„KNVB's opperrechter" drs. J. A. Brons:
OPENBAARHEID ZITTINGEN
ZOU ER MOETEN
NSF - komend najaar klaar met
eigen nota - verbeterde positie
CRM-COMMISSIE VROEG KLOMPÉ
NIEUW DEBAT OVER SPORTNOTA
DE ELFSTEDELINC
r
IRIS
DWR triomfator
in zwemvijfkamp
Tielrooy nam
leiding
Den Bosch bleef
ook tegen Hokij
weer ongeslagen
SI
DINSDAG 3 MAART 1970
13
Motie
Sport en politiek
Prioriteiten
Dammen
Russisch schaakteam
voor Belgrado
DICK
BRUYNESTEYN
jzJ/NfKA ©OUT
r* -
-
p'I S
(Van onze sportredactie)
DEN HAAG Nadat KNVB's op
perrechter drs. J. A. Brons de zeer
progressieve stap nam om na de be
handeling van de strafzaken tegen de
trainers Rab en Hughes de pers aan
wezig te laten zijn bij de uitspraak,
zei bij gisteren: „Ik heb niets te ver
bergen. Ik straf rechtvaardig. Aan
openbaarheid van de strafrechtspraak
van de KNVB zie ik voordelen ver
bonden, maar ook moeilijkheden
Drs. (in de sociologie) Brons, hoofd-di-
recteur van de Strafinrichtingen te
Scheveningen is sinds 1 januari voorzit
ter van de twee kamers tellende straf-
commissie van de KNVB. Hij accepteer
de deze functie, nadat de vorige commis
sie na geruchtmakende affaires (van Ha-
negem en daarvoor Cruyff en Keizer)
zonder spijt afscheid had genomen.
Onder leiding van Brons voerde de
nieuwe straf commissie (eerste kamer: mr.
DRS. J. A. BRONS
innnnnnnnnnlrT.rr
(Van onze sportredactie)
DEN HAAG NSF-secretaris dr. Wim van Zyll had gisteren een goede
reden om vergenoegd te glimlachen. Tijdens het debat van de vaste Tweede-
Kamercommissie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk met
minister Klompé was duidelijk geworden dat de Nederlandse Sport Fede
ratie vorig jaar de juiste weg insloeg toen het besloot om de veelbesproken
sportnota van de minister van C.R.M. voorlopig onbeantwoord te laten.
„Wij hebben met onze nota met opzet gewacht tot na deze discussie. Daar
mee wilden wjj voorkomen dat de nota van de minister en onze nota samen
In een debat besproken zou worden. Er bestond een redelijke kans dat beide
stukken dan de mist in gegaan waren, omdat de parlementariërs de stand
punten door elkaar zouden halen", aldus Van Zijll na afloop van de ruim
zes uur durende bijeenkomst in het gebouw van de Tweede Kamer.
Jansen, P. Roomer en v. d. Gijp; tweede
kamer Mr. Winters, Kuys en Bijleveld)
ongemerkt een opener beleid in. In tegen
stelling tot de vorige formatie d ie het
zelfs bestond voor de pers weg te vluch
ten door tuinramen, werd voor zo ver mo
gelijk binnen het strakke kader van de
door de bondsvergadering vastgestelde
normen opening van zaken gegeven. Brons
is daarvan een groot voorstander. Tege
lijkertijd ziet hij echter wel in dat volle
dige openbaarheid (waarvan hij in prin
cipe zegt, „die zou er moeten zijn)" een
ander apparaat vereist. Of- en dat is ook
een mogelijkheid er zou een beperkte
openbaarheid van de zittingen van de
beide strafkamers moeten komen.
„Denk eens terug", zegt drs. Brons".
Aan de zaak Van Hanegem, die zo veel
tongen in beroering bracht. Als die affai
re openbaar was behandeld, dan had een
hal niet voldoende geweest om de publie
ke belangsteling te bevredigen. En boven
dien hadden er ordebewaarders moeten
zijn. De massa, die zich betrokken voelde
bij de zaak Van Hanegem had immers
emotioneel kunnen reageren. Een beperk
te openbaarheid (bijvoorbeeld slechts de
pers aanwezig bij de zittingen) lijkt drs.
