Keiler ook buiten baan actief
KARLHEINZ
GIESELER
In de Duitse bondsrepubliek kan
momenteel iedereen met nodige
capaciteiten topsport beoefenen"
DEUTSCHER SPORTBUND VOND
OPLOSSING VOOR DE SOCIALE
PROBLEMEN VAN TOPSPORTERS
IN 1970 REGERINGSSTEUN VAN
BIJNA TIEN MILJOEN MARK
„Ook topsport
bepaalt gezicht j
van de natie"
manager van
Duitse NSF
Voorbeeld
Oplossing
Inspraak
Problemen
Doel
Best idee
■til.w
Erhard Keiler is ook buiten de ijspiste bijzonder actief als topsporterHij is
momenteel voorzitter van de adviesraad van topsporters in de DSB en ver
tegenwoordigt deze groep in het bestuur van de Commissie ter Bevordering
van de Topsport.
FRANKFURT. De DSB is de
eerste allesomvattende sportorgani-
satie in West-Duitsland. Voor het
machtige verbond in 1950 werd op-
gericht, bestonden er weliswaar j
landelijke confessionele en sodalis-
tische sportbonden, maar die werk-
ten langs elkaar heen of zelfs te-
gen elkaar. Momenteel is de Duitse
voetbalbond met 2.722.503 leden de
grootste aangesloten bond, op de
tweede plaats gevolgd door de turn- j
bond met 2.121.605.
Veelbelovend voor de toekomst
is dat 50 percent van de mannelijke
(15.2 bij de vrouwelijke) bevolking
tussen de 18 en 21 jaar aan sport I
doet. Voor de totale Duitse jeugd I
tussen 6 en 21 jaar is dit cijfer
27.6. Van de Duitsers boven de 21
jaar sporten slechts 18.1 percent
(vrouwen: 3.8). Deze djfers hoopt j
men met een binnenkort te begin-
nen Trim-actie op te vijzelen.
Uit „Sport en Staat" van de
DSB: „De sport schept de gelegen- j
heid voor ontmoetingen met men- i
sen over de hele wereld. In onze
tijd wordt het beeld van een volk
mede bepaald door zijn bekwaam-
heden op sportgebied; daarom dra-
gen ook de internationale prestaties
van de topsporters bij tot de bepa-
ling van het gezicht van de natie, j
De sport mag niet misbruikt wor-
den om politieke doelen te berei-
ken."
Prof. dr. Hans E. Bock (medi-
cus): „Ieder kan door een systema-
tische sportbeoefening komen tot
i een tevoren onverwachte ontplooi-
ing van zijn persoonlijkheid; meer
leven in zijn jaren pompen en niet
slchts verjaren om te leven."
Prof. dr. Gerhard Wurzbacher
I (socioloog): „De sport levert een
grote bijdrage aan de gezondheid
en bouw van een volk; tegelijker-
tijd vervult ze een belangrijke so-
dale functie omdat ze sodaal ac-
tieve persoonlijkheden selecteert en
oefent."
Prof. dr. Konrad Lor enz (on-
1 derzoeker van de levensgewoon-
ten): „be sport is een onmisbare
factor bij de beperking van de men-
selijke agressie; met zijn verplichte
sportiviteit is het een van de be-
langrijkste verworvenheden van de
mensheid."
De topsport gaat hoe langer hoe
meer eisen van haar beoefenaars.
De lasten voor de topsportmensen
worden steeds groter, op financi
eel maar ook op sociaal gebied.
Langzaamaan dringt het tot velen
door, dat hier iets gedaan moet wor
den. Heel Nederland staat op zijn
kop als er een superprestatie door
een Nederlander geleverd wordt,
maar dat zelfde Nederland laat die
zelfde Nederlander in de kou staan,
als het iets minder gaat of de suc
cessen niet zo snel komen. Om niet
te spreken van het ontbreken van
„nazorg" van een topsportbeoefe
naar.
We hebben deze kwestie aan een
doorlichting onderworpen. We zijn
uitgegaan van de situatie in Duits
land, hetgeen niet zeggen wil, dat
wij het in alles eens zijn met de
regeling daar. Maar er wordt daar
veel voor de topsporters gedaan.
We hebben de mening over een
projectie van die regeling op de
Nederlandse situatie gevraagd van
topofficials, politici, topsporters en
particuliere sponsors. Alles in de
hoop, dat het ten goede kan komen
aan de Nederlandse topsport. Voor
de doorlichting zorgden onze redac
teuren Hans Rombouts, John Dries-
kens, Theo Klein en Mare Semé.
