W 4 Krab in een Indiaans vissersdorpje wmm i Haarlemse antropoloog leefde met zijn gezin anderhalf jaar tussen de Karaïb-Indianen aan de marowijne in Suriname Trouwen Visserij Sjamaan Hutten Oudste Bedreigd ZATERDAG 14 MAART 1970 Erbij Peter, Anneke en Esther Kloos bij hun souvenirs uit de Indi aanse tijd. (Van een onzer verslaggevers) WE HEBBEN allemaal Indiaan se namen gekregen. Esther ze is nu vier heet Akoe- ri, wat konijn betekent. Mijzelf hebben ze ook de naam van een beest gegeven: Siritja. Dat is een grote rode krab. Mijn vrouw en ik waren allebei erg rood verbrand door de zon. Ze wilden mijn vrouw daarom aanvankelijk garnaal noe men. Maar dat vonden ze klaar blijkelijk toch niet zo aardig. Daarom werd het Woliloeme, wat „vrouw uit een vreemd land" be tekent". Binnenshuis worden voorberei dingen getroffen voor een Indi aans ritueel. Hoofdpersoon is de zittende, beschilderde vrouw. Siësta onder het afdak. De hangmat is een comfortabele slaapgelegenheid. 1 DE ANTROPOLOOG drs. Pete- Kloos uit Haarlem heeft in '66 en '67 anderhalf jaar met vrouw en kind in een indianendorp geleefd aan de mon ding van de Marowijnerivier in Suri name. In januari is hij er terug ge weest voor televisieopnamen. Kloos kon zijn oude vrienden uit het dorp vertellen, dat hij er intussen een zoon had bijgekregen. Deze kreeg onmid dellijk de naam Paoeyale: Man van Nederland. DE 33-JARIGE KLOOS heeft in de naast elkaar gelegen vissersdorpen, Christiaan Kondre en Langaman Kon- dre, materiaal verzameld voor zijn proefschrift: „The Maroni River Ca- ribs" (De Karaïben van de Marowij nerivier). Hij hoopt dat het in het ko mend najaar kan verschijnen. Vrij dag 20 maart wijdt de VAR A^ een te levisieprogramma aan „zijn" india nen in de rubriek „Bespied". De Karaïben zijn één van de India nenstammen, die in de Guyana s (Frans, Nederlands en voormalig Brits) wonen. Naar deze stam is het Caraïbisch gebied genoemd. Karaï ben is een verbastering van Kali-nja. Ook het woord kannibaal is ervan af geleid. De Karaïben hebben ooit („uit religieuze overwegingen, géén culi naire") leden van de destijds vijandi ge stam der Arowakken opgegeten. „De knecht Vrijdag van Robinson Crusoë was een Arowak, die door de Karaïben werd bedreigd", aldus drs. Kloos. Er is overigens geen Karaib meer, die over het kannibalisme kan vertellen, laat staan dat hij er nog naar zou talen. dorpen Christiaan en Langaman Kon dre. Ze kregen er hun eigen huis. „Ei genlijk zijn het hutten", zegt Kloos, maar zijn vrouw verbetert: „Nee, je moet huis zeggen. Voor hen zijn het echte huizen". Ze bestaan uit een dak van palmbladeren op vier poten. Er is één wand tegen de windrichting. Meestal is er geen aparte vloer. „Wij hadden er wel een, en bovendien een petroleum-ij skast. Dat moest wiel voor de baby. Voor haar hadden we Neder lands kindervoedsel meegenomen. In diaans voeden ging niet", vertelt me vrouw Kloos, „Indiaanse vrouwen ge ven hun kind borstvoeding tot ze een jaar of drie zijn; eigenlijk tot het vol gende kind. De vrouwen daar krijgen tien a elf kinderen". DE TWEE DORPEN van drs. Kloos zijn „wereldsteden voor Indiaanse be grippen". Er wonen vijfhonderd men sen, verdeeld over groepen families, die onderling verwant maar die ver der „vergaand zelfstandig" zijn. „De kapitein heeft weinig te zeggen. Hij wordt door de mensen in het dorp ge kozen en door de overheid benoemd, maar economisch gezien hebben ze echt niemand nodig". De Indianen le ven vooral van de visserij, 's Morgens vroeg, soms 's nachts varen ze in hun zelfgemaakte boten (de basis daar van is een uitgeholde, uitgebogen boomstam) de zee op. Ze vissen met lijnen, maar ook steeds meer met net ten. De buitenboordmotor komt in zwang ten koste van zeil en peddel. Verder heeft elk Indianengezin een tuin waar cassave geteeld wordt, die behalve een korrelig voedsel, na een gistingsproces ook de plaatselijke al cohol oplevert. Een drankje met een alcoholpercentage van 2,5 percent, dat echter op de gebruikelijke feesten (aan