uniek oorlogsmonument
C. G. van Oudenniel:
een leven lang met Bach
en de Naardense traditie
EDE
RLAN
TONEEL-
RKN
Rijksmuseum herdenkt bevrijdings
jubileum met een tentoonstelling
notities
ZATERDAG 28 MAART 1970
(Van onze correspondent)
HET RIJKSMUSEUM eert de viering
van 25 jaar bevrijding met een grote
tentoonstelling waarin het oorlogs-
werk van de Rotterdamse schilder Hendrik
Chabot centraal zal staan. Deze expositie
wordt van 24 april tot 6 juni gehouden
onder de titel „Chabot schilderijen '40-'45,
oorlog is buiten de wet". Het Rijksmuseum
en in het bijzonder zijn afdeling Nederland
se geschiedenis heeft zich met dit initiatief
op ongewoon terrein begeven.
Aandacht voor leed
Couperus
De schilderijen van
Hendrik Chabot:
DE EXPRESSIONIST Chabot
immers zou naar zijn aard en
tijd volgens afspraak eerder
thuis horen in het Stedelijk
Museum of welke rijkscollectie
buiten het Rijksmuseum om
dan ook. De heer D. H. Couvee,
hoofd van de afdeling Neder
landse geschiedenis, geeft er de
volgende toelichting op: „Deze
tentoonstelling is om verschil
lende reden niet uitgegaan van
onze afdeling schilderkunst.
Dat zal, gezien de afspraken die
er over de tijdvakken van han
deling bestaan ook niet goed
mogelijk zijn. We hebben met
deze tentoonstelling ook niet
bedoeld een overzichtsexpositie
te maken, een soort retrospec
tieve maar vanuit geschiedkun
dige en schilderkunstige motie
ven willen wijzen op een bij
zonder authentiek oorlogs
monument waarvan zeer velen
niet eens weten dat het er is".
HET RIJKSMUSEUM geeft
zichzelf met deze expositie
overigens wel een uitnemende
kan« de grote schilder Chabot,
die bepaald niet meer op een
overweldigende belangstelling
kan rekenen in het goede licht
te zetten. Chabot werd in 1894
in het Noord-Brabantse Sprang
geboren en kwam in 1904 met
zijn ouders naar Rotterdam.
Van 1908 tot 1919 volgt hij de
lessen van de avondacademie
en begint daarna serieus aan
een eigen atelier. In 1930 ont
dekt hij in Brussel het werk
van Permeke. Drie jaar later
in 1933 verhuist hij voor ruim
een jaar naar het Walcherse
Vrouwenpolder waar hij onder
het licht van Zeelands hoge
hemel ontdekt wat de schilder
in hem zal gaan doen.
Hammacher schreef daarover:
„In die lente brak de schilder
kunst uit hem los, als een ge
weld, een natuurgebeuren, een
onweer". In 1940 gaat bij een
vliegtuigaanval zijn Rotterdam
se atelier in vlammen op. Een
nimmer vervangbare collectie
schilderijen, waaronder zijn in
middels befaamd geworden pro
letariërs-portretten, zijn voor
goed verloren. Van 1939 tot 1945
schildert hij zijn oorlogscyclus.
Een veertigtal schilderijen die
nu de kern van de herdenkings
expositie zullen uitmaken. Cha
bot stierf in 1949.
CHABOT heeft de oorlog be
leefd als een gevoelig en mede
lijdend mens en niet als een
politiek of historisch geïnteres
seerde. Althans dit is de eerste
indruk die zijn oorlogscyclus
van 45 schilderijen nalaat. Duit
sers, NBS'ers, actieve verzets
strijders komen niet in het werk
voor. Alles is pure aandacht
voor de slachtoffers, voor de
vervolgden, de hongerenden.
Hierdoor komt de reeks los van
de gebeurtenissen als zodanig
en wordt tot de registratie van
ellende van de mens ten ge
volge van een schrikbewind.
Chabots werk is na de oorlog
meermalen in binnen- en
buitenland tentoongesteld. Ech
ter steeds met de nadruk op het
kunsthistorische en het expres
sionistische aspect. Het is nog
geen gemeengoed geworden dat
Hongerend volk: een van de oorlogsschilderijen van Chabot.
de hier bedoelde cyclus het wel
licht meest authentieke oorlogs
monument is dat Nederland be
zit.
