en troeft
zwakte van de korte vleugel van wit met klaver acht. Schoppen naar het aas,
treedt naar voren. 26) 43-39 8-12. 27) 34- eerst nu de laatste troef halen en daarna
30 20-25. 28) 39-34 15-20. 29) 37-31 26x37. de thans vrije ruitens afspelen.
30) 42x31 2-8. 31) 31-26 11-17. 32) 36-31 Inderdaad, niet „gewoon" inderdaad
3-9. De partij heeft nu een levendig ka- erg moeilijk, maar een bijzonder goede
rakter. Beide spelers hebben een verlam- speler moet zo'n oplossing toch wel en-
de lange vleugel. Toch had wit aan zet kele malen in zijn bridgeleven kunnen
nu 34-29 moeten ruilen om verlies te vinden. Zeker als hij (zij) het in de krant
voorkomen. 33) 47-41 9-14. 34) 41-36?? voorgeschoteld krijgt! FILARSKI
23-29. 35) 34x23 25x34. 36) 48-43 18x29 Bridgevraag dezer week: Noord gever,
Wit staat nu een stuk achter. Na de ruil memand kwetsbaar parenwedstrijd. De
27-21 gaf wit zich (na enkele onbelang- -„iHcnpW heeft-
rijke zetten) gewonnen. él QB 9 7 5 4 OAV6 V982
Toch blijft de prestatie van Springer Noord één schoppen oost doublet
in de voormalige danszaal van Thalia, m Wat doet zuid?? En als noord met één
een hoek gebogen, zonder het dambord te harten opent oost doublet wat nu??
zien groot: hij won van de toen zo Antwoord elders op deze pagina,
talentvolle kampioen van Groot-IJmui-
den.
Twee problemen ter oplossing van J.
H. H. Scheyen in Kerkrade.
HARINGS HALF-PINS EN NOG WAT
ooor^ooo zoveel toernooischaak Palma,
Leeuwarden, Hoogovens, Harlingen om
bij te komen weer eens het zoeklicht op de
probleemkunst gericht.
Wanneer men contact heeft met Jac. Ha
ring, is het niet moeilijk zoeken. De pro-
duktiviteit van onze grote internationale
probleemmeester kent geen grenzen. Hij
wist inmiddels een 3-5de prijs in Rusland
en een 1ste prijs in Hongarije in de wacht
te slepen. De eerstgenoemde onderschei
ding verwierf Haring in het tweezet-
miniat''urtoernooi (7 of minder stukken)
met de merkwaardige thema-opdracht,
door het verplaatsen van telkens één stuk
van de beginstelling uit steeds weer een
nieuwe tweezet te doen ontstaan. Het zal
wel nauwelijks verwondering baren dat
Haring weer eens iets bijzonders tot leven
bracht: vier verschillende pionpromoties
als sleutelzetten!
Promotie tot dame zou weer tot pat lel
den, maar nu gaat 1) d7-d8 Toren! Ke7.
2) Td7 mat.
Tenslotte van het eerste diagram uit het
paard op a8 geposteerd.
1) d7-d8 Dame! Ka6 (b7). 2) Db6 mat.
Een soort vierwielig wonder!
Het getal vier speelt ook in de tweezet
diagram 5 een belangrijke rol.
<xjoooooooooooooooooooooooooooooooooaxxxxxxjooo<
Wit heeft de keuze tussen vier half-pins
om zwart in het nauw te brengen, namelijk
1) Dd8; 1) Dh8; 1) Da7 en 1) Dal.
Laten wij deze mogelijkheden eens sys
tematisch onderzoeken.
A. 1) Da8-d8? Wit dreigt nu, ge
bruik te gaan maken van de (half-)penning
van Rd7 met 2) Pf5 mat. Het ziet er aardig
uit, bijvoorbeeld:
a) 1) Td6:. 2) Pb3 mat.
b) 1) Pd5. 2) Td5: mat.
c) 1) Pd3f. 2) Td3: mat.
Maar 1) f7xg6! is afdoende.
B.
1) Da8-h8? dreigt 2) Td5 mat.
Zie a) 1) Tc5:. 2) Te4 mat (fraai!)
Rc6. 2) Pf5 mat
Pd3f. 2) Td3 mat
Td6:. 2) Pb3 mat
Re6! kan zwart redden.
b) 1)
c) 1)
d) 1)
Slechts 1)
C. 1)
Zwart: dam op 20, stukken op 8, 9, 10,
17, 19, 35.