FRANKFURT Karlheinz Gieseler, manager van
de Deutscher Sportbund, maakt geen enkel voorbehoud
als hij zegt: „In de Duitse Bondsrepubliek kan momen
teel iedereen met de nodige capaciteiten topsport be
oefeningen". De official van de DSB, de Westduitse
zusterorganisatie van de NSF, kan dit zelfverzekerd
stellen. Hij weet dat zijn uitspraak waar gemaakt wordt
door de machtige Duitse sportorganisatie, die de laat
ste jaren met succes gebouwd heeft aan een systeem
waarmee men de toekomst van de topsport in Duitsland
binnen de bepalingen van het IOC veilig gesteld schijnt
te hebben. Gieseler is er van overtuigd dat de DSB,
een monsterverbond met ruim 9,5 miljoen leden, een
afdoend antwoord op de problemen van de topsporters
gevonden heeft. Gieseler: „De manier waarop wjj de
begeleiding van de topsporters nu geregeld hebben, is
in feite de enige methode om onder onze slogan „Vrije
Sport voor Allen" nog op internationaal niveau bfj te
kunnen blijven zonder daarbij een slaaf te worden van
de regering, zoals dat in de socialistische landen met
hun massasportorganisaties het geval is".
er althans een groot gedeelte bij
krijgen".
Van de bedragen die de sportbon
den van de DSB ontvangen worden on
der meer gefinancierd: trainingskam
pen; trips van vertegenwoordigende
Duitse ploegen naar het buitenland;
organisatie van returnwedstrijden in
de Bondsrepubliek en de aanschaf
van materialen. Een voorbeeld uit de
praktijk: de begroting van de Duitse
atletiekbond (een van de 42 bij de
DSB aangesloten sportorganisaties),
voor de topsport sloot dit jaar op 1
miljoen 781.500 mark. Uit eigen mid
delen (onder andere t.v. rechten en
contributie) had men DM 178.150. Van
de gevraagde 1.603.550 kon de DSB
reeds 1.330.000 toezeggen. Als de re
gering alsnog besluit tot een extra-
subsidie dan zal het laatstgenoemde
bedrag dus nog aanmerkelijjk kunnen
stijgen. Bovendien beschikt de atle
tiekbond nog over acht trainers, die
door de DSB worden aangesteld, maar
ook door de regering worden betaald.
In totaal heeft de Deutscher Sport
bond 56 van deze full-time bondstrai-
ners voor de verschillende aangeslo
ten organisaties in dienst.
Hoewel de DSB financieel erg af
hankelijk is van de staat duldt zij toch
geen enkele inmenging van de over
heid. Gieseler: „De subsidie van de
staat zien wij niet als een gunst. Het
is de plicht van de regering om de
sportorganisaties tegemoet te komen
omdat de sport al lang geen hobby
meer is. Het is, en daar zijn de poli
tici ook van doordrongen, een zaak
van politiek belang en wel om twee
hoofdredenen. In de eerste plaats om
dat het in de moderne samenleving
met zijn steeds voortschrijdende me
chanisatie van belang is voor de volks
gezondheid en voor een nuttige beste
ding van de steeds toenemende vrije
tijd. En in de tweede plaats omdat de
prestaties van de topsporters nu zo
zijn opgevoerd dat bij grote internatio
nale sportevenementen de image van
een land in het geding komt. Doordat
de communistische landen de sport
zijn gaan gebruiken om er hun ima
ge mee te verbeteren zijn die grote
toernooien prestigeslagen geworden.
Nu wij besloten hebben om aan deze
strijd mee te doen moet ervoor ge
zorgd worden dat wij zo goed moge
lijk werk kunnen leveren".
„Een regering als de onze die nu
een belangrijke zaak als de organisa
tie van de sport in handen geeft van
particulieren, heeft het idee van de
democratie het beste begrepen. Want
daardoor is het volk in staat zelf vrij
willig een opdracht uit te voeren die
eigenlijk door de staat geregeld moet
worden. Op grond daarvan kan de
jaarlijkse bijdrage van de regering
niet gezien worden als een poging om
onze zelfstandigheid te kopen. Als men
in Bonn werkelijk de arbeid van al
die vrijwilligers in de sportwereld op
zou moeten kopen dan moest er geen
10, geen 20 of 30, maar misschien wel
300 miljoen per jaar op tafel komen".
Hoewel de regeringssubsidies jaar
lijks omhoog gaan is het niet voldoen
de om iedereen in de gelegenheid te
stellen topsport te beoefenen. In
Duitsland heeft men die tekortkoming
reeds lang geleden onderkend. Zes
jaar lang werd er gezocht naar de
beste manier om topsport ook voor de
jongens en meisjes met financiële en
sociale problemen mogelijk te maken.
Het onderzoek resulteerde in juni '67
tenslotte in de oprichting van de Stif-
tung Deutsche Sporthilfe.
