Vertoning onbekende werken van
eigenzinnige Deense filmer
FILMMUSEUM HERDENKT
DE GROTE CARL DREYER
rrico
FILMS IN AMSTERDAM
Voorcensuur past niet
in Nederlands bestel
Geen prijzen op
Cinestud 70
Juwelier Voet
wordt heel vaak
feestelijk bedankt.
VOET
Menselijke
waardigheid
in boze wereld
ROEL V. DUYN
MET
KABOUTERPARTIJ
IN
VERKIEZINGEN
^tfcie&jg
DÈ MflNTELSPEClAUST
yfJuweliers
f
VRIJDAG 6 MAART 1970
AMSTERDAM Toen de Deense filmer Carl Dreyer op 20 maart 1968
stierf hij was toen 79 jaar oud had hij vrij vast omlijnde plannen in
het grijze hoofd om een film over Christus te maken en men zou zich geen
betere afsluiting kunnen bedenken van het leven van een filmer, die zijn
hele carrière gefascineerd is geweest door de geestelijke grootheid van de
mens. De talrijke films, die Dreyer op zijn naam heeft staan, hebben bijna
steeds te maken met de beproevingen, waaraan de mensen in dit leven
onderworpen zijn, met het kwaad dat hen bedreigt en met de haast boven
menselijke inspanning die het kost om zich staande te houden.
Portredacteur
Beschamend
dus
niet vergeten
Fricoeten
MINISTER KLOMPé OVER
EENAKTERS JAN GREMER
Onderscheiding voor
Oswald Kolle
Bodega
de
Landauer
De Uilenboom
Santpoort
ËF Ft
<2
IN HONDERDEN BEELDIGE
EXOTISCHE KLEUREN EH XSSIU3
FORMATEN:
180x45cm ljjljo
UITSLUITEND BU
Voor 'n suksesvol cadeau
dat een cliënt bij hemuitzocht.Voor 'n
verjaardag, een trouwgeschenk of 'n
liefde. Het komt voor dat Juwelier
Voet wordt bedankt. Voor de
verantwoorde keus. De
eksklusieve halsketting of het
gouden horloge.Ende ongedwongen,
vakkundige bediening. Want dat het
prettig uitzoeken is, bewijst de
vaste cliëntèle van Juwelier Voet. Prettig
ook te weten, dat u niet op eieren de deur uit hoeft
als u niets gekocht hebt.
Haarlem: Anegang 13-15 - Grote Houtstraat 165.
Dreyers films en dat verklaart de
geringe populariteit van deze unieke fi
guur waren moralistische films, films
die de boosheid van de wereld erkenden,
maar tegelijk lieten zien, dat het moge
lijk was voor het individu om zijn men
selijke waardigheid te behouden. Het
sterkste en tegelijk meest bekende voor
beeld van dit door Dreyer in allerlei vor
men verwerkte thema was „La passion
de Jeanne d'Arc" die de filmer in 1927 in
Frankrijk maakte, met Jeanne d'Arc
als schitterend bewijs van zijn stelling.
Het is een voortreffelijke gedachte
geweest van de directeur van het Neder
landse Filmmuseum, de heer de Vaal,
om aan deze in ons land nauwelijks be
kende filmmaker, die overal ter wereld
tot de grote figuren van de cinematolo-
gie wordt gerekend, uitvoerig aandacht
te besteden middels een reeks voorstel
lingen van diens films en door de inrich
ting van een beknopte tentoonstelling die
door het Deense pendant van het Film
museum is afgestaan.
Het is goed gezien van de directie van
het Filmmuseum om juist in een perio
de dat zij in een hopeloos uitziend con
flict met de gemeente Amsterdam ge
wikkeld is ter verkrijging van een leef
bare woonruimte, met een dergelijke
imponerende manifestatie het bestaans
recht van dit instituut tracht te bewij
zen. Er kan zelfs een bittere parallel ge
trokken worden tussen de ondankbare
achteloosheid, waarmee een figuur als
Dreyer tijdens zijn leven behandeld is
en tot werkeloosheid werd gedoemd en
de nonchalante houding waarmee ge
meentelijke autoriteiten dé ontplooiing
van een instelling als het Filmmuseum
belemmeren en tegenwerken.
