Operatie „Thank you Canada
Emigranten danken Canadezen
voor bevrijding Nederland
PSP de
Hoe is het ontstaan
nieuws
gierigste
partij
I
ae °°rtoe - sz
Antwoord
kan wel
duizend
gulden kosten
NKV stelt eisen voor
ontwikkeling Noorden
Adviesbureaus
KAMERLEDEN KUNNEN MEER VRAGEN
DAN ÉÉN MINISTER KAN BEANTWOORDEN
,7mm
m Meer werkgelegenheid nodig
I
DON
11
WOENSDAG
1970
MAART
Dit woord: GRIEF
Dit woord:
NABESTAANDE
Dit woord: TROTS
JEU GD
(Van onze correspondent)
DEN HAAG Onze volksver
tegenwoordigers maken steeds gre
tiger gebruik van het recht om
schriftelijke vragen te stellen aan
ministers. Regeringsgetrouwe Ka
merleden hebben hun bezorgdheid
hierover al meer dan eens geuit
De jongste klacht komt van het
jongste Tweede-Kamerlid, de libe
raal H. Wiegel. „Het wordt tot het
idiote opgevoerd", zei hij.
Koploper
Dure zaak
Actiefste vragensteller
Voor jarigen tussen 21 maart en 21 april
1. mm ah «a soa
m mm
ipirap* wm
Een Ram is een man met persoonlijkheid. Wilskrachtig. Enthousiast.
Is niet bang voor een moeilijkheidje. Hij is een eerlijke vechter. Op
en top idealistisch. Hij houdt van eigentijdse opvattingen, ideeen.
Hij houdt van Boldon. De after shave met de eigentijdse roller. En
met de geur die past bij zijn eerlijk karakter.
2m an affi 88 km
AFTER SHAVE
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM De Nederlandse
kolonie in Canada gaat van 30 april
tot 18 mei op grootscheepse wijze zijn
dank overbrengen aan de Canadezen
voor hun belangrijke aandeel in
Nederlands bevrijding van de nazi's.
Hoogtepunt in deze operatie „Thank
you, Canada" is de aanbieding van
een zogenoemd positief van een
concertorgel aan het National Arts
Centre in Ottawa op 17 mei. Dit or
gel, een Zaandams fabrikaat van
f 279.000, is de afronding van de bouw
van het centrum. De bouw van het
eigenlijke orgel vergt drie jaar, in de
tussenliggende tijd fungeert het posi
tief.
De Canadezen zijn erg verguld met dit
geschenk. De 45-jarige Pieter Speelman,
die dit alles vertelt, toont een brief van
de secretaris van het Canadese kabinet,
G. Pelletier, die schrijft: „De Canadese re
gering is diep getroffen door deze daad,
die eens te meer de grootsheid aantoont
van de nieuwe Canadezen uit Nederland.
Dit orgel stelt het „National Arts Centre"
in staat tot muzikale activiteiten die tot
dusver onmogelijk waren."
Canada heeft in de Tweede Wereldoor
log, als lidstaat van de Britse gemenebest,
65 brigades naar Europa gezonden die
hebben deelgenomen aan de bevrijding
van Nederland. Zevenduizend soldaten
zijn hier gesneuveld, 20.000 werden ge
wond. Een aantal van hen wordt nu, 25
jaar later, nog altijd verpleegd, onder
meer in het Sunny Brook Hospital in
Toronto.
Sinds 1948 zijn 175.000 Nederlanders
naar Canada geëmigreerd. Die groep is
daar uitgegroeid tot een half miljoen
mensen, die onderling nauw contact on
derhouden.
Eind vorig jaar hebben zij het Dutch-
Canadian Comittee 1945-'70 opgericht om
in hun nieuwe vaderland hun dank uit
te spreken voor het niet te meten aandeel
dat Canada heeft gehad in de bevrijding
van Nederland. „Deze Nederlanders", zo
vertelt de heer Speelman, „zijn de enigen
daar die iets ondernemen. Canada her
bergt immers ook immigranten uit ande
re landen die door Canadezen zijn be-
vrijd, zoals Fransen en Belgen." I nen periodiek een oranje diapositief
Voor alle festiviteiten die op touw zijn I waarop in rood het woord „operation", in
gezet, is zeer veel geld nodig, maar alleen wit „thank you" en in blauw „Canada".
