VROUW Nederlands eerste Dolle Mina Leopold in Schrijvers Prentenboek DE STRIJD VOOR de rechten van de vrouw is een soort „tachtigjarige oor log" geworden. Een der pioniers van die strijd was Wilhelmina Drucker. Ook zij vocht „op straat", net als de Dolle Mina's van nu. Zij heeft heel wat ver guizing en spot moeten doorstaan; het deerde haar niet. Zij vocht door „als een Kenau" en werd een lichtend voorbeeld voor vele strijdbare vrouwen, tot op de dag van vandaag. WILHELMINA ELIZABETH DRUCKER werd op 30 september 1847 geboren, als een „onecht" kind een feit dat blijkbaar van veel belang was. Waarom anders wordt iemand tot na haar dood nog met die kwalificatie getekend? Nu was het voor Mina inder daad een gegeven dat haar hele leven beïnvloedde. Eerst haar jeugd, die daardoor moeilijk was. Vervolgens haar volwassenheid, die een verbitterde reactie werd op die jeugd. Ze was zeer begaafd, autodidact, ontwik kelde zich tot een invloedrijk socialiste en feministe, en was in 1889 een der oprichtsters van de Vrije Vrouwen vereniging. In 1893 werd ze redactrice van het door haarzelf in het leven geroepen onafhankelijk vrouwen blad Evolutie. Haar activiteiten en haar gesproken en geschreven woorden vielen nogal uit de toon in die dagen, bewust of onbewust choqueerde ze en ze riep daarmee veel weerstanden op. Anderzijds heeft ze daar door juist veel bereikt. En nu leeft ze dan voort in de groep jonge vrouwen die zich naar haar „Dolle Mina noemt, die kastelen bestormt, urinoirs met een roze lint dichtbindt, miss-verkiezingen verstoort en voor de hoofdstedelijke jongemannen de straten onveilig maakt. De rechten, die Mina Drucker indertijd be pleitte, heeft de vrouw intussen (in theorie) allemaal gekregen. Maar er is nog altijd één grote rem om van die rechten gebruik te kunnen maken, gebrek aan tijd. EMANCIPATIE ZATERDAG 14 MAART 1970 Erbij Tijd bezit de vrouw door het huis houden nooit genoeg. De eerste plicht moet dan ook zijn, door onderling overleg het huishouden op alle mogelijke manieren te ver lichten. Dat moet, naast geestelijke ontwikkeling, de eerste stap zijn die leidt „tot al het andere". RECHTEN Naar eigen aard WILHELMINA DRUCKER VOOR WIE ZICH op dit gebied nog helemaal moet oriënteren en graag eerst van de grote lijnen wil kennis nemen was er een heel overzichtelijk boekje van de A.O.-reeks. „Vrouwen emancipatie" door Hedy d'Ancona. Het is uitverkocht maar een herdruk staat op stapel en verschijnt over een paar weken. Voor drie kwartjes kan men het bestellen bij de stichting IVIO, Ko ninginneweg 62, Amsterdam. In dat boekje wordt ook de in 1968 opgerichte actiegroep Man-Vrouw- Maatschappij genoemd. Deze groep telt ongeveer 800 leden, vrouwen èn man nen. die de starre rolverdeling man - kostwinner en vrouw-huishoudster wil len doorbreken. Een van de middelen om dat doel te bereiken is een onlangs uitgegeven werkje, samengesteld uit bijdragen van drie bestuursleden, J. E. Kool-Smit, E. E. Engelsman en H. A. J. F. Misset. Het kreeg de fraaie naam „Rok en rol" mee en werd door de Arbeiderspers uitgegeven. „Vrouw (en man) in een veranderende samenle ving" is de ondertitel, het pittige voor woord is gesigneerd door Hedy d'An cona. ZO NEERGESCHREVEN lijkt het een dorre opsomming, maar dit stroef naar-buiten-komen is symbolisch voor een dichterschap, waaruit een zo diep in zichzelf besloten poëzie kon voort komen. Leopold, volwassen geworden tijdens de nabloei van de Beweging van Tachtig, was er niet naar geaard deel te nemen aan het tintelend le- vensbegeren dat in Gorters „Mei" los barstte of zich als A. Roland Holst in te schepen in de ver weg dromende mythe van de vroegte der tijden. Er moet in deze van de wereld afgewende mens een hevig bewogen bewegen te midden van een peilloze stilte zijn ge weest, een volte van levensbegeerte en vergankelijkheidsbesef, van gemeen schapshunkering en terughoudendheid. Maar juist omdat hij de kortstondig heid als levensnoodwendigheid had