Carl Thedor Dreyer werd op 3 febru
ari 1889 in Kopenhagen geboren. Na een
weinig gelukkige jeugd in een pleeggezin
raakte hij verzeild in de journalistiek,
juist in een periode kort voor de eer
ste wereldoorlog dat deze haar pom
peuze karakter en haar litteraire franje
wat kwijtraakte en zich meer op het oog
getuige-verslag en op een meer feitelijke
stijl ging toeleggen. Als sportredacteur
van de Berlingske Tidende heeft de jon
ge Dreyer toen de eerste ontwikkeling
van de luchtvaart meegemaakt en korte
tijd zelfs nog gespeeld met de gedachte
om piloot te worden. Het werd echter
film, want door zijn journalistieke werk
kwam Dreyer in aanraking met de be
faamde Deense filmonderneming Nor
disk Films, waar hij eerst als dialoog-
schrijver optrad en daarna betrokken
raakte bij het verzorgen van scenario's
en van de filmmontage. Na op die ma
nier de technische kant van het vak te
hebben bestudeerd, kreeg Dreyer in 1918
een eerste gelegenheid tot het zelfstan
dig maken van een film.
Zijn filmdebuut werd „De president"
en dit historische werkstuk is onder an
dere opgenomen in het retrospectief van
het Filmmuseum, waar het woensdag 11
maart tegelijk met Dreyers laatste film,
„Gertrud" vertoond zal worden. Een
uniek programma dat langer dan drie
uur zal duren, maar een welhaast com
pleet beeld geeft van een moeilijk te
plaatsen filmer, maar tegelijk van een
unieke persoonlijkheid die in de 45 jaren
die er tussen beide films liggen, niet we
zenlijk veranderd blijkt in zijn opvattin
gen over doel en vorm van het filmen.
Uiteraard heeft „Gertrud" een soepeler
techniek, mooiere zwart-wit beelden en
meer beheerste speelstijl, maar de plaat
sing van de personen in het beeld, de ge-
styleerde achtergronden, de beeldvlak
verdeling zijn dezelfde gebleven, evenals
een afkeer van alle luxe, overbodigheden
en uiterlijk vertoon die een onbelemmerd
uitzicht op de mens, gekweld door de
noodlottigheden in zijn bestaan, *in de
weg zouden kunnen staan.
Tot 1927 toen hij in Parijs ging werken,
is Carl Dreyer afwisselend bij de Deense
Nordisk Film Kompagni, bij de Zweedse
Svensk Filmindustri en ook bij de UFA
in Berlijn werkzaam, maar geen van de
films uit die tijd hebben zijn naam zo
vereeuwigd als „Jeanne d'Arc" die op 21
april 1928 zijn première beleefde in de
Palace Cinema te Kopenhagen en sinds
dien omringd is door mateloze bewonde
ring en een niet te stuiten hoeveelheid
verhalen en anecdotes over de totstand
koming van dit unieke meesterwerk. An
derhalf jaar heeft Dreyer in de Franse
studio's gewerkt, waar een ingewikkeld
en duur decor van kasteelmuren, torens
en middeleeuwse huizen stond opgesteld
en waar een onverzettelijke persoonlijk
heid op bijna dictatoriale wijze regeerde
en uit zijn acteurs topprestaties wist te
halen.
Het was een vorm van werken die in
een tijd dat de geluidsfilm in opkomst
was en de film meer teamwerk zou wor
den, weinig aanhang genoot. Kort na
„Jeanne d'Arc", dank zij particuliere
fondsen „Vampier" gemaakt te hebben,
bleef Dreyer ruim twaalf jaar werkeloos
als filmer (hij vatte zijn oude beroep van
journalist weer op). Eerst in '43, tijdens
de Duitse bezetting, ontstond „De dag des
oordeels" („Vredendag"), het verhaal
van een wonderbaarlijke genezing. Beide
films gebruiken een ongewoon gebeuren
om het drama, dat zich tussen de mensen
afspeelt te intensiveren. Deze constructie
veroorzaakte bij veel toeschouwers on
begrip en vijandigheid.
