Kunstrechercheur Sieviero heeft een ondankbare taak Wedergeboorte der fotografie in Amerika „ONWIL EN TEGENWERKING VAN OFFICIELE INSTANTIES BEMOEILIJKEN HET OPSPOREN VAN GEROOFDE ITALIAANSE KUNSTWERKEN" illitll 1 mWwm. a'-«süs®s»«WLm*èêL Sieviero in zijn werkkamer. m 1 Navrante oorlogsjoto uit Saigon (coll. „America in crisis") „Eerlijke Abe" Lincoln in Lin colnpark, Chicago (America in crisis): hoe ver is de V.S afge dwaald van zijn idealen? Aan Michelangelo toegeschre ven Faun, door Sieviero nog niet opgespoord. S - MAAR WAT SIEVIERO vooral be zwaart is, dat hij helemaal geen steun van de staat krijgt, die hem toch juist als eerste bij zijn speuracties zou moeten helpen. En dan zjjn er de Duit sers, die alles zouden doen om het werk van Sieviero te bemoeilijken. Nu geeft hij toe dat de fout bij hem zelf ligt, maar het is een bittere be kentenis. Hij was tegen het fascisme en maakte deel uit van een onder grondse beweging tegen het regime van Mussolini. In de ministeries van nu zijn de ambtenaren voor het me rendeel nog dezelfde als die uit de tijd van Mussolini aldus Sieviero „en geen van hen heeft zin om me bij te staan. Ze willen niet omdat ik anti fascist was, en ze willen niet omdat ze aan die tijd niet meer herinnerd willen worden". Bovendien worstelt Sieviero naar zij zeggen met voortdurend geldgebrek, omdat zijn directe chef een afde lingschef op het ministerie van Buiten landse Zaken iedere keer probeert de geldkraan voorgoed dicht te draaien teneinde aan het officiële gezoek naar de verloren kunst een eind te maken. Van Duitse zijde wordt Sieviero ge dwarsboomd door middel van een do delijk zwijgen, aldus de chef. Herhaal delijk al heeft hij naar de leiding van de verzameling niet meer thuis te brengen gestolen kunstschatten in de Duitse opslagplaatsen bij München ge schreven. Maar nu krijgt niet eens antwoord. En toch wil hij met zijn medewerkers alleen maar even kijken. IN EEN RECENT interview ver klaarde Sieviero mismoedig: „Italië is wel een heel eind teruggezakt van de plaats die het eens verondersteld werd in te nemen als de hoeder van een geestelijk erfgoed, dat de gehele we reld toebehoort. Maar in de grond van de zaak kan het Italië niets schelen." Later verzacht Sieviero deze woorden. In een gesprek met mij zegt hij, dat niet het Italiaanse volk, maar alleen (Van onze correspondent Rudolph Bakker) ROME Rodolfo Sieviero beschouwt zichzelf ongetwijfeld als een van de treurigste mensen van Rome. In een gesprek met „dottore" Sieviero sprankelt ook geen vleugje van hoop: de toekomst ziet er somber uit. Dat komt allemaal omdat Sie viero vindt dat hij geweldig wordt tegengewerkt. Hij is al sinds het einde van de oorlog door de Italiaanse staat belast met het terugvinden van de door de Duitsers geroofde kunst schatten. Teruggevonden heeft hij al ruim 2.500 kunstvoor werpen, nog steeds spoorloos zijn volgens hem ruim duizend stukken, waaronder drie zeer waardevolle. de regeringen geen belangstelling heb ben voor de haar toevertrouwde cul tuur-erfenis." Op Sieviero's werktafel ligt een hoge stapel foto's van de kunstvoorwerpen die nog niet teruggevonden zijn. In de gangen hangen schilderijen op een kostbare kist prijkt een metershoge triptiek. Dat zijn de vondsten van de laatste tijd; een jurdische procedure is nodig om de voorwerpen naar hun musea te doen terugkeren. De triptiek is overigens niet in Duitsland, maar in een grot in Noord-Italië teruggevon den, in een verbazingwekkend gave toestand. IN EEN augustusnacht in het jaar 1944 vertrok een Duitse colonne uit het Toscaanse plaatsje Poppi met het grootste deel van de daar samenge brachte kunstschatten naar de Hei mat. Hier waren tegen het oorlogsge weld kunstvoorwerpen opgeslagen uit het Uffizi-museum in Florence en uit andere Florentijnse musea. Het mees te wat de Duitsers meenamen werd later in de Dolomieten teruggevonden. Niet teruggevonden en' nog steeds on vindbaar zijn