het slot van gemeenschappelijke arbeid, bij begrafenissen, rouw-ophef- fingen, christelijke feestdagen) in gro te hoeveelheden wordt gedronken. „Er wordt gezegd, dat de Indiaan al tijd drinkt en vecht. Maar dat is niet waar voor deze groepen", zegt drs. Kloos. De Karaïben jagen weinig meer. Jongens spelen eerder met de katapult dan met pijl en boog. LUCRATIEF IS de verkoop van schildpad-eieren. Anneke Kloos ont hult: „Als je zo'n ei kookt, blijft het zacht, maar je moet het daarna roos teren. Dan krijgt het een gerookte smaak. Dan is het wel lekker." Kloos en zijn vrouw hebben overigens hun vegetarische principes tijdens het on derzoek opzij moeten zetten. „Als zo'n kind komt aanzetten met aen vis als geschenk, dan kan je toch niet je ach tergronden gaan uitleggen", aldus mevrouw Kloos, „dan moet je dat ac cepteren." Het gezinsleven in de Indianendor pen is heel sterk. Kloos: „Het is op vallend dat de kinderen een zaak zijn van man en vrouw samen. Het kind is ook heel sterk van de vader. Na de geboorte blijft hij een tijdje thuis. Dat hangt samen met de opvatting, dat za ken, die samenhangen, elkaar beïn vloeden. Wanneer vader gaat jagen en hij loopt daarbij gevaar, dan loopt zijn kind ook gevaar. Daarom blijft hij thuis". Het jongste kind is in het gezin het meest in tel. „Het is het speeltje van iedereen", zegt Anneke Kloos. HOEWEL DE ouders beslissen, gaat het initiatief van de jongen uit. Een bruidsschat is er niet. Het meisje trouwt wanneer ze 14 of 15 jaar is, kort na haar eerste menstruatie, het tijdstip waarop ze met enige inwijdingsriten haar volwassen leven ingaat. De jon gen blijft langer kind. Pas als hij trouwt rond zijn twintigste jaar wordt hij als volwassene beschouwd. EEN ECHTE trouwdag is er niet. De vader van de jongen gaat op een vroege ochtend naar de vader van het meisje en biedt hem een sigaar aan. Als de sigaar wordt aangenomen is de zaak in beginsel voor elkaar. De fa milie bekijkt daarna of de jongen wel geschikt is. Als dat zo is, gaat de jon gen vissen en laat de vangst bij het meisje brengen, dat er een maaltijd van bereidt, als ze het met het huwe lijk eens is. Ze laat het eten bij de jongen brengen en als hij het op heeft, is de zaak rond. De bruid en haar moeder halen dan zijn hangmat, even tueel zijn kleren, uit zijn ouderlijk huis en 's avonds trekt de jongen bij zijn schoonouders in. „Formeel is er geen proefhuwelijk", zegt drs. Kloos. „Maar het komt er wel op neer. De eerste maanden trekken de twee heel intensief met elkaar op. Praten erg veel. Je krijgt sterk het gevoel: ze proberen er achter te komen of het goed zit. Het echtscheidingspatroon speelt zich bijna helemaal af in dit begin. Na een paar maanden, in de droge tijd, gaat de jongen zijn eigen huis bouwen en eigen tuin aanleggen. De kans dat het huwelijk daarna mis loopt is buitengewoon gering". Waar aan mevr. Kloos toevoegt: „Het is mo nogaam en heel stabiel". Wat niet wegneemt dat overspel geoorloofd is voor een man om bij de zusjes van zijn vrouw te slapen en voor de vrouw om dat te doen bij de broers van haar man. „Maar je moet het niet al te openlijk do-en", aldus Kloos. enkele recht op wat dan ook. In Frans en voormalig Brits Guyana hebben de Indianen reservaten, waar zs een be paalde bescherming hebben. Maar Su riname kent zoiets niet. Op het ogen blik dreigt er nog niets. Allen hebben zij het gevoel: het komt steeds dich terbij. Stel, Bruynzeel wil een conces sie in een gebied met waardevolle houtsoorten. En er ligt een Indianen dorp. Wat dan?" Over de Indianen in de Guyana's is al vrij veel gepubliceerd, maar het ontbrak aan een „hechtdoortimmerd onderzoek van iemand die langdurig in een groep had gezeten". Er was één zo'n studie die echter dateerde uit 1936. Kloos, die verbonden is aan het instituut van de Amsterdamse hoogleraar prof. A. Kobben, koos de Karaïben als onderwerp voor zijn proefschrift. Zijn onderzoek werd ge financierd door de stichting Weten schappelijk Onderzoek in de Tropen. Begin 1966 