Dreyer is nooit populair bij een bios
cooppubliek geweest. Dat zijn laatste film
„Gertrud", geen bioscooproulatie in ons
land heeft kunnen krijgen is even begrij
pelijk als beschamend.
Het Filmmuseum zal de film tweemaal
vertonen, op woensdag 11 maart en op
donderdag 2 april en daartussen zullen
alle andere onbekenden werken van de
Deense meester uit de twintiger jaren,
„Bladen uit satan's boek", „De vrouw
van de dominee", „Mikael", „Gij zult uw
vrouw eien en natuurlijk „Vampier pectievelijk voorkeur vertoont
ook aan de beurt komen. Daaree zal
het Filmmuseum een slechte beurt van
het bioscoopbedrijf weer goed trachten
te maken, al zal het daarmee niet de er
kenning van de Amsterdamse instanties
winnen die het drukker hebben met zoe
ken naar ruimtes voor bankgebouwen en
kantoren dan voor culturele instellingen
die zich met zo iets minderwaardigs als
belicht celluloid ophouden.
CHARLES BOOST
ADVERTENTIE
FRICO. KAAS MET EEN GROTE K
Een scène uit de film Zwijnestal van Pasolini.
MüNCHEN (DPA) Oswalt Kolle,
West-Duitslands „voorlichter op sexueel
gebied" is dinsdagavond in München
voor zijn tweede, derde en vierde voor
lichtingsfilm met drie „gouden filmdoe
ken" onderscheiden. De redactie van het
film tijdschrift „Filmecho/ Filmwoche"
en de vereniging van Duitse Bioscoop
exploitanten kenden hem deze prijzen
toe omdat zijn drie films binnen een jaar
ruim drie miljoen kijkers hadden ge
trokken.
De films waarom het gaat, zijn „Das
Wunder der Liebe", „Deine Frau das
unbekannte Wesen" en „Zum Beispiel
Ehebruch".
ADVERTENTIE
^VWWWVWMMWWMA«
in het steegje achter
waar behalve drankjes en snacks
ook sfeer geserveerd wordt.
Geopend vanaf 17.00 uur.
kA/\AAAAAMAAMAAA/\AAAMWVWW\AAAAAMAAAMU\AAA/V
AMSTERDAM. De veelzijdigheid
van film-uitingen die op een willekeurige
bioscoopagenda kunnen voorkomen, laat
zich niet beter demonstreren dan aan de
hand van enige nieuwe films die in Am
sterdam inmiddels zijn ingezet. Er zijn
daar n.l. drie premières th signaleren
die onderling dusdanig verschillen dat
daarmee duidelijker dan ooit de gevari
eerdheid van het bioscooppubliek en de
veelheid van motieven om naar de bios
coop te gaan aan de dag treden.
Om bij het meer populaire werk te be
ginnen, Tuschinski heeft met een opmer
kelijke nonchalance de comedie van het
jaar, „John and Marv" laten vallen (en
niet eens overgebracht naar een klei
ner theater) en daarvoor in de plaats de
sensationele oorlogsfilm „De brug bij
Remagen" ingezet, wat op zichzelf al
een contrastwerking tussen twee opvol
gende programma's oplevert die bijna
zonder precedent is.
„De brug bij Remagen" is een log en
onhandig verslag van werkelijke en ver
zonnen gebeurtenissen rond de befaamde
Rijnbrug die op 7 maart 1945, twee maan
den voor het einde van de oorlog, bijna
ongeschonden in handen van de gealli
eerden viel die daarmee over een mak
kelijke toegangsweg tot het Derde Rijk
konden beschikken. Het toeval heeft bij
deze fortuinlijke verovering wel een ro\
gespeeld, de brug was zwaar ondermijnd,
maar op het beslissende ogenblik weiger
den de meeste ladingen te exploderen,
maar de film maakt er nog een gecom
pliceerde geschiedenis om heen, waarbij
tegenstrijdige opvattingen ovei het al
dan niet in tact houden van de brug bij
beide partijen een rol zouden hebben ge
speeld.
