DE RIDDER VAN GORINCHEM EN ZIJN ONWILLIGE SCHILDKNAAP HET FOTOPORTRET Posthume hulde aan fotopionier Journalist Henk Hage krijgt geen nieuws en advertenties meer uit het gemeentehuis Smalfilmcursus in Eerbeek Overzichtstentoonstelling van 130 jaar fotografie in Haags Gemeentemuseum ZATERDAG 21 MAART 1970 Erbij 26 (Van een onzer verslaggevers) GORINCHEMS autoritaire burgervader, mr. Louis Rudolph Jules ridder van Rappard, is deze week „voor een gesprek" bij minister Beer- nink geweest. De aard en betekenis van dat onderhoud zijn (nog?) niet bekend, maar wel ziet het er naar uit dat het „kruitvat" Van Rappard de gemeentelijke teugels in een vaste greep zal blijven houden tot zijn pensioen, dat op 1 augustus 1971 ingaat. Spreekbuis IK: Faustfiguur Snotneus Kliek DAARMEE SCHIJNT de vrede bin nen de vestingwallen van Gorinchem getekend te zijn. Maar meer dan een schone schijn is dat niet .beweren de ingewijden. Het geschut blijft, aan beide kanten, in stelling. En één van de schuttersputjes wordt nog altijd permanent bezet door de 26-jarige journalist Henk Hage, die al vijf jaar een „plaag" is voor ridder Van Rap pard en dat ook duidelijk wil weten. Van Rappard en zijn gezagsgetrou we wethouders hebben Hage opnieuw een schot voor de boeg gegeven. Het advertentiecontract, dat de gemeente had met het advertentieblad „De Gor- cumse Courant" wordt niet verlengd. Hage schrijft sinis 1 mei vorig jaar de kolommen van dit eenmaal per week verschijnende blad vol. „Ik zie geen stap van Van Rappard over het hoofd. Overal waar die man komt laat hij stof voor een kritische opmerking of beschouwing achter". meenteraad „beter tot uitdrukking moet komen dan in de plaatselijke pers". TOEN IN oktober 1969 de bom in politiek Gorinchem barstte kreeg Henk Hage's persoonlijkheid er een nieuwe kwalificatie bij: „een faustfiguur, hij is door de duivel gezonden", aldus een opmerking van het raadslid G. J. Kroeft, toen P.v.d.A.-lid, nu sympati- sant van Democratisch Socialisten '70. De P.v.d.A. liep in oktober uit de raad en Gorinchem leek onbestuurbaar te worden. De aanleiding was een bij standsuitkering aan een invalide siga renwinkelier. Van Rappard ging met ziekteverlof en er kwam een rapport over de Go- rinchemse situatie. Wat in dat rapport staat, uitgebracht aan minister Beer- nink, is niet duidelijk. Maar Van Rap pard is weer terug. Er is een nieuwe wethoudersploeg geformeerd en de P.v.d.A. is geheel uit de raad ver dwenen. Hage, schamper: „Men kan het in raad en college nu aardig met elkaar eens worden". Raadslid Kroef adviseerde, een eigen krantje uit te geven, waarin de mening van de ge- DEZE KROEF was het ook, die in de raad voorstelde het advertentie contract 2.300 per jaar) niet te ver lengen, waaraan inmiddels uitvoering is gegeven. Vijf jaar geleden was de toestand wel anders, zegt Henk Hage. „Toen waren Van Rappard en ik bes te vrienden. Mijn kritiek ging over kleine dingen, je moet je tenslotte in een gemeente inwerken. Van Rappard nam me zelfs in het begin mee naar Den Haag, naar de Raad van State. Hij vond het toen wel aardig wat ik deed". Die goede verstandhouding bekoelde snel naarmate Hage zoals hij het noemt, „de grote lijnen van Van Rap pard ging ontdekken". Hij zegt: „Als je met hem omgaat, is het een char mante en intelligente man. Op den duur heb je hem door. Hij is geen waardig burgemeester. Hij verwijt mij dat ik de spreekbuis ben van de