In feite werd deze Stichting dus in
het leven geroepen om de tekortkomin
gen van de DSB aan te vullen. De
SDS, die werd opgericht met midde
len uit de DSB en het Deutsche
Olympische Gesellschaft (een organi
satie die zich tot doel heeft gesteld de
Olympische gedachte te verspreiden.
Niet te verwarren met het Duitse
Olympische Comité), is opgezet met
het doel de sportlui betere trainings
mogelijkheden te geven, zodat zij op
Bij een dergelijke Sitichting zouden
wij te weinig controle hebben op de
werkwijze. Het was niet zeker of men
op deze wijze de amateurstatus van de
atleten nog had kunnen garanderen",
aldus de DSB-manager.
De SDS heeft in de tweeënhalf jaar
dat zij actief is, vooral in het be
drijfsleven veel goodwill gekweekt.
Het is nu vaak zo dat de grote onder
nemers de tijd die de atleten voor hun
sport nodig hebben vrijwillig doorbe
talen wanneer de Stichting als bemidde
laar tussen de topsporter en zijn werk
gever optreedt. Maar niet alleen voor de
atleet in loondienst zijn de mogelijk
heden de laatste jaren verbeterd. Ook
op de scholen krijgt men meer bijval,
terwijl de dienstplichtige topsporters
binnenkort een ideale behandeling te
wachten staat.
In samenwerking met de legerlei
ding heeft de DSB namelijk een plan
uitgewerkt waardoor ongeveer driehon
derd topatleten in dienst ongestoord
aan de conditie kunnen werken. Na hun
basisopleiding van vier maanden wor
den de sporters ingedeeld in twee
speciale kampen (een voor winter- en
een voor zomersporten) waar zij on
der leiding van burgertrainers kunnen
oefenen.
Sinds haar oprichting in 1950 heeft
de DSB niet alleen veel gedaan aan
de bevordering van de topsport; zij
schiep ook voor de atleten zelf de mo
gelijkheid hun stem te laten horen bij
het nemen van belangrijke beslissin
gen. Vrijwel elke bij de DSB aange
sloten sportbond heeft momenteel een
vertrouwensman (en-of vrouw) van
de nationale ploeg in het bestuur. Uit
deze vertegenwoordigers wordt om de
twee jaar een zeven man sterke ad
viesraad voor de „DSB-Commissie ter
Bevordering van de Topsport" geko
zen.
Dit orgaan heeft tot doel alle maat
regelen met betrekking tot de top
sport te coördineren en de bij de DSB
aangesloten organisaties over deze za
ken te adviseren. De voorzitter van
de adviesraad, voor de lopende perio
de de schaatser Erhard Keiler, ver
tegenwoordigt de zeven vertegenwoor
digers tevens in het bestuur van de
Commissie ter Bevordering van de
Topsport. „Er zijn de laatste jaren
uit de adviesraad van de topsporters
tal van goede ideeën naar voren ge
komen", constateert Gieseler tevreden.
De DSB-manager spreekt over de
Sportbond als een van de meest de
mocratische organisaties in Duitsland.
Dat de situatie ook in Duitsland ech
ter nog lang niet ideaal is, bleek vorig
jaar toen zelfs de troon van DSB-voor-
zitter Willy Daume in een ernstige
crisis wankelde. Breekpunt was hier
de modernisering van de machtige or
ganisatie.
Gieseler: „Sinds 1950 is er in de
maatschappij veel veranderd. Het
zwaartepunt van de belangrijke pro
blemen is verschoven. Dergelijke wij
zigingen gaan ook een enorme organi
satie als de DSB niet voorbij. In de
bond is sinds de oprichting echter
weinig in de structuur veranderd.
Daardoor ontstonden de problemen.
Belangrijke beslissingen inzake de
herstructurering van de bond zullen
waarschijnlijk vallen op de volgende
algemene vergadering op 24 en 25
april".
Veel bezwaren zijn er tegen de sa
menstelling van het hoofdbestuur van
de DSB. Op de volgende bijeenkomst
wil men een plan doordrukken, waar
door dit omvangrijke college (24 man)
gehalveerd wordt. „Wij willen komen
tot een bestuur van twaalf man, die
net als de ministers in het kabinet
de verantwoording over een bepaalde
afdeling krijgen. Het zal dan niet meer
mogelijk zijn dat bestuursleden zich
alleen laten kiezen om in het bestuur
te zitten. In het kort komt het erop
neer dat wij van een groep met veel
„zittenblijvers" een werkelijk actief
bestuur willen maken. Zoals gezegd
werken wij niet aan de oplossing van
totaal nieuwe problemen. Deze moei
lijkheden zijn in de loop der jaren ge
groeid. Omdat Duitsland echter over
twee jaar de Olympische Spelen orga
niseert is er een noodzakelijke ver
snelling in de ontwikkeling gekomen."