Nederlandse immigranten worden uitge- I De 360 radiostations roepen af en toe een
nodigd bij te dragen. Van anderen wordt mededeling van gelijke strekking om, zij
niets geaccepteerd. I roepen de Nederlanders daar op bij te
De Canadese televisie, radio en pers 1 dragen, zij wijzen iedereen op de komen-
itaan zeer sympathiek tegenover deze de festiviteiten,
herdenking en besteden er ruime aan-
'mmw
if-
iMNHlKM
•'"V-
irei usriLTvuig k/vo^uv-.» - 1
dacht aan. De zestig televisiestations to- FEESTEN
In het Middelnederlands had het
woord grief de betekenissen: leed, pijn
droefheid, krenking, letsel. Op het
ogenblik verstaat men er onder: de
reden die iemand heeft om misnoegd
te zijn over iets, de grond van zijn
wrok, al datgene wat men iemand
euvel duidt of kwalijk neemt.
Het Nederlandse en ook het Engel
se woord grief zijn ontleend aan het
Franse grief dat in twee lettergrepen
wordt uitgesproken en dat op zijn
beurt teruggaat op het Latijnse woord
gravis', zwaar. De grondbetekenis is
dus: datgene wat bezwaart of drukt.
In later Latijn is dit gravis tot grevis
geworden onder invloed van levis:
licht en grevis leverde het Italiaanse
greve en het Oudfranse grief op.
Het woord nabestaande is bezig een
eigenaardige betekenisontwikkeling te
ondergaan. De eigenlijke betekenis is:
bloedverwant, iemand die tot anderen
in een nabije familiebetrekking staat.
Vandaar dat ook de vorm naastbe-
staande voorkomt in dezelfde beteke
nis.
In de laatste tijd wordt evenwel door
velen het woorddeel na niet meer be
schouwd als nabij, maar als het voor
zetsel na' later. In het bijzonder be
zigt men nabestaande in de betekenis:
de familieleden die overblijven wan
neer een familielid overleden is. Men
leest bijvoorbeeld dat er na de begra
fenis gelegenheid bestaat de nabe
staanden deelneming te betuigen en
bedoelt dan: de achtergebleven ver
wanten.
Sinds de Lutherbijbel in het Neder
lands is vertaald, komt het zelfstandige
naamwoord trots in onze taal voor in
de betekenis: hoogmoed, overmatig
gevoel van eigenwaarde, verwaten
heid. Het werd ook gebezigd voor de
uit hoogmoed voortkomende honende
bejegening en betekende dus ook:
kwetsend woord, smaad. Men kon
iemand een trots aandoen en bij Hooft
leest men: hij deed dit om den Koning
eenen trots te spelen, dus: om de ko
ning te grieven, te beledigen. Vandaar
zegswijzen als: met een trotsdrei-
gend en ten trots van iemand: om
iemand uit te dagen. In een oud ge
schrift leest men dat een krijgsman op
de wal ener belegerde stad bleef staan
„den vijandt ten trotse". Daar is trots
al bijna het voorzetsel ondanks, dat
wij kennen in zinnen als: trots alle
gevaren hield hij stand.
Sommige festiviteiten omvatten heel
Canada, andere zijn plaatselijk. Eind vo
rig jaar is begonnen met de verkoop van
150.000 tulpebollen, waaruit over enige
tijd rood-oranje tulpen worden verwacht.
Deze tulp is geregistreerd en heeft de
naam Holland-Liberation Tulip gekregen.
Voorts stuurt het comité een brief aan
I alle oud-strijders, waarin de Neder-
I landers nogmaals hun dank uitspreken.