onderkend, de onvervulbaarheid als een angel had gevoeld die in elke ge lukservaring stak, juist daarom had hij het leven en de dingen des levens, de liefde zélf, zo lief. Hij was de dich ter van de zich in het binnenste bin nen terugtrekkende Cheops. Maar óók was hij de dichter van „Albumblad", waarin hij alles wilde benoemen wat hem verrukte: de weelde van bloe men, de streling van kleuren, de be toverende welriekendheid, ondank* „het verraad der doornen", het „ver val gelegd in schoonste blozen". En als hij aan het eind van deze door de dood bedreigde verrukking is geko men, dringt door zijn open raam het gerucht van kinderstemmen tot hem door, „een lustig spel", dat hij her kent: „en ik ben teruggezonken in den stoel om wat hieruit komt toe gevlogen, en heb het hoofd ge bogen. HULSKER heeft het gedicht „Scher zo" centraal gesteld en de drie octaven ervan over drie bladzijden verdeeld. Het was zinvol, dit zo te doen: het slaat het grondakkoord aan van dit levenswerk, dat in de eenzaamste een zaamheid ,in de pijn van het verraad de onvolkomenheden, die diepste vreugde heeft genoten en het diepste verdriet heeft beleden. Het een door het ander. „En in mijn armen liggen schoven en wie ik liefheb, krijgt een tak". Over liefde gesproken. Dolle Mina's anno 1970 presenteren condooms aan Amsterdamse scholieren. C. J. E. DINAUX ZO STOND HET al in 1889 in het manifest van de Vrije Vrouwenvereni ging, voor wie één van de programma punten was het verkrijgen van „stede lijke stoomwasscherij en" waarmee het huishouden vergemakkelijkt zou kun nen worden. DAT DE hedendaagse Dolle Mina niet zo nieuw is als ze lijkt, dat ze op een radikale manier weer opneemt wat tachtig jaar geleden radikaal begonnen was, kan ieder vaststellen die het boek ,Van moeder op dochter" leest. Meer over Wilhelmina Drucker en haar stre ven staat daarin, de lotgevallen van Aletta Jacobs, ook toen ze als eerste meisje wilde gaan studeren, worden er in verteld. Het boek is een indrukwek kende catalogisering van de ervaringen van strijdbare vrouwen en soms ook mannen die sinds 1789 zich voor de bewustwording van de vrouw hebben ingezet. Achterin het boek staat een lijst van vrouwelijke leden van t par lement van 1922 tot 1967. Die lijst is minder indrukwekkend: de Tweede Ka mer heeft er gedurende die tijd veer tig gekend, de Eerste Kamer zes. Pas in 1937 deed daar een vrouw haar in trede. Het boek, samengesteld onder redac tie van dr. W. Posthumus van der Goot en dr. Anna de Waal, is door Bruna al enige tijd geleden als Zwart Beertje uitgegeven. om de wensen vervuld te krijgen: „Wij kunnen proberen te helpen bij het op heffen van de weerstand tegen veran deringen. Bewustwording en waarne ming stimuleren, onbehagen absorbe ren door het aanbieden van alternatie ven, argumenten leveren voor onze ideeën, inspireren tot het zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Concreet bete kent dat invloed uitoefenen op mensen, op politieke instanties en politieke par tijen door middel van gesprekken, brie ven, artikelen". JOKE KOOL-SMIT speurt naar de diepere oorzaken van het feit dat na 100 jaar van emancipatie nog steeds geen symmetrie is bereikt in de posi ties van mannen en vrouwen. „Zelfs ELSJE ENGELSMAN legt uit wat de actiegroep wenst en wat zij doen ster van vrouwenemancipatie betoogde het al eerder, voor de vrouwen zijn de laagst gesalarieerde baantjes. het kinderen krijgen hoeft geen belem mering te betekenen, meent ze, want deze activiteit neemt slechts enkele uren van een mensenleven in beslag". Ze wil af van de algemene dreiging om alle verschillen uit de natuur te interpreteren. Het is de cultuur die de ongelijkheid teweeg brengt. Ze vraagt zich af waarom kinderen behalve door moeders ook verder grotendeels door vrouwen worden opgevoed. Waarom zijn er geen kleuter leiders? Niet omdat op voeden zo natuurlijk vrouwelijk is, maar omdat het kleuteronderwijs zo slecht betaalt. Verplegers kwamen er toch ook pas toen