Brons eerder realiseerbaar. In het geval
Van Hanegem had een dergelijk beleid,
aldus de voorzitter van de strafcommis-
sie, verkoelend kunnen werken. „In de
gevangenis komt het geregeld voor dat
gedetineerden moeten worden gestraft
omdat zij zich niet aan de discipline bin
nen de gevangenis houden. Bij deze tucht
rechtspraak pas ik ook openheid toe. Doe
ik het niet dan komt de man nadat hij zijn
straf heeft gehoord verongelijkt terug op
zijn afdeling en horen de anderen subjec
tief nieuws uit de tweede hand".
Deze situatie binnen de gevangenismu
ren is te transplanteren, zo vindt de
hoofd-directeur van de Strafinrichtingen
Scheveningen, naar de samenleving bui
ten die muren. De zaak Van Hanegem
van een dergelijk geval in de voetbalwe
reld is naar zijn mening een schoolvoor
beeld. Daar kwam nog bij, „zo zegt drs.
Brcns, die de affaire vanaf enige afstand
heeft gevolgd", dat het nieuws verkregen
via de verongelijkte partij verwerkt werd
door journalisten, die „vanzelfsprekend de
pest in hadden omdat zij de behandeling
van de zaak niet hadden mogen bijwo
nen."
De door velen binnen, en buiten de
KNVB verlangde openbaarheid kan niet
Of het voorkomen van een onduidelijk
debat voor de NSF inderdaad de belang
rijkste beweegreden was om pas nu de
concept-nota aan de aangesloten bonden
te sturen valt te betwijfelen. Een feit is
echter dat de sportorganisatie zich met
deze taktiek in een bijzonder gunstige
positie heeft gemanouvreerd. Door met
definitieve samenstelling van de nota te
wachten tot na dit debat kunnen de af
gevaardigden van de Nederlandse sport
bonden als zij op 2, 3, 6 en 7 april sa
menkomen om de concept-nota van de
NSF te bespreken rekening houden met
de standpunten van de minister en de
commissieleden, zoals die gisteren naar
voren kwamen.
Bovendien speelde de heer Kieft (A.R.)
de NSF in de kaart met zijn motie,
waarin hij de regering uitnodigt om na
het verschijnen van de nota van het par
ticulier initiatief (NSF), opnieuw met de
Kamer in discussie te treden. Dat zal
dan volgens de motie moeten gebeuren
aan de hand van een schriftelijk aan de
Kamer kenbaar te maken standpunt,
waarin de concrete beleidspunten van
een door de overheid te voeren natio
naal sportbeleid zijn neergelegd.
Van Zyil ziet de motie-Van Kieft (me
de ondertekend door Kleisterlee, Van
Leeuwen, Ter Woorst, De Boo en Dett-
meij er-La bberton) als een resultaat van
de besprekingen die de NSF het afgelo
pen jaar heeft gevoerd met de leden
van de vaste Kamer-commissie. Bij de
ze gesprekken stond steeds weer de vi-
(Van een medewerker)
DORDRECHT Een jeugdploeg van
DWR heeft zondagmiddag in het Sport-
fondsenbad te Dordrecht met groot
machtsvertoon beslag weten te leggen op
de eerste plaats bij een door de Dor-
drechtse Zwemclub „Merwede" georgani
seerde nationale vijfkamp.
Naast Merwede en DWR namen Aegir
(Eindhoven), ZYV (Den Bosch) en Zeist
deel aan deze zwemwedstrijden. Na aan
vankelijk op een tweede plaats gestaan
te hebben, stelden de Waterratten hun uit
eindelijke zege veilig door op zes van de
acht estafettenummers een eerste plaats
voor zich op te eisen.