trok hij met zijn vrouw Anneke en de vijf maanden oude Es ther, allen van de nodige prikken voorzien, naar Suriname. Na een verkenningstocht van een paar weken, trok het gezinnetje Kloos per gouvernementsboot naar de buur- m ALLE KARAÏBEN zijn katholiek gedoopt, al hebben zij het Sjamanisme behouden. De Sjamaan treedt in con tact met geesten. Ongeveer twintig percent van de mannen is Sjamaan. Hun belangrijkste techniek is een séance, waarin de Sjamaan met zijn geesten spreekt met het doel deze of gene zieke te genezen. Kloos heeft en kele séances op de band opgenomen. Eén ervan heeft hij helemaal uitge schreven en vertaald. Een heidens karwei, omdat de geesten spreken via een vreemde keelstem van de Sja maan, die bovendien archaïsche ter men gebruikt. HET DORPSLEVEN verloopt vre dig. Het is regel dat men zich niet met elkaar bemoeit. „Dat is niet netjes", meent mevr. Kloos. Drankgebruik op een feest kan echter aanleiding geven tot een fikse ruzie, die vaak een ver keerd gekozen woord tot aanleiding heeft. „Kinderen hebben helemaal geen openlijke agressie", zegt mevrouw Kloos, die haar man geholpen heeft bij het onderzoek naar die opvoeding van de kinderen en de functie van de school. „Schelden doen kinderen wel: „Je bent een aap" of „je stinkt!" Dat is dan wel héél erg". HOE KUNNEN de twae Indianen dorpen van drs. Kloos zich ontwikke len?" Wanneer er niets aan gedaan wordt, dan zal het jonge deel van de bevolking afvloeien naar de stad. Dan wordt het dorp een afstervende zaak, terwijl de jongeren opgaan in het ste delijk proletariaat en alleen nog maar fysiek Indianen blijven. Maar met een andere beleidslijn kan er een bloeien de vissersgemeenschap van gemaakt worden. Hun visserij kan belangrijk zijn voor de voedselvoorziening van Suriname. Dat vereist echter een dui delijk plan en dat is er op het ogen blik niet". Veertig procent van de Surinaamse Indianen woont in en om Paramari bo. Een deel ervan is politiek actief, aldus drs. Kloos, „Dat was al in '60 en '67, maar nu is het duidelijk groei end. Belangrijk daartoe is het Indi aanse radioprogramma, dat al in 1957 is begonnen. De taal is hun enige cul tuurbezit". Van de taal van de Karaï ben, die van het Arowaks verschilt als Nederlands van Frans, is onlangs een grammatica verschenen. Maar vol gens drs. Kloos is verder nog maar weinig te boek gesteld. TOCH ZIJN ER problemen. De In dianen voelen zich bedreigd door de ontwikkelingen van buitenaf. In Frans Guyana is een raketbasis; voor de kust wordt naar olie geboord; het strand waar de schildpadeieren (1 Su rinaamse cent per stuk) worden ge raapt, wordt natuurreservaat om de schildpadsooort in stand te houden. Kloos: „De Indianen willen rechten hebben over de grond waarop ze le ven. Wil je deze mensen te gronde richten dat is in Noord Amerika bewezen dan moet je ze in onzeker heid laten over hun grondgebied. In de kortst mogelijke tijd is de zaak ge desorganiseerd. Nu hebben ze geen DOET DE Surinaamse regering iets voor de Indianen? Kloos, die met Jan Veenman van de Vara een Indianen- kapiteinsvergadering in Paramaribo bijwoonde, meent: „De Indianen zijn minder talrijk. Ze maken twee pro cent van de bevolking uit en dan zijn ze als kiezers politiek weinig interes sant. In voormalig Brits Guyana wor den de Indianen echter veracht. In Su riname is dat bepaald niet zo. Er wordt niet op ze neergekeken, al worden ze niet helemaal voor vol aangezien. Maar de regering is bereid iets voor ze te doen, vooral vanuit de overwe ging: Het zijn tenslotte de oudste be woners van ons land". PETER KLOÖS is intussen al twee keer in Christiaan en Langaman Kon dre terug geweest. Hij vond er betrek kelijk weinig veranderd. Over tien iaar stelt hij zich voor nog eens een onderzoek voor langere tijd te doen, om de veranderingen te bestuderen. In ieder geval kan hij nu al zeggen: „Ik weet meer van die twee dorpen dan alle Surinamers Maar van Suri name weet ik niets" JAC. HEYER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 17