De tentoonstelling wil dit his
torisch belang onderstrepen. De
werken worden niet getoond als
een fase in de ontwikkeling van
de Nederlandse schilderkunst
maar als een historisch docu
ment, zij vormen midden- en
hoogtepunten van de tentoon
stelling die zich ook op andere
wijze met oorlogs- en bezet
tingsjaren bezig houdt. Hierbij
wordt als uitgangspunt gekozen
de afstand en de vervreemding
van de gebeurtenissen, hetgeen
ook het kenmerk is van 't werk
van deze schilder.
Het THEMA is geleidelijke
vervanging van de rechtsstaat
door een dictatuur. Hieraan
wordt inhoud gegeven door de
toelichting op een aantal essen
tiële Duitse maatregelen die leid
den tot de uitholling van de
Nederlandse samenleving zoals
het verbod van politieke par
tijen, infiltratie van de rechter
lijke macht, deportatie en zo
meer. De realisatie geschiedt
met grafische hulpmiddelen,
foto's, affiches, verordeningen,
krantenkoppen en door een per
manente vertoning van docu
mentaire filmbeelden. De ten
toonstelling als geheel, schilde
rijen plus documentatie, beeldt
uit hoe zeer een dictatoriaal be
wind een aanslag op ieder mens
persoonlijk is.
DE SCHILDERIJEN zijn voor
het overgrote deel afkomstig uit
privé-bezit van de Rotterdam
mer D. Tol, de rest komt van
andere particulieren en musea.
In het bezit van het rijk zijn
inmiddels twee zeer bekende
doeken gekomen. De „Brand
van Rotterdam" en „Het Zweed
se brood". De beroemde doeken
„Inundatie" en „Joodse vluchte
lingen", die zich bevinden in de
musea van Lausanne en Tel
Aviv zullen niet te zien zijn.
De expositie omvat 40 schilde
rijen en 12 werktekeningen.
IN 1924, als jongen van elf, werd Cees van Oudenniél uit
genodigd om te gaan meezingen in het jongenskoor van
de twee jaar eerder opgerichte Bach-vereniging. Wat zeg
je dan als jongen.niks voor mij. Maar moeder Van Ouden-
(Van een onzer redacteuren)
niel wist haar zoon te bewegen het toch te proberen. „Als je
er schik in krijgt, kan het iets heel waardevols in je leven
worden". Het werd waardevol. Dat heeft de lange Bach-
loopbaan van de heer Oudenniel sindsdien wel bewezen.
if v>i,
t »w i "t
HET WAS „H.V.P." broer van de
stichter van de Bach-vereniging „Jo-
han Schoonderbeek" die de repeti
ties van het jongenskoor leidde. In de
winter 1924 - '25 dus en in het daarop
volgende voorjaar zong de (toen nog)
kleine Van Oudenniel voor het eerst
mee in de Mattheus-passie: in de Gro
te Kerk in Enschedé. Heel merkwaar
dig: de eerste en tot dusver ook eni
ge keer, dat de Bach-vereniging .le
Mattheus-passie buiten Naarden heeft
uitgevoerd, buiten dit jaar noodge
dwongen in Monikkendam.
De Bachvereniging was door Schoon
derbeek opgericht in 1922, voor een
deel als de voortzetting al hebben
de uitvoeringen nog enkele jaren naast
elkaar „voortgeleefd" van de al
sinds het einde van de vorige eeuw
vermaarde Naardense „Zomerconcer-
ten": uitvoeringen (veelal oratoria) in
de Grote Kerk door een speciaal koor,
gerecruteerd uit drie door Schoonder
beek geleide koren.
TOEN Schoonderbeek in 1920 ernstig
ziek was geweest en het wat kalmer
aan moest gaan doen, rijpte het plan
een Bach-vereniging in het leven te
roepen: met een vast koor van krach
ten op hoog niveau, met zangers en
zangeressen die het „vak" werkelijk
kenden. De eerste opvoering was in
1921; de eerste uitvoering van de Mat
theus-passie in de Grote Kerk op 14
april 1922. De heer Van Oudenniel
heeft het affiche (ontworpen door de
's-Gravenlandse schilder E. R. D.
Schaap en tot in de vijftiger jaren ge
bruikt nog in zijn kamer.