Op die manier wordt een relatief kleine
gebeurtenis in het geheel van krijgsver
richtingen op het einde van de laatste
oorlog gedramatiseerd tot een volwaar
dige, avondvullende film, waarin de be
kende soldatentypen, vermoeid en cy
nisch en overtuigd van de zinloosheid
van dit alles, hun bekende teksten af
draaien.
De Engelsman John Guillermin, geen
grote figuur in de Londense studio's,
voerde de regie en de bekendste mede
spelers zijn George Segal, Peter von
Eyk (wiens laatste rol van Duitste mi
litair dit werd), Ben Gazzara en E. G.
Marshall Groot van opzet is ook „Ma
rooned" („Op drift in de ruimte") die
in Cinerama voor de tweede week gaat
en tot het science fiction-genre gerekend
kan worden In een periode in de waar
schijnlijk naaste toekomst luk+ het door
een technische storing niet een ruimte
schip met drie piloten terug naar de
aarde te brengen. Zij blijven een baan
beschrijven in de ruimte, hebben con
tact met Houston en dus ook met hun
vrouwen, maar schijnen hoewel allerlei
reddingsmogelijkheden per computer uit
gedokterd worden, ten dode opgeschre
ven. Een sensationeel gegeven dat door
John Sturges handig aangewend wordt
om er allerlei emoties en spanningen
mee te bespelen.
Terwijl in beide gevallen duidelijk ge
mikt wordt op een groot publiek dat res-
voor een
spectaculaire oorlogsfilm of voor een
spannend ruimtevaart-drama, betekent
de film die Kriterion deze week inzet een
even duidelijke gok op een nog altijd
gering aantal cinefielen dat minder voor
het visuele plezier dan voor het genoe
gen van denkwerk en discussiemogelijk
heid naar de bioscoop gaat. „Zwijnen
stal" heet de film die al op de Cinemani-
festatie in Utrecht tot langdurige uiteen
zettingen aanleiding werd, ook al omdat
de maker, Pier Paolo Pasolini toen zelf
aanwezig was.
„Porcile". zoals de film oorspronkelijk
heet is de film van een ontmoedigd mens
die geen uitkomst meer ziet voor de mens
heid in een verziekte samenleving die
zijzelf heeft gecreëerd. Om de onmoge
lijkheid van dit bestaan onder woorden
en in dit geval onder beelden te
brengen heeft Pasolini twee verhalen
dooreen gemengd die op het eerste ge
zicht nauwelijks enige relatie tot elkaar
vertonen, maar beide op den duur een
zelfde thematiek vertonen en tenslotte
eenzelfde gruwelijk einde vinden.
Het ene verhaal speelt in deze tijd,
altans in het na-oorlogse Duitsland en
houdt zich voor een groot deel bezig met
de onderhandelingen tussen twee indu
striële concurrenten, de heren Klotz en
Herdhitze die met opgewekte gezichten
elkaar bedriegen en chanteren, omdat
ieder van hen belastende dingen van de
ander weet. Zo is Herdhitze ervan op de
hoogte dat Klotz' zoon Julian (Jean-Pier
re Léaud) geslachtelijke omgang met
varkens heeft.
Het andere verhaal dat afwisselend in
fragmenten door het eerste heenloopt en
nagenoeg zwijgend verloopt, speelt in de
vroege middeleeuwen in een verlaten
woestijnachtig gebied, waarin een uitge
putte zwerver (Pierre Clément) door hon
ger gedreven tot kannibalisme vervalt en
een gruwelijk einde vindt als hij en enige
bij hem aangesloten verwilderde mannen
aan palen worden vastgebonden en ten
prooi wordt gelaten voor wilde woestijn
honden. Een einde dat correspondeert
met de wijze waarop Julian de dood
vindt. Deze wordt n.l door zwijnen ver
slonden.