Wit: 26, 27, 29, 31, 32, 34, 41, 44, 50.
Voor beide vraagstukken geldt: Wit
speelt en wint.
De auteur weet steeds een verrassend
slot te bewerkstelligen.
Da8-a7? Steeds weer een drei
ging als gevolg van de half-pin, nu van
Tb6, waardoor 2) Pb3 mat in de stelling
komt. De voornaamste parade 1) Ra4
faalt op 2) Pf5 mat en na 1) Pd3t
gaat weer 2) Td3: mat.
Op 1) Tc5:! is er echter geen mat
meer mogelijk.
D. 1) Da8-al! met de dreiging 2) Td3
mat dank zij de penning van Pb2. Ditmaal
helpt zwart geen lievemoederen. We zien
in de oplossing de matdreigingen bij de
verleidingen als varianten terugkeren!
1) Rf5. 2) Pf5 mat (vgl. A)
1) Pd5. 2) Td5: mat (vgl B)
1) Td6: (b3). 2) Pb3 mat (vgl C).
Een zeldzaam harmonisch totaalbeeld
van verleidingen en auteursoplossing,
waarvan niemand beter het geheim kent
dan ons aller Haring!
MR. E. SPANJAARD
■iifMirin r.\-.i.rv,-u\ -tnrM^nrvvwWf^fl *v--~ - '—wuuinm. .jin/mjuuuuuifiniuuuuilinnni
Zwart: dam op 11, stukken op 1, 5, 6,
9, 13, 16, 28, 33, 36, 40.
Wit: stukken op 12, 15, 17, 20, 21, 24,
27, 29, 38, 41 42, 47, 50.
B. DUKEL
Tweezet, evenals de volgende. Fout ware
1) d8 Dame? Pat! Slechts 1) d7-d8 Loper!
leidt tot het doel. 1) Ka8 (b8). 2) Rb6
mat.
Verplaatsen wij de witte koning naar
c7, dan ontstaat de stelling van
•uajqmqaS af jbm
uapjojw suaa jaq ua uaqajdsjoop uauies
aijenjis azap uajaoui sjajads apaoS 'qoo
uêp aoH üuaqqaq piaqjaqaz agtpapoA
poq uaa eu uaui ueq jbbjm -praqjaqazuo
agtua jjfqq ja lueM 'juaurrujsui uajaj
-ueq aj jsqfqiaoui jaq Jaqaz st ajsjBE) jifi
•uaqfqq \ez [3a\ jajej ajsjeej qja/A 'unajs
-jaojj Japuoz jo jaui 'jjaaSuee jqoBjq
auauiagpa „jejqnopaj" uaa fep jpjs aip
daojg uaa ja si ajjojsuaj, 'apuaopje jaiu
jfoo st auoaqj aip Jeeui 'jajqnop uaa eu
„uooAvag" paiq :uajaA\.aq uaJapue Jaajvj
qadsuagaj jaq ui jseAnoq jfoo joopaeep
uaqqaq ua (uaddoqas -oq) uasjaaqaq jaiu
qfqauuaq ZN a!P -mapf ap ui sjai jpaiq
ftjjeduagaj ap :jaiu psjsaaui ftp Jjaaq
j'ftj jaq uio [aaA 'uaAaguee unajsjaoa;
5)99 jajqnopaj jaq jam snp sjajads azap
ua{{tAt qfiiaqqrupeN 'jaajq-„3ueq-jaiu
-jeeui-saaM" jjoos uaa sje uajaAJaséj
„jaiqnopaj" jaq uep uapiA\ sjjadxa aStui
-uios ijuado uajaeq ua,a pjoou sps jbbj^
■u'a'jaiqnop aj jobjjuod
Sbbj uaa do sjapuejsuagaj ap uio aijisod
-sSueSjm ajeapi uaa junajsjaojj 'tiaag
qaop jqaejq auauiaSfe 'uajund 8 afsuiui
-uaj apuaAagUBB '„jajqnopaj" pjeapi uaa
pueqptnz azap sjjadxa apA jooa si 'jap
-nop jsoo uaddoqas uaa ejq 'uagfijq aj
uapuBjsjaAsrui uaag uio uaqqaq uajaoui
uaqojdsagje paog saaujjed aaAvj atp ua
uBBjsaq uagurjjBAdo apA J3aojbbm 'uaop
-jooa ub3) agptjq ut qatz aip „saijenjis"
3X3A Jap uaa cSeejAaSpuq do pjoomjuv
ERGENS, heel ver weg, woonde
in een heel ^hoog bouwwerk van
wel duizend meter, een mannetje.