VORIGE MAAND benoemd tot
zakelijk leider van de Nederlandse
Bach-vereniging, maar al ruim 45
jaar bij dit werk en de jaarlijkse
uitvoeringen van de Mattheus-Pas-
sie betrokken in geheel verschil
lende functies. Dat is de nu 56-
jarige heer C. G. van Oudenniel met
hart en ziel verknocht aan de Bach-
traditie. In zijn werkkamer vertelde
hij ons hoe het allemaal begonnen
is.
Oudenniel zich de tragische dood in
1934 tijdens een concert in Utrecht in
Tivoli: juist nadat hij Wagners „Nie-
mals das Grab, niemals der Tod",
had gezongen!
VAN OUDENNIEL kwam in 1947 in
het bestuur nadat hij in 1946 in de
commissie had gezeten, die de viering
van het 25-jarig bestaan voorbereidde,
met een duidelijke taak: uitvoerings
secretaris, een functie die sindsdien is
uitgegroeid tot hetgeen nu zijn beslag
heeft gekregen in de benoeming tot
zakelijk leider. Op eigen verzoek is de
heer Van Oudenniel „terwille van de
zuivere verhoudingen" uit het bestuur
getreden. Naast zijn gewone werkkring
(chef Algemene Dienst Philips Phu-
nografische Industrie in Baarn) was
dit alles immers niet langer vol te
houden: daarom is het nu alleen de
Bach-vereniging geworden. En dat is,
zeker met het gouden jubileum (1971)
in het vooruitzicht, bepaald een full
time job.
Deel van het programma van de
eerste uitvoering der Mattheus-
passie in Naarden.
TOT 1929 heeft Van Oudenniel in het
jongenskoor meegezongen, aan het
grote koor is hij echter nooit toegeko
men, maar zijn liefde voor Bach en
voor de Bach-vereniging is er niet
minder om.
MET HEM pratend komen vele
oude bekende namen naar boven. Niet
alleen die van Schoonderbeek, maar
ook bv. van Evert Cornelis, diens veel
te jong overleden opvolger, van Anthon
van der Horst.van solisten uit
vroeger dagen als Aaltje Noordewier,
Suze Luger, Ilona Dirigo, Eleanor Rey-
olds, Max Kloos, Georg Walter, Louis
van Tulder, Jac. Ph. Caro.Van
deze laatste herinnert de heer Van
BEHALVE van Bach weet hij ook
veel van Couperus. Hij bezit een
complete Couperus-bibliotheek, waar
in zeldzame eerste drukken, ver
raadt in zijn kamer deze litteraire be
langstelling. Die belangstelling, ont
stond toen hij 35 jaar geleden eens met
Marguerite Couperus, een zangeres,
moest spreken en met het oog op de
mogelijkheid, dat zij misschien tot de
naaste familie van de schrijver zou be
horen, „even in Couperus dook". Mar-
querite bleek hoogstens van Adams-
wege familie van Louis, maar diens
werk liet Van Oudenniel sindsdien niet
meer los. Hij las letterlijk alles wat
Couperus schreef en wat anderen over
hem schreven.
DE AMERIKAANSE karikaturist
en schrijver Jules Feiffer, wiens
eerste toneelspel, „Little murders"
ook in Nederland (onder de titel
„2, 4, 6, 8, wie wordt er om zeep
gebracht?") is opgevoerd, heeft
een nieuw stuk geschreven dat
„The White House murder case"
heet. Het gaat over een toekomsti
ge Amerikaanse president, wiens
vrouw wordt vermoord terwijl hij
probeert goed te praten dat een
heel bataljon Amerikaanse soldaten
bij ongeluk door Amerikaans gifgas
is uitgeroeid. Feiffers politieke sa
tire is bij de première in New York
zeer goed ontvangen.
AMERIKAANSE politiek en po
litieke moord is ook het onder
werp van een nieuw stuk van Rolf
Hochhuth (schrijver van Der Stell-
vertreter" en „Soldaten") waarvan
in april de eerste opvoeringen in
Berlijn en Stuttgart zullen worden
gegeven. Het heet Guerillasen
gaat over een idealistische Ameri
kaanse senator die door een agent
van het Central Intelligence Agen
cy wordt vermoord als hij door
middel van een staatsgreep de de
mocratische principes van de Ame
rikaanse grondwet wil verwezenlij
ken. Hochhuth heeft verklaard dat
zijn stuk niet anti-Amerikaans is
maar wel tegen „de plutocratische
oligarchie van de 120 heersende fa
milies in de Verenigde Staten" is
gericht.