In vijftig Canadese steden vanwaar een
regiment naar Nederland is gezonden,
wordt een bronzen plaquette aangeboden
I waarvan de tekst luidt: „Tot blijvende
I herinnering aan de leden van het regi
ment uit deze stad, zowel de overlevenden
als de gesneuvelden, die samen met an
dere Canadese en geallieerde soldaten
deelnamen aan de glorieuze campagne
van 1944 en 1945 die leidde tot de bevrij-
I ding van Nederland."
Het zogenoemde positief van het
Zaandamse concertorgel dat is aange
boden aan National Arts Centre in
Ottawa.
De stijging is inderdaad aanzienlijk.
Ook is het een feit dat leden van de op
positie ruim twee keer zoveel van het
vraagrecht gebruik maken als parle
mentariërs die het kabinet een goed
hart toedragen. In het lopende zit
tingsjaar zijn achthonderd schriftelijke
vragen ingediend. Dat is al meer dan
het totaal in de zittingsperiode 1965-
1966 (723). In het zittingsjaar 1968-
1969 schreven de 150 leden van de
Tweede Kamer gezamenlijk 1230 in
formatiebrieven aan de regering. Als
dit zo doorgaat wordt dit jaar dit in
drukwekkende aantal ruimschoots
overtroffen.
Wij hebben de eerste 700 papieren
vragen van het lopende zittingsjaar
eens nagegaan. Voor de 700 vragen
„turfden" wij 983 namen. Het komt
nogal eens voor, dat Kamerleden een
vraag gezamenlijk stellen. Van die 983
waren er 339 van leden van de rege
ringspartijen; in verhouding tot de 83
zeteld die K.V.P.-V.V.D.-A.R.P.-C.H.U.
bezetten een gemiddelde van ruim 4.
Het gemiddelde van de oppositiepar
tijen ligt iets beneden de tien: 644 op
67 zetels.
Bij het vragenstellen is de Partij
van de Arbeid de onbetwiste koploper
met 401. In verhouding tot de 37
zetels een gemiddelde van bijna 11.
Ook de radicale groep Aarden kontt
aan dit gemiddelde: 32 op drie zetels.
Als men alleen het gemiddelde als
maatstaf neemt is de P.S.P. veruit de
nieuwsgierigste partij: 70 keer zette
een P.S.P.-Kamerlid zijn handtekening
onder een schriftelijke vraag; op vier
Kamerzetels een gemiddelde van bijna
18.
Het minst nieuwsgierig is de C.P.N.
Slechts 4 keer troffen wij de naam van
een communist aan op de 700 vragen.
Van de regeringspartijen toont de
A.R.P. de minste schriftelijke belang
stelling (gemiddelde 2,5). De C.H.U.
kan bogen op de hoogste score binnen
het gouvernementele kamp: gemiddel
de 5. Van de K.V.P. is bekend dat
zij veel leden in de Kamer telt die
zelden of nooit het spreekgestoelte be
klimmen. Hetzelfde verschijnsel ken
merkt deze partij bij de schriftelijke
vragen: 12 van de 39 K.V.P.'ers hiel
den zich dit zittingsjaar buiten het
schrijfgewoel. Daarbij moet worden
aangetekend, dat de K.V.P. in haar ge
lederen de Kamervoorzitter telt.
Doorgaans beslaat de beantwoording
één of twee kantjes. De K.V.P.'er De
Vreeze kreeg echter op zijn vraag
naar de gezondheidstoestand van
dienstplichtigen een antwoord van 24
pagina's, rijkelijk geïllustreerd met
grafieken. Het was de eerste vraag
die de heer De Vreeze als Kamerlid
stelde. Tot nu toe ook zijn laatste.
In het „persoonlijk klassement prij
ken acht P.v.d.A.-leden en twee P.S.P.
'ers op de eerste tien plaatsen. De
naam van de P.v.d.A.'er C. Laban
kwamen wij 37 keer tegen, waarmee
hij de lijst aanvoert. Na hem volgen
zijn partijgenoten Oele, Voogd en Van
den Doel en de P.S.P.'er Van der Lek.