Uitslagen: 100 m. rugslag meisjes onder
16 jaar: 1. Suzy de Wringer (DWR) 1.20.2,
100 m. schoolslag jongens onder de 16
jaar: 1. Aart Peek (DWR) 1.18.5. 100 m
vrije slag dames: 1. Tineke ten Bokum
(DWR) 1.10.0. 100 m vlinderslag heren:
1. Hans Stocker (DWR) 1.08.0. 4 x 50 m
wisselslag dames: 1. DWR 2.28.3. 4 x 50 m
wisselslag heren: 1. DWR 2.06.7. 5 x 50 m
vrije slag dames: 1. DWR 2.48.1. 5 x 50 m
vrije slag heren: 1. DWR 2.24.1.
sie van de regering, en niet die van het
particuliere initiatief in de sportwereld
op de voorgrond. De NSF-secretaris was
bijzonder te spreken over de manier
waarop de Tweede Kamer-leden zich op
deze discussie hadden voorbereid.
Van Zijll: „De discussie van vandaag
was wel een groot verschil met die van
1960. De politici waren nu zeker niet zo
vaag meer als bij die eerste gelegen
heid. Ik ben blij dat men nu zo goed
gereageerd heeft. Het had ook anders
kunnen lopen. Als de commissieleden
zich niet zo goed hadden voorbereid, als
zij zich af hadden laten schrikken door
de kritiek na de publicatie van de sport
nota dan waren wij in deze discussie op
een dood punt gekomen. Nu is men erin
geslaagd de minister vast te leggen op
twee belangrijke punten".
Die hoofdpunten waren overigens niet
nieuw. De minister had reeds kenbaar
gemaakt dat het de taak van de rijks
overheid was om bij te springen in de
bouw van sport-accomodatie en bij de
opleiding van kader. De commissie-le
den dwongen minister Klompé gisteren
echter nogmaals een duidelijke erkenning
van deze verantwoordelijkheden af. Daar
is gelijk de belangrijkste toezegging in
het debat mee genoemd. De „voorname
rol" die de heer Vrolijk (P.v.d.A.) de
rijksoverheid in het sportbeleid wilde la
ten spelen bleef verder beperkt.
De heer Visser (D'66) vroeg zich bij
de bespreking van het eerste agenda
punt af hoe de houding van de minister
te rijmen is met hoge waarde die in de
nota aan het belang van de sport werd
toebedacht. Hij betreurde het verder dat
de nota van de NSF nog niet voor deze
discussie verschenen was. Later zou Van
Zijll nog door laten schemeren dat er
heel wat te bespreken zal zijn als „zijn"
nota in het najaar inderdaad verschijnt.
„Beide nota's lopen zeker niet parallel"
lichtte hij (oe, „wij zullen er in ieder ge
val de stelling dat politiek en sport ge
scheiden gehouden moeten worden mee
uit de wereld helpen".
Veel verder dan de accomodatie en de
kaderopleiding wilde de minister de be
moeienissen van de rijksoverheid niet la
ten gaan. Geheel volgens de teneur van
haar nota stelde zij dat de aandacht van
de overheid vooral uit gaat naar de
breedtesport. „Dit sportbeleid is een on
derdeel van het totale welzijnsbeleid en
daarin streven wij er na het zo dicht
mogelijk bij de burgers te brengen", al
dus de minister, die daarmee opnieuw
benadrukte dat de sport volgens haar
een zaak is van de gemeentelijke over
heid en het particulier initiatief. De heer
Vrolijk vroeg in dit verband de gemeen
ten dan ook de mogelijkheden te geven
om, wat de sport betreft, dichtbij de bur
gers te kunnen staan.
Uitgebreide aandacht werd er besteed
aan de vraag of de afdeling die de
sport binnen het CRM-ministerie behan
deld nog wel op deze taak berekend zou
zijn. Minister Klompé kon daarop ant
woorden dat er momenteel onderzocht
PmM
v 4 t
v* w-
hen grout aantal bondsofficials toonde gisteren belangstelling voor de behandeling van de sportnota in de vaste com
missie voor C.R.M. m de Tweede Kamer. Vanaf de publieke tribune volgen jhr. mr. Feith (voorzitter NSF) en mr.