DE ZWEEDSE toneel- en filmre
gisseur Ingmar Bergman gaat bin
nenkort in Londen bij het National
Theatre een nieuwe opvoering van
Ibsens „Hedda Gabler" regisseren.
De première zal in juni plaatsheb
ben. Maggie Smith speelt de titel
rol.
IN HET TEATRO Piccolo te Mi
laan wordt dit seizoen de eerste op
voering in Europa gegeven van een
drama van de Chileense schrijver
en dichter Pablo Neruda, Splendo-
re e morte di Joaquin Murieta".
Het is een sterk dramatische volks
ballade met als hoofdfiguur de le
gendarische bandiet Murieta, die
door zijn verzet tegen de rassenpo
litiek van de Yankees in het 19de-
eeuwse Californië een volksheld
werd. De opvoering staat onder lei
ding van de Franse regisseur Pa
trice Chèreau.
DE UNIVERSITEIT te Huil heeft
door de architect Peter Moro een
speciaal schouwburgje voor studie
doeleinden laten bouwen. Zowel het
toneel als de opstelling der zitplaat
sen kan in minder dan een half uur
aan elke denkbare theatervorm
worden aangepast. Het schouwburg
zaaltje heeft plaats voor ongeveer
tweehonderd toeschouwers. Boven
dien zijn er in het gebouw televi
sie- en radiostudio's, projectiezaal-
tjes en reparatie-werkplaatsen. Het
is het enige theater in Engeland dat
speciaal voor de studie van de dra
matische kunsten is gebouwd.
BIJ HET IERSE Toneelfestival,
dat dit jaar van 4 tot 12 april in
Dublin wordt gehouden, zal onder
meer een cyclus van 16de-eeuw-
se mirakelspelen worden vertoond.
Evenals bij hun oorspronkelijke op
voering zullen de stukken als wa
genspelen in de openlucht, dage
lijks op verschillende plaatsen in
de stad, voor de voorbijgangers te
zien zijn. De première van een
nieuw stuk van James Douglas,
„The savages", zal eveneens tij
dens het festival worden gegeven.
De Italiaanse regisseur Giorgio
Strehler heeft in Rome ter gelegen
heid van zijn 25-jarig toneeljubile
um de Tormarganaprijs gekregen, 'n
zilveren beeldje waarmee in Italië
burgers worden geëerd die zich op
kultureel of politiek gebied ver
dienstelijk hebben gemaakt. Streh
ler is bezig met de vorming van
het Teatro Regionale Toscano
het eerste regionale toneelgezel
schap in Italië dat hij in het
najaar zal openen met een opvoe
ring van Gorki's „Nachtasyl".
IN LONDEN is de acteur en re
gisseur Alec Clunes op 57-jarige
leeftijd overleden Clunes, een bij
zonder veelzijdig kunstenaar, heeft
vooral als artistiek leider van het
Donderse Arts Theatre (1942-1953)
heel belangrjik werk gedaan, o.m.
door de wereldpremières te bren
gen van Christopher Fry's eerste
stukken. Op Shaws verzoek speel
de hij in 194 7 professor Higgins in
„Pygmalion", een rol die hij later
ook in May fair lady" heeft ver
vuld. Hamlet, Iago en Macbeth be
hoorden tot zijn grote Schakespea-
re-rollen. In zijn prachtig geïllu
streerd boek „The British thea
tre" heeft hij de geschiedenis van
het Engelse toneel zeer deskundig
maar ook met veel humor beschre
ven.
Sedert het Studio des Champs-
Elysées er enige maanden geleden
mee is begonnen, gaan meer en
meer Parij se schouwburgen ertoe
over, twee verschillende voorstel
lingen op één avond te geven. In
vier thaters kan men nu al om
half zeven terecht om een kort
(meestal avantgardistisch) stuk te
zien, waarna om half negen of ne
gen uur het gewone repertoire-stuk
wordt gespeeld. In een vijfde
schouwburg, Théatre de Poche
Montparnasse, gaat het tweede stuk
als nachtvoorstelling na het voor
naamste stuk van het repertoire.
S. K.