het eerste bekende beeld houwwerk in marmer van Michelange lo, voorstellende een duivels lachende faun, en een aan Hans Memlinc toe geschreven schilderij van een jonge aristocraat. In oktober 1943 nam de Herman Goering-divisie een belangrijk deel van de kunstschatten uit het klooster Mon- tecassino mee naar Duitsland. Een deel van deze voorwerpen behoorde het Vaticaan toe. Hoewel het grootste deel van de buit niet verder kwam dan Spoleto, is onder anderen een drukbe- werkte zilveren schaal van Cellini nog steeds niet teruggevonden. AFGEZIEN VAN de tegenwerking die Sieviero van de autoriteiten zegt te ondervinden, heeft hij te kampen met moeilijkheden waarmee iedere te rugvinder van kunstschatten uit de oor log te maken heeft. Een deel van de voorwerpen werd weer door de leiders van het „derde rijk" uitgeleend aan bijvoorbeeld Duitse officierscasino's, aan Ortskommandanten, aan Hitiers hoogste uitvoerders in de bezette ge bieden. En deze stukken vond men goeddeels na de Duitse débacle nooit meer terug. Niet zelden bevinden ze zich nu in het bezit van mensen die ze te goeder trouw kochten of op an dere legale manier verwierven, en die niet op de hoogte zijn van de her komst. De leiding van het Zwinger museum in Dresden stelde indertijd een catalogus van vermiste kunstschat ten op, die ze een zo groot mogelijke verspreiding gaf. Hierdoor werden bij voorbeeld museumdirecties en kunst handelaren over de hele wereld voor bereid over de afkomst van eventuele nieuwe aankopen. SIEVIERO HEEFT geen catalogus, hij heeft zijn stapel keurig ingelijste foto's treurig bijeenliggend in een duis ter kamertje in Rome's Palazzo Ve- nezia, waar het bureau van de offi ciële kunstzoeker gevestigd is. Wan neer men de grammofoonplaat met Sieviero's „Valse Triste" omdraait, (Van onze correspondent mr. H. Leffelaar) NEW YORK Authentieke Amerikaanse cultuur uitingen zijn jazz en fotografie. Maar terwijl de jazz lang zaam bijgezet wordt in het verleden, beleeft de fotografie een wedergeboorte. Na de beroemde fototentoonstelling „The Family of Man" („Wij Mensen"), volgde een periode van stilstand. Sinds 1968 zijn in Amerika weer fototentoon stellingen georganiseerd, en experimenten ondernomen die aantonen dat de fotografie allerminst verouderd is. DE NIEUWE TENDENS gaat niet meer om „mooie plaatjes", maar om de waarheid, direct en ongeretoucheerd. In New York bestaat sinds korte tijd een uit de Magnum-groep voortgespro ten stichting „The fund for concerned photography", die de aandacht trekt omdat hier in groepsverband wordt ge werkt aan de formulering van een nieuwe stijl, een nieuwe fotografische functie. DEZE GROEP heeft nu een tentoon stelling opgeleverd in het New Yorks Riverside Museum, opgezet rond het thema „America in crisis" In 200 foto's van 21 fotografen wordt een soms me lancholiek, soms bitter, en vaak hart verscheurend beeld gegeven van het Amerika in de afgelopen 10 jaren: beelden van een land dat afscheid moest nemen van de „American dream" waarin het zolang hardnekkig bleef geloven, beelden ook van on verwachte en hoopgevende contrasten. Cornell Capa (broer van de in Viet nam omgekomen oorlogsfotograaf Ro bert Capa en directeur van de stich ting) laat foto's van Robert Kennedy zien die deze man tonen zoals hij zel den tot zijn recht kwam: bewogen, introspectief, gereserveerd. Constan- tine Manos vult deze beelden aan met huilende negers bij de dood van Mar tin Luther King. Bruce Davidson heeft een echtpaar gefotografeerd in een flat, op voet van armoede en verwaarlozing. Op de grond een veronachtzaamd kind, een kapotte stoel, een strijkplank, armza lig beeld van mensen voor wie het le ven weinig meer betekent dan een al bij voorbaat verloren strijd. ER ZIJN foto's van hippies, negers, en Vietnamleed. zoals de soldaat die vanuit een salonstoel zijn geweer richt op een doel buiten het raam, terwijl op de grond een verminkte kinderpop ligt. De organisatoren