De beantwoording van schriftelijke
vragen kan een vrij kostbare affaire
zijn. De V.V.D.'er Joekes informeer
de in juli vorig jaar naar de kosten.
Minister Beernink zei toen dat volgens
de titel: „Daar komen de Canadezen",
die vrijwel op alle scholen wordt ver
toond. Voorts krijgen de leerlingen een
overdruk van een distributiestamkaart, op
vertoon waarvan de Nederlanders vanaf
het begin van de oorlog enig voedsel, wat
kolen of iets anders konden kopen.
Vier andere films worden op verzoek
aan allerlei verenigingen voor vertoning
toegezonden, de film „De Overval" (op
de strafgevangenis van Leeuwarden, eind
1944), „De slag om Arnhem", „De Weg
naar de Vrijheid en „De Vlag".
„Het is slechts een greep uit het hele
programma", zegt de heer Pieter Speel
man, die in de oorlog aan het verzet ac-
tief heeft deelgenomen. Hij werd daartoe I cialii^tie"*in het bedrijfsleven en de
geïnspireerd door zijn broer Wim, die al ienfle vrraap naar advies zijn voor een
in augustus 1940 begon met de versprei- v00raanstaande bedrijfsadvies-
ding van illegale blaadjes. pn raadgevende ingenieursbureaus in Ne-
Wim Speelman was mede-oprichter van derland aanleiding geweest tot de op
Vrij Nederland" en heeft mede het eerste richting van een adviescentrum.
Na de oorlog heeft de heer Pieter Speel- verstrekken. De bij het eentruni ssnee-
man economie gestudeerd aan de univer- sloten leden h^5n°
siteit van Amsterdam. In 1953 is hij naar kundigen die zij in dienst hebbenover
Canada gegaan. Daar heeft hij nu een een gevarieerd pakket van kenms en er
een ruwe schatting de beantwoording
van een ietwat ingewikkelde vraag
meer dan 1000 gulden kan kosten en
vragen aan meer dan één bewinds
man gesteld zelfs enige duizenden gul
dens. Ook wees hij erop dat het voor
de betrokken ministers en het ambte
narenapparaat een tijdrovende bezig
heid kan zijn.
Niet minder dan 190 vragen, vooral
over economische en sociale kwesties,
konden niet door één bewindsman wor
den afgedaan. Een krachtige onder
steuning van de opvatting, dat een
nieuwe departementale indeling ern
stig moet worden overwogen. Onder
wijsminister Veringa en zijn staatsse
cretaris Qrosheide zijn de meest be
laagde bewindslieden: 90 keer kon dit
departement de beantwoording alleen
af. Het ministerie van Verkeer en Wa-
staat volgt op ruime afstand als twee-
de.
De geringste schriftelijke belangstel
HANS WIEGEL, geen orgeldraaier,
maar het jongste Tweede-Kamer
lid voor de V.V.D.
ling krijgt minister Udinks ontwikke
lingssamenwerking en het departe
ment van Algemene Zaken van pre
mier De Jong.
De actiefste vragensteller, het
P.v.d.A.-lid Laban, zegt over zijn
„koppositie" dat daaruit vooral niet
moet worden afgeleid dat hij er een
sport van maakt. „Ik houd mij voor
namelijk met onderwijs bezig en dat
terrein is enorm breed. Bij de begro
tingsbehandeling en het mondelinge
overleg in de Kamercommissie moet
je je beperken tot de grote problemen.
Het is ondoenlijk om allerlei zaken
via aparte besprekingen met de mi
nisters door te nemen".
Hij heeft niet de indruk dat een mi
nister het lastig vindt veel vragen te
krijgen. Minister Veringa van Onder
wijs is er volgens de heer Laban wel
gelukkig mee. Schriftelijke vragen ge
ven hem de gelegenheid in publieke
stukken in te gaan op zaken waarvoor
veel mensen belangstelling hebben.