elf uitgetreden raadsleden. Ik ben lid van de P.v.d.A. Politiek dus geënga geerd met de groep, die Van Rappard beu is". VAN RAPPARD noemt Henk Hage graag „een ondeskundige snotneus, die er op uit is in het land een kari katuraal imago van mij te scheppen". Hage zou eens gezegd hebben dat hij net zolang in Gorinchem wil blijven tot hij Van Rappard zou hebben weg geschreven. Maar hij ontkent met klem: „Onzin. Ik zou er wel trots op zijn, als Van Rappard door mijn voor lichting zou moeten verdwijnen. Welke journalist zou daar niet trots op zijn". De strijd wordt niet kinderachtig ge voerd. Naar aanleiding van de ope ning van de Van Rappardhal schreef Hage in zijn blad: „Gorcum heeft nu een Van Rappardhal. Een vrij para doxale situatie, omdat juist de heer Nog een voorbeeld van een sterk portret; de man en zijn werk vormen een ondeelbare eenheid. HET HEEFT ruim honderd jaar geduurd voor de fotografie in ons land officieel erkenning kreeg als een autonome kunstvorm. In andere landen was dat al veel eerder gebeurd; bij ons duurde het tot in de late vijftiger jaren voordat jhr. Sand- berg de knoop doorhakte door zijn Stedelijk Museum in Amsterdam open te stellen voor de fotokunst; al spoedig gevolgd door het Haagse gemeentemuseum, dat tot op de huidige dag gastvrijheid biedt aan de beste voortbrengselen van de vrije fotografie, ja zelfs aan de internationale persfotografie. ZO HERBERGT het Haagse mu seum thans weer tot en met 3 mei een heel bijzondere expositie, ge wijd aan het fotoportret. Een histo risch overzicht in de eerste plaats, waarop in 200 foto's een beeld wordt gegeven van de ontwikkeling der por tretkunst sinds de eerste „daguerroty- pieën", zo genoemd naar hun uitvin der Daguerre, als opvolgers van de geschilderde portretminiaturen en de daaruit voortgevloeide volkskunst der profielsilhouetten. Een aantal van de ze prille fotografische unica (waarvan de meerderheid nog nooit eerder ver toond is) toont aan dat men met de nieuwe techniek van de „lichtbeeld kunst" al spoedig bijzonder indringen de, levendige portretten wist te maken hetgeen bij de toenmalige belich tingstijden een technisch wonder mag heten, en dat zowel van de kant van de fotograaf anno Dazumahl als van de zijde van zijn „slachtoffers" die soms tientallen minuten doodstil moesten poseren zonder zelfs met een ooglid te knipperen teneinde bewegings- onscherpte te vermijden. IN DEZE historische afdeling zijn het natuurlijk vooral de portretten van de oude meesters als Nadar, D. O. Hill, Julia Cameron en vele ande ren die de aandacht vragen. Maar ook de amateur wist weg met dit moeilij ke chapiter, zoals de markante portret studies van de zoons van Victor Hugo, van de schilder Thomas Eakins en van onze eigen Willem Witsen bewijzen. De fotografie had evenwel nog geen eigen vormtaal ontdekt en hun inspi ratie vonden die vroege fotografen dan ook goeddeels in de normen der schil derkunst. En rond de eeuwwisseling bloeide dan ook de zogeheten „kunst fotografie" die met speciale technie ken de foto's een schilderachtig, „im pressionistisch" effekt mee wilde ge ven. Een representant van deze stro ming in Nederland was Berssenbrugge. NA DE EERSTE wereldoorlog komt er van de jonge fotografen een ster ke reactie op deze pittoreske stroming, die ook in de portretfotogra fie duidelijk zichtbaar was. Alfred Stieglitz en Edward Weston in Ameri ka, Rodchenko in Rusland, Zwart en Schuitema