In de beide extreme figuren heeft Pa
solini het individualisme willen personi
fiëren, het zich onderscheiden van de
massa, dat in alle tijden door de maat
schappij veroordeeld en met uitroeiing
bedreigd wordt. Het is een bittere over
tuiging die door de filmer in een moei
lijke parabel verpakt is, maar hij heeft
zijn film een uiterlijke vorm meegege
ven die voortdurend fascineert en tot na
denken en interpreteren noopt. De vol
strekte moedeloosheid van het werk en
de uitzichtloosheid van Pasolini's visie
zullen bij het zien van de film meer be
lemmerend werken dan zijn oorspronke
lijke onduidelijkheid.
Nachtvoorstellingen
Cineac Reg. Breestraat brengt in de
nachtvoorstelling van zaterdag een repri
se van Orson Welles' „Citixen Kane" en
Kriterion heeft het ditmaal gezocht in de
aandoenlijke kinderfilm van René Cle
ment „Les jeux interdits". Andere be
kende reprises zijn „St. Valentine's day
massacre" van Roger Corman in Calyp
so, „The trip", eveneens van Corman in
Roxy, „The Cincinnati kid" in Studio K
Thérèse en Isabelle in Leidseplein Thea
ter en een Laurel en Hardy program-
ma in De Uitkijk.
Ned. Filmmuseum
Over het Carl Th. Dreyer-retrospec-
tief in het Filmmuseum hebben we elders
al geschreven. Op 11 maart wordt in het
Stedelijk Museum om 19.00 uur de ten
toonstelling van foto's, boeken, brieven,
manuscripten, decorontwerpen en ma
quettes betrekking hebbend op het werk
van de Deense meester geopend, waarna
aansluitend diens eerste („De presi
dent") en laatste film („Gertrud") ver
toond zullen worden. Op donderdag 12
maart wordt dan „Bladzijden uit Satans
boek" vertoond, Dreyer's tweede film uit
1921, een episodenfilm geïnspireerd docr
Griffith's „Intolerance", waarin achter
eenvolgens „Het lijden van Christus",
„De inquisitie", „De Franse revolutie"
en „De Russische revolutie in Finland"
als het resultaat van duivels verraad
worden voorgesteld. Dit unicum in de
cinematografie duurt meer dan twee uur
(130 minuten) en zal ongetwijfeld, ook
al door zijn geringe bekendheid, de be
langstelling van alle film-geïnteressseer-
den trekken. Die er dan wel aan moeten
denken dat de film, altans in Amster
dam, slechts eenmaal vertoond zal wor
den.
CHARLES BOOST
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. Minister Klompé van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk heeft in antwoord op schriftelijke
vragen van het Tweede Kamerlid drs. J.
Voogd (P.v.d.A.) meegedeeld, dat er
geen sprake kan zijn van het vooraf op
vragen van toneelstukken om deze aan de
minister van Justitie voor te leggen, zo
dat die kan beoordelen of op basis van
onze wetgever aanleiding zal bestaan de
opvoering te voorkomen. Minister Klom
pé acht dit een vorm van censuur vooraf,
die niet in ons bestel past.
De opmerkingen van de minister ko
men naar aanleiding van de deining rond
de opvoering van enkele eenakters van
Jan Cremer door de toneelgroep Studio.
De minister heeft geruchten en sugges
ties in sommige kranten tegengesproken
dat twee actrices van Studio een rol ge
weigerd zouden hebben omdat de eenak
ters kwetsend voor hen waren.