Dat is echt erg hoog, want dat man
netje moest honderd trappen af en
honderd trappen op om zijn bood
schappen in huis te krijgen. Het
mannetje was dan heel erg moe.
Het eten, dat hij in huis gehaald
had, bleef staan. Hij lustte het niet
meer, zo moe was hij. En elke dag
werd hij magerder. Het eten, dat
hij niet opat, gaf hij aan de vogels.
OP ZEKERE dag streek er een
vogel op zijn balkon neer. Het was
een heel grote vogel met een hoed
op en een keel lange staart. Het
mannetje had nog nooit zo'n mooie
vogel gezien. Hij wilde naar het
De H. is van de hoeka of Turkse
waterpijp. In landen, zoals Turkije,
roken de mensen deze pijp. Bovenin
wordt tabak gedaan, onderin water,
dat soms ook nog geparfumeerd
wordt. Door aan het mondstuk te
zuigen, wordt de rook afgekoeld door
het water. Het glazen onderstuk van
de hoeka is vaak fraai versierd.
balkon lopen, maar de vogel stapte
zelf al naar binnen.
„Blijf zitten, mannetje", zei de
vogel. „U zorgt altijd zo goed voor
ons, maar dat kost u veel te veel
geld. En wat bent u mager! Eet u
zelf nooit?"
Toen vertelde het mannetje het
verhaal van de trappen. „Dat is
erg", zei de vogel. „Daar moeten
we wat aan doen. Ik zal er met de
Koningsvogel over praten." En weg
was de vogel.
DE VOLGENDE dag was hij er
weer en droeg een grote mand.
„Neemt u plaats, mannetje! ïk
breng u beneden." En het manne
tje stapte in. De vogel vloog met
de mand en het mannetje naar de
straat en zei: „Ik wacht. Doet u de
boodschappen maar en als u klaar
bent, breng ik u weer thuis."
Het mannetje eet weer en wordt
weer dikker. Maar de vogels ver
geet hij niet! H.
Maak eerst heel dun met potlood
tekening 1. Daarna is het niet moei
lijk tekening 2 er overheen te teke
nen. Probeer je het eens?
i
I
NIEUW-ZEELAND. De eerste waar
de van een nieuwe serie definitieve
frankeerzegels zal op 12 maart in om
loop worden gebracht: een 10 c. met
afbeelding van het landswapen in zil
ver en Koningin Elizabeth II in sil
houet. De uitgifte van deze zegel valt
samen met het bezoek van de Engelse
koningin aan Nieuw-Zeeland. (afbeel
ding).
Wat doet deze meneer?
Stuur je oplossing naar het bureau
van ons blad. Denk je er aan, je
naam, adres en leeftijd er bij te
schrijven? Uiterlijk dinsdag insturen!
Er zijn weer een paar prijzen te
winnen.
Dat geloofde toen Stlo-Stlak.
En hij tot Pong-Ping toen splak:
„Ga dat jij veltéllen Pong,
en sla flink dan op gong.
Veltel aan mensen van Chinezen,
dat zij blij gaan moeten wezen.
Iedeleen mag el van dlomen,
dat toch weel de zomél komen!"
H.
In het land van Pong-Ping
liep hij met een gong-ding.
En sloeg heel hald op daal;
Iedeleen weid wakkel-klaal.
Ping-Pong kwam veltéllen,
dat hij ging zomel bestellen
op de belg van Dong-Ding
lag klaal hij, zei Pong-Ping.
Alle mensen dat geloven
en keken blij naai boven.
Mandalijntje Stlo-Stlak
was nummel één die splak:
„Pong-Ping, hoe jij weet
dat het zomel heet,
wat jij vond op belg.
Want jij kan jokken élg".
Stlo-Stlakzei toen Pong-Ping,
„Op de belg van Dong-Ding
bloeide bloempje tussen sneeuw.
En daalnaast zat mevlouw spleeuw.
Die veltelde van de zon,
die elk dagje komen kon".