van de tentoonstel ling hebben ook een filmpje gemaakt, dat in het museum vertoond wordt. De film bestaat uit een groot aantal tentoongestelde foto's die zonder ogen schijnlijke samenhang zijn ge monteerd, soms over elkaar heen, voor een achtergrond van deels herkenbare, deels elektronische muziek die er een dimensie aan geeft die aan de afzon derlijke foto's onbrak. Elders in het museum kan de bezoe ker door middel van een projectie apparaat zelf willekeurige combinaties van de foto's op een muur projecteren waardoor nieuwe en onverwachte in terpretaties van de beelden mogelijk worden. TYPEREND voor de herleving van de belangstelling is ook een permanen te fotocollectie door de Exchange Na tional Bank in Chicago, waarin werk is ondergebracht van bekende en on bekende fotografen uit het hele land. Zij omvat daguerrotypiën tot en met astronautenfoto's uit het heelal. VERDER zijn er de collecties van het Museum of Modern Art en het Georg Eastman House, en exclusieve fototijdschriften als „Aperture" en „Ca mera" De hernieuwde belangstelling voor de fotografie is moeilijk te ver klaren, maar hij valt samen met een periode waarin Amerika bezig is aan een pijnlijk zelfonderzoek. Deze gaat gepaard aan groeiende twijfels over de kwaliteit van het leven in Amerika zelf. „THE FUND for concerned photo graphy" schijnt op deze ontwikkeling aan te sluiten door de nadruk te leg gen op de betrokkenheid van de foto graaf bij wat hij registreert, een stre- klinken er echter tonen die het geval van de officiële speurneus tot een ty pisch onontwarbaar Italiaans drama maken. Zo hoort men officieus want zul ke dingen worden natuurlijk niet gaar ne openlijk en door officiële woord voerders gezegd dat Sieviero zijn positie te danken zou hebben aan do cumenten die hij uit zijn verzetstrijd nog heeft en die zo bezwarend zou den zijn voor tal van nu hooggeklom- men personen met een fascistisch ver leden, dat ze daar niet mee gecon fronteerd willen worden. Ook zou Sie viero tot nog toe geweigerd hebben, een catalogus samen te stellen, om dat hij zou vermoeden dat daarmee zijn werk geëindigd zou zijn en hij op straat zou komen te staan. Sievie ro zelf verklaart overigens dat hij zelf binnenkort ontslag neemt, als hij niet meer steun zal krijgen. AAN DE DUITSE KANT is men erg gebelgd over Sieviero's beschuldigin gen. De directie van de opslagplaat sen in München zou de Italiaan om een catalogus der vermiste werken hebben gevraagd, die hij nimmer stuurde. En men krijgt de indruk dat men hem ook niet gaarne zonder meer in de opslagplaatsen zou binnenlaten, omdat zijn instituut dan eventueel de hand zou weten te leggen op kunst voorwerpen waarvan het identifice rende document zou kunnen worden geproduceerd op een manier die men wel „typisch Italiaans" noemt. ZO ZITTEN beide partijen met el kaar opgescheept. Vast staat in ieder geval dat Sieviero ondanks zijn „slech te naam" bij de Italiaanse instanties niet ontslagen wordt, terwijl hij duide lijk een doorn in het vlees is van juist diegenen die het terugbrengen van de kunstschatten het best kunnen bevorderen. Vast staat ook dat de Westduitse re geringen in hun na-oorlogse ijver be slist niet kunnen worden beschuldigd van pogingen, hun niet toebehorende kunstschatten achter te houden. Blijft aan Sieviero de dure plicht, te zoeken naar de 1.200 nog steeds on vindbare kunstschatten. Maar het zijn er helemaal geen twaalfhonderd, *egt de directeur-generaal van de „Com- missione per le belle arte", het hoog ste orgaan dat over Italië's kunst schatten waakt. „Het zijn er hoog stens nog zestig". lllill IIIIUI0 ven dat inhaakt bij de jongste ont wikkelingen in de filmindustrie en bij de ideologische achtergrond van ver schijnselen als de hippiecultuur, de re volutie aan de universiteiten, en de nieuwe politiek waarin Robert Kenne dy en Senator McCarthy de pioniers waren. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 22