Eén van de actrices, Edda Barends,
weigerde haar rol in één der stukken ge
naamd „Oklahoma Motel", omdat zij het
een erg slecht stuk vond. De tweede ac
trice, Jeanneke Stam, meende dat het
stuk mogelijk kwetsend kon zijn voor een
deel van het publiek. Om die reden wei
gerde ze en niet omdat ze de tekst en
de inhoud voor zichzelf als kwetsend be
schouwde. Acteur Broes Hartman meen
de in het stuk anti-semitische tenden
sen waar te nemen en wilde om die reden
niet meespelen. De artistieke leiding van
de groep heeft deze tendensen niet kun
nen waarnemen en heeft de bezwaren
van de betrokkenen niet gedeeld. Door
het inzetten van een gastacteur konden
de repetities van het stuk twee weken
geleden beginnen.
Wel is een tweede stuk van Jan Cre
mer genaamd „The Broad-minded cou
ple" van het programma geschrapt. Dit
is echter gebeurd omdat de technische
uitvoering, de hoge monteringskosten, de
korte voorbereidingstijd en bezettings
moeilijkheden er waren teveel figu
ranten nodig een uitvoering niet mo
gelijk maakten.
Thans onderzoekt de toneelgroep „Stu
dio" de mogelijkheid om naast het spel
„Oklahoma Motel" een ander stuk van
Jan Cremer in studie te nemen en zo een
avondprogramma te creëren. Het gaat
hier om „The Late Late Show", een stuk
dat twee jaar geleden in Rotterdam al is
opgevoerd.
Deze gang van zaken is donderdag ge
bleken in de Tweede Kamer toen minis
ter Klompé haar antwoord op schrifte
lijke vragen aan de Kamerleden, mej.
Van Leeuwen (A.R.) en de heren Goud
zwaard (A.R.) en Voogd (P.v.d.A.) pu
bliceerde en bij dat antwoord een brief
van het bestuur van de toneelgroep „Stu
dio" insloot.
Uit het schriftelijk antwoord blijkt
voorts nog dat aan Jan Cremer volgens
de normaal geldende regels een subsidie
zal worden verleend voor zijn werk aan
het stuk „Oklahoma Motel". Steeds is het
de gewoonte geweest dat als een derge
lijke subsidie-aanvrage via een toneelge
zelschap wordt ingediend; dit gezelschap
let op de handhaving van allerlei nor
men. Dit vertrouwen is, aldus minister
Klompé, ook in dit geval niet beschaamd.
Tot nu toe is, zover haar bekend, nog
nooit een dergelijk verzoek om subsidie
afgewezen.
Minister Klompé heeft donderdag haar
schriftelijke antwoorden mondeling in de
Tweede Kamer toegelicht naar aanlei
ding van soortgelijke mondelinge vragen
die de heer Kronenburg donderdag in de
Kamer aan de minister heeft gesteld.
Haarlem
Grote Houtstraat 180
Amsterdam. De internationale jury
van Cinestud 70, het vierde internationa
le studenten filmfestival, de afgelopen
dagen in Amsterdam gehouden, heeft be
sloten geen prijzen toe te kennen omdat
er naar haar oordeel geen films waren
die er uitsprongen.
De jury die naar eigen inzicht 2500 gul
den had te verdelen vond bij de inge
zonden films niet het type dat zij ver
wachtte. Zo waren er volgens haar te
weinig politiek geëngageerde films. De
jury heeft 2500 gulden toegekend aan de
Stichting Cinestud die zich volgens haar
meer moet gaan specialiseren op heit
nieuwe elemeilt in de film en als zulks
zich in de komende drie jaar voordoet dit
soort films voor het festival in 1973 moet
zien te verwerven. Daartoe, suggereer
de de jury, zouden de statuten en de
regelementen van Cinestud moeten wor
den gewijzigd. De jury kende Cinestud de
prijs toe voor onderzoek naar de reali
sering van een en ander.
Wel toegekend is de publieksprijs. Voor
de Nederlandse film „Portret", een
groepswerk van het eerste jaar van de
Nederlandse Filmacademie kreeg Louk
Vreeswijk de eerste prijs van 1000 gul
den en de film „Black Puddingh" van
Nancy Edel] van de universiteit van Bris
tol was goed voor de tweede prijs van
500 gulden.
ADVERTENTIE