Idenburg (vice-voorzitter van de KNHB) de discussie.
wordt of een herstructurering van deze
werkeenheid noodzakelijk is. Op het ver
zoek van enkele Kamerleden om de sport
een volwaardige plaats op het departe
ment te geven wilde de bewindsvrouwe
nog niet ingaan. Vrolijk voelde in dit
verband veel voor de benoeming van de
speciale staatssecretaris voor sport. De
minister bleek er niets voor te voelen om
voor alle afdelingen op haar departement
staatssecretarissen te benoemen. Welwil
lender scheen zij te staan tegenover de
suggestie om dan een staatssecretaris te
benoemen voor bijvoorbeeld sport, jeugd
werk en recreatie.
In de tweede motie van de regerings
partijen, die ook werd ingediend door de
heer Kieft werd verder gevraagd een be
staande interdepartementale werkgroep
voor sportzaken op korte termijn advies
ta laten uitbrengen over de manier
waarop de overheid en de organisaties
overleg over de sport behoren te voe
ren. Tevens moeten er op korte termijn
prioriteiten worden gesteld en moet een
behoeftepeiling geschieden naar de beno
digde accomodatie.
Bij de behandeling van punt zeven:
accomodaties, sprong Vrolijk in de bres
voor de^ bouw van instructiezwembaden.
De minister liet weten dat de zwemba
den nog de tweede plaats innemen op
haar prioriteitenlijstje, dat er als volgt
uitziet: 1. sporthallen en zalen, 2. in
structiezwembaden, 3. veldaccomodatie,
en „ergens heel ver weg" ook nog ijs
banen.
Veel begrip was er bij de Kamerleden
voor de benarde positie van veel Neder
landse topsporters. „De bonden blijken
niet in staat om de amateurtopsporter
maatschappelijk goed te begeleiden. Hier
ligt ook een taak van de overheid", stel
de de heer Ter Woorst, die de overheid
voorstelde deel te nemen in de Raad
voor Maatschappelijke Begeleiding van
de NSF. „Het is onjuist om de volle
last van de topsport op de schouders
van zo weinigen te leggen", viel me
vrouw Van Leeuwen hem bij.
Minister Klompé temperde hun opti
misme door te verklaren dat zij de be
oefening van topsport nog steeds ziet
als de vrije keuze van de burgers. „Top
sport heeft alleen grote waarde omdat
het de massa stimuleert", aldus de mi
nister. Zij zei verder weinig te zien in de
topsport als propagandamiddel in het
buitenland. De beslissing of de rijksover
heid deel zal nemen in de Raad voor
Maatschappelijke Begeleiding stelde de
CRM-minister uit tot na het gereedko
men van het eerste rapport van dit eind
vorig jaar opgerichte orgaan. Bij de be
handeling van het dopingsprobleem, wil
de minister Klompé, wegens het ontbre
ken van een sluitende controle, nog niet
verder praten over een wettelijke
regeling.
worden gegeven door de strafcommissie.
De bondsvergadering van de voetbalbond
zal daartoe stappen moeten ondernemen.
Ondertussen blijft die openbaarheid een
punt, dat de volledige aandacht krijgt
van de commissie. Overwogen wordt of
het bondsbestuur een voorstel kan worden
gedaan in die richting.
Een programmapunt van de strafcom-
misie, dat al verder is ontwikkeld, is de
synchronisatie van het scheidsrechter
corps in Nederland. Een eerste stap is
gezet door de nieuwe met ingang van
het seizoen '70-'71 in te voeren-waarschu-
wingsregeling. Daardoor wordt een stuk
verantwoordelijkheid weggenomen bij de
scheidsrechter en de strafcommissie en
ondergebracht bij de verenigingen en de
spelers. Zoals bekend zal de speler im
mers pas voor de strafcommissie ver
schijnen als hij een drietal officiële waar
schuwingen „aan zijn broek heeft gekre
gen". Slechts bij „gewelletjes" of met an
dere woorden in gevallen waarbij er spra
ke is van een een gewelddadige hande
ling wordt de strafcommissie onmidel-
liik ingeschakeld.