Door de federatieve constructie van
de bondsrepubliek bestaan er naast de
42 sportbonden in de DSB nog zelf
standige landelijke sportorganisaties in
de elf bondsstaten Beieren, Nordrhein-
Westfalen, Saarland enz), die door hun
eigen landsregeringen gesubsidieerd
worden. Vorig jaar staken deze staten
355 miljoen (waarvan 300 miljoen voor
de bouw van accomodatie) in de sport.
De landelijke sportbonden verzorgen
hiermee in hoofdzaak de „breedte
sport," dit in tegenstelling tot de DSB,
die zich voornamelijk op de topsport
concentreert.
Of deze relatief kleine groep top
sporters al deze aandacht en investe
ringen waard z(jn? Gieseler: „Sport
zonder topsport is geen echte sport. De
topatleten geven de jeugd het goede
voorbeeld. De jongeren krijgen daar
door een doel waar ze naar kunnen
streven. Topsport is noodzakelijk;
sport kan niet altijd alleen als gezond
heidslimonade gebruikt worden."
internationale toernooien tot grotere
prestaties kunnen komen.
Onder verruiming van de trainings
mogelijkheden verstaat men onder
meer loonderving, het beschikbaar
stellen van trainingsmateriaal, de ver
goeding van bijlessen als de atleet
door de sport op school achter zou ra
ken en de aanstelling van extra-trai
ners in de regio waar de bondstrai-
ners tot nu toe niet konden komen.
Karlheinz Gieseler: „De oprichting
van de Stichting is ons beste idee
van de laatste tien jaar geweest. Vo
rig jaar heeft men 1590 topsporters
met 3 miljoen mark kunnen helpen. Ik
kan gerust stellen dat voor veel jon
geren topsport onmogelijk zou zijn
zonder de steun van de Stichting. W\j
zijn erg blij dat wij het probleem van
de sociale begeleiding van de topspor
ters niet alleen voor, tijdens, maar ook
na hun „grote tijd" op deze manier
op kunnen lossen. Want de Stichting
biedt niet alleen de helpende hand aan
de atleten als zij op hun top staan.
Ook als zjj de wedstrijdsport vaarwel
moeten zeggen worden zij geholpen
bij het zoeken naar een waardige
plaats in de maatschappij".
Dit systeem, waarvoor landelijke
sportorganisaties uit Amerika, Europa
en Afrika reeds belangstelling toon
den en dat dit jaar in Zwitserland
reeds navolging zal vinden, bestaat uit
twee hoofdmoten: A) sociale en finan
ciële begeleiding van de topsporters
door een zelfstandige Stiftung Deut
sche Sporthilfe, en B) de verwezenlij
king van de topsportplannen van de
landelijke sportorganisaties door de
DSB.
De Stiftung Deutsche Sporthilfe
(Stichting Duitse Sporthulp) en de
DSB zorgen in de eerste plaats voor
de benodigde financiën. De Deutsche
Sportbund kan de topsport ondersteu
nen dank zij een jaarlijkse subsidie
van de bondsregering. Aan het begin
van elk jaar dienen de bij de DSB
aangesloten sportbonden hun begroting
voor de topsport in. De DSB bekijkt
vervolgens wat er nfi aftrek van de
bedragen die de organisaties uit
eigen middelen kunnen bijdragen
als tekort overblijft en vraagt dat to
taalbedrag als subsidie bij de regering
in Bonn aan. Tot dit jaar kon het be
stuur van de DSB tevreden zijn want
aan de wensen werd helemaal of bij
na helemaal tegemoet gekomen. Dit
jaar is er voor de eerste maal een
groot verschil tussen de gevraagde
som en de toegezegde regeringsbijdra-
ge.
Voor 1970 hadden de bonden sa
men een begroting voor de topsport
van 16,7 miljoen Duitse Marken.
Daarvan kon men 2,8 miljoen uit
eigen middelen bekostigen. Van het
verschil (13,9 miljoen) dat in Bonn
werd aangevraagd kreeg de DSB
slechts 9,7 miljoen toegezegd. Giese
ler: „Tot nu toe hadden wij niet te
klagen, maar met het oog op de
Olympische Spelen van 1972 in Mün-
chen hebben wij nu ineens zoveel
meer nodig voor onze verhoogde in
spanningen dat de extra-onkosten dit
keer niet meer gedekt worden door het
normale jaarlijkse stijgingspercenta
ge. Wij hebben echter opnieuw een
verzoek ingediend om nogeens 3,5
miljoen en ik heb goede hoop dat wij
Voordat de Stichting in zijn huidige
vorm tot stand kwam had men verge
vorderde plannen om een soortgelijk
orgaan door de industrie en het be
drijfsleven op te laten zetten. „Daar
zijn wij tenslotte toch vanaf gestapt.
Door een certificaat van 10, 100 of 1000 mark te kopen steunt men de Stich
ting Duitse Sporthulp.