in Nederland eisten een ob jective, puur fotografische visie. Het is een periode van experimenten als montage (Lissitzky), verrassende Van Rappard er altijd tegen is ge weest, dat nog in leven zijnde perso nen worden geëerd door hun naam aan een straat, plein, gebouw e.d. te koppelen. „Dat leverde hem opnieuw een anonieme dreigbrief op: „Als jul lie niet stoppen met dat gedonder en geschimp, dan zullen wij jullie eens laten zien, wat de Van Rappard-fans kunnen. Een flinke ploeg van ons zal dat kantoor van jullie kort en klein slaan". HAGE: „Van Rappard heeft zich onmogelijk gemaakt. Vroeger had hij een fikse aanhang, maar dat blijft nu beperkt tot een kleine regentenkliek' Pogingen om adverteerders te bewe gen, de „Gorcumse Courant" te boy cotten hebben niet veel effect gehad. De „Faust van Gorinchem" wordt door de centralist van het gemeente huis niet meer met Van Rappand doorverbonden. Op het gemeentehuis heeft Hage weinig vrienden. WETHOUDER Tulnenburg wil over de affaire met het advertentiecon tract niet veel loslaten. Hij zegt dat de zaak nog uitgebreid in een open bare raadsvergadering moet worden behandeld. „We maken er geen ge heim van". Raadslid Kroef heeft maar één commentaar, als zijn me ning wordt gevraagd: „Mijn ervarin gen met de pers zijn zodanig dat ik liever mijn mond houd". Van Rap pard zelf is uitstedig. Henk Hage zuigt aan zijn pijp en zegt: „Als idea list zou ik het prachtig vinden als Van Rappard wegging. „Wat dan met de Gorcumse Courant? „Misschien krijgen we een vriendelijker burge meester terug, voor een eigen opinie blijft altijd ruimte". Ook de eerste portretfotografen wisten het al: geen portret is af zonder een passende, symbolische achtergrond. standpunten (Moholy-Nagy) en kleuren fotografie (Gisèle Freund). DE PERIODE van de hedendaagse fotografie met zijn vele mogelijkheden en benaderingen wordt ingeluid: via Brassaï, Man Ray, Emmy Andriesse naar Yousouf Karsh, Richard Avedon en Gerard Fieret. Deel twee en drie van de tentoonstelling houden zich be zig met de wisselwerking tussen foto grafie en andere beeldende kunsten, en met de functie van het fotoportret in de maatschappij. Wisselwerkingen tussen fotografie en schilderkunst zijn er vele. Er is de slaafse nabootsing van de fotografie in de realistische salon schilderkunst, er zijn de pogingen om de foto op een stukje impressionisti sche grafiek te doen lijken, de paral lelle experimenten in foto en schilde rij uit de jaren '20 en het gebruik van typisch-fotografische beeldvormen door sommige hedendaagse schilders. De sociale functie van het fotoportret speelt zich op talloze gebieden af. De tentoonstelling geeft ook van deze functies vele voorbeelden: het salon stuk in de 19e eeuw en de rage van de carte-de-visite; de briefkaartfoto's van populaire figuren, de bruidsfoto en fa miliefoto vroeger en nu; de foto als middel tot identificatie en de invloed van de persfotografie op het fotopor tret. DEZE LAATSTE afdeling laat ook zien, hoe de mogelijkheden van het fotoportret zich ontwikkelden van sta tisch, geposeerd unicum tot reeksen onderling zeer verschillende moment opnamen van een individu, geprodu ceerd op ongekende schaal. Tenslotte is plaats ingeruimd voor activiteiten van het publiek zelf. Er zal een selectie getoond worden van de beste amateur-fotoportretten, die voor een speciale fotowedstrijd zijn in gezonden. En bovendien zullen via diaprojectie