Over de grote vraagactiviteit van de
oppositie zegt hij: „Vragen rijzen
meestal naar aanleiding van misstan
den. Iemand loopt daarmee sneller
naar een lid van de oppositie dan naar
een Kamerlid dat de regering steunt.
De oppositie reageert zelf ook vaker
op allerlei toestanden".
De P.S.P.'er Wiebenga, de aanvoer
der van de nieuwsgierigste partij in de
Tweede Kamer zegt: „Het vraagrecht
Is een wezenlijk recht voor elke volks
vertegenwoordiger en het zou dwaas
zijn om daar zuinig mee om te
gaan. In vragen kunnen belangrijke
kwesties aan de orde worden gesteld.
Vaak geven ze aanleiding tot concreet
ingrijpen". De heer Wiebenga ziet voor
een kleine partij in de schriftelijke
vragen een manier om politieke akti-
viteit te ontplooien.
1 ÏO. w 1
AMSTERDAM. De toenemende spe
WOENSDAG. Het Nederlands Ka
tholiek Vakverbond heeft een aantal ei
sen geformuleerd met betrekking tot de
ontwikkeling van het noorden. Ze zullen
ter tafel worden gebracht bij het beraad
tussen de drie vakcentrales over een ac
tieprogram voor het noorden. De NKV-
Ook de Canadese jeugd krijgt deel in de
eer. Er wordt een film vervaardigd met
ADVERTENTIE
GEEF HET
AANEEN
RAM
produkt
88
BOLDON: After shave, pre shave, scheercrème. haarlotion, haar crème
't is wonder koel, t is wonderful
eisen omvatten een betere infrastruc
tuur, beter onderwijs, gerichte werkge-
muleringsmaatregelen en een goede or
ganisatie van de arbeidsmarktpolitiek.
De noodzakelijke structuurverbetering
kan volgens het NKV onder meer wor
den gesteund door het gebruiken van een
belangrijk deel van de opbrengsten van
een eventuele exploitatie van de recente
kalium- en magnesiumvondsten voor de
oplossing van de problemen van het
noorden.
De heer W. H. A. Winter, districtsbe
stuurder van het NKV, meent dat in een
aantal noodgebieden in de noordelijke
provincies op zeer korte termijn nieuwe
werkgelegenheid moet worden gescha
pen. „Als dat niet gebeurt blijft er niets
anders over dan de mensen te adviseren
naar het westen te trekken. Dan moet
Den Haag zijn nota's over de ruimtelijke
ordening, die uitgaan van drie miljoen
mensen in het noorden in het jaar 2000,
maar vergeten".
De heer Winter staat achter de motie
Wiebenga-Wieringa, die vandaag door
de Tweede Kamer wordt behandeld en
waarin wordt geëist dat niet één ar
beidsplaats mag worden opgeheven zon
der dat er vervangende werkgelegen
heid is. Ook meent hij, dat het divisie
project Ter Apel (het plan-Kikkert) niet
mag worden afgewezen als niet op even
korte termijn een alternatief werkgele
genheidsproject van minstens dezelfde
omvang wordt gerealiseerd.
Volgens de heer Winter moet de over
heid via kapitaaldeelname de bedrijvig
heid in het noorden stimuleren zoals dat
ook is gebeurd in Zuid-Limburg en bij
Verolme. Als dat onvoldoende resultaat
oplevert zal aan staatsvestiging moeten
worden gedacht. Verder staat de heer
Winter op het standpunt, dat het Noor
den hoge prioriteit moet krijgen bij de
spreiding van de overheidsdiensten.
Ten aanzien van de infrastructuur eist
het NKV versnelling van woningbouw,
krotopruiming en stadsanering, versnel
ling van de uitvoering van grote ver
keersverbindingen met het westen, het
oosten en West-Duitsland, het tot uitvoe
ring brengen van het Eemshavenpro-
ject, het stimuleren van de activiteiten
in en rond de haven van Harlingen (in
clusief het aanleggen van een industrie
gebied), alsmede het instellen van een
onderzoek naar de mogelijkheden van
vestiging in dit gebied van een tweede
nationale vlieghaven.