de ziekenhuissalaris sen genormaliseerd waren, aldus Joke Kool. Evelyne Sullerot, de Franse voorvecht- JOKE KOOL komen we ook tegen in gezelschap van twee andere vrouwen, Andreas Burnier en Mary Zeldenrust- Noordanus en een man dr. H. Balner in „De rechten van de vrouw". Dit is een cyclus lezingen uitgegeven door de Universitaire Pers in Rotterdam. Daar komt zij op wat er aan de theoretisch de vrouw toegekende rechten in feite nog ontbreekt en wat er zou moeten gebeuren om die rechten te verwezen lijken. Het lijkt haar ondermeer nood zakelijk dat sommige mannen „van het minderwaardigheidscomplex afra ken: dat zij als mens alleen maar iets zouden voorstellen wanneer zij uitslui tend de kost verdienen voor het gezin". Mary Zeldenrust ontleedt heel voor zichtig de rollen die wij allemaal zouden kunnen vervullen en met name die van „de man" en „de vrouw". Ze zoekt daarmee naar een mogelijkheid „van de wisselende rolpatronen, van de inwisselbaarheid van taken". Om dat te bereiken acht ze de opvoeding van groot belang. Tijdens de opvoeding in ieder geval in hun jeugd, wordt de mensen de rol ingeprent, al was het nog alleen maar door te zien en te ervaren hoe anderen het doen, zo stelt mevrouw Zeldenrust. KORT NA de tweede wereldoorlog kreeg de Zweedse Alva Myrdal het verzoek van de International Federa tion of University Women om een on derzoek in te stellen naar de maat schappelijke hervormingen die noodza kelijk waren om het de vrouw mogelijk te maken gezin en werkkring te combi neren. In samenwerking met Viola Klein werd in 1956 het onderzoek vol tooid en gepubliceerd onder de titel „Woman's two roles". Alweer die rol len dus, maar nu de dubbele rol die de gehuwde werkende vrouw wordt ge acht te vervullen: die van een beroep en die van echtgenote en moeder, d.w.z. van huisvrouw. Het feit dat iemand ook echtgenoot en vader is legt hem geen tweede rol op. Na tien jaar bleek dit boek nog steeds actüeel te zijn, in 1968 werd het her drukt en 1969 verscheen bij de Univer sitaire Pers Rotterdam een Nederland se vertaling: „De werkende vrouw". (Vervolg van vorige pagina) de tweede bundel Verzen en dan ein delijk, in 1935, de „Verzamelde Ver zen", die zonder Van Eycks taaie vol harding en diepgaande kennis nooit de grondslag had kunnen leggen voor de tweedelige definitieve uitgave, die Van Eyck, ondanks zijn ziekte, in 1951-1952 tot stand kon brengen. OMDAT MYRDAL en Klein een groot optimisme over de verenigbaarheid van de twee genoemde rollen aan de dag legden, een optimisme dat gefun deerd is op gegevens uit vier landen, de V.S., Engeland, Frankrijk en Zwe den, schrijft mevrouw H. in 't Veld een uitvoerig, gedocumenteerd en voor de Nederlandse situatie relativerend voorwoord. Immers, stelt mevrouw In 't Veld „in hun huidige (Nederlandse) vorm zijn deze rollen niet verenigbaar. Wat alleen tot gevolg heeft dat er in ons land een soort „natuurlijke se lectie" plaatsvindt. „ROLCONFLICT" ZOU ZIJ het boek hebben willen noemen als het over de Nederlandse situatie geschreven was. En het gezin zoals dat in Nederland functioneert, met de strenge scheiding tussen vader en moeder, is daarvan de oorzaak. Behalve „de werkende vrouw", schreef Evelyne Sullerot „De vrouw van morgen", eveneens door Paul Brand uitgegeven. Van Simone de Beauvoir „Le deuxième sexe", het klassieke werk. dat van 1948 dateert is intussen ook een Nederlandse vertaling verschenen bij Bijleveld „De tweede sexe". We kunnen er nu dus op een wat gemak kelijker manier kennis van nemen en dat is nog steeds bijzonder de moePe waard, al kost het wel enige volhar ding om het van begin tot einde te lezen. Beide delen bevatten samen meer dan 800 dicht bedrukte pagina's. MAAR AL DIE dikke of dunne boek werken hebben bij de Nederlandse bevolking niet zo veel losgemaakt als de actie „Dolle Mina". „Geen woorden maar daden" gaat ook in dit geval op. Standbeeld van Wilhelmina Drucker in Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 21