voorbeelden te zien zijn van ouderwet se familieportretten. H. C. Henk Mage „in de kou" voor Van Rappards bolwerk, het ge meentehuis. SMALFILMEN is een mooie en dankbare hobby, die steeds meer be oefenaars trekt. Om de kosten hoeft men het niet meer te laten, nu een eenvoudige opneemcamera krap zeven tientjes kost, en de huur van een pro jector één tot twee rijksdaalders per dag. Wie met billijke zwart-wit-fïlm begint, zal zich ook aan het materiaal geen builen vallen. KWALITATIEF laat de amateur- filmproduktie echter nog heel wat te wensen. Filmscènes eisen, anders dan foto's, een bepaalde continuïteit van handeling, een soort samenhangend verhaal. De opbouw van zo'n verhaal vergt dus een soort planning vooraf, een min of meer vastomlijnd draai boek. Dat is een van de dingen die men leren moet en daarvoor be staan legio nuttige leerboekjes voor smalfilmers. Een andere mogelijkheid is sinds vorig jaar het volgen van een smalfilmcursus in de volks hogeschool van Eerbeek op de Veluwe. CINEAST Paul Rondel (docent aan de kunstacademies van Den Bosch en Breda) instrueert daar met co-filmer Ernie Damen kleine groepen prille be ginners in de geheimen van de filmi sche vormgeving. Zo'n leergang (de eerste begint op 30 maart a.s.) duurt vijf dagen. Camera's en projectoren zijn aanwezig, zodat ook zij die nog geen eigen apparatuur bezitten, kun nen deelnemen. De volkshogeschool is gevestigd aan de Prof. Weberlaan 1 in Eerbeek, telefoon 08338-1379. DE LAATSTE autonome uitgave van Focus nv te Haarlem, onlangs op gegaan in het Elsevier concern, is een zojuist van de pers gekomen album, gewijd aan de 30 jaar geleden over leden „aartsvader" van de lichtbeeld kunst in Nederland Adriaan Boer*). Het boek besteedt uiteraard grot» aandacht aan de vele activiteiten van deze selfmade man die reeds als jon geman met zijn „kunstzinnige" por tretten zoveel opzien baarde, dat hem de onderscheiding van hoffotograaf te beurt viel, de eerste die zich met de ze titel mocht sieren. ADRIAAN BOER was autodidact. Hij creëerde of vervolmaakte tal van fotografische procédés die nu niet meer beoefend worden, omdat ze te moeilijk zijn. Maar meer nog dan de speciale effecten die hij met zijn „kooldrukken", „gomdrukken" en „pigmo-overdrukken" wist te berei ken (en waarvan dit album er vele in reproduktie toont), treft ons in dit prille pionierswerk de levendigheid waarmee Adriaan Boer destijds zijn sujetten in portretten en „genrestuk ken" wist te poseren: een aanpak die in feite nog hypermodem mag heten. Het is als het ware candid-fotografie avant la lettre, al zijn vele van die schijnbare „candids" dan ook ge maakt met belichtingstijden van vele sekonden! OOK AAN Adriaan Boers verdien sten als oprichter van de tijdschriften Focus, Het Veerwerk e.a., en als schepper (in 1935) van de jaarlijkse internationale Focussalon wordt uiter aard niet voorbijgegaan. Maar voor ons blijft hij vooral onvergetelijk als de enthousiaste en onvermoeibare sti mulator van de fotografie als crea tieve hobby-voor-de massa. De ver vulling van dat ideaal heeft hij zelf niet meer meegemaakt; dat was aan zijn zoon en opvolger Dick Boer die ook dit fraaie album samenstel de voorbehouden. Een waardig af scheidsgeschenk van Focus aan foto graferend Nederland! HERMAN CROESEN „Adriaan Boer, pionier der kunst zinnige fotografie" Uitgave Focu» N.V. te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 26