Een volgende stap zal worden gedaan
wanneer duidelijk wordt dat de nieuwe
regeling het evenals in Engeland goed
doet. Dan zal misschien de scheidsrech
ters de mogelijkheid worden gegeven in
het veld een waarschuwing uit te delen
en die waarschuwing na de wedstrijd
als tijdens de rest van het duel de speler
zich goed gedraagt weer in te trekken.
Op het ogenblik is, aldus drs. Brons een
scheidsrechter bang een waarschuwing te
geven omdat de gevolgen zwaar kunnen
zijn. Hij geeft daarom vaak een verma
ning als het eigenlijk een waarschuwing
moet zijn.
Tenslotte nog een waarschuwing van
drs. Brons, die bestemd is voor de spe
lers. „In het nieuwe seizoen zal de straf
commissie de spelers, die een derde waar
schuwing hebben opgelopen en waarvan
bewezen wordt dat ze over de schreef zijn
gegaan met harde hand aanpakken. Er
zal in die gevallen geen boete worden ge
geven, maar zeker schorsing volgen.
(Van onze dammedewerker)
HAARLEM. Door zijn achterstallig»
partij tegen Th. v. Wort in winst om te
zetten en mede door in de vierde ronde
van het toernooi om het persoonlijk
damkampioenschap van het district Ken-
nemerland te zegevieren over zijn club
genoot J. van Straten heeft Th. Tielrooy
de leiding heroverd. Zijn naaste concur
rent H. de Groot won in hevige tijdnood
van W. Winter. H.v.d. Vossen en C. v.
Duivenbode kwamen tot een spannend
gevecht, dat na vier uur spelen werd af
gebroken in een gunstige positie voor v.
Duivenbode. G. Zeeuwe capituleerde voor
A. Douma en G. Hekelaar en Th. v. Wort
kwamen tot een puntenverdeling. De lei
ding in de hoofdklasse berust nu bij Th.
Tielrooy met 8 uit 4, op de voet gevolgd
door H. de Groot 7 uit 4.
In de eerste klasse resulteerde de vier
de ronde in: De Zwart—Hartman 0-2;
Groot—Luiten 2-0; Hablous—De Brie jr.
1-1; v.d. LindenMoonen 0-2. In deze af
deling leidt Hartman met 6 uit 3, gevolgd
door Moonen en de Zwart elk 5 uit 4
Voor de tweede klasse vonden slechts
twee partijen doorgang, te weten: vd
Does—Toxopeus. 0-2 en Post—Goddijn
0-2. De jeugdgroep had een vrije ronde.
De eerstvolgende volledige ronde zal op
i maart worden gespeeld, wederom in de
zaal van café-restaurant Kennemerland,
Rijksstraatweg 433 aanvang 14 uur.
MOSKOU. Het Russische schaak
team, dat vanaf 29 maart in Belgrado
in een wedstrijd over vier ronden uitkomt
tegen een ploeg van de ,rest van de
wereld", is als volgt samengesteld:
Spasski, Petros jan, Kortsjnoi, Poloega-
jevski, Geiler, Taimonov, Botwinnik, Tal,
Keres en Stein.
De Amerikaan Bobby Fisher heeft in
middels toegezegd om deel te nemen aan
het team „rest van de wereld".
DEN BOSCH. Den Bosch heeft gis
teravond de competitiewedstrijd voor de
eerste divisie tegen Hijs Hokij op eigen
baan met 8-1 gewonnen. De scores per
periode waren: 2-0 2-1 4-0. Er waren 1500
toeschouwers.
IS Vlak